Vrijdagavond na het eten trekken we weer naar Monnickendam. De extra file omdat de Coentunnel is afgesloten is tegen achten nagenoeg voorbij. En zo zijn we met weer mooi weer op de Aquamarijn met ruime tijd voor puzzels, boeken en het KG-Krantje.
Voor het ontbijt gaat Ellen nog even naar de markt voor brood en croissants. Daarna in het zonnetje aan tafel in de kuip ontbijten. We hebben geen haast. Met de verwachtte kalme zuidoostenwind hebben we voor Enkhuizen gekozen. Daar hebben we wel weer eens zin in, het is vandaag bezeild en ook morgen moeten we met de verwachtte (dan weer) zuidoostenwind makkelijk terug kunnen komen.
Motorend verlaten we de haven waarna we doorvaren tot voor Marken. Daar hijsen we de zeilen en doen we de motor uit. Wat een rust. Kalmpjes, met een snelheid tussen de twee en drie knopen, varen we de Gouwzee af. Ondertussen genieten we van koffie met koek.
Ook buiten de Gouwzee is er voldoende te zien. Kermis in Volendam. En natuurlijk andere zeilschepen zoals The Difference, Blauwe Iris en een victoire met ons onbekende naam.

Het is warm, de zon schijnt en het deert ons dus nauwelijks dat de wind niet uit zuid- maar noordoosten komt. En met af en toe vlaagjes verlijeren we ook nog wat. We moeten dus twee keer overstag en omdat de wind ietsje aantrekt en naar het oosten draait halen we het verder in één slag en varen we rond 18 uur de sluizen bij Enkhuizen binnen. Een half uur later liggen we (als kleine boot) derde in een rij zeilboten met verder een Belgische en Duitse vlag. Dat de Belgen aan de walzijde de volgende ochtend om 6:30uur willen vertrekken hindert ons niet.

Na een wandelingetje door Enkhuizen schuiven we om half acht aan bij de Enkhuizer Visafslag – gewoon buiten op het terras. Tijd voor zalm en mosselen terwijl een muzikant live zijn covers speelt. We zitten lekker uit de (wat aangetrokken) wind en het is lekker warm. We nemen zelfs een toetje. Er staat ‘Dirty dame blance’ op de kaart; ijs met chocola en advocaat. Dat kan Ellen niet laten staan.

Terug op de boot blijkt het aan onze kant van de haven wat frisser. Snel naar binnen. We zetten lekker een muziekje op. Op tijd gaan we naar bed.
Midden in de nacht (nou ja, even voor half vijf) maakt Ellen ons verschrikt wakker: we zijn door de wekkers heen geslapen. Maar nee, die hadden we om kwart over zes gezet zodat we om half zeven even konden verliggen voor onze Belgische buren. Niks gemist dus, de ogen konden nog een klein uur dicht.
Om kwart over zes dus wel uit bed en snel in de kleren. Nog even tijd voor een foto en dan losgooien, even drijven, wachten en dan weer vast maken aan onze Duitse buren. En daarna konden we zowaar tot half tien slapen!

Dit keer ging ik broodjes en croissants halen bij de Albert Heijn. Daarna weer ontbijt in de zonnige kuip. De wind is daadwerkelijk naar het zuidoosten gedraaid en ook een stukje warmer. En harder – we maken voorbereidingen voor een rif in het grootzeil.

Even na elven gooien we los. Bij het aanvaren van de sluis moeten we even wachten. We waaien in eerste instantie een beetje weg bij de bovenwindse wachtsteiger en varen dan maar weer een rondje. De tweede keer lukt wel.
Na de sluis eerst even de fenders opruimen en daarna nog in de havenkom het grootzeil hijsen. Met deze wind heeft dat als voordeel dat er hier nog niet veel golfslag is. (Bijna) Iedereen doet het zo en daarom zeilen we in de drukte, met ook nog wat tegenliggers, naar buiten. Inderdaad meer golfslag maar ook de Gouwzee in één slag bezeild.
In een volle sluis lagen we met twee schepen die de hele dag bij ons varen. Het zijn de Florijn, een mooie rode aak, en de Einder, een kleiner schip wat meer gebouwd voor snelheid. Alle drie ‘vliegen’ we met meestal meer dan zes knopen en juist in de Gouwzee zijn we weer dicht op elkaar.

Ook andere schepen maken gebruik van de ideale zeilcondities. Zie bijvoorbeeld de Zonnewind, de KroonJuweel, de Scarabee, de Fortuna en een schip met een W en een streep in het zeil. Allemaal aan het genieten.

Bij de Reiger (een betonblok in de Gouwzee) strijken we aan de wind het grootzeil en gaan op de Genua verder. Dan nog tikken we, door wat vlagen, de zes knopen aan en kunnen we voor de ‘Marken Express’ de vaargeul oversteken. Vlak voor de haven gaat de motor aan en rollen we de genua in.

Even later liggen we al om 15uur op onze plek. Ja, dat was een snelle oversteek. Ellen gaat even het ‘nieuwe’ huis bekijken van een vriendin die in Monnickendam is komen wonen terwijl ik rustig opruim. Als Ellen terug is is het tijd voor een borrel en daarna het avondeten. Na de afwas gaan we op weg richting Amsterdam – dit keer langs de Markermeer dijk.
Bij het Kinselmeer parkeren we en klimmen we de verhoogde dijk op. Er is namelijk een maansverduistering verwacht, zo las Ellen in een nieuwsbrief van Scheepswijs.nl, en op de dijk kunnen we die wellicht goed zien. Er is wel wat bewolking – maar we zijn niet de enige die hopen een glimp op te vangen. Sommigen hebben zelfs de kijker al klaar gezet.

(Ja, het wordt mooi die nieuwe dijk met het fietspad bovenop!) Duurt, mede door de wolken in het oosten, natuurlijk altijd wat langer voor je wat ziet dus we lopen wat heen en weer. En schieten een plaatje van de skyline van Amsterdam.

En ja, dan zie ik de maan. Ook de meiden met de kijker slaken een vreugde kreet!

En al niet veel later valt er al weer wat meer zonlicht op de maan.

Op de weg naar huis, als de maan alweer een sikkel heeft die lijkt op het laatste kwartier, leg ik Ellen nog even uit dat in het laatste kwartier de maan alleen maar aan het einde (en dus niet aan het begin) van de nacht zichtbaar aan de hemel staat. Geen verwarring mogelijk dus – dit was een maansverduistering!
Thuisgekomen lopen we met de bagage de straat in. De maan staat achter de boom van onze buren en is al haast half verlicht.