Veel romantische stellen keken uit naar Valentijnsdag. Voor ons was echter twee dagen later een hoogtepunt. Al twee weken keken we uit naar de weersverwachting – zouden we op vrijdag 16 februari voor het eerst dit jaar kunnen varen? Eind februari moet de Aquamarijn in Warns zijn voor de schilderbeurt. En dit was een mooie dag, niet op het laatste moment, dat we het konden proberen.
Wel allebei thermo ondergoed aangeschaft. Want ja, het mag dan een warme februari maand zijn – op het water is vast nog erg koud. De weersverwachting werd eigenlijk steeds beter (windkracht 4 uit west tot zuidwest, maar een uurtje of twee regen) en dus werd op 15 februari de wekker gezet en waren we op de 16e om 7uur aan het ontbijten.
Het is tocht met een deadline; na 17uur wordt de sluis in Stavoren pas na afroep of op maandag weer bediend. Maar ook moeten we nog werkzaamheden verrichten in Warns voordat de boot kan worden achtergelaten. Dat doen we graag bij daglicht dus uiterlijk 16 uur moeten we er wel zijn. Eerder mag natuurlijk ook. Het wordt ook een tocht op de motor – onze zeilen liggen droog thuis of bij de zeilmaker.
Na een korte autorit en korte worsteling met het walstroom kastje (dat door alle hoogwater problemen niet meer vast aan de steiger zit) is de boot snel klaar. Als vanouds varen we de haven uit. Het is pas kwart voor negen. We zetten er gelijk de sokken in – met 6,5 knopen, en niet teveel vertraging bij de sluizen zouden we er om drie uur moeten zijn.
Nadat de stuurstandwijzer is gefixt en we de Gouwzee hebben verlaten kan de stuurautomaat het roer overnemen. En dan is het tijd voor de thuis al gezette koffie. Ellen voelt zich met al haar kleding lagen net een marsmannetje.
We zetten vandaag een beetje uit ons hoofd koers, eerst zo’n 30 graden vanaf Gouwzee naar de Krabbegatsluizen en dan haast pal noord naar Stavoren. Op een gegeven moment zie je dan vanzelf aan stuurboord een scheidingston; dan kun je de tonnenrij volgen naar Stavoren om het Vrouwenzand (een ondiepte in het IJsselmeer) heen.
Bij zowel de Krabbegatsluizen (bij Enkhuizen) als de Johan Friso sluizen (bij Stavoren) roepen we de sluiswachter op per marifoon. Ze lijken wel blij dat er iemand langskomt en ze iets kunnen doen. In ieder geval is er nauwelijks wachttijd en varen we voordat we het weten op het water waar we drie jaar terug onze eerste proefvaart met deze boot maakten! (Zie https://blog.koedijk.net/2021/03/aquamarijn-ter-keuring/)
We naderen dan al snel ons doel dat aan bakboord voor de brug van Warns licht – Jachthaven De Pyramide. Ellen belt de havenmeester en als we even later aankomen wijst die ons een plek – vlakbij de kraan. Een laatste lastige bocht (ook omdat er een aak klaarligt om ook naar de jachtschilder te gaan met een nogal lange uitstekende mast) en dan liggen we stevig vast. Om 14:15uur (!) kan de motor al uit!
Nu moeten we nog even aan de slag. De boot wordt in de hal van jachtschilder Rainbow geschilderd – best een grote hal maar voor een mast is daar geen ruimte. Die gaat er dus af. De mast eraf doen ze met de kraan maar daarvoor moet de giek op het dek worden gelegd en moeten alle elektronische verbindingen (marifoonantenne, driekleurenlicht, toplicht, stoomlicht, deklicht en radarvoeding) worden losgekoppeld. Dat hebben we nog nooit gedaan en het moet ook op zo’n manier dat we het eind maart weer zelf kunnen vastzetten. Na wat gepuzzel (zie hieronder) lijkt ons dat te lukken.
Dan hebben we even overleg met de havenmeester. Hij neemt onze gasflessen en bootsleutels in ontvangst en we bespreken de laatste zaken. Allemaal prettig op zijn Fries.
Ook de giek is daarna snel van de mast en leggen we, in verband met de kraan en op verzoek van de havenmeester aan stuurboord op het schip. Dan halen we de kraanlijn uit de mast zodat we die thuis kunnen wassen. (de andere lijnen deden we afgelopen zondag al; het is nu beter weer dan 2 jaar geleden https://blog.koedijk.net/2021/10/winterklaar-maken-2-26-30-en-31-oktober-2021/) Tot slot ook nog het zwaard opgehaald en de sprayhood eraf. En dan zijn we om half vijf ineens klaar en kan de boot op slot.
Als we nog eens een laatste blik op de boot werpen ziet alles er netjes uit. Alleen het dek is wel erg groen. Het was nog te vroeg in het jaar om daar al wat aan te doen. Wie weet doet een paar weken in een droge hal al wonderen!
Het plan is om met de trein naar huis te gaan. Maar eerst lopen we nog even langs Rainbow jachtschilders om te laten weten dat de boot er is. We zijn er nog niet of Koos komt ons al in een busje tegemoet. De Aquamarijn had hij al zien liggen; maar hij brengt ons graag naar het station; Koudum-Molkwerum is het dichtste bij en vandaar vertrekt in de spits ieder half uur een trein naar Leeuwarden. Onderweg verteld Koos dat ze het druk hebben; er ligt ook weer een beroemde boot in de loods.
Dan is het wachtten op de trein. Enkelspoor en eerst komt de trein naar Stavoren langs. We laten die maar rijden – hij kan niet anders dan terugkomen om ons mee te nemen. En zo gebeurt – 50 minuten na vertrek zijn we dan in Leeuwarden. We eten lekker bij Proeflokaal Wouters direct tegenover het station en nemen daarna de intercity naar Zwolle.
Helaas letten we niet zo op bij het kiezen van een plaats. We zijn toch alleen in de coupé. Maar nog voor vertrek uit Leeuwarden komt een studente al bellend in dezelfde coupé terecht. En ach, het blijkt geen stiltecoupé en dus luisteren we mee naar alle verhalen van het toch wel bruisende Leeuwardense studentenleven inclusief details over studieresultaten, schurft, soa’s en liefdesverdriet. In Zwolle loopt ze bellend verder naar haar volgende trein.
In Zwolle stappen we over op de intercity naar Amsterdam Zuid. De trein is wat drukker maar wij vinden een plekje in een stiltecoupé. Op Zuid zorgt het bord van de metro nog voor enige verwarring maar eigenlijk zijn we zo op Lelylaan en niet veel later met lijn 1 thuis.
Op zaterdag zijn we moe en hebben we spierpijn. Alleen de auto wordt nog even opgehaald in Monnickendam. Maar dan is het eerste avontuur van 2024 ook succesvol afgerond!
NASCHRIFT
Op maandag 19 februari is de Aquamarijn al ontmast en uit het water gehaald. We kregen foto’s van de haven. De aangroei op onderwaterschip viel ons heel erg mee. Wel is het zwaard niet helemaal in – dat is iets om nog eens uit te zoeken.