Naar Wismar (28 mijl) 9 aug

Het eerste wat je je hier afvraagt als je wakker wordt is: hoeveel wind hoor ik? Er was de hele dag een forse wind voorspeld, maar we wilden hier wel graag weer weg na twee dagen. Er bleek nog niet veel wind dus besloten we maar vroeg in de kleren te gaan en alles in orde te maken voor een vertrek. Dus even broodjes halen, ontbijten en koffie zetten voor in de thermoskan. Was het de eerste 1,5 week nog mogelijk onder zeil koffie te zetten, nu lukt dat met deze wind en golven niet meer. Lukas en Mirjam hadden bedacht dat ze minder last van zeeziekte hadden als ze voor vertrek iets aten en dronken. Dus zagen we ze opeens voor vertrek in de kajuit ontbijten. Gezellig, denk je dan. Maar voor vertrek lagen ze ook weer in hun hut. Nu kunnen we met z’n tweeën bijna alles goed dus voeren we zonder slag of stoot de haven uit.

Lekker vroeg weg en meteen de zeilen hijsen. Helaas ging dat niet goed. De val van het grootzeil had zich door de wind rond de radar reflector vastgezet. Wat we ook deden, trekken, sjorren, laten vieren, alle windrichtingen en golven erop los laten: de val kwam niet los. Ons plan om naar Wismar te zeilen bleek ook een slecht te bezeilen koers. We besloten maar te gaan moteren en zien of toch ergens de val zichzelf los zou trekken. Het nadeel van motoren in tegenstelling tot zeilen is dat je veel meer een speelbal van de golven bent. Er stonden nog flinke golven dus klapte de boeg vaak keihard op de golven. Na verloop van tijd namen de golven naar onze verwachting af doordat we in een uithoek van de Oostzee kwamen met veel beschutting door het omringende land. We keken maar niet meer naar de val die er vandaag geen zin in had.


Wismar ligt erg beschut, maar ook met een zee ervoor met veel ondieptes. Er is dus al een tijd een betonning om het veilige vaarwater aan te geven. Maar wij konden een afsteekbetonning nemen: voor boten met minder dan 4 meter diepgang. In Wismar hadden we de keus uit wel 5 havens. Van te voren hadden we onze keuze al bepaald: een klein haventje naast de oude stadshaven, vlak bij het centrum. Het was hier tot onze verbazing erg rustig.  Na flink wat lijnen te hebben geplaatst en ook weer veranderd lagen we eindelijk. Maar Joost was toch niet tevreden. We bleven te veel een speelbal van de wind. Alle lijnen weer los en de boot verplaatst naar een plek waarbij we veel beter lagen.

Terwijl Lukas flink geholpen had met aanleggen kwam Mirjam haar hut pas uit toen we helemaal goed lagen. Omdat we haar niet het gevoel wilden geven dat ze op een all inclusive cruise zat mocht van ons de lunch gaan verzorgen. De soep en broodjes smaakten wel na de wat koude tocht. De temperatuur is hier gedaald ruim onder de 20 graden en dat merk je wel.

De kapitein mocht daarna een middagdutje doen en daarna probeerden we de groot val los te trekken. Het ingenieuze plan van Joost door een lijn aan de val te binden en deze omhoog te trekken en mbv de lijn de val los te trekken slaagde uiteindelijk. Daarbij was ik bijna te water gegaan, maar dat vond Joost minder erg dan wanneer het fototoestel in mijn hand ook een duikje zou nemen.


Het was inmiddels al 17.00 uur en Joost en ik wilden nog wel het stadje verkennen. Wismar is een Hanzestad dat op de Unesco werelderfgoedlijst staat en heeft wel 2 grote kerken die net als de kerk in Bad Doberan behoort tot de Baksteenbasiliken in het Oostzeegebied. We bezochten vast 1 van de twee en waren weer erg onder de indruk. Na een biertje op een wel erg winderig teras gingen we de kinderen halen om ergens te gaan eten. We besloten hier nog een dag te blijven, er is nog genoeg te zien en de stad bevalt ons wel.

Dit bericht werd geplaatst in Onderweg door Ellen . Bookmark de permalink .

Over Ellen

Reisleider, dol op reisgidsen en het puzzelen op reisdoelen. Groot genieter, ook van voorpret. Voorkeur (ook buiten Duitsland) voor Duitstalige reisgidsen wat vaak de taalverwarring vergroot.