Voor de wind? (West-Terschelling – Harlingen, 22 mei 2023, 20,3nm)

Om half acht de wekker met als doel om half negen te vertrekken. Dat lukte niet helemaal maar om 10 voor negen waren de lijnen los en dreven we vanzelf, liggend aan een ‘hoge wal’, het ruimere water op. Direct de haven uit rolden we de Genua uit om voor de wind het Schuitengat in te varen. Het was opkomend tij – dus de stroom stond tegen. Met de wind in de rug is het dan dus ‘wind tegen stroom’ en mag je wat hogere golven verwachten. Nu was de zee wat knobbelig maar in vergelijking met eergisteren maag dit alles geen naam hebben.

Met een ‘rustige’ zee heeft Ellen alle tijd om foto’s te maken. En het blijft altijd lastig om afscheid te nemen van Terschelling. Een plaatje van onze favoriete tent, de Walvis, met de Brandaris mag niet ontbreken.

Het is overigens niet zo’n mooi weer maar wij zijn al blij dat de mogelijke buien ons bespaard blijven. Nog even een laatste blik op de Brandaris, inclusief knobbelige zee, voordat andere zaken onze aandacht opeisen.

In het begin van het Schuitengat voor de wind; het laatste stuk van de het gat is dan halve wind. Daarna ga je op de Vliestroom met de stroom mee naar Harlingen een stuk dat met de verwachtte Noordelijke wind, kracht drie a vier, allemaal goed bezeild zou moeten zijn. We denken vandaag dan ook alleen de Genua nodig te hebben.

Ondertussen hebben we op het Schuitengat de stroom inderdaad tegen. (Snelheid is de snelheid door het water, SOG is de snelheid over de grond.)

In het nauwe laatste stuk van het Schuitengat hebben we opeens een tegenligger. Het is Ms Willem de Vlamingh van Rederij Doeksen. Die verwacht je niet hier – wij varen juist niet door de smalle Slenk om daar de veerdienst te vermijden. We passeren elkaar op korte afstand – gelukkig zitten we aan de kant waar de wind vandaan komt en verlijeren we niet. De schipper zwaait vriendelijk naar ons.

Een stukje verder op de route, we zijn inmiddels net op de Blauwe Slenk, verbaasd ook de Ms Willem Barentsz ons. Wij varen aan stuurboordswal langs de betonning. De Willem Barentsz komt ons ook aan die zijde tegemoet en vaart dus buiten de vaargeul. Het schip vaart gelukkig onverstoorbaar rechtdoor – het is bijna hoog water dus er zijn marges.

Dan moeten we, anders dan gedacht, opeens aan de wind varen. Grootzeil dan toch ook maar omhoog. Weer een stukje verder blijkt dat we al zeilend niet in diep water kunnen blijven (en ook nog dichter bij onze bestemming kunnen komen) maar de vaargeul uitvaren. Met tegenzin zetten we de motor aan en rollen we de genua in. Even later meldt de Brandaris bij het weerbericht dat de actuele wind nu uit het Oosten komt.

Bij een volgende bocht in de vaargeul kunnen we weer zeilen: motor en genua weer uit! De wind draait ook weer terug naar het Noorden en zo kunnen we helemaal tot aan Harlingen zeilen. We strijken de zeilen, laten twee vissersboten voorgaan en varen dan de haveningang binnen en zien al snel de Sasbrug liggen waarna we de snelboot aan bakboord passeren.

Door deze mooie beelden is Ellen kennelijk even van slag. Wat haar nooit overkomt gebeurt nu – ze laat een stootwil uit haar vingers glippen. Snelle acties met pikhaak kunnen niet voorkomen dat stootwil wegdrijft naar plekken waar we niet met de boot kunnen komen.

Met een stootwil minder dan toch maar de Sasbrug door en niet veel later de brug naar de Noorderhaven. We leggen keurig aan op een mooie plek met een vingerpier die korter is dan de boot. De spruit wordt snel omgezet tot spring van de middenkikker en niet veel later liggen we goed vast in de ons vertrouwde Noorderhaven. Een perfect uitgevoerde manoeuvre!

Na opruimen, lunch en wat uitrusten de wandelschoenen aan om te zien of we onze stootwil terug kunnen vinden. Dat is best een tippel helemaal naar de buitenste zuidelijke havenpier. Een plek overigens die door meer mensen wordt gezien als een prettig wandelpad. En voor ons levert het weer eens een andere blik op Harlingen op. (Zowel de vuurtoren als dat rode ding – de trechter – kun je afhuren om er te slapen.)

Onze wandeling wordt beloond. Aan de vloedlijn ligt de stootwil.

En die nemen we natuurlijk weer mee terug (waarbij het wel fijn is dat juist hier de dam niet zo steil is).

Terug op de Aquamarijn is het lekker warm. Onze kuip is zonovergoten. Heerlijk voor het lezen van een boek, het maken van een puzzel of kennis te vergaren over nog te bevaren wateren. Uiteraard mag dan een borrel aan het eind van de middag niet ontbreken. Na het koken van de al op Terschelling aangeschafte pastamaaltijd is inmiddels een frisse westenwind opgestoken. We eten daarom maar binnen.

Tijdens de afwas zorgt de Harlingse brandweer voor wat vertier. Die gaan het dak van het oude stadhuis eens van boven bekijken. Zo te zien een oefening – want geen rook en geen haast. Maar wel grappig om te zien.

In de avond is de westenwind wat verder aangetrokken en liggen we aangenaam te schommelen. Het was een lekkere dag zeilen – slechts onderbroken door onverwacht half uurtje motoren. En met het terugvinden van de stootwil gaat het ons toch wel behoorlijk voor de wind!

Dit bericht werd geplaatst in Onderweg door Joost . Bookmark de permalink .

Over Joost

Beetje afhankelijk van de vakantie, de chauffeur of schipper. In het bezit van gitaar, spiegelreflex camera, laptop en vaarbewijs. En de persoon die er voor mag zorgen dat blog.koedijk.net functioneert.