Terwijl Lukas Mirjam nog even naar school reed om haar (wat later bleek fantastische) rapport op te halen, pakten wij de laatste dingen in. Om 10.30 konden we ontspannen vertrekken. Het scheelt wel als je geen vliegtuig hoeft te halen. Lukas begon met rijden en zoals een goed reisleider betaamd vroeg hij (aan het eind van de straat) of iedereen wel zijn paspoort bij zich had. Joost en ik zeiden: wij hebben ons paspoort bij ons en Mirjam zei dat ze haar ID kaart bij zich had. Lukas zei dat hij alleen z’n rijbewijs bij zich had. Dat is toch voldoende om je te legitimeren? Nee, niet in het buitenland! Rechtsomkeert dus.
Nu konden de mussen door de hitte van het dak vallen, in onze auto deed de airco het goed en was het zeer aangenaam. Het was niet druk op de weg, geen massa’s mensen die met vakantie gaan. Misschien vonden velen het overdag te warm om te gaan rijden, maar in de auto was het toch de beste plaats om te zijn.
Rond 18.30 reden we Zwitserland in en rond 19.30 Luzern in. Joost en ik hadden hier ooit (26 jaar geleden) overnacht (camping) ook op weg naar Italië, en hadden daar goede herinneringen aan. Daarom wilden we daar wel eten en overnachten (hotel). Lukas en ik gingen op onderzoek uit. Al snel moesten we constateren dat deze stad veel te heet was om te overnachten, deze stad is geen hitte gewend en alle hotelkamer ramen stonden wijd open. Voorlopig zou deze stad niet afkoelen. We besloten hier alleen te gaan eten en verder door te rijden naar hopelijk een koeler hotel.
Overal volle terrassen, we konden uiteindelijk alleen ergens binnen eten, waar bij mij de straaltjes van niet alleen mijn rug droopten. Het voortreffelijke eten maakte alles goed.
Opgelucht dat we de koele auto weer in konden reden we door. De schemer viel in en in Amsteg vonden we een hotel die nog net 2 kamers vrij hadden. Een schitterend historisch hotel met grote gangen en kamers. Goethe had hier nog geslapen en om dat feit levend te houden stonden er in de gangen oude koffers en een oud telefonietoestel.
De eigenaren verontschuldigden zich voor de warme kamers. Maar wij constateerden dat het vele malen koeler was hier tussen de bergen dan in Luzern. Na een biertje op het terras gingen sommigen van ons heerlijk slapen, anderen lagen toch nog van de warmte te woelen.