Stoom uit oren en Stoomlicht (16, 17 en 24 mei)

Op vrijdagavond 16 mei zijn we weer naar Monnickendam getrokken. Plan om zaterdag lekker te gaan zeilen; zondag hadden we alle twee verplichtingen. Ondanks enkele pogingen geen vaargasten. Dus toen we na een rustige avond en nacht aan het ontbijt zaten uit te puffen van een drukke week konden we rustig beslissen om de trossen vast te laten. Er waren toch nog wel een paar klusjes die ook gedaan moesten worden.

Belangrijkste probleempje was dat de laatste keer varen in het donker ons stoomlicht niet werkte. Een stoomlicht is een wit navigatielicht, halverwege de mast dat naar voren schijnt en we moeten ontsteken als we in het donker op de motor varen. Als we deze zomer dus weer een nacht door willen varen is het wel noodzakelijk dat dit licht werkt.

De oorzaak van zo’n probleem kan overal zitten. Maar omdat ik zelf vorig jaar, na de schilderbeurt waar de mast van het schip was geweest, de verbindingen onder mast weer aan elkaar had gezet was de eerste gedachte dat daar misschien iets los was gegaan. Daar komt bij da andere opties voor oplossingen van dit probleem minder goed bereikbaar zijn.

Dus het plafond weer open gemaakt en een blik geworpen. Zag er eigenlijk al meteen goed uit.maar toch draden losgemaakt en opnieuw verbonden. Wat er ook geprobeerd werd het stoomlicht ging niet branden.

Wel duidelijk was dat het tot dat punt goed functioneerde. Als de schakelaar aanstond was er netjes 12V spanning – spanning die weer verdween als de schakelaar weer werd omgezet.

Veel gebogen staand werken en dan weer naar buiten om het licht (niet) te zien branden. Dus last van de rug en het gebrek aan resultaat leidt niet tot een goed humeur. Daar kan een wandeling door zonnig Monnickendam niks aan veranderen.

Er zit niets anders op – de volgende stap om de oorzaak van de stoomlicht malheur te achterhalen is om de mast in te gaan. Dus op zaterdagochtend 24 mei keren we terug naar Monnickendam en heeft Ellen een Sterke Man geregeld. Bij de koffie bekijken we samen nog even de draden beneden onder de mast – wie weet is er inmiddels wat verwisseld.

Met een tas met gereedschap en een reservelamp word ik door de Sterke Man, gezekerd in mijn tuigje aan de genakerval, omhoog gehesen. Kalm aan, het gaat kennelijk zwaar. Maar na enkele minuten ben ik ter plaatse.

Allereerst moet er een schroef met een (platbek) schroevedraaier worden losgedraaid. Niet alleen lastig omdat voorkomen moet worden dat het schroefje naar beneden valt. Maar ook omdat je al opgehangen tegen de mast wordt gedrukt (recht onder de katrol boven je) terwijl er ook ruimte moet zijn voor de lengte van de schroevendraaier. Maar het lukt en even later is het ook kapje om het stoomlicht los en kan ik een en ander bekijken.

Naast wat roest op de draden blijkt dat als ik de lamp aanraak toch al dat er licht uitkomt. De lamp blijkt los getrild in de fitting. Ik draai dat weer stevig aan, doe het kapje er weer op en ook de schroef van het omhulsel er weer in: nog steeds brandt het stoomlicht.

De standaard grap als het werk gedaan is ‘kom laten we gaan en hem laten hangen’ wordt gememoreerd maar toch laten ze me rustig naar beneden en niet veel later sta ik weer op mijn voeten op het dek. De Sterke Man blijkt ook handig om binnen het plafond weer goed vast te zetten.

En zo genieten we bij een tweede kop koffie weer van een opgelost probleem. Ellen maakt tijdens het opruimen van het gereedschap ook nog even foto van de Sterke Man en het schilderij dat ze in de kajuit heeft gehangen.

Als van de winter de mast weer plat ligt moeten we wel nog eens structureel naar dit probleem kijken. Deze lamp gaat natuurlijk nog een keer loskomen in zijn fitting!

Havendag en zeildag (10 en 11 mei)

Na een korte onderbreking gaan we vrijdagavond laat weer naar de boot. Niet om zaterdag weer te gaan zeilen. Joost zijn andere belangrijke hobby ‘scheidsrechten’ moet zaterdagmiddag uitgeoefend worden. De laatste thuiswedstrijd van Lukas fluit hij, dat wil hij niet aan een ander over laten. Maar dat is pas ’s middags. Eerst een rustig ochtendje in de kuip met een heerlijk zonnetje. Daarnaast even een kijkje genomen op de havendag van onze haven. We konden onze brandblusser laten controleren. Ik werd meteen uitgedaagd om maar even een virtueel brandje te blussen. Goed om te oefenen, want hoe krijg je zo gauw de vergrendeling los? Dat vergeet ik niet meer.

Wanneer Joost vertrokken is stap ik op de fiets. Een tochtje van 10 km brengt me op Marken. Als doel om heen te varen ligt het te dichtbij, we zijn er met de boot nog nooit geweest. Ik neem eens polshoogte hoe het zit met ligplaatsen voor passanten. Prima te doen lijkt het, maar of we het ooit gaan doen? Het is erg toeristisch, dat is geen verrassing. Zeker met dit mooie weer levert de Marken Volendam express ladingen vol mensen en ook fietsen af. De KNRM heeft ook een open dag en je kan vandaag met ze meevaren. Geen behoefte aan. Ik fiets weer lekker terug.

Joost neemt op de terugweg van voetballen Mirjam mee zodat ze gezellig even bij ons op de boot eet. Weer naar huis gebracht worden door Joost hoorde ook bij de deal.

Zondag varen we dan lekker uit. We hebben geen gasten, ook geen doel. Gewoon lekker zeilen.

Kruisen tegen de wind in, ankeren bij de Marker Wadden en terug afkruisen. Het ankeren ging hier niet zo makkelijk. Te veel waterplanten!

We komen pas bij zonsondergang de Gouwzee weer op. Bijzonder dat op zondagavond dan bijna iedereen alweer vertrokken is.

Omdat het al laat is wil Joost al varend vast gaan opruimen waaronder de trapeze act om de genua vast te zetten.

Als de zeilen ingepakt zijn gaat Joost nog even douchen en vertrekt dan naar huis. Voor zijn werk moet hij morgen al vroeg in Den Haag zijn. Dat lukt toch beter vanuit Amsterdam dan vanuit Monnickendam.

Toevluchtsoord voor klussers

De Aquamarijn als toevluchtsoord. Onze badkamer wordt gerenoveerd en bij de buren zijn ze al langer aan het verbouwen. Is het dan niet heerlijk om het lawaai en het stof te kunnen ontwijken en uit te wijken naar onze boot. En in de haven is ook nog een douche. De planning was om er twee weken te bivakkeren. Maar ja, tussen door roept de stad ook nog wel eens en Joost moet gewoon werken.

De eerste dagen is het nog erg koud. Ik had wat buitenklusjes aan de boot gepland, maar dat is fijner met warmer weer. Binnen is het behaaglijk. Ik ga er alleen voor boodschappen uit. Op donderdag is het warmer en droog maar dat is de laatste maanden meer regel dan uitzondering. Goed om de kuiprand te schilderen. De schilder in Friesland had in oktober gezegd dat we dat voor de winter nog een keer moesten doen. Maar wij dachten, de kuiptent gaat er toch overheen, dan heeft het niet zoveel te lijden. Dit klusje bewaren we voor het voorjaar.

Dat ‘we’ gaat over mij. Ik haal duidelijk meer plezier uit dit soort klusjes. Ik loop eerst nog even naar de doe het zelf winkel in het centrum van Monnickendam voor nog een paar benodigdheden. Wat heerlijk dat zo’n winkel hier nog kan bestaan! Licht schuren had de schilder aangeraden en dan 1 laag erover. Niet heel moeilijk en na een tijdje kijk ik tevreden naar een glanzende kuiprand. Tijd om uit te rusten. Maar helaas niet tegen de kuiprand die nog 24 uur moet drogen. Ik nestel me helemaal in de kuipbak. Lekker uit de wind ook.

Stilte voor de storm (2, 3 en 4 mei 2025)

Verjaardagen van jarige zussen dienen gevierd te worden. Als gevolg konden we vrijdag pas laat de auto richting Monnickendam sturen. Daar wachtten nog enkele vrijwilligersklussen en een prima bed.

We stonden niet al te vroeg op maar na het ontbijt gooiden we snel de trossen los. De zon scheen en er was een matig windje. Met veel anderen genoten we van het prachtige weer.

Bijzonder is dit keer dat we het zonder vaste marifoon, met antenne in de mast, moeten doen. Dat ding is even van zijn plek om opnieuw geprogrammeerd te worden voor de nieuwe kanaalindeling. Dat had vorig jaar al gemoeten, maar ja… Vandaag dus ook geen AIS en, zo bleek, op de handmarifoon ontvingen we de Centrale Meldpost IJsselmeer niet goed.

Doel was vandaag naar Lelystad te varen (en dan morgen weer terug). Niet helemaal bezeild (met noordoostenwind) maar waarschijnlijk wel in twee slagen te doen – zeker omdat de verwachting was dat de wind later naar het noordwesten zou draaien. Maar omdat de wind nog wat verder inzakte viel de snelheid terug tot iets tussen de 1 a 2 knopen. Dat schiet niet op. Omdat de wind ook nog een variabele richting had moesten we de koers ook nog een paar keer verleggen. En zo waren we om vier uur nog niet eens halverwege. Nu hadden we geen haast, het avondeten al aan boord, maar zo varen is ook vermoeiend.

Maar toen draaide de wind naar het noordwesten en trok gelijk flink aan. Al snel besloten we te reven. Dat deden we al zeilend. Eerst met de genua aan de wind varen en dan het grootzeil reven. Daarna met de reeflijn de Genua een stukje inrollen.

De snelheid inmiddels ruim 6 knopen! En ja, dat schiet wel op. Al snel dan in de buurt van Lelystad en daar heeft de Centrale Meldpost IJsselmeer een steunzender. Om kwart over zes hoorden we hen dan ook voor het eerst met een waarschuwing voor windkracht 6!

Daar lieten we ons verder niet door van de wijs brengen. Via de vaargeul voeren we dit keer het havengebied in waarna we achter de Leidam de zeilen streken en op de motor koers zetten naar de Bataviahaven. Daar legden we, met veel motorkracht maar ook probleemloos, aan aan een steiger aan hogerwal.

Na het opruimen tijd voor een borrel in de kajuit. De wind was nog niet gaan liggen. Sowieso was het weer niet meer heel aangenaam. Op de meeste schepen bleef men binnen!

Na een rustig avondje (met veel sudoku’s) en een goede nacht niet al te vroeg uit de veren. Ellen slaagt erin de havenmeester te spreken. Als dank voor het alsnog betalen van havengeld ontvangt ze twee pennen: die komen van pas. Ook interessant zijn de boten die nu de haven binnenlopen. De eerste heeft zelfs de naam ‘Content’. Komen vast voor de fashion outlet Bataviastad – is bij die echtparen de ‘fun’ inderdaad zo traditioneel verdeeld: mannen lekker varen en vrouwen lekker shoppen? Zo komen ze in ieder geval beiden aan hun trekken – beiden content?

De wind is nog steeds tussen kracht vier en vijf maar tegen twaalven besluiten we toch te vertrekken. Er is aanmerkelijk meer beroepsvaart dan op zaterdag en op het open water ook meer golfslag. We hijsen het gereefde zeil dan ook weer achter de dam en varen dan tussen twee vrachtschepen hetzelfde gat door. Aan de wind zetten we de terugtocht in. Juist nu zijn er buien met neerslag. Twee tegenliggers hebben de weinig toepasselijke namen ‘Sunshine’ en ‘Summertime’. Als ze uit zicht zijn verdwenen is het inmiddels droog.

Het is echt buiig weer wat ook betekent dat de wind varieert tussen kracht 3 en 6. Het water blijft wat onrustig met soms ons afremmende golven. Desalniettemin zit de snelheid er goed in – we tikken zelfs even de 7,5 knopen aan. Drie uur na vertrek moeten we dan ook weer de zeilen op de Gouwzee strijken waarna we even later in onze vertrouwde thuishaven aanleggen.

We ruimen op, eten ons eten waarna Ellen me even voor 7 uur afzet op station Noord. Ik ga naar de herdenking bij Kerkstraat 109.

Ankeren (25 en 26 april 2025)

Een half weekend om te zeilen. We gaan zaterdagavond namelijk naar een feestelijk optreden van een zeventig jarige!

Vrijdagmiddag rijden we weg in Joost zijn leenauto om in Zaandam deze weer om te ruilen, na herstel van lichte schade, voor zijn eigen auto. Vandaar door naar de haven waarom heen steeds meer bouwactiviteiten te zien zijn. Over een jaar verhuist ons haventerrein naar het Hemmeland (overzijde) en krijgen we ook een andere ligplaats.

Terwijl Joost de boot klaarmaakt voor vertrek probeer ik het nieuwe bestelde filter voor de waterpomp. Het past precies….. niet! Het probleem toch nog niet opgelost. Dan maar weer een aantal waterflessen vullen voor onderweg.

Het is een mooie avond, een rustig windje uit het noordoosten. Een wat lastige windrichting voor bestemmingen vanuit een zuidwestelijke plaats als Monnickendam. Maar de verenigingshaven Blocq van Kuffeler is een mooie bestemming. Het ligt tussen Almere en Lelystad. Hier ligt het gelijknamige gemaal dat een van de grootste ter wereld is en in 1968 in 7 maanden het Zuidelijke Flevoland drooglegde.

Het witte gemaal valt van verre te herkennen zodat we daar makkelijk op af kunnen sturen. Ik heb thuis al gekookt voor twee dagen. Alleen de rijst moet onderweg nog gekookt. Al zeilend laten we het eten ons smaken. We hebben een mooie tocht van 2 uur gehad als we de haven bereiken en de zon net onder gaat.

We gaan niet de haven in maar daarachter achter de dijk ankeren. Er liggen al 4 boten geankerd, maar er is genoeg plaats. Als we zeker weten dat we vast liggen gaan we naar binnen want het is toch al behoorlijk koud geworden. De verwarming gaat zelfs aan. Joost valt al op de bank in slaap, niet handig. Even later ligt hij in zijn kooi te slapen. Het licht wiegen van de boot op deze heerlijke ankerplek heeft daar zeker aan bijgedragen.

We ontwaken in een wereld van mist. Geen haast dus en draaien ons nog eens om. Daarna nog alle tijd voor koffie en een krantje. Tegen 12 uur vertrekken we, geen mist meer maar nog wel bewolkt. Ongemerkt heeft Joost de zeilen in z’n eentje al gehesen. Zo zeilen we weer richting Monnickendam met halve wind. Pas als we bij de Gouwzee zijn trekt de lucht open. We besluiten tegen de dam van Marken opnieuw te gaan ankeren, we liggen dan weer mooi beschut tegen de toch wat frisse wind. Afbakpaasbrood (50% korting) gaat de oven in. Dat smaakt voortreffelijk. Had ik er maar meer van gekocht. Handig als voorraad op de boot en nog goed tot half juli. Stom dat ze er Paasbrood op gezet hebben.

We genieten van het uitzicht op Volendam en de dijk van Marken waar een zilverreiger parmantig door het water stapt op zoek naar vis. In de verte horen we Koningsdaggeluiden. Het kan ons gestolen worden die drukte.

Om half vijf wordt het tijd om het anker te lichten. We moeten namelijk tegen zevenen met de auto op weg.

Als we in de haven liggen gaan we opruimen en eten en dan op weg een vrolijke avond tegemoet.