Er bleek zowaar bij opstaan al een aardig windje te staan in de haven. Na nog een paar boodschappen bij jawel ‘De Spar’ gedaan te hebben vertrokken we met als doel het eilandje Capraia. Ooit een gevangeniseiland geweest maar sinds de jaren tachtig omgetoverd tot Nationaal Park en toeristische trekpleister. Het ligt 20 mijl ten noorden van Elba. Dat is zo’ n 4 uur varen als je zo’n 5 knopen per uur vaart.
Helaas bleek de eerdere wind een landwind waar we op zee niets meer van merkten. We hebben een tijd gemoterd waarbij we de eerste dolfijn (en hopenlijk niet de laatste) van deze vakantie zagen. Hij was helaas snel verdwenen.
De laatste 10 mijl stak er toch een lekker windje op en koersten we zowaar met 7 knopen op Capraia af. Een rotsachting eiland wat rechtop uit de zee steekt. Boven de haven het dorpje met vuurtoren en indrukwekkend fort. We hadden nog zin in zwemmen en wilden ook wel weer eens een wat koelere nacht en besloten daarom voor anker te gaan buiten de haven. Volgens onze pilot kon dat bij rustig weer zeker, je kon alleen wel wat last hebben van het rollen van de boot. Er kwamen ook meer boten liggen voor de nacht, dus dat stelde ook wel gerust.
We moesten vandaag om aan land te komen dan eindelijk de dinghy gaan uitproberen met de motor die gerepareerd was. De motor was nog steeds niet makkelijk te bedienen en wanneer je hem uit z’n vrij haalde ging hij er vandoor. De dinghy bleef ook water maken en we konden er met max 3 personen in. Mirjam die altijd graag de dinghy bestuurde liet dat nu liever aan Joost over. Heen en terug bleef alles behalve onze voeten droog.
Het anker hield die nacht goed maar het rollen van de boot was voor mijn nachtrust niet zo goed. Op een beetje deining slaap ik heerlijk, maar dit was net te veel van het goede.