Al vroeg vertrokken de schepen uit Gedser. Niet zonder reden; in de vroege ochtend zou het nog een beetje weer zijn. Daarna werd regen en harde wind, windkracht vijf (met vlagen zes) verwacht. In het vooronder werd ook om die reden maar snel de slaapzak verlaten. Nadat er gedoucht was en de boot in gereedheid was gebracht verlieten, met hulp van de buurvrouw/zeilinstructrice met de voorlijn, we zonder problemen de box. Mooi op tijd om voor de snelle veerboot naar Rostock, die om 9 uur zou vertrekken, de lange vaargeul voor Gedser te kunnen verlaten.
Buiten de haven bleek er al snel een behoorlijke golfslag te staan en dansten we lekker over de golven heen. Na een half uur in de geul, inmiddels was de regen begonnen, gingen we de zeilen hijsen. Vanwege de verwachte wind dit keer met twee riffen. Ook de fok werd beperkt uitgezet.
Daarna op een koers van 30 graden naar Klintholm.
De boot zeilde, ondanks de forse wind, lekker. We gingen eigenlijk helemaal niet zo schuin en toch, vanaf het begin, al lekker hard (6,5 knopen of meer).
Maar bijzonder was dat we de verwachte ruime (want Zuiden-) wind niet aantroffen. Op zijn best gingen we halve wind. En misschien mede daardoor was de golfslag fors (en ook hoger dan verwacht). En dan zijn er altijd uitzonderlijk hoge exemplaren die je uit koers gooien en de snelheid verminderen. En dan wordt het ook lichamelijk zwaar om rechtop en (als er wat gepakt of in de kajuit op de kaart gekeken moet worden) op de been te blijven.
De bewoners van de achteronders hadden daar behoorlijk last van. Zeker als je aan de hoge kant ligt ga je behoorlijk heen en weer. Enige matige zeeziekte (misselijkheid) bij de jonge bemanningsleden was het gevolg. Overeindblijven is de anderen ook niet altijd gelukt; gelukkig zonder ernstige (persoonlijke) schade. Om krachten te sparen was het wel goed te merken dat de stuurautomaat nauwelijks beroerder door de golven stuurde dan wij.
Ondertussen trok de wind nog wat verder aan en ging de snelheid van de boot ook nog wat omhoog; naar beneden surfend van een golf was ruim acht knopen zeker mogelijk. Buiswater bleek warmer dan regenwater. En met nog zo’n 15 mijl af te leggen gaf Radio Zweden (daar zijn we nog niet) een stormwaarschuwing over de marifoon.
Doorvaren en koershouden is het devies. Dat laatste valt met al die golven niet mee maar met dank aan de GPS en enige kleine koerscorrecties komt er toch behoorlijk snel land in zicht en naderen we de haven mooi, zoals aangegeven, vanuit zuidelijke richting. Dan nog even de kop in wind om de zeilen te strijken waarbij Lukas en Ellen dit zware werk voor hun rekening nemen. Ondertussen worden enkele metershoge golven op de kop genomen wat werk natuurlijk niet vereenvoudigd. Maar als de zeilen naar beneden zijn wordt op een (relatief) rustig moment de boot gekeerd en koers gezet naar (de hoge kant van) de haveningang.
In de haven nog even een plekje zoeken. Omdat er veel wind is (wat manoeuvreren lastig maakt) en weinig overzicht is het even zoeken naar een plekje. Het is al behoorlijk vol. Uiteindelijk vinden we voor een rij boten een plaatsje langszij de wal achter een visserschip. Een beetje hard insturen (om vooral de boot achter niet te raken) brengt het anker wat in aanraking met de kant. Ellen en Lukas hebben dan al lijnen naar de kant gegooid waarmee snel de boot wordt vastgelegd. Gezien de omstandigheden een knappe manoeuvre; ook helpers op de kant slaken een zucht van verlichting. (Later komt er ook nog weer een boot bij ons langszij.)
Door de harde wind hebben we snel gevaren en zijn we vroeg aangekomen; voor drie uur liggen we vast. Maar deze reis eist ook zijn tol. Tijd dus voor middagdutjes. Eten doen we bij de lokale Italiaan waarna Lukas het spel Kolonisten van Catan weet te winnen. Een blik op de weersvoorspelling maakt weinig optimistisch over de vaarcondities de komende dagen. Nu nog een korte avondwandeling en vroeg naar bed; morgen nog maar eens kijken!