Over Ellen

Reisleider, dol op reisgidsen en het puzzelen op reisdoelen. Groot genieter, ook van voorpret. Voorkeur (ook buiten Duitsland) voor Duitstalige reisgidsen wat vaak de taalverwarring vergroot.

Vriend of onbetrouwbare partner? (24 juni 2024, Lundeborg – ankerplaats Thurø Bund)

Schrik niet, ik heb het niet over Joost, maar over de wind. Als zeiler leef je van de wind, maar een tochtplanning doe je op de voorspelling. Gisteren maakten we het plan om weer zuidwaarts te gaan, niet te ver en een ankerbaai op te zoeken omdat er een westenwind zou zijn die alweer snel af zou nemen naar max 2 Bft. Zo’n 11 mijl te varen. Het liep anders met de wind.

Toen ik vanmorgen om half negen de boot uit stapte om wat boodschappen te doen gingen al aardig wat boten op weg.

Wij zijn niet de vroegste vogels. Die proberen vandaag nog wat wind te pakken, denk ik. Het kleine winkeltje dat maar tot 10 uur open is en daarna pas na 15 uur werd door een oudere vrouw bemand. Naast levensmiddelen werd er ook handwerk gemaakt door buurtgenoten verkocht. Dat zie je hier in Denemarken meer. Maar ik wilde vooral broodjes. Hoewel de communicatie niet best verliep begreep ik dat ik voor de gewenste croissants wel een beetje laat was, die waren er niet meer.

Nadat Joost nog wat werk had weggewerkt en we van het ontbijt hadden genoten, maakten we alles klaar om te gaan varen. Buiten bleek de de wind meer dan verwacht maar ook uit een andere richting, nl het zuidoosten ipv uit het westen. Hierdoor moesten we gaan kruisen maar ging dat weer sneller dan verwacht. Het is inmiddels net als in Nederland mooi weer geworden, een paar graden minder, maar voor ons genoeg. Met ook goede vooruitzichten de komende week zijn we zeer tevreden. We zeilen heerlijk en hebben zicht op het mooie Deense landschap.

Dit Zuid-Deense gebied leent zich zeer goed voor niet te lange tochten terwijl er veel bestemmingen zijn. Ver moeten we straks weer. We houden stiekem wel vast de lange termijn weersverwachting in de gaten. Mocht er zich een weergat voordoen terwijl daarna lang slecht weer voorspeld wordt kunnen we ook weer snel vanuit hier de terugtocht inzetten.

Na 4 uur zeilen we de ankerbaai binnen waar al heel wat boten liggen. Maar er is ruimte zat.
er ligt ook een vreemd bootje. Na Oerol weet ik niet zo goed meer wat echt en wat kunst is.

Er staat nog steeds aardig wind, maar ons anker houdt prima. En wat doe je dan de rest van de dag op een paar vierkante meter? Van het zonnetje genieten, een boek lezen, een puzzeltje

en eindelijk het bier opdrinken die Joost gekregen had van Lukas zijn voetbalteam als dank voor een jaar scheidsrechten.

s Avonds gaat de wind liggen en genieten we nog lang van de zon en de schemering. Joost speelt gitaar.


We hebben het goed, heel goed en die onbetrouwbare wind nemen we op de koop toe!

Aerø: het Deense Terschelling?

Wat houdt je meer uit de slaap: gepiep of klabam? Nadat Joost het eerste had opgelost, hoorden we vooral het tweede. We dachten eerst ook nog dat het de fenders waren dus die gingen omhoog omdat je in een box niet tegen een andere boot aanligt. De laatste keer ging Joost in slaaptenue op blote voeten door de regen over het dek en gleed bij binnenkomst uit van het trappetje, met gevolg een flinke bult op zijn scheenbeen. Hij dook met pijn z’n bed in maar sliep ondanks alles toch zo in. Daar lag ik dus wakker met klabam, klabam enz. Dus ging ik maar naar buiten in de regen. De helmstok die Joost had vastgezet vanwege het gepiep heb ik weer losgemaakt. Het klabam was nauwelijks meer te horen en er was weer gepiep, hoera. Maar het leek me in ieder geval ook beter voor het roer. Ik ben in ieder geval daarna ook zo in slaap gevallen, dus geef mij maar gepiep.

De wind was de volgende ochtend gedraaid naar het westen en omdat we aan die kant buren hadden lagen we meer beschut en was er weinig lawaai. De wind was nog steeds kracht 5. Te fors vonden we om hier weg te gaan en om in een andere onbekende haven aan te leggen. De depressie die gisteren onze kant op kwam zette nog flink door. Pas morgen wordt de wind wat minder.

In de middag heb ik een fiets gehuurd in de haven en heeft Joost zijn vouwfiets uit de boot gehaald.

Ondanks de harde wind wagen we het erop. Het blijft droog en het is wel leuk om wat van het eiland te zien. Wat betreft oppervlakte lijkt dit eiland wel op Terschelling als je de Boschplaat niet meerekent. Ze hebben hier ook een cultureel festival maar dan in juli. Er zijn veel fietspaden of kleine rustige weggetjes. Ook onverharde fietspaden dus we zijn blij dat het niet al heel lang droog is. Er is weinig autoverkeer. Maar hoewel er veel fietsverhuur is komen we weinig fietsers tegen. Dat is wel heel anders dan op Terschelling. Het is hier duidelijk nog voorseizoen. In de haven liggen wel veel Duitsers, maar voor hen is het een weekendbestemming denken wij.

Het landschap is natuurlijk heel anders dan op Terschelling. Het is een glooiend landschap met veel akkerbouw en overal goed onderhouden huizen en boerderijen. Ook dit eiland heeft zoals op andere plekken in Denemarken en Engeland z’n krijtrotsen.

Dat is de eerste bestemming waar we heen fietsen. We zien het al fietsend in de verte liggen. We hebben forse tegenwind en moeten ook regelmatig wat klimmen.

We kregen overigens een plattegrond mee voor het jaar 2024 en 2025. Vorig jaar heeft de oktoberstorm hier enorm huis gehouden. Stukken kust zijn weggeslagen en daarmee ook fiets en wandelroutes. Er zijn omleidingen gemaakt en daarbij een kloppende kaart. Na die twee jaar geldt weer de oude kaart wordt er al gezegd. Dus alles wordt in oude staat hersteld.

Alles hier dus top geregeld. Niet voor niets zijn de Denen de gelukkigste mensen van de wereld. Wat mij wel aanstaat is dat er overal openbare wc’s zijn, ook langs de fietsroute en deze staan dan ook op de kaart aangegeven. En picknicktafels, overal!

Dus ergens bij het strand eten we onze broodjes op en bij de krijtrotsen boven ga ik een tijdje liggen.

Bij de krijtrotsen zijn mooie wandelwegen, maar we houden het vandaag bij fietsen. Hier ga ik even liggen om uit te rusten. We zien zeilbootjes gaan beneden. En we zien dat het mooie weer onze kant op komt. We fietsen naar Aerøskøbing, we zijn er 8 jaar eerder geweest en hebben daar toen geankerd en in een heerlijk restaurant gegeten. Nu zijn we wel aan drinken toe en tegen de hongerklap nemen we rabarbertaart. Zo, die was lekker!

Het laatste stuk terug naar Marstal hebben we heerlijk de wind in de rug en fietsen we een lang stuk langs de noordelijke kust. Het is nu echt zonnig geworden. In Marstal fietsen we recht op de supermarkt af voor nog wat scheepsbevoorrading.

We hebben bijna 40 kilometer gefietst waar we zeer tevreden over zijn. Ons beider conditie gaat weer vooruit! Mijn fiets weer ingeleverd en Joost zijn fiets weer aan boord gebracht. We kunnen nog net buiten in de kuip eten voor het te koud wordt.

De zon die lager staat werpt een mooi licht op de gekleurde strandhuisje op het strand achter de haven. Daarvan zijn er ook een heleboel weggeslagen door de oktoberstorm.

Zomer? (20 juni 2024, Laboe – Marstal (Denemarken))

Morgen begint de meteorologische zomer. Vanochtend werd ik wakker met een fel blauwe hemel boven mij. Het lukt niet om nog lang in bed te blijven. Joost slaapt nog. Ik besluit vast boodschappen te gaan doen, zo’n 20 minuten heen en terug lopen. Ook in zo’n enorm toeristische badplaats is er geen winkel meer in de buurt van het strand of de havens. Buiten loopt iedereen opeens in korte broek. Ik vind het toch nog fris en ben blij met mijn trui en lange broek. Maar de vakantiesfeer is wel gezet!

Ik moet een villawijk door en een heuvel op om bij de Edeka te komen. Op de terugweg neem ik een andere weg en kom eindelijk eens langs de molen die we vaker uit de verte hebben gezien, een kenmerk voor Laboe.

Joost is al zijn bed uit als ik terugkom op de boot.  We ontbijten buiten, lekker rustig aan. Met heerlijke verse aardbeien die onderweg op een of andere manier flinke vlekken in mijn bijna witte broek hebben gegeven. In een opwelling stop ik de broek in het overgebleven afwaswater van het ontbijt. De vlekken verdwijnen tot mijn verbazing als sneeuw voor de zon. Complimenten voor Marcels greensoap.

Wanneer we de koffie op hebben is het al 12 uur. Ja, de vakantie is nu echt begonnen. Geen haast, geen schema’s meer. En dat het weer meteen zo lekker is helpt helemaal. Als we wegvaren zien we Laboe zo in de zon liggen als we nog nooit hebben gezien tijdens onze eerdere vakantie’s.

Na het hijsen van de zeilen verbaas ik me over een belletje dat ik hoor. Het geluid blijkt uit de boei te komen. Joost weet te vertellen dat dat is voor als het erg mist. Dan hoor je tenminste waar de boei is.

Vandaag is er een westenwind voorspel die zwak is. We willen vandaag graag naar het noorden, naar Marstal op het Deense eiland Aerö, 24 mijl van ons verwijderd. Dat klinkt niet ver. De wind blijkt echter nogal te zwabberen en daarmee onze koers, en uit het westen komt hij niet, dan weer noordwest en dan weer noordoost. Maar we zeilen heerlijk en genieten van de rust. Zo een boek willen lezen of een puzzeltje maken, wie wil dat nou niet.

Over de marifoon horen we dat de schietoefeningen op het verboden deel van het vaarwater aan stuurboord van ons beëindigd zijn. We zien twee marineboten varen. Ze zijn op AIS gewoon herkenbaar als NATO warschips. 

Tegen zes uur moet toch de motor aan. We gaan anders niet voor donker binnen komen. En het laatste stukje is een betonde vaargeul waarnaast het erg ondiep is. We laten het grootzeil staan en moeten weer een kegel ophangen ten teken dat we nu gezien moeten worden als een motorboot. Dit ivm de voorrangsregels. Maar we zien in de verste verte geen boten meer. De meeste mensen willen blijkbaar toch voor zes uur binnen zijn.

Ook strijken we de Duitse gastenvlag en hijsen we de Deense. We vragen ons af waarom de Duitse groter is.

Ik ga koken en we eten ook nog steeds in het zonnetje. Joost heeft bijna de afwas gedaan als we opgeroepen worden via de marifoon. Een zeilboot heeft motorpech en door de weggevallen wind kunnen ze geen kant meer op, of we ze kunnen slepen. We zien ze inderdaad in de verte liggen.

Dat gaan we natuurlijk doen. Het blijken twee duitse mannen te zijn. We varen langszij en pikken een lijn van hen op en bevestigen die aan onze spiegel. We zijn dan 1.5 mijl van de vaargeul verwijderd.

Ondertussen denken we na over hoe we de haven in moeten varen. Dan kan je beter, zoals we ook gezien hebben bij de KNRM, de te slepen boot langszij vastknopen. Joost overlegt per marifoon hierover. Ze zullen ook nog even de havenmeester proberen te bellen voor hulp. Deze blijkt niet thuis te geven. Vlak voor de haveningang haalt Joost de lijn met de andere boot aan en wordt de boot langszij vastgeknoopt. Ik zeg nog, wat fijn dat er helemaal geen wind is. Daarop zegt een van de mannen: “dan hadden we wel naar de haven gezeild”. Gelukkig is deze haven heel ruim en is er aan de kade een hele ruime plek vrij. We kunnen daardoor de boot bijna tegen de kant leggen. Op de boot die er achter ligt wordt door twee oudere zeilers heel angstig gekeken in plaats van handen uitgestoken. Maar alles loopt gesmeerd. Ze liggen, wij knopen los en varen verder naar een plek aan het eind van de haven.

Joost had gelezen dat je daar heel mooi kan liggen. Lekker rustig en mooi uitzicht. Dat blijkt zo te zijn. De boxen zijn er echter heel groot zodat het wel even duurt voor we de lijnen om de palen hebben gekregen. De duitse mannen komen langs om als bedankje ons een fles wijn te geven. We nodigen ze even uit op onze boot en vertellen elkaar de reisverhalen. Als ik zeg dat we tenminste weer een avontuur beleefd hebben beginnen ze te lachen. Ze hebben wat te vaak avonturen beleefd!

We liggen echt idyllisch! Hier zie je wat ik zo mooi vind aan Scandinavië. De schemer duurt veel langer, de avonden zijn schitterend, zeker als het windstil is. Morgen blijven we hier een dag.

Oh, en wat betreft Midzomernacht: ik dacht altijd dat dat van 20 op 21 juni was. Maar ik lees dat de midzomer in Denemarken gevierd wordt op 23 juni. Zij vieren het met feestelijke vuren op het strand waarbij heksenpoppen worden verbrand. We gaan het wel zien wanneer dat gebeurd. 

Nachtwacht (17 en 18 juni 2024, Terschelling – Brunsbütel, 168 mijl)

Hoe ben ik hier zo verzeild geraakt, kan ik me opeens afvragen, nu ik voor het eerst de nachtwacht hou tijdens onze zeiltocht richting de Oostzee. Ik heb eens een spannend boek gelezen over een vrouw die opeens ontwaakt alleen op een zeilboot midden op zee met vreselijke hoofdpijn. Ze weet niet hoe ze daar gekomen is. Maar ja, ik weet dat natuurlijk wel, 37 jaar geleden tegen Joost aangelopen en van het een kwam het ander. 

De zon is onder gegaan,

de maan is op,

het is in het westen nog aardig licht maar voor me in het oosten tekent zich al een zwart gat af. Joost is om half elf zijn kooi ingekropen. Niet voordat hij nog even het Duitse gastenvlaggetje heeft gehesen.

Hij slaapt altijd makkelijk in, ook op dit soort tijden en ik heb daar meer moeite mee. Vandaar dat hij begint met slapen. Om half twee staat zijn wekker en komt hij mij aflossen. Daarna mag ik 3 uur slapen. Daarna misschien nog zo’n rondje. We zitten ter hoogte van Borkum, de vuurtoren is goed te zien.

En nu moet ik me naast het opletten ergens mee vermaken. Vandaar dat ik aan het blog begonnen ben. Daarvoor heb ik een half uur nadat Joost naar bed was gegaan de Genua gestreken en de motor gestart. We voeren te langzaam door te weinig wind. Nu gaan we 1,5 knoop harder. Jammer van de ervaring van zeilen door de nacht. Maar wie weet trekt de wind later wel weer aan. 

We zijn vanochtend om half 10 vertrokken van Terschelling.

Eerst hebben we om het zeegat uit te komen een lang stuk tegen de wind in moeten motoren. Het was windkracht 4 a 5. Er waren in het zeegat flinke golven terwijl het verder op zee heel erg meeviel. Toen we onze koers konden verleggen naar het oosten hebben we de zeilen gehesen en gingen we toen we eenmaal stroom mee hadden zo’n 7 knopen. De zon scheen uitbundig en dit is ook een warme koers. Geen enkel teken meer van de regen en te harde wind van de afgelopen dagen.

In twee dagen willen we het begin van het Kieler kanaal bereiken bij Brünsbütel, in de beruchte Duitse bocht. Wanneer het hard waait uit het westen stuwen de wind en stroming het water hier flink op met gevaarlijke zeeën. Hier moet je dan wegblijven. Je moet dit dus doen tijdens een gunstig moment, een weergat genoemd. Komende twee dagen is daar sprake van en daarna gaat het hier weer harder waaien.

Er is nog een planningsprobleem waar we mee te maken hebben. Het Kieler kanaal begint bij de Elbe monding en daar staat een forse getijdestroming waar je niet tegenin moet proberen te varen. Je moet dus aankomen bij laag water om van de vloedstroom te profiteren.

Oeps, even opletten, er komt een licht mijn kant op. Ik zie een stoomlicht en een rood licht. Een motorende zeilboot die mij passeert. Heeft blijkbaar geen AIS, want ik had hem niet op de kaart gespot. 

We hebben dus een rekensom moeten maken hoe laat we daar aan moeten komen om te weten wanneer te vertrekken. Daarnaast maken we ook gebruik van de tips uit de zeilwijzer: de Oostzee. Belangrijk is nu natuurlijk dat je ook vaart blijft houden anders kom je te laat bij de Elbemonding. 

We hebben tot nog toe een hele relaxte tocht. Met deze wind en windrichting is zeilen vrij ontspannen en kan ik heerlijk een boek lezen. Joost is steeds wat meer bezig met het zeilen. Omdat we voor de wind gaan is er steeds gevaar van een gijp. In die zin is voor de wind eigenlijk niet helemaal wat het gezegde doet geloven. Uiteindelijk heeft hij een lijntje (bullet talie) gespannen tussen het grootzeil naar voren op de boot zodat dit het gijpen voorkomt. 

Ik heb even mijn koers 10 graden naar bakboord. Recht voor me zie ik twee lichten een eindje uit elkaar. Ik kan niet thuisbrengen hoe ver verwijderd het wan me is, hoe verweg of wat het is. Op de kaart zie ik ook niets behalve een boot met een kruis erdoor ten teken dat deze een signaal daar heeft uitgezonden, maar nu niet meer. Is daar iemand voor anker gaan liggen, of varen daar vissersboten? Dat laatste lijkt mij niet want ik zie geen navigatielichten. Na een hele tijd turen kom ik tot de conclusie dat het toch vissersboten zijn die wel op de AIS te zien zijn, maar veel verder weg dan ik dacht. 

Ik hou mijn koers maar even zo. In de verte knippert het licht neem ik aan van een noordkardinaal die ik ten noorden moet passeren. Dat lukt zo mooi. Alles onder controle, ik kan even naar binnen om een kopje thee te zetten en dan mag ik er een pannenkoek bij. Beloning voor 2 uur wacht draaien!

De hele dag zijn we geen boot tegengekomen op een ankerend vrachtschip na en nu heb ik het razend druk met zien te onderscheiden wat ik zie. Wat denk je als dit opeens achter je opdoemt?

Een vrachtschip, leek mijn kant op te komen, toch niet, maar lijkt wel gewoon onze uitgezette route te volgen en niet de shipping lane. En tegelijk aan de andere kant dit:

  Ik zag 3 witte lichten, de groene zag ik niet. Vanwege de lange sluitertijd kan je mooi de golfbeweging zien door het water. Het groene licht is een navigatielamp zodat ik weet dat deze boot mij met zijn stuurboordkant passeert. Het is een sleepboot weet Joost me later te vertellen.

Het laatste half uur valt me zwaar en ik ben blij als Joost zijn kooi uitkomt. Een korte overdracht en dan duik ik m’n bed in. Ik slaap onrustig en ben tegen vijf uur vanzelf klaarwakker voor de volgende wacht. Joost vertelt dat het om 3 uur al licht was en dat hij Nordeney heel goed kon zien met straat verlichting en al. Maar nu is er de echte zonsopkomst, nou ja, hij komt op uit een wolk.

Met de zon komt ook de wind en ik trek de Genua uit. Zo zeilen we gedurende 2 uur heerlijk. Het is wel veel kouder dan eerder vannacht. Ik trek zelfs handschoenen aan. Ik vermaak me met een sudoku. De tijd gaat deze keer heel snel. Ik moet na 2 uur de motor starten vanwege geen wind meer. En dan komt Joost weer eruit die heerlijk geslapen heeft. Hij mag de oversteek van het Jade en Wesergebied in goede banen leiden. Het blijkt daar niet druk. Ik slaap 2 uur en kom om 10 uur eruit. Het water is vlak, geen wind, de zon heeft alles inmiddels opgewarmd. Hoewel we de eerste betonning van de Elbe vaarweg hebben bereikt is het hier rondom nog enorm weids.

We hebben echter toch een rekenfout gemaakt. We zijn een paar uur te vroeg of te laat van welke kant je het bekijkt. Als er later een noordenwind opsteekt (en de zon verdwijnt) zeilen we verder op de genua tegen de stroom in waarmee we onze tocht vertragen. Misschien wat te veel, want als we de vloedstroom mee krijgen is deze nog lang niet zo sterk als we hadden gedacht uit de stroomgegevens op de kaart. Dan maar weer de turbo aan. 

We naderen Cuxhaven een badplaats aan de zuidoever van de Elbe. Heel bijzonder om te zien. Je denkt: wat staan er een gekleurde koeien op de dijk, maar ook daar zetten ze strandstoelen.

Voor campers is Cuxhaven blijkbaar een bezienswaardigheid.

Cuxhaven heeft een grote jachthaven waar vaak nederlandse jachten een weergat afwachten om weer terug te varen naar Nederland. Grote kans dat wij daar nog komen op de terugweg, dus varen wij de laatste 20 mijl door naar de sluis voor de ingang van het Kieler kanaal. Ondertussen warmen we eten op. We varen netjes buiten de vaargeul die bestemd is voor het grote scheepvaartverkeer. We worden opgeroepen door de havenmeester van Cuxhaven om ons te waarschuwen voor een ondiepte juist buiten de vaargeul. Fijn dat ze meekijken!  Over de Elbe wordt heel wat vervoerd.

We lezen ons nog even in op de aanloop en de gebruiken bij de sluis. Ze hebben daar in de sluis een drijvende steiger. Makkelijk omdat je gewoon de boot daaraan vast kan knopen. We worden gewaarschuwd voor gladde steigers. Bij de sluis aangekomen blijken er al twee andere boten te wachten voor een opening. 

Maar al heel snel gaat het witte licht knipperen als teken dat we de sluis in mogen varen. Het aanleggen valt mee, hoewel het me niet lukt met onze mooie hookandmoore stok. Joost gaat van boord om de lijnen door de ringen te halen. Nog even een keer oefenen met die stok.

De overbuurschipper in de sluis maakt een mooie foto van ons met het avondrood als achtergrond. Later noemt hij zijn emailadres zouden we kunnen contacten voor de foto. Het duurt niet lang of de sluisdeuren gaan weer open. Meteen om de hoek ligt een klein haventje waar we langszij een andere boot gaan. Op het Kieler kanaal mag je ‘s nachts niet varen. We hebben ook geen ambities. Het is half elf en we snakken naar ons bed. De boot waar we langszij liggen vertrekt morgen om 6 uur.  Een echt lange nacht wordt het dus niet, maar wel een van hele diepe slaap.

Oerol 5 (15 juni 2024, Terschelling)

We hebben geen kaartjes meer voor een Oerol voorstelling maar er is ook straattheater waar je zo heen kan zonder kaartje. Vanmiddag is er acrobatiek in West Terschelling. Maar we worden wakker met regen en de wind trekt ook behoorlijk aan. Ik haal in de haven genoeg broodjes zodat we een deel van de dag doorkomen zonder er echt uit te hoeven. Genoeg drukke dagen gehad, dus we zitten lekker binnen. De ochtend verloopt relaxt op een bedrijfsongevalletje na. De schipper heeft binnen al zijn pet opgezet en dan zie je als je naar buiten loopt niet dat het luik dicht zit. Een flinke bloedende hoofdwond tot gevolg. Gelukkig zijn er wel twee zogenaamde BHV’ers aan boord.

In de middag klaart het op en gaan we vol goede moed naar het centrum van West Terschelling. Op het plein bij de Brandaris staat er al een menigte in eeen cirkel in afwachting van de Franse acrobaten van Compagnie XY. Opeens zijn een paar de crikel binnnegdrongen en manen ze iedereen op de grond te gaan zitten. Zo kunnen inderdaad veel meer mensen het zien. Wij zitten opeens heerlijk in het zonnetje.

De voorstelling gaat over je laten dragen en het publiek is soms ook de klos. Loslaten en vertrouwen, niet zo makkelijk! Het publiek is enthousiast maar de 18 acrobaten genieten er ook zichtbaar van. Erg leuk allemaal.

Tussendoor wat spatten gehad, bij het einde barst er een bui los. Het applaus wordt bijna door de bui gesmoord. We duiken de Spar in voor wat boodschappen en gaan dan gauw weer even naar de boot. Een uur later gaan we weer op weg voor het restaurant dat we hebben gereserveerd. Met wind en regen tegen bereiken we het warme restaurant aan het plein waar we eerder nog heerlijk in het zonnetje zaten.

In de avond trekt de wind nog meer aan. Dat voelt in de haven best intimiderend: waag het niet je op zee te wagen. Nora en Eric waagden het wel om nog even bij ons langs te komen. Ze zitten wel nu met weer een groep mensen in een vakantiehuis hier in de buurt.

Wanneer ze weggaan zien we dat onze vlag op half elf hangt. De harde wind heeft gezorgd dat de ophanglus stukgetrokken is. Werk aan de winkel. Maar eerst naar bed.