Winterberge – Eldena, 68km, 4 sluizen
Vroeg in de ochtend bracht de Havenmeester van Winterberge de broodjes aan boord. Wij snel daarna even omvaren om onze tank te legen. Dat nam eventjes; de tank was vol. Toch draaiden we om kwart voor 10 de Elbe op om onze tocht voort te zetten.
We hadden ons dan ook voorgenomen een flink eind te varen; om te beginnen 50km over de Elbe. Daar staat behoorlijk stroom en die hebben we mee. Omdat er ook geen sluizen zijn kunnen we een flinke vaart ontwikkelen. Om half 1 draaiden we dan ook al de Elbe in Dömitz af.
We zijn iets meer boten tegengekomen dan de dag ervoor. Vooral zijn ons, met gezwinde spoed en hoge golven, een paar speedboten tegemoet gevaren. Het aantal mogelijke aanlegplaatsen is dan ook laag; voor boten als de onze is er tussen Winterberg en Dömitz niets; boten tot een meter of 10 kunnen in nog twee gehuchten terecht….
Beroepsvaart was er dit keer helemaal niet. Hierbij speelt mee dat de Elbe nogal eens kampt met lage waterstanden. Wij maten nu ook meestal maar 2 meter onder onze kiel. Daarnaast lag de Elbe lange tijd in Oost-Duitsland. Hierdoor zijn er alternatieven ontwikkeld die nog steeds makkelijk te gebruiken zijn!
Voor ons lekker rustig genieten van het brede water. Hier en daar een kudde koeien; soms een aardig dorpje achter de dijk. Verder is er een fris windje en genieten we van het lekkere weer.
Dat wordt in Dömitz anders. Om te beginnen is het zeer onduidelijk hoe we in de sluis, die vlak achter een brug ligt, komen. De sluiswachter neemt de telefoon op het ons bekende nummer niet op. Wij zetten daarom Ellen op de wal om eens te informeren. Uit haar telefonisch verslag blijkt dat ze niet bij de sluis komt, maar wel kan zien wat er gebeurt. Nadat er twee boten uit de sluis zijn gekomen volgen we een brutale boot uit de buurt die de sluis invaart. Dat blijkt ook de bedoeling!
We gaan gelijk meters omhoog en komen terecht in de Elde-Müritz Wasserstrasse die naast de “Alte Elde”, een riviertje dat naar de Elbe stroomt, is neergelegd. Veel tussen bomen en we mogen en kunnen niet hard varen en dus wordt het door het ontbreken van een frisse wind al gauw bijzonder warm! Na nog vier sluizen zijn we zo’n tien meter hoger en komen we in Eldena terecht op de camping annex jachthaven waar we ook kunnen wassen. De blonde vlijtige havenmeesteres wijst ons direct een plaats aan en assisteert daarna bij het wassen.
Het door het boek beloofde restaurant, op 500m, wordt door Ellen en Mirjam niet gelokaliseerd. En dus is er sprake van een topavond: we eten zuurkool (met worst en puree). Verder is het een pechdag; er raken zaken kwijt en stuk en scherven brengen geluk. Met twee spelletjes klaverjassen en afsluitend 31-en keert de goede stemming snel!