We hadden van te voren gezien dat voor vandaag een westenwind 5 was voorspeld en op zee zelfs zes. Expres deze haven uitgezocht aan de westkant van de Kieler Bocht, zodat we voor een dagje ‘schuilen’ goed beschut zouden liggen. De mooie maar wel drukke badplaats aan de oostzijde kenden we toch al. We zijn altijd wel in voor iets nieuw.
Het was nog erg stil bij het wakker worden, nauwelijks geklots tegen de boot. Toen we eruit waren begon de wind wat aan te trekken, maar het viel ons erg mee. Niettemin genoten we van een dagje rustig aan. Lekker krantje (op I-pad) lezen bij het ontbijt, muziekje op. De douche op de boot maar eens uitgeprobeerd want de douche in de haven was te veel Duitse gezelligheid op te weinig vierkante meters. Privacy hoeven die Duitsers niet als het maar met mensen van hetzelfde geslacht is. Superdouche op de boot zodat ik te veel warm water had verbruikt en Joost een deels koude douche had. (Sommige lezers weten dat dat ook wel eens andersom is voorgekomen).
Ik ging ons maar eens melden bij de havenmeester. In een mum van tijd was dat geregeld. Liggeld van 6.75 per nacht! Dat lukt in Nederland niet. Ik dacht klaar te zijn, maar de havenmeester vroeg of ik niet iets vergeten was. Ik had geen idee. Lachend zei hij: “de wifi code! De Nederlanders vragen daar allemaal als eerste om! ” De Duitsers niet dan, kon ik alleen maar uitbrengen. Veel minder volgens hem. (Toch maar eens nagaan of ik niet beter een Duits mobiel abonnement kan nemen!) Nadat ik nog bij een supermarktje brood en iets lekkers voor bij de koffie (vroeg Joost zelf om!?) gekocht had, terug naar de boot waar Joost die koffie ging zetten. Daarbij lekker lezen, ik in ‘Donderdagmiddagdochter’ van Stevo Akkerman en Joost ‘God en ik’ van Alain Verheij, waarbij we elkaar de opmerkelijkste uitspraken vertellen en we beiden ook vinden dat de ander het boek ook moet lezen.
Na een lunch op de boot trekken we onze wandelschoenen aan. Vroeger heb ik van Joost geleerd een hele dag te kunnen lezen en hij van mij dat wandelen leuk kan zijn. Dit combineren we tegenwoordig graag. We wandelen via een kustpad langs de Kieler fjord richting Kiel en hebben voortdurend een mooi uitzicht. In de verte zien we de zeilen van heel wat kite surfers alsof er slingers boven de zee zijn opgehangen.
We komen langs het Olympisch zeildorp van 1936 en 1972 en drinken op een wat alternatief terras niet zomaar een cola’tje en een biertje. Een afro-cola, zonder duidelijk vermelding waarom het zo heette. Ik vraag me dan meteen af of dit niet erger is dan gewone cola. Hoe was het ook al weer? Honderd liter water is nodig voor 1 liter cola! Op het flesje van het Flensburger biertje staat dat per flesje dat ze verkopen een vierkante meter strand gereinigd wordt. Bijzonder toch dat consumeren zo goed kan doen.
Drie uur later ploffen we op de bankjes in de kuip, schoenen uit, benen omhoog, een biertje en weer een boek! Vakantie! Joost kookt nog een maaltijd op de boot, en na de maaltijd moeten we maar eens plannen voor de tocht van morgen gaan maken.