Geen wind was de verwachting maar wel zonnig. Dat eerste bleek te kloppen, maar die zon zagen we niet toen we wakker werden. Wij zouden op tijd vertrekken naar Bornholm, zo’n 35 mijl te varen. Toen we opstonden waren al heel wat boten vertrokken. Eerst varen en dan ontbijten, dat is makkelijk zonder wind. Het was nog behoorlijk fris. We konden in een bijna rechte lijn naar Hasle, de haven op Bornholm die we hadden uitgezocht, varen en dan ook nog met de kortste weg over het verkeerscheidingsstelsel heen. Dat is namelijk een verplichting bij het oversteken van zo’n zeg maar snelweg op het water voor vracht-, ferry- en cruiseboten. En dan moet je je voorstellen dat de breedte van zo’n snelweg 6 mijl (zo’n 10 km) is. We doen daar een uur over. Vergelijk met een slak die een snelweg over moet steken, best lastig. Het zicht was eerst ook nog matig, maar verbeterde toen we bij het verkeersscheidingsstelsel kwamen.
Gelukkig hadden we op deze boot AIS (Automatic Identification System) waardoor we op onze pilot konden zien waar alle snelle boten zich bevonden, welke kant ze op voeren en hoe hard ze gingen. Dat is namelijk van een afstand best moeilijk te zien. De boten waar je op het oog bang voor bent zijn allang voorbij, terwijl de boten in de verte je juist gaan kruizen. Het was best druk. Vier boten gingen ruim voor ons langs. Drie anderen leken ons dicht te naderen. Door snelheid terug te nemen gingen ze mooi voorlangs.
Het zonnetje was inmiddels ook al aardig doorgebroken en we zagen Bornholm al liggen. De haven invaren was zeer eenvoudig. Het was er niet erg druk en we konden makkelijk langszij aan de kade liggen. Het was er heerlijk rustig, maar niet zo ver van de hoofdstad en drukke veerhaven Rønne.
Om drie uur lagen we helemaal goed en brandde we al bijna weer weg op ons dekje. Na een drankje vertrokken we te voet het plaatsje in om fietsen te huren. Geen wind en wel zon is natuurlijk een uitgelezen dag om te fietsen op dit eiland. Door een vriendelijke mevrouw bij, zeg maar, de VVV werd ons gewezen waar dat kon. De fietsen kregen we zo mee, betaald voor 1 dag, naam of een borg was helemaal niet nodig. We hadden de fietsroutes te snel bestudeerd en een toch wat te groot rondje bedacht. We vertrokken ook pas om half 5. We dachten onderweg wel wat terrassen tegen te komen om even wat te drinken en te eten. We hadden zelf niets bij ons doordat we zo snel vertrokken waren. Maar ja, dan ben je in Denemarken. Die zijn heel goed in picknicktafels maar niet in terrassen waar wat te krijgen is.
De omgeving was heel mooi, maar wel erg heuvelachtig. Wat een gewone fietsroute leek bleek meer een moutainbike route. We hadden dan wel 7 versnellingen op onze fietsen, maar echt geschikt voor zo’n tocht was het niet. Of beter gezegd, ik ben niet zo geschikt voor zo’n tocht. Rond half acht waren we Allinge een havenplaatsje aan de noordkust. In een klein havenkommetje liggen alle boten hutje, mutje ingebouwd. Misschien wel gezellig, maar wij waren blij met onze rustige plek. Hier was de eerste mogelijkheid om iets te eten en te drinken.
Omdat het al snel kouder werd wilden we snel eten, want we moesten nog 13 kilometer fietsen. Een afhaalpizzeria met wat tafeltjes leek de beste optie. Honger maakt rauwe bonen zoet, een pizza met aardappelen erop: brrrr. We hadden in ieder geval weer energie opgedaan voor het laatste stuk, er moest eerst nog flink geklommen, gedaald en dat dan steeds herhaald, worden. Gelukkig was de laatste 5 km over een vlak stuk dicht bij de zee. Daardoor konden we toch nog even genieten van het mooie uitzicht.
De zon was inmiddels onder, daardoor kleurde de lucht en de zee wel heel mooi rood. De douche bij onze haven was onbeperkt in duur, warmte en straal. Dat was heerlijk bijkomen.