
Gisteren in het museum in de Waag werd de lof van een fijne schippersvrouw bezongen. Ik weet niet of door Ellen komt maar vandaag hadden we de hele tocht naar Schokland ruime wind. En we hebben het ook nog binnen droog gehouden.
Omdat we een eind moesten varen stonden we al voor achten op. Ellen naar de lokale bakker, voor heerlijke broodjes, brood en Fries gebak, en ik de boot vaarklaar maken. Nog wel even zoeken naar een waterpunt maar dat was er op de steiger niet. Minpuntje.
Om kwart voor negen gooien we los. Over ‘It Soal’ varen we terug naar het IJsselmeer. Ondanks een flinke golfslag gaat het grootzeil meteen omhoog en met de Genua erbij gaat het richting het Zuiden. Een lekkere wind, veelal kracht vier, zorgt ervoor dat we opschieten. Maar uit het noordwesten waait het ook nooit warm. Het is dus fris en grijs. Toch zijn we niet alleen op het water.

We hebben al een paar weken problemen met de ‘hoofd GPS ontvanger’. Dat is vervelend maar niet onoverkomelijk (doordat we allerlei vervangers aan boord hebben). Gisteren de software van de apparatuur bijgewerkt naar de laatste versie. In de hoop dat dat de problemen zou verhelpen bleek het nog best veel gedoe. De problemen met de GPS zijn niet weg. Wel zijn veel instellingen terug naar ‘standaard’; en zo worden we regelmatig getrakteerd op een AIS alarm als er een schip een beetje in de buurt komt. Handig op de oceaan zo’n alarm; op de drukke vaarwaters waar wij varen gaat het alarm echter constant af. Maar het duurde even voordat is weer wist hoe dit alarm moet worden afgezet.

Maar als het dan gelukt is kun je tevreden kijken. Naar een schip waarop je op het oog ook wel kon zien dat die ruim achterlangs ging.

Ondertussen varen we lekker door. Genieten we van verse broodjes kaas. En zien vooral buien langstrekken. Zelf varen we lekkere droog. Tegen tweeën zakt de wind wat in. We zien stukken blauw aan de hemel. En ook Urk ligt er lekker bij.

Als de wind aantrekt komen we aan de vroege kant, even na drie uur, aan bij de bottleneck van deze tocht: de Ketelbrug. Opent om 10 minuten voor het heel en voor het half. Maar tussen 4 en half zeven niet. Wij zijn dus ruim op tijd maar moeten wel ruim 20 minuten op de hoge golven dobberen voordat de brug opent. De brug is daarbij ook nog aan lager wal gelegen.
We laten de brugwachter per marifoon weten dat we er zijn. We leren daarbij dat de IJsselmeer zijde (wij dus) als eerste door de brug mag. En dan gaan de bomen naar beneden, de brug omhoog en speren wij er op de motor doorheen.

Aan de andere kant van de brug zijn de golven veel minder. Op de genua zeilen we richting de haven. En de zon breekt echt even door. Onze handschoenen houden we nog even aan want het is wel fris.

Kalmpjes zeilen we de laatste mijlen naar de haven. We hebben telefonisch al plek 4 toegewezen gekregen – helemaal achterin de haven. Daar leggen we net voor vijf uur aan.

Eergisteren rook het op de steiger naar zuurkool. Hmm, we waren bijna aan boord gestapt. In plaats daarvan kwam zuurkool op het boodschappenlijstje en vandaag op het menu. Geheel passend bij het frisse weer. Onze elektrische kachel doet het overigens prima – we dineren bij 25 graden Celsius.
