Ellen was eerder uit bed en in de kleren. Zo werd ik verrast met een croissant als ontbijt. Het weer had zich zeker wat betreft bewolking aan de voorspelling gehouden: zonnig! En dat geeft andere kleuren zoals al te zien is als Ellen onze ligplaats in beeld brengt. De wind is nog wel fris.
Ellen nog even een boodschap doen terwijl ik de Aquamarijn zeilklaar maak. En dan varen we achteruit tegen de wind in de box uit. De wind houdt de boot recht en dus kunnen we zomaar recht achteruit varen. Dat maakt het schippersleven makkelijk en zo varen we even later zonder problemen Hindelopen uit.
Ook de vaargeul is haast tegen de wind in en dat betekent dat we zonder grote manoeuvres kunnen hijsen. We houden het rif er nog even in en met halve wind gaat de boot ook best vlot. Ellen zit weer op haar favoriete plek en dat ziet er toch echt anders uit dan gisteren.
Ik zet, voor de verandering, eens koffie. Dat is met golfslag best een kunst en dat moet geoefend worden. Voor koffie zetten aan de lage kant ben ik geslaagd. En de koffie geeft ook de gelegenheid voor een koek. En ja, we zijn vooral naar Friesland gegaan voor echte Oranjekoek!
We trekken het rif uit het zeil. Dat kan prima met deze wind. En zo vervolgen we onze tocht. Een beetje voor de wind kruisen om ondieptes te ontlopen maar ook om een flink snelheid te houden. En met ons zeil veelal over bakboord moeten, hoewel het best druk is, vooral andere schepen voor ons wijken.
Fijn zeilen we verder. “Een beetje saai voor het blog”, zegt Ellen. En eigenlijk klopt dit ook wel voor de hele route van 35 zeemijl tot nadat we onze zeilen voor de Houtribsluizen hebben gestreken.
Daar is het altijd wat drukker en moet je rekening houden met de beroepsvaart die hier flink op de route Amsterdam – Delfzijl vaart. Wij hebben ons netjes per marifoon aangemeld en horen dat we in de stuurboordsluis mogen. Niet iedereen luistert mee, maar andere jachten volgen ons. We liggen hier vol met de wind en de IJsselmeer golven in de rug. Van mij mogen dan zeiljachtjes met boegschroef uit onze buurt blijven. Beetje ruimte houden voor het schip dat uit de sluis komt (en niet zo makkelijk van koers veranderd). Wordt pas echt spannend als wij door de Marifoon hebben gehoord dat het beroepsschip achter ons voor ons de sluis in mag. Terwijl de schipper van het zeiljacht zich afvraagt waarom we niet opschieten (en veel te dichtbij komt) maken we dan maar met schreeuwen en armgebaren duidelijk wie er voor mag. Als het beroepsschip voorbij is willen ze, lijkt wel, ook nog vlak na de schroef naar binnen. Wij houden liever wat afstand. Verstandigerwijs blijven ze toch maar achter ons.
Na de sluis al snel de Bataviahaven. Daar zien we een mooi plekje en we leggen keurig aan. Nou ja, de lijn aan de kant glipt van de bolder. Dat geeft enige consternatie maar eigenlijk leggen we toch probleemloos aan. En omdat het zonnetje nog schijnt is er een welverdiend biertje in de kuip.
Maar als de zon bijna ondergaat wordt het toch weer fris. Snel naar binnen en de kachel aan. We eten de nasi op en draaien een fijn muziekje. En hebben we in ons gezicht een kleurtje gekregen?