Met redenen hebben we wel 4 weken niet gezeild. Dus gaan we nu meteen maar een week. Ook op zaterdagochtend nog activiteiten, maar ’s middags rijden we dan toch echt naar Monnickendam. Terwijl ik de meegenomen spullen opberg en het bed opmaak rijdt Joost naar de AH voor boodschappen. Omdat Joost een heel drukke week achter de rug had, varen we vandaag niet meer uit. Laat er nou ook helemaal geen wind zijn. We hebben onze Oude Blauwe ook te lang niet gezien dus hebben we daar alvast een tafeltje gereserveerd. Het is er warm, gezellig druk en het eten smaakt weer uitstekend. Een goed begin van de vakantie.
Terug op de boot gaat de verwarming aan. Dat heb je zo in deze tijd. We zitten er al een tijd behaaglijk bij als er opeens een stinkende walm in de boot staat. We schrikken ons naar zetten het luik open en gaan meteen op zoek naar de oorzaak. Komt het nou bij de koelkast vandaan? Nee, we zien opeens dat de verwarming uit is gegaan. De walm werd door de boot verspreidt via de luchtgaten van de verwarming. We zijn waarschijnlijk gered door het springen van een zekering. Maar wat er nu met de verwarming mis is gegaan begrijpen we niet. Het ruikt naar gesmolten plastic. Maar waar de verwarming zit in de bakskist zien we niets bijzonders. Nu was het toch tijd om naar bed te gaan, warm worden we wel in bed.
Na een windstille nacht is het nog steeds windstil. Na het ontbijt ga ik toch nog vergeten boodschappen doen terwijl Joost de boot vaarklaar maakt. Om half twaalf varen we en gaat het ook opeens waaien. De hele week wordt een noordenwind voorspelt, maar nu is het nog even noordwest en zodoende kunnen we mooi de 30 graden halen die we moeten aanhouden om in Enkhuizen te komen. De wind trekt later ook nog aan zodat we heerlijk gaan. Er zijn wel veel en dikke wolken, maar hoe dichter we bij Enkhuizen komen hoe vaker er een zon doorbraakmomentje is.

En daar moet je dan even van genieten, liefst uit de wind.

Via de marifoon werd gewaarschuwd dat er vanwege een klipperrace bij Enkhuizen mogelijk minder ligplaatsen voor passanten zijn. Het is zondagmiddag en we vermoeden dat er alleen maar meer ruimte komt. Er liggen nog best veel klippers maar er zijn heel wat boxen vrij waar wij we een van nemen. De zon laat de mooie herfstkleuren extra uitkomen.


Een meegebrachte maaltijd van huis is makkelijk opgewarmd. Ondertussen probeert Joost de 2e kachel aan boord aan te steken. Een dieselkachel waar je in de pot eerst met brandgel een vuurtje moet stoken waarna de diesel kan gaan branden. We hebben echter een warm voorjaar gehad en deze kachel lang niet aan gehad. Hij lijkt het goed te doen, maar als de brandpasta op is gaat het vuurtje uit, ook na nog een poging. Mogelijk is doordat we hem weinig gebruiken de dieseltoevoer verstopt. En we hebben geen idee hoe dat op te lossen. Maar we hebben nog een derde troef: een keramische kacheltje, die we aanzetten. Hij doet het 10 minuten en dan gaat hij opeens uit. Wel alle machtig!! Hoe is het mogelijk. Hij wil niet opnieuw aan. We hebben ons al verzoend met het kouder worden als ik opeens een idee krijg. Is de walstroom misschien op? De kachel heeft vast 220 (dus walstroom) nodig. En je moet hier de walstroom met een kaart opwaarderen. Dat blijkt inderdaad zo. Even opwaarderen en hij doet het weer.
We hebben ons altijd afgevraagd waarom onze boot wel drie kachels heeft. Dat weten we nu.

En terwijl in de haven de feestverlichting al brand zitten wij er warmpjes bij.
