De tocht der tochten! Voor ons dan. Eindelijk echt de Noordzee op. Hoewel we vorig jaar natuurlijk bij Zeeland een stukje Noordzee hebben meegepikt (van Hellevoetsluis-Haringvliet naar Roompot-Oosterschelde). Maar toen was de zee echt vlak.
Eerst moeten we nog zien weg te komen. Ondertussen (want Pinksterweekend) is het een stuk drukker geworden in de haven. De wind kan hier je boot raar te pakken krijgen en we manoevreren niet zo makkelijk. Dus gebruiken om af te varen maar weer onze lange hulplijnen. Dat gaat helemaal prima, behalve dat er op het moment dat we goed onze box uit zijn en weg willen varen een andere boot zijn box uitvaart zonder te kijken. Die boot manouvreerde beter en ze voeren snel achteruit van ons vandaan. Niet zonder wat krachttermen van Joost in ontvangst te nemen.
De zeilen staan goed rond een uur of 11. Mooie timing! Het stuk van Oudeschild naar het zeegat hebben we nog wel een flinke stroom tegen. Omdat de wind ook erg tegenvalt halen we op zeil niet de gewenste snelheid en zetten we de motor bij. Dan is onze snelheid toch nog maar 2.5 – 3 knopen over de grond. We doen daardoor wel 1.5 uur over het stukje naar de veerhaven van de TESO (Den Helder- Texel vv).
Joost meldt ons netjes aan bij de verkeerscentrale Den Helder zodat ze weten dat we willen oversteken daar waar de veerboot gaat. ‘Komt helemaal goed’ kreeg hij te horen. Vlak na onze oversteek steekt de veerboot achter ons langs en zoals we weten van onze vele TESO tochtjes in het verleden kruisen de veerboten uit beide richtingen elkaar ongeveer in het midden.
We naderen de zuidkant van Texel en hebben zicht op het beruchte Molengat richting het Noorden als je bovenlangs naar de eilanden wil gaan varen. Het ziet er nu niet gevaarlijk uit maar bij heftig weer is het een erg nauwe doorgang met zandbanken aan beide zijden. Wij nemen het Schulpengat naar het zuiden en varen mooi voor de Lange Jaap langs.
Het is overigens schitterend zonnig weer. Geen wolkje aan de hemel. Het is genieten want we varen ook nog een warme koers met ruime wind.
Helaas kan pas rond 14 uur de motor uit. We varen dan wel zo voor de wind dat de Joost de zeilen op vlinderen heeft kunnen zetten. We krijgen nu ook langzaam de stroom mee naar het zuiden. En dan glijdt de dag zomaar voorbij. Je doet niets en zit alleen maar te genieten. Er is meer deining dan we in Zeeland hadden, maar het valt erg mee. We kunnen er in ieder geval beiden goed tegen. Joost smaakt een broodje opperbest.
We varen zo’n 3 mijl buiten de kust. De plaatsen zijn wel te herkennen maar best ver weg.
Bergen aan Zee en Egmond aan zee
Tegen 18 uur naderen we al de IJgeul voor IJmuiden. We zijn wat voor op ons schema. We besluiten eerst wat dichter naar de kust te zeilen en dan voor de IJgeul te strijken. Maar tijdens een gecontroleerde gijp gebeurt er iets ongecontroleerds. Het harpje van het blok waar de grootschoot aan zit breekt open en het grootzeil schiet helemaal naar buiten met blok en al. Hij heeft nog wel de schoot te pakken. Eerst even rust om te bedenken wat te doen. We zullen tegen de wind in moeten gaan varen om het grootzeil binnen te halen en te strijken. Maar eerst de genua strijken. Bij tegen de wind in varen merk je pas dat er best wel aardige golven zijn. De giek en de schoot hangen weer boven de boot als Joost, doordat hij eens goed wil kijken wat er stuk is aan het harpje, door een golf het blok tegen zijn hoofd krijgt geslingerd.
Pas als hij een noodtouwtje heeft gelegd aan het blok, het grootzeil heeft gestreken en opgedoekt en we verder motorend op weg naar de IJgeul zijn ontdekken we dat hij op zijn voorhoofd een fors bloedende wond heeft. Zijn nieuwe petje heeft heel wat bloed opgevangen. Flink wat keukenpapier om hoofd en petje te deppen, dan een grote pleister en het petje er weer op. Je ziet er niets meer van.
Joost meldt zich nu bij de havendienst IJmuiden die aangeven dat er geen uitvarend verkeer is.
We hadden al gelezen dat bij IJmuiden best forse boten in en uitvaren maar dat het geen drukken haven is. Zo’n 24 schepen per dag. We varen de IJgeul op en houden de lichtenlijn aan.
We krijgen best wat golven nu van opzij maar dat is goed te doen en rond 19 uur varen we tussen de havenhoofden door.
Even verder aan stuurboord ligt de Marina. Er zou daar altijd plek zijn. Er is duidelijk aangegeven waar we mogen liggen. Er is inderdaad plek genoeg!
Met hulp van een andere schipper liggen we vrij snel. Het is dan toch al tegen achten en we zijn best moe. Ook voor vandaag hebben we weer een maaltijd over gehouden die we alleen hoeven op te warmen. We eten het nog net buiten op. We zien dat er nu wel een grote jongen naar buiten gaat.
We lopen nog even naar het toiletgebouw. In deze grote haven is dat nog een hele tippel.
Dan zien we waarom IJmuiden zo’n geweldig lelijke stad is. Helmgras, jachthaven, zee, strand met strandhuisjes en de hoogovens op een lijn.
We zijn trots dat we hier over zee zijn gekomen. Deze winter keken we You Tube filmpjes van zeilers die over zee aankwamen in IJmuiden. ‘Dan ben je pas een echte zeiler’ dacht ik dan.
Voila: zeilers Joost en Ellen! Als dit blog af is liggen deze zeilers gauw onder zeil.
Gefeliciteerd met deze mooie prestatie!
Een echte overwinning. Gefeliciteerd!
Riep je wel “kluns” toen hij dat blok tegen zijn hoofd kreeg? Of deed hij dat zelf? Ik hoop dat het verder meevalt met zijn wond!
Stoere zeilers zijn jullie hoor
Liefs
Pien
Nee, ik bezig die taal niet. Hij zegt het vaak tegen zichzelf en nooit tegen mij. Deze keer vroeg ik of het aan mij lag. Soms hou ik de boot namelijk niet goed genoeg in de wind. Maar dat was het niet. Hij zei toen dat het zijn eigen schuld was. (Dikke bult! Maar die is nu van mij )