We hadden de vorige avond niks van onze buren gehoord. Maar we wilden zelf op tijd weg om naar Terschelling te kunnen varen. Toch verrassend als er dan tijdens het ontbijt nog voor negen uur op de boot geklopt wordt – de buren willen over een kwartier weg.
Nu was het ontbijt bijna genuttigd en hebben we niet veel nodig. En zo varen we binnen het gevraagde kwartier fraai de haven uit en staan om half tien de zeilen. Op naar de Lorentz sluizen. Lekker zonnetje, fris windje dat ruim achter staat (uit het Zuid-Oosten). Voor Ellen tijd om de Sudoku puzzel ‘eindelijk’ eens op te lossen.
Nog voor half 12 de haven in bij de Lorentz sluis – een uur voor hoog water. De sluisdeuren van de kleine sluis gaan voor onze neus dicht en dus leggen we, als de sluismeester ons marifoonbericht niet kan beantwoorden, maar aan. Uit het marifoonverkeer dat verder wordt gewisseld blijkt het probleem – de brug na de sluis heeft een storing. En dan loopt het systeem vast. Want terwijl de monteur al aanwezig is sluiten steeds meer schepen aan. En dat zal aan de ‘buitenkant’ niet anders zijn.
Schippers reageren heel verschillend op dit soort tegenslag. Lopen rusteloos over de steiger. Anderen vragen of die soms meer informatie hebben. Of je eet vast een boterham en wachten die komen gaan lijdzaam af.
Uiteindelijk komt dan toch het moment dat je de sluis in mag. Wij liggen vooraan en komen dus ook vooraan in de sluis terecht – ondanks meewind en meestroom geen problemen voor ons. Dat niet iedereen met deze op zich bekende omstandigheden bekend is blijkt achter ons waar een schip eerst voor vast maakt en niet veel later dwars in de sluis ligt. Niet uit de vlag wordt daarna de nationaliteit van de schipper en zijn opvarenden duidelijk.
Door de vertraging, het is inmiddels half drie, is het hoog water moment al voorbij als we de sluis en brug gepasseerd zijn. Nu staat er met doodtij en zuidoostenwind toch al weinig water en dus nemen we dit keer de “diepstekende boten route” over de Boontjes naar Harlingen. Wij hijsen, een beetje uit de drukte die uit twee volle sluizen komt, de zeilen met een rif omdat het inmiddels ruim windkracht 4 is, en beginnen daarom achteraan. Maar varend met een aandewindse koers langs de Waddenzeedijk halen we er toch nog een paar in.
De 7 mijl naar Harlingen gebruiken we ook om te overleggen of we met het tijdsverlies nog wel naar Terschelling moeten gaan. We hebben weliswaar nog stroom mee maar we moeten er toch op rekenen tussen 7 en 8 aan te komen. We gaan er voor en omdat het een nogal voordewinds stuk varen is kiezen we ervoor om het grootzeil te strijken en op de genua verder te gaan. Ook handig als de wind (als verwacht) verder aantrekt naar kracht 5 a 6. En zo varen we de geul langs de Pollendam op en Harlingen voorbij.
Je vaart hier in een recreatiegeul om de beroepsvaart te ontzien. Dat steekt ook gelijk fijn wat af. En stroom en wind mee houdt de vaart er goed in – soms meer dan 8 knopen over de grond!
Op deze route komen we ook langs (veelal) onbewoond eiland Griend. Wel is daar een vogelwachtershuis.
Nu we toch op een route zijn die we haast nooit kiezen willen we ook wel weer eens door de Slenk, een smalle geul tussen nog twee droogvallende platen (de Jacobsruggen en de Grooteplaat) voor Terschelling. Aanvullende attractie – hier varen ook de meeste schepen van Doeksen voorbij. We verlaten nadat we Griend gepasseerd zijn de Blauwe Slenk en gaan rechtsaf de West Meep op. Niet alleen aandewind – maar ook stroom tegen. Maar met wat motorhulp komen we toch bij de oost-kardinale ton die de ingang van de Slenk weergeeft. Wel nog even twee boten van Doeksen voor laten gaan.
In de Slenk hebben we weer stroom mee. Toch is de snelheid wat minder want de wind valt wat weg. We horen het water van de platen afstromen en geluiden van volges. En een zeehond steekt zijn snuit boven water.
En aan de andere kant van de boot, kijkend over Jacobsruggen, daalt de zon boven Vlieland.
In de Slenk zitten veel bochten. Zo komt het dat niet veel later de Aquamarijn de zonsondergang tegemoet vaart.
Aan het einde van de Slenk wacht het Schuitenrak en varen we halve wind naar de haveningang. We vinden uiteindelijk een plek in een haast lege haven waar aanleggen aan een hoge wal door de aangetrokken wind nog lastig blijkt.
Daarna opruimen en eten en water tanken. De wind trekt verder aan dus we proberen zoveel mogelijk herrie te vermijden. Een paar steigers verderop is dat niet zo gelukt.
Wij kijken in onze lekker verwarmde kajuit terug op lange fijne vaardag!
Wat goed zeg, in twee dagen̈ al op Terschelling!