De vraag van de ochtend: hoe vaar je uit een box met harde zijwind?
Het antwoord: dat valt niet mee! Maar met kalmte, moed, beleid, kracht, trouw en hulp van de kant komen we (na een uurtje) toch enigszins beheerst en zonder schade vrij. We zijn daarna nog wel tot ver op zee de extra lijnen en andere hulpmiddelen aan het opruimen. Dat valt niet mee, want met een westenwind kracht 4 staat er buiten de haven van Bagenkop voor het eerst noemenswaardige golfslag.
Daarna “snel” de zeilen omhoog. Voor de rust leggen we een rifje in het zeil en varen aan de wind noordwaarts naar Marstal.
Daarna snel de zeilen naar beneden. We moeten nauwkeurig gaan navigeren tussen ondiepe gronden door. Buiten de geul zien we soms de bodem al liggen. Het lijken de wadden wel; al is er geen eb en vloed. En dus keren we regelmatig rond een kardinale boei en houden verder netjes de rode boeien aan stuur- en de groene boeien aan bakboord.
Om de laatste boei heen naar de plek met de onspelbare naam. (Voor de topografie liefhebbers kaartje bijgevoegd.) Twee haven hebben ze daar. Toen wij daar voor 4-en aankwamen waren deze al mudjevol; daar konden wij niet meer bij. Gelukkig is er een baai waar we beschut voor anker kunnen.
En met Ellen’s eigen binnenboordmotor konden we in het kleine hotel (met WiFi!) schol of biefstuk eten. Het lokale bier smaakte er goed bij.