Na twee dagen in een haven komt er bij ons onrust. Dan willen we weer verder. Er werd voor vandaag een westenwindje voorspeld – met af en toe ook een vleugje Zuidwest – en dan zou je dus naar het Westen kunnen varen.
Laag water nu zo rond half twaalf. Dat past mooi bij 9 uur vertrek uit Langeoog – stroom mee het zeegat uit. En dan kunnen we mooi om het middaguur weer een zeegat in. Ja, dat het het tijdstip van laag en hoogwater elke dag een uurtje opschuift heeft voordelen.
We verlaten het zeegat zonder problemen en hijsen de zeilen. Gezien de windrinchting is het Dovetief, het zeegat bij Norderney, bezeild. Maar ja, er is geen wind dus houden we de motor ook maar aan.
Bij Norderney weer de bekende boulevard. Aan de buitenkant is er een zeilwedstrijd aan de gang. Vast van het Duitse kampioenschap waar we vorige week op Norderney aankondigingen van zagen. Voor ons een reden dit weekend Norderney letterlijk aan bakboord te laten liggen. Met deze weinige hoeveelheid wind zijn de wedstrijden waarschijnlijk ook niet erg spectaculair.
Nee, wij kiezen na het zeegat weer voor het Memmert-Wattfahrwasser dat onder het eiland Juist doorloopt. En we zien zowel op een bank aan bakboord als op het brede strand aan stuurboord zeehonden.
Al motorzeilend hebben we best rustig aangedaan. Maar toch varen we ‘vroeg’ richting wantij. Te vroeg blijkt – we lopen vast. Maar geen nood – nog geen tien minuten later staat er wel genoeg water en kunnen we verder!
Op zee hadden we een lekker zonnetje. Maar sinds we op de wadden varen zitten er wolken voor de zon. En ja, daar valt af en toe wat uit. Genoeg om even regenkleding aan te doen. En ik heb een wijsje in mijn hoofd; iets met ‘I am Sailing’ of ‘<iets> in the rain’?
We gaan bakboord uit naar het Kopersandpriel en hebben wat moeite met het omvaren van een groene ton. Bij een volgende ton wordt er streng op ons gelet. (En voor de vogelkenners in de familie – Nee, dit is geen fuut!)
Via weer een ondiepte varen we naar de sluis van Leysiel. De oude haven, Greetsiel, die we vandaag als doel hebben uitgekozen, ligt tegenwoordig namelijk in een polder. Na het strijken van de zeilen varen we recht op de sluisingang af.
We kunnen gelijk de sluis invaren. Tegen onze verwachting in gaan we heel stuk naar beneden. Onze lijnen blijken gelukkig lang genoeg. En dan varen we het natuurgebied van de Leyhörn in. En daar, op het zoete water, zijn heel veel vogels!
Maar tot onze verrassing ook een zeehond. Wel fijn denk ik, zo zonder getijden, kun je eten en rusten wanneer je wil…
En zo rustend laten ze zich ook prima fotograferen. We zagen ook zwemmende zeehonden en bruinvissen maar die verdwenen onder water voordat we onze camera scherp hadden staan!
In de haven snel een plek gevonden. Aanleggen bleek wat lastig – ze hebben geen kikkers of iets dergelijks maar een metalen ring waar je je lijn doorheen moet halen. Dat valt al varend niet mee. Maar met een spring, wat heen en weer varen en een helpende hand liggen we dan vlot.
De havenmeester is al naar huis. We nemen een aanlegbiertje en gaan naar het stadje om een hapje te eten. Ellen krijgt niet wat ze bestelde, begint er wel aan, en dan wordt ruilen als de ober met het juiste gerecht aankomt lastig. Het smaakt haar echter zeer goed! De toetjes die volgen smaken zo mogelijk nog beter.
Op de wandeling terug ondervinden we ook weer de nadelen van zoet water. Er zijn veel muggen. Maar ongestoken komen we de boot aan en kijken we terug op een mooie zeildag met helaas iets te weinig wind!