Over Ellen

Reisleider, dol op reisgidsen en het puzzelen op reisdoelen. Groot genieter, ook van voorpret. Voorkeur (ook buiten Duitsland) voor Duitstalige reisgidsen wat vaak de taalverwarring vergroot.

Nijlpaarden in de IJssel? (18 oktober 2025, Schokland)

Nijlpaarden in de IJssel? We liggen in Schokkerhaven en dat betekent dat Schokland niet ver hier hier vandaan is. Dit voormalige eiland hebben we nog nooit eerder bezocht. Het is een zonnige dag dus drinken we na ontbijt en douche nog koffie in de kuip met daarbij Oranjekoek uit Friesland.

En dan gaan we op weg.

De route loopt eerst een stuk langs het Ketelmeer en omkijkend zien we onze haven mooi liggen.

Dan steken we het land in en zien we Schokland mooi liggen. De rechte polderlijnen worden onderbroken door kromme lijnen en hoogteverschillen van het voormalige eiland. Ook hier is in de 2e wereldoorlog een bommenwerper neergekomen.

We lopen verder en komen aan op het zuidpuntje van het eiland waar de resten te zien zijn van een middeleeuwse kerk. Deze kerk werd afgebroken aan het begin van de 19e eeuw omdat hij niet meer gebruikt werd. Wel bleef het een begraafplaats.

We lopen verder naar het oude terpje Middelbuurt waar nog een kerkje staat en het Museum Schokland.

Na totaal een uur wandelen komen we daar aan en gaan meteen het museum in. Daar leren we over de geschiedenis van Schokland van oertijd tot nu. Het is Nederlands eerste UNESCO Wereld erfgoed. Het is een boeiende geschiedenis.

Het is hier altijd grensgebied geweest, tussen water en land, maar ook in de IJstijd was hier de grens waar het ijs ophield. Door de gletsjers zijn hier veel stenen uit allerlei delen van Scandinavië gevonden. Na de ijstijd is het hier juist subtropisch warm geworden en daardoor ontstond er een weelderige begroeiing. De IJssel en de Vecht stroomden hier al en er leeftijd, jawel, nijlpaarden in de rivieren. Dat is dan 110.000 jaar geleden. Wel bizar eigenlijk dat we die beesten dus nijlpaarden zijn gaan noemen omdat, toen het schrift ontstond, ze blijkbaar in de Nijl werden gesignaleerd. En dat was heel veel later! Een nieuwe ijstijd bracht mammoeten en holenberen, de subtropische dieren verdwenen hier juist.

Nog iets opmerkelijks: Schokland is niet altijd een eiland geweest, eerst zat het vast aan het vaste land, stijging van de waterspiegel zorgde ervoor dat het losgeslagen werd van het vasteland en een eiland werd. Het bestaan hier was altijd moeizaam, ze hadden vaak natte voeten en het eiland werd steeds kleiner. In de 19e eeuw was de armoede er zo groot en het gevaar van overstroming ook dat in 1859 besloten werd het eiland te ontruimen. Wel bleef er aan de oostkant een vluchthaven voor boten die bescherming boot tegen noordwester stormen.

Later werd de omgeving ingepolderd en zo werd Schokland weer onderdeel van het bewoonde land. Er is heel veel meer te vertellen over dit gebied, maar raad je aan hier ook eens naartoe te gaan. Er zijn heel veel archeologische opgravingen gedaan vanaf de laatste ijstijd tot in de 19e eeuw. Het kerkje, dat in 1825 werd gebouwd is dus betrekkelijk jong.

Bij het museum is ook een restaurant waar we heen gaan voor onze wat late lunch. En daarna lopen we via de andere kant van het eiland weer terug naar de boot. We hebben dan nog niet eens het noordelijke deel van het eiland gezien. Voldaan duiden we weer onze boot in voor opnieuw zuurkool die nog lekkerder smaakt dan gisteren, want opgebakken!

Dagje Workum (16 oktober 2025)

We sliepen heerlijk na een avondwandeling door Workum in ruste. Minder fijn werd ik wakker door getimmer op onze boot. In nachttenue steek ik mijn hoofd uit het luik. De man met typisch havenmeester uiterlijk vertelde mij dat hij kwam afrekenen en of dat hij mij wakker had gemaakt. Het was half negen en ik weet dat die Friezen dan vinden dat je dan allang uit de veren moet zijn. Ik heb me maar gericht op de eerste opmerking en gezegd dat we al digitaal betaald hadden. Er volgde een niet echt aangenaam gesprek. Hij wilde het wel geloven maar zag het niet in zijn systeem. En zijn systeem was lijdend. Ik heb het mailtje nog voorgelezen waarin stond dat we betaald hadden. Uiteindelijk droop hij af. Nu volgt een spoiler: dit was de enige onaangename ontmoeting van deze dag.

Rustig wakker worden: niet gelukt. Rustig opstaan, ontbijten en koffie drinken: wel gelukt. We wilden hier een dagje blijven omdat we Workum wel eens beter wilden verkennen en een bezoek aan het Jopie Huisman museum brengen. Dus gingen we op stap, helaas al snel door de regen. Des te beter dat er een museumbezoek op het programma staat.

Over Jopie Huisman in het kort: de voddenboer die al schilderde maar toen zijn vrouw hem verliet z’n vodden ging schilderen omdat hij zich ook zo afgedankt voelde en daarmee juist bekendheid verwierf. Hij had een superrealistische stijl. Er hangt een schilderij van gebreid ondergoed en sokken. Iedere breisteek was geschilderd, hij had de steken geteld want hij moest het breiwerk eer aan doen.

Hierna gaan we lunchen. Het is overal aardig druk. Het museum trekt bezoekers voor Workum. Maar Workum heeft meer te bieden. Nu heeft Workum al stadsrechten sinds 1399. We gaan eerst de winkelstraat door. We gaan verschillende winkels in en overal aardige mensen die graag een praatje maken. Ik koop een regenjas. Maar daarna gaat natuurlijk de zon schijnen.

Het is tijd om de Grote of St Gertrudiskerk te bezoeken. Deze werd oorspronkelijk in 1480 gebouwd natuurlijk als katholieke kerk, maar onderging vele beschadigingen, veranderingen na de Reformatie en restauraties. De PKN kerkt er en vrijwilligers van deze gemeente zijn er aanwezig tijdens openingstijden. En dat is nu iedere middag van half 2 tot half 5. Een vriendelijk echtpaar staat ons te woord en vertelt enthousiast over de kerk. Bijzonder is de verzameling draagbaren van verschillende gildes uit de 17e en 18e eeuw.

Met trots vertelt de man dat de oudste draagbaar van de bakkersgilde nu in het Rijksmuseum in Amsterdam tentoongesteld is. ‘Dan moeten we terug naar huis’, ontvalt ons. Maar we begrijpen dat hij daar trots op is. We horen ook nog dat ze over 2 weken weer aan de overkant gaan kerken omdat het niet te betalen is om deze grote kerk te verwarmen.

Er is in de kerk een tentoonstelling van een schilder die opvalt door zijn naam: J. Fekkes. De naam van mijn moeder en haar vader en 2 broers hadden de beginletter J. Hier gaat het om Jentsje Fekkes. Het mooiste kunstwerk is verkocht.

We krijgen nog een tip om ook de Waag te bezoeken, zeker de moeite waard en zij kijken er al naar uit want na een middagje hier in de kou gaan ze als afsluiter daar koffie drinken. Dus gaan we naar de Waag die naast de kerk en de kerktoren staat.

We leren daar veel over het verleden van Workum waar al vroeg de scheepswerven boten bouwden voor het vervoer van handelswaar. Ze lieten zich inhuren door de kooplieden van Amsterdam en voeren van de Oostzee tot Spanje met hun Kofschepen en Smacken. Deze laatsten zagen we in Engeland, maar we leren nu dat ze ook hier gebouwd werden. Daarnaast was veeteelt een belangrijke verdienste. De combinatie van die twee leverde het strontvervoer op van Workum naar Warmond. De koeienstront werd in Warmond gebruikt voor de bloembollenteelt. Vanuit dit historisch gebeuren is de Strontrace ontstaan die jaarlijks in de Herfstvakantie wordt gehouden en valt in de Strontweek, de feestweek in Workum. Als echte beurtschippers moeten ze zeilend, bomend of jagend een vrachtschip en zakken met stront naar Warmond brengen, alleen op het IJ mogen en moeten ze de motor gebruiken (uit veiligheidsoverwegingen). Terug nemen ze bloembollen mee. Het startsein van de race is: en nu oprotten…..

Na dit bezoek is het tijd voor een biertje in een café. Vervolgens lopen we langs de supermarkt en weer naar onze boot via het haventje bij de Scheepswerf de Hoop net achter de sluis.

Als we bij onze boot komen komt de achterbuurman naar buiten om ons te vertellen dat morgen de Strontweek begint en dat er hier heel veel boten komen te liggen. Of we voor 12 uur weg willen zijn. Hij zei het niet maar ik hoorde wel: of we willen oprotten. Onze zeilrace start om morgen al om 9 uur, dus we konden hem geruststellen. We hebben dan een flinke tocht voor de boeg. Schokkerhaven is ons doel.

Oeverland (14 oktober 2025, Den Oever – Texel, 15.5 mijl)

Bij wakker worden is het grijs en mistig, maar als we hebben ontbeten en naar buiten gaan zijn er opklaringen naast buien en dan kan je over de steiger onder de regenboog lopen.

We willen rond 12 uur vertrekken en hebben nog tijd voor een wandeling. We gaan splitsen. Joost gaat naar de winkel, toch zo’n 20 minuten lopen en ik ga lekker over de Oeverdijk lopen.

Het is laag water dus op het wad zijn veel vogels. In de verte gaat een zeilboot, daar willen wij straks ook varen.

Ik zie in de verte een grote vogel, heel anders dan de andere vogels. M’n lens maximaal ingezoomd kan ik hem beter zien.

Mijn vogelkennis wordt groter door vooral iets op te merken en dan later op te zoeken wat het is. Het is een bergeend.

Niet heel bijzonder in Nederland, Duitsland en Engeland. Wel bijzonder gedrag. Ze broeden hier in juli en vertrekken dan allemaal naar Hegoland, behalve de jongsten die blijven hier als in een crèche begeleidt door een paar oudere eenden.

Na een uur zijn we allebei weer op de boot terug. We bespreken nog even het plan om naar Texel te varen. Het moet lukken met de noorderwind. Eerst via het Visjagersgaatje noordwestelijk en dan via de Texelstroom noordoostelijk. Om 12 uur vertrekken we. Het is weer heerlijk zeilweer, we hebben niet te klagen. Goede wind en scherp aan de wind varen gaat ook goed. We moeten wel 2 keer overstag maar we hebben genoeg ruimte nog buiten de vaargeul waar het diep genoeg is om te varen. Een grote aluminium Bestevaer haalt ons in, gaat bijna 2 keer zo snel. Maar hij houdt wel de vaargeul aan en vaart een stuk om. Je denkt, zo’n grote boot kiest wel het ruime sop, maar hij slaat ook rechtsaf de Texelstroom in om naar Texel te varen. We krijgen af en toe een bui over ons heen. Voor Texel zien we weer een mooie regenboog.

Of Joost de fotograaf aan boord wil plezieren? Daarvoor haalt hij wel een waagstukje uit. Hij gaat vlak voor een ‘voor anker liggend’ onderzoeksschip langs terwijl hij scherp aan de wind vaart en de boot benedenwinds ligt.

Als het mis gaat lig je aan zijn ankerketting, wat niet de bedoeling is. Hij krijgt van de fotograaf op z’n sodemieter, maar het levert wel mooie plaatjes op.

We varen de haven van Oudeschild binnen en leggen in de passantenhaven aan. Het is er redelijk rustig. De Bestevaer ligt er al. Ach, eigenlijk te groot voor deze haven.

Voor het avondeten lopen we naar restaurant de Kombuis voor een eenvoudige maaltijd. Het is daar altijd goed en gezellig. Daar maken we ook de plannen voor de komende dagen.

Op zoek naar warmte (11 en 12 oktober 2025)

Met redenen hebben we wel 4 weken niet gezeild. Dus gaan we nu meteen maar een week. Ook op zaterdagochtend nog activiteiten, maar ’s middags rijden we dan toch echt naar Monnickendam. Terwijl ik de meegenomen spullen opberg en het bed opmaak rijdt Joost naar de AH voor boodschappen. Omdat Joost een heel drukke week achter de rug had, varen we vandaag niet meer uit. Laat er nou ook helemaal geen wind zijn. We hebben onze Oude Blauwe ook te lang niet gezien dus hebben we daar alvast een tafeltje gereserveerd. Het is er warm, gezellig druk en het eten smaakt weer uitstekend. Een goed begin van de vakantie.

Terug op de boot gaat de verwarming aan. Dat heb je zo in deze tijd. We zitten er al een tijd behaaglijk bij als er opeens een stinkende walm in de boot staat. We schrikken ons naar zetten het luik open en gaan meteen op zoek naar de oorzaak. Komt het nou bij de koelkast vandaan? Nee, we zien opeens dat de verwarming uit is gegaan. De walm werd door de boot verspreidt via de luchtgaten van de verwarming. We zijn waarschijnlijk gered door het springen van een zekering. Maar wat er nu met de verwarming mis is gegaan begrijpen we niet. Het ruikt naar gesmolten plastic. Maar waar de verwarming zit in de bakskist zien we niets bijzonders. Nu was het toch tijd om naar bed te gaan, warm worden we wel in bed.

Na een windstille nacht is het nog steeds windstil. Na het ontbijt ga ik toch nog vergeten boodschappen doen terwijl Joost de boot vaarklaar maakt. Om half twaalf varen we en gaat het ook opeens waaien. De hele week wordt een noordenwind voorspelt, maar nu is het nog even noordwest en zodoende kunnen we mooi de 30 graden halen die we moeten aanhouden om in Enkhuizen te komen. De wind trekt later ook nog aan zodat we heerlijk gaan. Er zijn wel veel en dikke wolken, maar hoe dichter we bij Enkhuizen komen hoe vaker er een zon doorbraakmomentje is.

En daar moet je dan even van genieten, liefst uit de wind.

Via de marifoon werd gewaarschuwd dat er vanwege een klipperrace bij Enkhuizen mogelijk minder ligplaatsen voor passanten zijn. Het is zondagmiddag en we vermoeden dat er alleen maar meer ruimte komt. Er liggen nog best veel klippers maar er zijn heel wat boxen vrij waar wij we een van nemen. De zon laat de mooie herfstkleuren extra uitkomen.

Een meegebrachte maaltijd van huis is makkelijk opgewarmd. Ondertussen probeert Joost de 2e kachel aan boord aan te steken. Een dieselkachel waar je in de pot eerst met brandgel een vuurtje moet stoken waarna de diesel kan gaan branden. We hebben echter een warm voorjaar gehad en deze kachel lang niet aan gehad. Hij lijkt het goed te doen, maar als de brandpasta op is gaat het vuurtje uit, ook na nog een poging. Mogelijk is doordat we hem weinig gebruiken de dieseltoevoer verstopt. En we hebben geen idee hoe dat op te lossen. Maar we hebben nog een derde troef: een keramische kacheltje, die we aanzetten. Hij doet het 10 minuten en dan gaat hij opeens uit. Wel alle machtig!! Hoe is het mogelijk. Hij wil niet opnieuw aan. We hebben ons al verzoend met het kouder worden als ik opeens een idee krijg. Is de walstroom misschien op? De kachel heeft vast 220 (dus walstroom) nodig. En je moet hier de walstroom met een kaart opwaarderen. Dat blijkt inderdaad zo. Even opwaarderen en hij doet het weer.

We hebben ons altijd afgevraagd waarom onze boot wel drie kachels heeft. Dat weten we nu.

En terwijl in de haven de feestverlichting al brand zitten wij er warmpjes bij.

In de wolken (23 en 24 augustus 2025)

Weer eens een weekend zonder gasten. Onze week was druk genoeg en dan is het ook wel weer eens lekker rustig. Een rustig zeilweekend heb je niet altijd in de hand met zeilen. Maar deze keer blijft het, ja spoiler, rustig. Een rustige nacht op de boot van vrijdag op zaterdag, alleen de regen valt op ons dak. We gaan al op tijd weg naar de Marker Wadden. Onderweg zien we meer varend erfgoed dan anders. Mogelijk Sail bezoekers. 

Er staat wel een aardig windje die ook nog toeneemt. En we zien buien die ergens anders vallen. Ja, ik ben altijd in de wolken met wolken. Het maakt fotograferen zoveel mooier op het water.

We zijn best wel snel op De Marker Wadden. Nog zat plekken vrij in de haven. Lunchen in het zonnetje, boekje lezen en andere boten binnen zien komen. We gaan pas eind van de middag aan de wandel. De dagjesmensen zijn weg en hier dus ook weer rustig. En een mooi tijdstip om te fotograferen. 

De zilverreiger wil wel een modelvlucht maken. Hartelijk dank!

Terug op de boot zitten we nog lekker in de kuip. Op alle boten is men rustig en tevreden. Zelfs de kleinste kinderen blèren niet. Effect van einde van de vakantie? We eten binnen want het wordt wel al snel fris. En daarna nog wat stadse sentimenten bij het Prinsengrachtconcert met Amsterdam Sinfonietta. Wat spelen ze toch goed!

Volgende ochtend, weer geen spannende zaken. Rustig ontbijt en koffie in het zonnetje. Bij uitvaart komen ons kanoërs tegemoet.

Het moet wel rustig weer zijn, anders red je het niet in de golven. Terug hebben we eerst weinig wind en dobberen we nogal. Onze steigergenoten van de Sailrose, een Victoire (ook Koopmans) die ook op de Marker Wadden lagen weten ons in te halen. Ja, er zijn boten die sneller varen bij weinig wind. 

Rond zes uur varen we de haven binnen. Inpakken en op de terugweg even langs de Chinees voor bami rames om dat thuis rustig op te eten.