De wekker op 7 uur gezet maar we zijn al eerder wakker. Het water in de haven is spiegelglad maar we zien toch wel een vlag wapperen. Nadat we de boot klaargemaakt hebben voor vertrek vragen we aan de havenmeester of we mogen vertrekken. Dat kan al snel. Een tweede boot sluit aan in de sluis.

We varen het ruime sop op. Eerst op de motor want we moeten een eind langs de scheepvaartroute varen voor we deze mogen oversteken. Wanneer we daar zijn is er net een grote jongen gepasseerd zodat wij kunnen oversteken.

Daarna kunnen we mooi de zeilen hijsen. Al staat er niet veel wind uit het oosten tot zuidoosten, we kunnen een aan de windse koers varen, hebben stroom mee en gaan tussen de 5 en 6 knopen. Als de zeilen staan is het tijd voor het ontbijt. Ondertussen vermaken we ons met een sudoku.

Het zonnetje schijnt. Ik ga koffie zetten. Met deze wind uit het oosten is de kombuis en de wc aan de lage kant. Dat is prettig. De Stena Line Hollandica op weg naar Hoek van Holland passeert ons. Ze gaat drie keer zo hard als wij. Maar wij mogen niet klagen. We liggen voor op schema. Een tweede kopje koffie wordt gezet en genuttigd.

We blijven nog lang de Engelse kust zien omdat wij een noordoostelijke koers varen en de kust hier ook naar het noordoosten loopt. We blijven vooral nog lang de kerncentrale bij Sizewell zien omdat deze een hele witte koepel heeft. Wij zitten nog in het zonnetje, maar zuidelijk van ons trekt het dicht.

Na de lunch vermaken we ons met lezen, we lezen allebei die middag ons boek uit.

Er is veel marifoonverkeer, we horen de Nederlandse kustwacht duidelijker dan de Engelse kustwacht. Als we noordelijker komen komt er meer zeedeining. Het avondeten opwarmen lukt nog goed. Koffie zetten is lastiger, zeker omdat we voor de cafeïnevrije koffie gewone filterkoffie gebruiken. Maar het lukt nadat ik een keer de koffiehouder met koffie om heb gegooid. Een gewaarschuwd mens telt voor twee.

In de avond naderen we de beide verkeersscheidingsstelsels die we haaks moeten oversteken. De motor moet bijstaan want de koers is niet bezeild. Het is er druk en we doen het niet helemaal handig. Zo doen we daar best een tijd over.

Op ons navigatiebeeldscherm zijn de boten om ons heen te zien. AIS maakt het makkelijker om te zien of je over kan steken. Voor de duidelijkheid: op ons scherm is onze boot het grootst. In werkelijkheid zijn die andere dus grote jongens die ook veel harder varen dan wij.
Ik ga om 11 uur Engelse tijd vast proberen te slapen, de avond was vermoeiend. Joost kan al snel weer de motor uit doen. Om de paar uur wisselen we met de wacht houden. In Nederland komt er nog een verkeersscheidingsstelsel. Ik probeerde nog kruisend hier goed aan te komen maar de stroming zet ons te veel weg. Weer de motor een uurtje aan, want zo’n verkeersscheidingsstelsel is 5 zeemijlen breed. De wind verwachting was overigens dat deze van zuidoost naar zuid zou draaien. Dat is helaas niet gebeurd. Dat had het zeilen makkelijker gemaakt. 15 mijl voor IJmuiden zien we het al liggen. Het is erg heiig.

Het lijkt wel op de aankomst in Engeland. Hoewel IJmuiden er echt anders uit ziet. Ook nu valt de wind weg en moeten we de paar laatste mijlen op de motor gaan. Onderweg op zee zijn we helemaal geen zeilboten tegengekomen wat we vreemd vonden. Maar nu we hier naar de kust kijken weten we wat al die zeilboten doen: kustzeilen.

Vlak voor de haven zwemt een zeehond naar ons toe. Deze blijft ons maar aankijken als een trouwe hond, niet eerder zo meegemaakt. En dan zie je ook waarom deze zeehonden honden heten.

Pas voor de haven halen we het gastenvlaggetje van Engeland naar beneden. Niet een klusje om midden op zee te doen. Nu al met weemoed vouwen we het weer op. Maar we willen hem vast nog eens gebruiken!

We laten een grote jongen voor gaan de haven in.

Wij gaan meteen door naar de sluis. Het is voor 4 uur en we willen nog naar Amsterdam varen om daar in de marina te gaan liggen. Hebben we zaterdag genoeg tijd om naar Monnickendam te varen, voor de boot de echte thuishaven.
Alweer een grote jongen, komt ons tegemoet op het Noorzeekanaal.

We leggen aan in de haven en zuchten onder de hitte. Hadden we het op zee nog koud, dit is het tegenovergestelde. We zijn moe en gaan gauw even ergens hier een pizzaatje eten. Boot opruimen, blog en dan ons bed in, want na een nacht op zee, verlangen we naar een ononderbroken nachtrust.
