Over Ellen

Reisleider, dol op reisgidsen en het puzzelen op reisdoelen. Groot genieter, ook van voorpret. Voorkeur (ook buiten Duitsland) voor Duitstalige reisgidsen wat vaak de taalverwarring vergroot.

Naar de thuishaven Monnickendam (deze keer met extra veel foto’s met dank aan Mirjam)

Dit was meestal de titel van de laatste dag van onze vakantie op een huurboot waar dan ook. Nu brengen we onze boot naar de ligplaats voor in ieder geval het komende half jaar. Kunnen we kijken of het hier bevalt.

We hebben de wekker op tijd gezet, want het is wel een dagje varen van Stavoren naar Monnickendam. De weersvoorspelling is prima voor een eerste keer het ruime sop op met deze boot, windkracht drie uit noordwest tot west. Daarmee komen we er wel. We zijn de enige in de Johan Friso sluis bij Stavoren. We doen het nog niet helemaal handig en drijven nog wat af. Maar niemand die er last van heeft. Hooguit denkt de sluiswachter: wat een zondagsvaarders.

Buiten op het IJsselmeer is het water heel rustig, heel wat anders dan afgelopen zomer toen we daar steeds een enorme klotsbak aantroffen. Nu hebben we alle tijd om rustig de zeilen te hijsen. Er gaat de eerste keer toch altijd iets mis, omdat je niet precies weet hoe alles in elkaar zit.

Nu wilde het hijssen niet en bleek er een touwtje van de lazy jacks mee naar boven gehesen te zijn waardoor het grootzeil vast liep. Dit was snel opgelost. We hadden voor zekerheid er 1 rif in gezet. Het tweede riftouwtje bleek opeens los te zitten. Allemaal goed op te lossen als er weinig deining is.

Hoewel bewolkt was het zicht goed zodat we Enkhuizen konden zien liggen. Navigeren is dan niet moeilijk. Tegen tienen zeilden we met 4-5 knopen over het IJsselmeer. En wat zeilt de Aquamarijn heerlijk! Zij glijdt fantastisch door het water. Als je goed luistert hoor je haar spinnen. Ze heeft heel lang niet zo lekker kunnen varen. De afstand Stavoren-Enkhuizen is zo’n 11 mijl. Tegen twaalf uur voeren we daar langs en namen meteen de afslag naar de sluizen om het Markermeer op te gaan. Zeilen dus strijken. In deze sluis was het drukker maar de aanleg manoeuvre ging nu stukken beter. Daarna de zeilen weer hijssen en nu koersen naar Monnickendam.

Het is echt koud, rond de 7 graden. We hebben vooral last van koude handen en voeten. Met heel veel lagen onder je zeilpak kan je wel wat hebben. Alleen voel je je wel een marsmannetje en soepel bewegen hierin valt ook niet mee. Wat fijn is aan deze boot, is dat er een lange helmstok aan zit (dus geen stuurwiel) en dat deze nog verlengd wordt door telescoop arm waardoor je haast onder de buiskamp kan zitten sturen. Daar is het warmer en meer uit de wind.

Mirjam heeft wel last van de kou en zit veel binnen, maar zelfs dan krijgt ze het niet echt warm. Ik smeer voor iedereen binnen boterhammen, die gaan er wel in. Later nog een kop warme thee gezet.

De afstand Enkhuizen -Monnickendam is zo’n 14 mijl. Daar doen we dan toch bijna 3 uur over. Helaas draait het laatste stuk voor de dam van Marken de wind en moeten we nog twee keer over stag om de Gouwzee op te kunnen varen. Maar dan gaan we in een rechte lijn nog zeilend door tot de vaarweg naar Marken en Monnickendam zich scheiden, ieder een andere kant op. Wij pal tegen de wind richting Monnickendam zodat we de zeilen meteen kunnen strijken. Er zijn aardig wat boten op weg naar de haven. We voelen ons samen met die anderen wel heel stoer dat we met deze kou hebben gezeild.

We varen de haven van Monnickendam in en meteen breekt de zon door. Ons plekje is snel gevonden. We vroegen ons af of we er meteen in konden draaien, maar dat ging vrij gemakkelijk. Opnieuw gebruiken we bij het aanleggen een techniek (spruit) die we geleerd hebben uit het boek Zeilen zonder zorgen (Stressless Sailing) van een engelsman. Ik had het Joost cadeau gegeven voor zijn verjaardag, want de titel beloofde veel. Deze keer ging het perfect (oefenen helpt dus). We zijn zelfs verbaasd dat het zo goed werkt in een box. Als je maar de paal aan loefzijde (waar de wind vandaan komt) hebt, komt alles goed, rem je vanzelf af en gaat de boot niet dwarsliggen. En dan heb je heel wat minder zorgen. (Na 20 jaar die wel gehad te hebben)

Een paar minuten voor 5 liggen we en klim ik de boot af om nog snel naar het havenkantoor te rennen die om 5 uur dicht zou gaan. We wilden ons welkomstpakket ophalen en een kaart om het toiletgebouw in te kunnen. Ze waren al dicht! Gelukkig kwam er nog wel iemand die mij een kaart voor het toiletgebouw kon geven.

Lukas kwam ons bezoeken voor een avondmaaltijd en de boot te bewonderen. Ook om mijn auto te brengen waarmee we morgen Joost zijn auto kunnen gaan ophalen. Als Joost de boot weer ‘inpakt’ kook ik een snelle pasta. Als we nog net een spelletje willen doen komen Nora en Rene binnen ook om onze boot te bewonderen en een fles inwijdingsbubbels te brengen. Erg gezellig!

En nu hoeft Joost Lukas en Mirjam niet even naar huis te rijden en kunnen ze met mondkapje op meerijden met Nora en Rene. Hebben wij verder morgen alle tijd om nog wat te rommelen in de boot en voor voorlopig de laatste keer naar Friesland te rijden om de auto van Joost op te halen.

Onze Aquamarijn

2 april en we rijden voor de derde keer dit jaar naar Stavoren. Vanaf vandaag zijn we de eigenaren van de Aquamarijn. De overdracht is om half 2 vanmiddag. Voor we op weg konden moesten alle spullen die ik verzameld had als inventaris van de boot in de auto geladen worden. Mirjam, die mee zou gaan naar Friesland hielp mee. En zowaar het paste weer precies. Op dat moment was Joost ook klaar met zijn laatste werkafspraak en konden we in de auto stappen. Ondanks het begin van het Paasweekend geen files op de weg. In Stavoren aangekomen maken we gauw even gebruik van het gemeentehaven toilet naast de Koebrug. De vorige keer hadden we gelezen dat vanaf 1 april deze weer geopend is. Het vaarseizoen loopt van 1 april tot 1 november. In die periode worden ook alle bruggen en sluizen weer normaal bediend. In de gemeentehaven zien we ook al meer bedrijvigheid van boten dan de vorige keer. Deze keer zijn we als eerste bij de boot maar al gauw zijn de makelaar en de eigenaren er ook. We gaan naar binnen, het is te koud om buiten te blijven. Binnen hadden de eigenaren als welkom een fles wijn voor ons neergezet. De makelaar had als soort overdrachtsritueel voor ons en voor de eigenaren een slagroomtaart met daarop een (eetbaar) plaatje van de boot.

En wij hadden voor de eigenaren een afscheidscadeautje van de Aquamarijn: onderzetters met foto’s van de Aquamarijn. Ze konden dat zeer waarderen. De makelaar vertrok en wij kregen de laatste uitleg van het een en ander. En toen, zwaai zwaai, namen zij afscheid van hun boot.

Tijd om alle spullen uit de auto te halen en op de boot te brengen. De hulp van Mirjam kwam zeker van pas. De kuiptent zat nog op de boot wat prettig was zodat we ook tassen daar nog even konden laten staan. Er stond een koude wind, windkracht 4 a 5. Binnen was de verwarming aan, heerlijk! We waren wel toe aan iets en besloten de taart maar meteen aan te snijden en wat drinken te nemen. Daarvoor moesten we wel vast opzoek naar de borden en bestek, maar dat was snel gevonden.

Terwijl Joost boodschappen ging doen gingen Mirjam en ik een begin maken met spullen uitpakken en kasten inruimen. Maar eerst de bodem van lades en kasten met antiglijmatjes beleggen. Het uitmeten en op maat knippen daarvan was een gezellige bezigheid. Ik voel me al helemaal thuis op deze boot. Het is nog even goed uitzoeken waar wat het handigst opgeborgen kan worden. Als Joost terug is met de boodschappen is het tijd voor thee. Onze fluitketel van weleer die jaren in de kast in de schuur heeft gestaan biedt zijn diensten weer vrolijk fluitend aan.

Joost en Mirjam gaan beiden even plat terwijl ik doorrommel om alles een plekje te geven. Als de anderen weer wakker zijn wordt de van huis meegenomen erwtensoep opgewarmd. Een week geleden hadden Mirjam en ik vegetarische erwtensoep gemaakt, een enorme pan vol, en een deel in de vriezer gestopt. Makkelijk voor nu en we hebben ook het bijpassende weer.

De fluitketel doet weer dienst voor de afwas, want we hebben geen boiler aan boord. Nog even zonder afwasmiddel want die zijn we vergeten. Ondertussen wordt het langzaam donker en doen we de binnenverlichting aan. Ieder lampje moet apart aangedaan worden. Als Joost nog een lamp aandoet, gaat opeens de helft uit. De zekering is blijkbaar gesprongen. Nu had de eigenaresse aan mij uitgelegd waar de zekeringen zaten en hoe de klep daarvoor open moest. De knop leek muurvast te zitten, zelfs met een waterpomptang lukte het niet. De knop leek af te breken, maar tot onze opluchting zat daaronder een schroef die met een inbussleutel open gedraaid kon worden. Laat ik net op het laatste moment ook een inbussleutelset in de geïmproviseerde gereedschapskist gedaan hebben! Klepje open, zekering weer ingedrukt en klepje dicht. Het eerste technische probleem hebben we daadkrachtig opgelost, nu was deze dan wel van de eenvoudigste moeilijkheidsgraad.

Had ik Joost nog uitgelachen toen hij in onze kooi een dutje ging doen en moeite had erin te komen, nu ik ons bed op wilde gaan maken, wist ik ook niet hoe ik erin moest komen. Een opstapje zou handig zijn. Nu maar mijn tas gebruikt.

Wanneer Mirjam en ik nog even de boot afgaan voor een toiletbezoek test Joost de navigatieverlichting van de boot. Tot onze verrassing deed het toplicht het toch (bij de keuring niet), alleen waren blijkbaar de draadjes naar het bedieningspaneel verwisseld met die van het driekleuren toplicht.

Joost installeert zich bij de navigatietafel met zijn laptop om nog een krantje en de link voor de KGK te maken. Voor mij dan weer de schone taak het blog te schrijven. Met koffie en later bier erbij krijg je dan dit resultaat.

Bootnamen

Hoewel we dus eigenlijk nooit van plan waren een boot te kopen had ik ooit wel een naam bedacht: ‘Vooruitzicht’ als een samenstelling van ‘uitzicht’ en ‘voorpret’, twee zaken waar ik van hou en met een toespeling naar ‘wie weet komt het er nog van’.

Maar nu we een boot hebben lijkt ‘Vooruitzicht’ dan juist een vreemde naam. En zoals we al zeiden vinden we de naam ‘Aquamarijn’ erg mooi.

Eerst even over de geschreven en omgeschreven regels van bootnamen.

Het Binnenvaartpolitiereglement schrijft voor dat iedere boot een naam moet hebben die goed leesbaar en onuitwisbaar op de boot geschreven staat. In Nederland is er verder geen registratiesysteem van boten in tegenstelling tot andere landen waar boten net als auto’s ook een kenteken hebben. Verder mag dus officieel iedere naam in tegenstelling tot namen van kinderen waar wel regels aan verbonden zijn.

Er zijn twee ongeschreven regels. Ten eerste dat een boot een vrouwennaam heeft, of in ieder geval geen mannennaam. Dus geen Henk, Piet, Joost of Klaas maar Noor, Ellen (gezien!) of Anna Jacoba. Waarom? Geen idee, maar dingen groeien zo. Als we verwijzen naar de boot spreken we dus altijd van ‘haar’ en niet van ‘zijn’. Het mag wel, want in de van Dale staat dat het woord ‘boot’ M of V is. Maar ik zei al het is een ongeschreven regel.

De tweede ongeschreven regel is: verander nooit de bootnaam want dat brengt ongeluk.

Kortom, de bootnaam blijft: Aquamarijn. Naast mooi is deze naam ook heel toepasselijk. Aquamarijn betekend letterlijk: Zeewater. Ik heb aqua (groenachtigblauw) altijd een mooie kleur gevonden, kies graag wat kleding betreft groenblauwe kleuren. Maar Aquamarijn is ook de naam van een edelsteen met natuurlijk de aqua kleur.

Aan edelstenen worden geneeskrachtige werkingen toegedicht. Aquamarijn zou onbezorgd, ontspannen en vrolijk maken. Het helpt je in de flow te komen en in het moment te leven. Nu sta ik altijd een beetje cynisch tegenover geneeskracht van stenen. Maar ik denk dat onze boot Aquamarijn wel de beloofde werking op ons zal hebben.

Wil je nog een leuk artikel lezen over bootnamen?

https://onzetaal.nl/uploads/editor/1607_bootnamen.pdf

Aquamarijn ter keuring

Het is inmiddels 18 maart en en we zijn weer op weg naar Friesland. We hebben namelijk een paar dagen na de bezichtiging van de Aquamarijn een bod uitgebracht op de boot en deze was aanvaard. In het contract is opgenomen dat er een aankoopkeuring plaats zal vinden met ontbindende voorwaarden als er gebreken van betekenis aan het licht komen. Om 7 uur zijn we vertrokken uit Amsterdam om even na negenen bij de boot aan te komen. Daar staan de twee eigenaren (echtpaar), de makelaar en de keurder (die we zelf ingehuurd hebben) ons op te wachten. Kom, we gaan eerst koffiedrinken, zei de eigenaresse. Zo zaten we even later in de kuip met ons zessen aan de koffie, op net geen 1,5 meter afstand, maar wel in de buitenlucht. Het was meteen een ongekend gezellige start van deze dag. De zeilverhalen gingen over en weer. Zo hoorden wij dat de eigenaren, zeventigers, de boot wel 19 jaar hebben gehad. De vorige eigenaar had een heel nieuw zeilplan voor deze boot gemaakt, maar toen hij dat klaar had, bleek z’n vrouw niet van zeilen te houden en heeft hij de boot verkocht. De huidige eigenaren zijn vanuit het Westen van het land na hun pensioen naar Stavoren verhuisd. Ze hebben inmiddels een sloep gekocht en merkten dat ze steeds minder met de zeilboot weg gingen. Daarom het rationele besluit genomen om de boot te verkopen. Maar dat valt hen nog niet zo makkelijk, ze zijn nog steeds verliefd op de boot zo te zien.

Ondertussen is de keurder bezig alles nauwkeurig na te kijken. Maar dat weerhoudt hem niet om zich te mengen in de gesprekken. En dan blijkt dat de keurder en de eigenaar beiden in Amsterdam West zijn opgegroeid. Rond half 11 wordt de motor gestart om de boot naar de Marina aan de overkant te varen waar de boot met de bootlift uit het water gehaald zal worden voor de inspectie van het onderwaterschip. Beide eigenaren gaan mee, het is per slot van rekening nog hun boot, en hij is de schipper.

De motor start meteen en we gaan varen met ‘onze’ boot. De eigenaar stuurt eenvoudig de boot de box uit, nu was er windkracht 2 en dat maakte het niet erg ingewikkeld. En verder natuurlijk nog geen enkele boot op het water. De boot wordt keurig onder de bootlift gemanoeuvreerd. We gaan van de boot en gaan aanschouwen hoe ‘onze’ boot uit het water komt.

Nadat de boot er weer in ligt gaan we nog een stukje varen om de motor goed te laten draaien, ook even op volle kracht. Joost en ik sturen beiden een poosje en dat voelt erg goed. De eigenaren genieten van ons enthousiasme.

Als we teruggekeerd zijn naar de ligplaats en de laatste checks gedaan zijn gaan we met de eigenaren mee naar hun huis voor nog een koffie. Ze wonen vlak achter de haven en hebben een fantastisch uitzicht op de binnenhaven van Stavoren en de sluis. Ook nu overtreden we de Corona regels. Maar hun huiskamer is groot genoeg om op 1.5 meter van elkaar te zitten. De keurder schrijft zijn rapport af en zegt aangenaam verrast te zijn hoe goed deze boot uit 1980 onderhouden is. Hij heeft geen gebreken van betekenis gevonden en daarmee gaat de koop contractueel door. De eigenaren zijn onder de indruk van het grondige onderzoek (het kost wat, maar dan heb je ook wat) door de keurder en zijn ook blij te horen dat de boot zo goed beoordeeld wordt. De keurder vertrekt en de makelaar komt nog even. Weer nieuwe verhalen. Van een schoolmeester van verschillende dorpsschooltjes die de beoordelingssystemen van leerlingen niet meer leuk vind en een nieuwe weg inslaat door van zijn hobby zeilen een beroep te maken als scheepsmakelaar. Ook horen we nog dat de eigenaars elkaar op wat latere leeftijd hebben ontmoet nadat vorige vriendinnetjes van de eigenaar niet voldeden omdat ze geen plezier in zeilen hadden. Zijn vrouw is inderdaad net zo enthousiast over het zeilen als hij en weet ook overal veel vanaf.

Omdat de koop toch bijna beslecht is krijgen we vast alle extra zeilen mee die bij hen op zolder liggen. Dat is een heleboel, goed dat Joost zoveel ruimte in zijn auto heeft. Op de boot zit als voorzeil nu een high-aspect, een kleiner zeil dan de genua. Zij zeilen alleen nog met deze. In principe is dat zeil meer voor aan de windse koersen en de genua zou het beter doen bij ruimere winden. Daarnaast is er nog een extra stag, een fok en een stormfok. Laatste twee nooit gebruikt. En dan nog een genaker, voor de ruime koersen bij weinig wind. En nog een winterdekzeil, goed voor een overwintering in Scandinavie. Op de boot zit naast elektrische verwarmingselementen voor als je aan de walstroom ligt ook een dieselverwarming waarbij je een heuse schoorsteen op het dek zet. Op de boot ligt nog een windscherm voor rond de kuip, als je lekker in de zon en uit de wind wil zitten. Kortom genoeg elementen om te dromen van allerlei bestemmingen. Sinds we volgers zijn van het vlog: Sailing Uma, gemaakt door een jong Canadees-Haitiaans stel die al 5 jaar de wereld rondzeilen en nu overwinteren in Scandinavie, is dat niet zo moeilijk.

We moeten nog een aantal zaken regelen voor de koop rond is, o.a. de verzekering en de ligplaats. Maar we spreken af dat de overdracht in het Paasweekend op 2 april plaats zal vinden. Op de terugweg meteen langs de haven van Monnickendam gereden waar we uit 5 mogelijke ligplaatsen mogen kiezen. De meeste liggen wel erg aan de rand en dus op de wind. Een plek niet en dat wordt onze keus. Vanaf 1 april kunnen we voor een half jaar onze boot hier neerleggen.

Droomboot

Op zaterdag 23 januari waren we opeens op weg naar Friesland om 2 zeilboten te gaan bezichtigen. Ik grapte in de de auto: droomboot gezocht! Dat zou best een leuk programmaformat zijn. Maar vooralsnog doen we dit zonder camera’s. De reis aar Friesland in deze Coronatijd is al een uitje op zich.

Wat we jaren rationeel hadden afgewezen, konden we nu, mede door de beperkingen door Corona, niet meer weerstaan. De droom was er altijd wel, een eigen zeilboot hebben. Rationeel zeiden we altijd: we hebben maar een paar weken per jaar de tijd om te zeilen en dan is huren een stuk goedkoper. En bovendien als je huurt kan je op vele plaatsen in de wereld zeilen. Afgelopen zomer hoorden we onszelf zeggen: zou toch fijn zijn een eigen zeilboot, nadat we schade hadden aan onze huurboot, mede doordat we deze boot niet goed genoeg kenden toen de storm er vat op kreeg. Het zaadje was blijkbaar geplant en toen we begin januari op zoek gingen naar een huurboot en we niet een geschikte konden vinden ga je vanzelf zoeken tussen de koopboten.

We weten ondertussen, na heel wat huurboten, wel wat we zouden willen. Een goede zeiler, die kan droogvallen, met ophaalbare kiel en bedienbaar vanuit de kuip. De Noordkaper, wat Joost altijd de mooiste boot leek, huurden we vorig jaar maar beviel mij niet. Vanuit de kuip moest ik heel erg op mijn tenen staan om over de tent en kajuit heen te kunnen kijken. Verder is het een zware boot om te hijsen (houten gaffel) en dat kan alleen vanaf de mast. Tijdens het hijsen op klotsbak IJsselmeer schudde deze boot fors heen en weer en hoopte ik steeds maar dat Joost tijdens het hijssen niet de boot afgezeild zou worden.

De boten die we gingen bekijken waren Koopmans. Boten die door door Dick Koopmans ontworpen zijn en die bekend staan als zeer degelijke zeilboten die zeewaardig zijn en ook goede zeilers. Je hebt ze in verschillende uitvoeringen. Wij waren gevallen op een aluminium Koopmans 36 uit 1980 met ophaalbare kiel en een diepgang tussen 1.05 en 2 meter. Op de foto’s van de makelaar viel de gezellige ruime en lichte kajuit op en het goed in de verf en lak staan. De boot lag in Stavoren en de betreffende makelaar had ons aangeraden om ook een stalen Koopmans 32 te gaan bekijken met een diepgang van 1.30. Deze zou makkelijker droogvallen dan de andere, maar heeft dus een vaste diepgang en geen ophaalbare kiel.

We bezochten eerst de 32 die in een een botenloods lag in Workum. De eigenaar wachtte ons daar op. De boot lag tussen allerlei andere boten op schragen en via een een ladder moesten we erop klimmen. En daarna weer via een smalle trap de diepte van de kajuit in. Het was een echte mannenboot. Ongezellig, slecht onderhouden van binnen daarnaast een rommeltje wat elektriciteit betreft. We vonden de boot ook te klein. Je kon er geen gasten bij hebben.

Op naar Stavoren. Daar waren we wat vroeg en andere kijkers waren nog op de boot. Dus maar even een rondje om. Toen we de boot op mochten waren we blij verrast. Alles zag er goed uit, de tent om de kuip, de kuip en vervolgens de kajuit die heel ruim en licht oogt. Alles zat goed in de verf of lak. Het dek was mooi ruim. En vanuit de kuip kon ik goed over de kajuit heenkijken. Eigenlijk waren we sprakeloos, want deze boot voelde heel goed. Nog wat vragen aan de makelaar gesteld voordat we vertrokken. In de auto terug naar huis hebben we (of vooral ik, want ik ben daar goed in) heel vaak verzucht: wat een mooie boot. Zelfs haar naam is mooi: Aquamarijn.

We hadden nog wat dag over en besloten af te slaan naar Bergen om daar een mooie wandeling te maken. Voldaan en rosig kwamen we thuis en ieder begrijpt waar we die nacht van droomden.