Op vrijdag zouden we op vakantie gaan. Maar toen was er nog een werkafspraak en nog wat ander werk gedoe. Maar toch, om half twee stonden we met twee rugzakken en twee roltassen bij de tramhalte.
Want ja, de boot ligt in Port Zélande. Maar van daar willen we verder trekken. De auto daar neerzetten is dan dus niet handig. En dus met de tram naar Station Lelylaan. Daar een trein naar Schiphol waar we met Intercity Direct verder reizen naar Rotterdam Centraal. Daar wachtte de metro naar Spijkennisse Centrum.
Het laatste stuk, ruim een uur, moeten we met de bus. Druk op de weg – maar wij rijden veelal op een vrije busbaan. Eerst over het (voormalig) eiland Voorne om voorbij Hellevoetsluis de Haringvlietdam over te steken. Als we daar langskomen vaart net de sluis vol terwijl we er aan de Oostzijde nog ongehinderd langskunnen. Dan over Goeree-Overflakkee naar Ouddorp waar we bij de vuurtoren de Brouwersdam oprijden. En op die dam ligt de ingang naar Port Zélande!
Een klein stukje lopen van de bushalte naar de steiger. Daar blijkt opeens een hek met een code de steiger te beveiligen – maar dat lossen we via het havenkantoor op. En dan blijkt de Aquamarijn er nog te liggen en zij wij na de drieënhalve uur reis in de warmte wel toe aan een verfrissing!
Ellen had thuis al een vierpersoons maaltijd bereid die we delen met Henriette en Kees die deze dag de trip van Monnickendam naar Port Zélande afronden. Na de gezamenlijke koffie met appelgebak is er nog enige tijd om in de ondergaande zon op een warme avond te lezen!
Na een goede nachtrust en wat boodschappen is het dan tijd om een stukje te gaan varen over het Grevelingenmeer. Achteruit de box uit met een lijn om de achterkant tegen de wind (en schroefwerking) in de goede kant op te krijgen. De behulpzame Duitser die maar steeds die lijn wil losgooien kijkt zijn ogen uit!
We willen niet zo ver, naar Brouwershaven, maar we hebben wel tijd om een stukje om te varen. Eerst een stukje laveren naar het Noorden en dan voor de wind terug.
Ellen doet rustig aan dus ik vaar de boot vrijwel alleen. Toch als we op de kaart terug kijken gaat het kruisen toch best netjes. Wel opletten hier, want Grevelingen kan als oud zee-arm, erg diep zijn maar er zijn ook stukjes waar we niet kunnen komen.
Als we langs Ouddorp varen, bijzonder voor iemand die in dezelfde plaatsnaam met één ‘d’ heeft gewoond, blijkt het dorp vooral achter de dijk te liggen.
En dan voor de wind het rondje om de Hompelvoet afmaken en via de Paardengeul naar het Zuiden. We kunnen ‘Vlinderen’.
En dan met halve wind – we gaan opeens 6,5 knopen, naar Brouwershaven. We strijken de zeilen en varen de smalle geul in. Nog voor de sluis hebben we via Marifoon contact met de Havenmeester die ons een plaatsje wijst. Dat blijkt in de smalle haven nog niet zo eenvoudig om de box in te varen, ook door de straffe zijwind die vanaf de Grevelingen door de sluis heen blaast, maar we slagen er in zonder grote problemen.
En dan moet er natuurlijk nog weer van alles gebeuren om klaar te zijn voor de nacht. Ondertussen trekt de wind verder aan, halen we boodschappen in het dorp en maken een foto van de ‘zeedijk’ van de haven.
Ada en Herman komen op de borrel. Met de camper hebben zij – op weg naar Frankrijk – een plekje in de buurt gevonden. We kletsen over van alles bij – het is gezellig! Samen eten we ook in het Swarte Schaep. Het was er lekker – zeker ook het toetje!