Het beloofde een bewolkte dag te worden en de belofte hield stand. Het tegenovergestelde weer van gisteren. Vanwege de lange dag gisteren deden we nu rustig aan. We moesten ons nog aanmelden bij het havenkantoor. Binnen twee tellen was dat gedaan. Alleen mijn lengte (ze bedoelen dan de lengte van de boot) werd gevraagd en meteen daarna kwam er een bon uit de kassa en een plakbon voor aan het want zodat ze kunnen zien dat je betaald hebt. En de toegangskaarten voor de wc en douche. Daar wilde ik gebruik van maken. We gaan langzaamaan onthouden in welke havens er lekkere douches zijn. Hier niet, want je moet iedere 10 sec op een knop drukken om weer wat warm water over je heen te krijgen.
Maar verder liggen we hier graag. Het plaatsje is leuk en aan onze steiger liggen langszij allemaal grote aken. Nu lag er een hele grote. Daar bleken deze ochtend allemaal fietsers vanaf te komen. De boot ging verder. Ik neem aan dat de boot vaart waarheen de fietsers fietsen. Spreek je dan van een boot of een fietsvakantie?
Rond twaalf uur vertrekken we met plan naar Harlingen te zeilen. Gezien het tij moeten we tegen de stroom in, maar omdat er een zuidenwind kracht 4 staat moet dat zeilend wel lukken. En het is een korte tocht, zo’n 7 mijl. Maar eerst moeten we natuurlijk weer de sluis door bij Kornwerderzand.
Eerst komen we terwijl er best een golfslag is een zeilende boot tegen met achter de boot gebonden een opblaasbootje met 2 jonge kinderen erin, wel met zwemvestjes. Ik denk vaak, wat durfden we vroeger aan met onze kinderen. Lieten we ze van alles doen op zo’n platbodem waar geen zeereling op zit. Maar zo onvoorzichtig waren we geloof ik toch niet. Wij trokken ze in een bootje als er een vlakke zee was zonder wind. Je moet er niet aan denken dat het bootje door een golf omslaat. Maar misschien is dat ook onze ‘oudere’ dag, dat je meer gevaren ziet.
Vlak voor de sluis zien we de houten platbodem varen die gisteren voor de sluis was blijven liggen. Zo komen we vaker dezelfde boten tegen en zeggen we al: wat een klein wereldje.
Het water op de Wadden is een stuk rustiger dan aan de IJsselmeer kant. Maar de wind is hetzelfde. Voor de wind gaan we ondanks de tegenstroom nog 4.5 knoop. De hemel lijkt het water te raken zo grijs is het. Normaal kan je Harlingen van verre zien, nu zien we een vaag silhouette. We mogen overigens niet klagen over het weer. Het is niet saai. Iedere dag is heel anders.
En niet is wat het lijkt. Een mossel afhaal kraam?
Vlak voor we Harlingen binnen varen zien we de veerboot van 15 uur naar Terschelling uitvaren. Morgen om deze tijd zitten Wil en Andre daar op.
Wanneer we Harlingen binnen varen bel ik vast het havenkantoor of er plek is in de Noorderhaven. Genoeg plek. De Sasbrug wordt gelijk open gedaan voor ons en daarna meteen de Prins Hendrikbrug.
We kennen het hier op ons duimpje. Vorig jaar hebben we hier gelegen en vroeger met de platbodem ook een aantal keer. Het is een erg leuk stadje om middenin te mogen liggen. Als we aanleggen horen we het carillon. Net klaar met opruimen, begint het te regenen. Wat kunnen we dat toch goed plannen.
We gaan boot(!)schappen doen bij de AH die we ook blindelings kunnen vinden. Daarna wordt de boot van binnen en van buiten wat gereinigd. We zitten in de kuip lekker een boekje te lezen (ik) of op een mobieltje te staren (Joost) tot het opnieuw begint te regenen en we naar binnen gaan en daar doorgaan met dezelfde dingen.
We eten de nasi van gisteren op, lekker makkelijk. Morgen blijven we hier, er is dan namelijk weinig wind. Ik verheug me nu al op een wandelingetje naar de bakker.
Je kunt wel merken dat jullie “doorgewinterde” zeilers zijn.
En jullie kennen ook zoveel plekjes.
’t Is leuk om het zo te volgen…..