Vandaag gaan we Wil en Andre achterna, naar Terschelling. Het is zonnig met een noordoosten wind kracht 4 tot 5. Vanaf Harlingen is het grootste deel dan bezeild. Eerst nog even boodschappen doen bij AH. Om 12 uur is het hoog water, maar we willen toch eerder vertrekken. We weten dat we met deze wind wel stroom tegen kunnen hebben.
Maar eerst moeten we weg zien te varen met onze achterkant tegen de wind in, precies de andere kant dan onze boot wil vanwege de schroefwerking. Nu komt onze langste lijn van pas. Het valt niet zo goed uit te leggen, maar Joost legt die lijn helemaal om de boot. We varen achteruit en op het goede moment trekt die lijn ons de goede kant op en moet ik daarna 40 meter lijn binnenhalen. Je ziet de de boegschroefschippers verbaasd kijken, wat zijn die aan het doen!
Om 10.30 varen we dan door de bruggen en zo het Wad op. Bij het hijsen vergeten we een rif erin te doen. Toch eerst maar kijken hoe dat gaat. We volgen grotendeels de vaargeul en het is er behoorlijk druk. Maar de meeste boten komen juist uit Terschelling. Dat was ook onze inschatting, dat er aan het eind van het weekend wel plek voor ons is in de haven van Terschelling. Verder is het leuk dat de bruine vloot weer mag varen. We zien dus overal klippers en dat fotografeert ook mooi.
Een stuk verderop trekken we er toch maar een rif in. Op een stuk moeten we toch kruisen, we hebben inmiddels de stroom wel mee, maar de kruisende slag is dan toch met dwarse en wat tegenstroom en het lukt ons niet overstag te gaan. Niet meteen opgeven zegt Joost, dus we proberen het 3 keer maar moeten dan toch even de motor bijzetten om ons door de wind te helpen. Weer een nieuwe ervaring. Voor het Schuitegat moeten we echt strijken want daar moeten we echt tegen de wind in en daar is geen ruimte om te kruisen. De zandplaten liggen daar vlak naast. Mooi dat we daardoor weer een mooi groepje zeehonden zien liggen.
We worden altijd blij van het aanzicht van Terschelling en zien ook De Walvis liggen.
Het is gelukkig niet heel druk in de haven en we hebben ons aangemeld via de marifoon als iets groter zodat we kunnen liggen bij grotere boten waar er ook meer manoeuvreerruimte is. Toch is het nog een hele klus om de boot aan hoger wal tegen een andere boot aan te leggen. Gelukkig komt er fijne hulp van de kant en liggen we om half vier.
Om zes uur is de de EK wedstrijd Nederland-Tjechie. We gaan op weg naar ons favoriete aankomst terras De Walvis. We zien wel of daar een tv scherm is. We weten meteen een plaatsje buiten in de zon te bemachtigen. Maar geen tv scherm. Nu had ik nog veel data over deze maand op m’n telefoon en ik heb de NPO app en bluetooth oortjes. Joost mag niet klagen met zo’n vrouw. En dan hebben we ook nog een heel grappig tafeltje waar een handig plankje (goed kijken onderaan de foto) is waar de telefoon uit de zon is.
Zo zit Joost de wedstrijd te kijken (genieten is te veel gezegd gezien de uitslag) en ik toch vooral van het uitzicht te genieten. We bestellen er ook maar wat bitterballen en later eten bij. Vonden we het bij elkaar toch een heerlijk uitstapje.
Leuk verhaal weer!
Dat kruisen, dat is toch, door een leek geformuleerd, een soort van zigzag varen,
waarbij je dan steeds overstag moet gaan.?
En als ik het goed onthouden heb. is het een gijp, als je niet goed overstag gaat, maar dat het zeil wel over de andere kant gaat? En waarbij je dus overboord gezwiept wordt?
Ik geloof dat dit de enige kreten zijn, die ik ken….
Ja, kruisen is inderdaad een soort van zig-zag varen.
Hoewel ik nooit echt zeilles heb gehad denk ik als ik dit moet uitleggen altijd aan het plaatje zoals op https://www.onlinezeilschool.nl/zeilcursus-overstag-gaan-en-gijpen/.
Je kan elke koers varen, behalve recht tegen de wind in en zo’n 45 graden aan beide kanten van de wind. In de tochtplanning moet je proberen het zoveel mogelijk te voorkomen maar soms ligt je doel nu in net in dat gebied. En dan moet je kruisend naar je doel toe.
Aan het einde van de vaargeul (of op een ander goed moment) ga je dan overstag. Omdat je dan “door de wind” gaat is dat een zeer controleerbare manoeuvre waarbij de giek ook “langzaam” en met “weinig” kracht over komt naar de andere kant.
Als je gaat gijpen zit je in hele andere koers (vanuit de wind gezien). Je vaart voor de wind en moet je koers iets verleggen, zo dat de wind net van de andere kant in het zeil blaast.
Gijpen heeft een slechte naam omdat als je voor de wind vaart en niet oplet je soms ongewild gijpt. Geen gecontroleerde manoeuvre waarbij – ook nog onverwacht – de giek met “veel” kracht en “snel” naar de andere kant van de boot slaat. Mogelijke gevolgen averij maar ook opvarenden met een hersenschudding overboord.
Je kan ook gecontroleerd gijpen, dat doen wij ook bij matige wind. Dan haal je eerst je zeil in, veranderd dan de koers en laat dan je zeil weer rustig uit. Bij hardere wind varen we een zogenaamd “stormrondje” – een omweg door de hele windcirkel heen waarbij je overstag gaat in plaats van gijpt.