(6 augustus 2019, Nusnas – Stocka 280 km)
Toen ik wakker werd bleek de wind te zijn gaan liggen en er scheen weer een zonnetje. Stoeltjes weer naar buiten voor een ontbijtje in de zon. We wilden niet te laat vertrekken met bestemming het nationale park Hamra. Dit is een park waar ze sinds 300 jaar een oerbos hebben laten ontstaan wat omringd is door wetlands. In het park staat aangegeven dat het is opgericht in 1910. Daarbij staan nog jaartallen van andere nationale parken, oa het Yellowstone al in 1872 opgericht. Bij het bezoeken van zo’n park moeten we gelijk al denken aan onze reis in Amerika 7 jaar geleden. Toen waren we voor het eerst met een camper op vakantie en nu voor de tweede keer. Je gaat vanzelf vergelijken. De parken daar groots opgezet, je moet er voor betalen en aan het eind liefst veel souvenirs kopen. Hier is het veel kleiner. Er is geen speciale ingang, je kan ook niet betalen, er zijn geen souvenierswinkels. Op de website staan de regels van het park. Er staat vooral,wat je wel mag en dat is best veel: overnachten, bessen plukken en paddenstoelen plukken. Het is er heel rustig. Er zijn verschillende wandelingen uitgezet en wij gaan voor de 3 km waar je een uur over zou doen.
Met m’n hikestokken gewapend gaan we op weg, het begint met brede vlonders om over te lopen en daarna vaak stukken met lange dunne loopplanken. Dat lijkt kinderachtig, maar echt noodzakelijk. Door diepe kuilen, overwoekerde rotsspleten en een chaos van omgevallen bomen is het terrein anders zeer moeilijk begaanbaar. Het is een mooie wandeling, maar als ik denk aan het tropisch regenwoud wat we zagen in Amerika gaat iedere vergelijking mank. Is dan toch in Amerika alles groter? hier komen overigens ook beren voor, maar die zouden zich nooit laten zien. Wat we wel zien is een grote roofvogel die opschrikt van onze komst en vlak voor onze voeten wegvliegt.
Ik was ontzettend blij dat ik zo’n wandeling van ruim een uur kon maken zonder pijn. 2 maanden geleden had ik al pijn bij een wandeling van nog geen half uur.
Teruggekomen bij de camper een kopje koffie gezet en gedronken, maar we gingen gauw weer weg want je wordt hier op klaarlichte dag opgegeten door de muggen.
We gaan de E43 die ons noordelijk bracht verlaten om nog een uitstapje naar de Oostkust te maken alvorens we westwaarts naar Noorwegen willen doorsteken. Omdat het hier steeds verlatener wordt denken we weer aan Amerika. Het is hier heerlijk rijden op de rustige wegen. Muziekje aan en lekker meezingen. Soms kom je een plaatsje tegen of een gehuchtje met een paar rode huisjes als een soort nederzetting in de wildernis. En verder meren en meren. Het zonnetje blijft langer schijnen dan de voorspelling aangaf, toch komt op een gegeven moment de regen. We kwamen aan bij een kleine campercamping aan de Oostkust in het plaatsje Stocka. Vele Nederlanders op de camperapp hadden deze camping de hemel ingeprezen: nergens in Zweden zo’n mooie camping gezien en zo goedkoop! Dat mooie vond ik tegenvallen en de eigenares had meteen dit jaar de prijzen fors verhoogd. Maar het was nu toch even geen buiten zit weer dus begaven we ons naar het naastgelegen restaurant, nadat we de douche hadden uitgeprobeerd (die niet tegenviel). En dan de camper weer in waar we uitzicht hebben op een giga camper met aan beide zijden uitschuifdelen. Het heeft een Zweeds nummerbord! But this is not America, shalalalala!
Super dat je weer kan wandelen!!! Blij voor je Ellen.