Over Ellen

Reisleider, dol op reisgidsen en het puzzelen op reisdoelen. Groot genieter, ook van voorpret. Voorkeur (ook buiten Duitsland) voor Duitstalige reisgidsen wat vaak de taalverwarring vergroot.

Spooky and Speedy (28 juni 2024 Rendsburg – Cuxhaven)

Om acht uur zou de havenmeester in zijn kantoortje zijn en we werden om acht uur precies wakker. Slapen doen we hier heel goed, blijkbaar met ingebouwde wekker. De wekker die we zetten, zetten we steeds een uur te laat op een of andere manier. De havenmeester was er en we konden inderdaad tanken. Prima service in dit kleine haventje met toiletgebouw waar zelfs een ontmoetingsruimte was met een beeldscherm. In Duitsland wordt openbaar voetbal gekeken, in Denemarken hebben we dat niet gezien.

Maar wij moesten door, dus voeren we om 9 uur weg, het kanaal weer op. Het was flink gaan waaien en we hadden de wind pal tegen. Maar er scheen een zonnetje en de wind was niet meer koud. Zo was het een heel relaxt tochtje waarbij ik weer eens lekker in mijn boek kon duiken. Maar ook om me heen kijken. Veel zwanen langs de kant en in de lucht zag ik een roofvogel.

En weer dezelfde bruggen. Hoe zet je ze nu weer eens op de foto.

We komen veel meer zeilboten tegen, we halen ze in of ze komen van de andere kant. Die kunnen lekker een zeiltje erbij opsteken en gaan dan lekker hard.

We bereiken rond 3 uur de sluis. Alweer kunnen we er snel in achter twee andere zeilboten. In de sluis moesten we met flinke wind aanleggen. Dat viel niet mee. De handige Hookandmoore stok waarmee je een lijn door een ring kan halen bood me nu geen hulp, oftewel: ik was te onhandig bezig. De schipper van een andere zeilboot kwam wel te hulp.

Half vier varen we de sluis uit. En toen kwamen de golven wel even koud op ons dak. Er stond een windje kracht 5 tegen en de stroming ook tegen. Dat hobbelde fors. We hadden besloten nog door te varen naar Cuxhaven (wat we nu varen hoeft morgen niet) en wisten dat we stroom tegen zouden krijgen. Dat viel meer tegen dan verwacht. Terwijl de boot geheel onder het zoute water werd gedoopt bleef Joost monter buiten doorsturen, steeds een golf water vermijdend. Ik verzorgde wel zijn innerlijke mens vanuit de kajuit. Van binnenuit ziet het zoute water er zo uit.

In Cuxhaven vinden we een veilige en ruime haven, waar we ondanks de harde wind goed weten aan te leggen. Het is acht uur geweest en gaan op stap om de supermarkt die om 9 uur sluit te vinden. Buiten de haven komen we meteen op een wat spooky industrieterrein met een verlaten stationsgebouw en rails en opslaggebouwen.

Dat komt natuurlijk ook doordat ik te veel thrillers lees waarin dit soort terreinen vaak plaats van delict zijn. Voor de kortste weg naar de supermarkt zouden we eigenlijk dwars door het stationsgebouw willen. Joost ziet ergens een zijdeur naast een hek, aan de andere kant van het spoor. De deur blijkt open. Dat scheelt weer.

Toch moeten we nog flink doorlopen om de supermarkt open te treffen. Daarna willen we eigenlijk ook nog ergens eten. We zagen al veel restaurantjes waar nog gegeten werd. De keuken bij de Italiaan waar het zo heerlijk rook was niet meer open, bij het steakrestaurant nog wel. Ze maken geen haast, geeft niet, wij zitten even lekker. Ze hebben ook lekker alcoholvrij bier in grote hoeveelheden.

Na ruim een uur staan we weer buiten, en lopen terug door het bijzondere Cuxhaven. Stad en havengebied lopen door elkaar. Oud en nieuwbouw ook. Het is een kruising tussen Rotterdam en havengebied Amsterdam Noord. De deur naar het station is gelukkig nog open en ons haventerrein ook.

We hebben de paar uur aan wal goed besteed en nu hebben we het blog ook nog af! Morgen geen blog want dan blijven we op zee.

Grieks (26 juni 2024, Faaburg – Søby (Ærø))

We vertrekken vandaag op tijd. We willen niet weer naast een havenplek vissen. Het is erg mooi weer en de Denen blijken hun boot ook weer gevonden te hebben. Ons doel is opnieuw het eiland Ærø, maar dan Noordelijker nl de havenplaats Søby. We lazen dat je van daaruit mooi naar de vuurtoren op het noordelijkste punt kon fietsen. Niet een lange tocht, mooi voor een avondje.

Er staat niet veel wind maar genoeg om te zeilen. We glijden door het water. Het is heel helder en we kunnen nog lang de mooie toren van Faaborg zien.

We varen langs een landtong van Funen. Krijtrotsen of afgekalfd land?

Het eiland waar we gisteren heen wilden laten links liggen. Een te dichtbij doel. We zien een paar keer bruinvissen zwemmen. Een keer lukt het Joost om in ieder geval een vin op de foto te zetten.

De vuurtoren van Ærø zien we ook al van verre liggen. Is hij grijs of lijkt dat maar zo. Een foto met de telelens laat zien dat dit niet de meest verrassende vuurtoren is die er bestaat. Vreemd genoeg hebben we er hier nog niet veel gezien.

We naderen de haven maar moeten eerst opzij voor de Veerboot die uit de haven vertrekt. Tja, die eisen altijd voorrang op. Bijdehante types! Blijkt ze Ellen te heten!

In de haven vinden we een box, waar we niet zo makkelijk in kunnen komen. Het lukt allemaal wel, maar je denkt wel, havens zijn er blijkbaar niet om het schippers makkelijk te maken. Er staat ook nergens aangegeven voor welke maat boot de boxen zijn. Het is inmiddels half 3 en we hebben nog niet geluncht. We gaan naar het haven restaurant. Meer een veredelde snackbar die ze hier veel hebben. Geen slecht eten als je eiwitten en koolhydraten wil tanken. Natuurlijk weten de meeuwen dat ook. Een is zo brutaal dat hij Joost zowat aanvalt voor zijn eten.

We zitten wel mooi met uitzicht op de haven waar steeds wel wat te zien is. Boten komen en gaan. Soms echt oude mensen die nog uit kleine bootjes kruipen.

Joost gaat boodschappen doen bij de naastgelegen winkel en ik ga ondertussen een was proberen te doen. Hier is helaas een ouderwets systeem met een automaat waar 10 kronen stukken in moeten. We hebben toevallig 20 kronen muntstukken. Bij het restaurant krijg ik er drie gewisseld. Eén was zit er vast in.

ik ga op zoek naar een fietsverhuur. Eerder las ik dat die overal op het eiland zijn. Na een half uurtje rondlopen blijkt dat hier dus niet te zijn. Geen fietstochtje dus naar de vuurtoren vanavond, helaas. Moeten we dan toch een 2e vouwfiets meenemen?

We blijven druk met de was. Te kort aan munten en een keer een machine niet goed gestart. De havenmeester die hier nog ouderwets langs komt begin van de avond wil ons niet meer dan 3 10 kronenmunten geven. Alleen als hij na zijn ronde nog munten over heeft, want iedereen wil die. Tja, als overal 10 kronen munten in moet, ook in de douche, dan wil iedereen die hebben! Maar dan moet hij ook heel veel hebben, lijkt me. Daar wachten we niet op. Ik kan nog munten in het restaurant wisselen.

Gezien de eiwit en koolhydraatrijke lunch maak een voor het avondeten een Griekse salade. Het weer is er ook helemaal naar. En het gedoe op de steigers met rondom ons Charter boten met Duitsers en flottieljeleiders doet er allemaal erg aan denken. Wij zijn blij dat we helemaal op onszelf zijn. We moeten dan ook weer zelf de tochtplanning doen. Zoals de weersvooruitzichten eruit zien, met weer veel Westweer, gaan we morgen proberen het Kieler kanaal te bereiken.

Maar nu genieten we nog even van de rode lucht.

Vriend of onbetrouwbare partner? (24 juni 2024, Lundeborg – ankerplaats Thurø Bund)

Schrik niet, ik heb het niet over Joost, maar over de wind. Als zeiler leef je van de wind, maar een tochtplanning doe je op de voorspelling. Gisteren maakten we het plan om weer zuidwaarts te gaan, niet te ver en een ankerbaai op te zoeken omdat er een westenwind zou zijn die alweer snel af zou nemen naar max 2 Bft. Zo’n 11 mijl te varen. Het liep anders met de wind.

Toen ik vanmorgen om half negen de boot uit stapte om wat boodschappen te doen gingen al aardig wat boten op weg.

Wij zijn niet de vroegste vogels. Die proberen vandaag nog wat wind te pakken, denk ik. Het kleine winkeltje dat maar tot 10 uur open is en daarna pas na 15 uur werd door een oudere vrouw bemand. Naast levensmiddelen werd er ook handwerk gemaakt door buurtgenoten verkocht. Dat zie je hier in Denemarken meer. Maar ik wilde vooral broodjes. Hoewel de communicatie niet best verliep begreep ik dat ik voor de gewenste croissants wel een beetje laat was, die waren er niet meer.

Nadat Joost nog wat werk had weggewerkt en we van het ontbijt hadden genoten, maakten we alles klaar om te gaan varen. Buiten bleek de de wind meer dan verwacht maar ook uit een andere richting, nl het zuidoosten ipv uit het westen. Hierdoor moesten we gaan kruisen maar ging dat weer sneller dan verwacht. Het is inmiddels net als in Nederland mooi weer geworden, een paar graden minder, maar voor ons genoeg. Met ook goede vooruitzichten de komende week zijn we zeer tevreden. We zeilen heerlijk en hebben zicht op het mooie Deense landschap.

Dit Zuid-Deense gebied leent zich zeer goed voor niet te lange tochten terwijl er veel bestemmingen zijn. Ver moeten we straks weer. We houden stiekem wel vast de lange termijn weersverwachting in de gaten. Mocht er zich een weergat voordoen terwijl daarna lang slecht weer voorspeld wordt kunnen we ook weer snel vanuit hier de terugtocht inzetten.

Na 4 uur zeilen we de ankerbaai binnen waar al heel wat boten liggen. Maar er is ruimte zat.
er ligt ook een vreemd bootje. Na Oerol weet ik niet zo goed meer wat echt en wat kunst is.

Er staat nog steeds aardig wind, maar ons anker houdt prima. En wat doe je dan de rest van de dag op een paar vierkante meter? Van het zonnetje genieten, een boek lezen, een puzzeltje

en eindelijk het bier opdrinken die Joost gekregen had van Lukas zijn voetbalteam als dank voor een jaar scheidsrechten.

s Avonds gaat de wind liggen en genieten we nog lang van de zon en de schemering. Joost speelt gitaar.


We hebben het goed, heel goed en die onbetrouwbare wind nemen we op de koop toe!

Aerø: het Deense Terschelling?

Wat houdt je meer uit de slaap: gepiep of klabam? Nadat Joost het eerste had opgelost, hoorden we vooral het tweede. We dachten eerst ook nog dat het de fenders waren dus die gingen omhoog omdat je in een box niet tegen een andere boot aanligt. De laatste keer ging Joost in slaaptenue op blote voeten door de regen over het dek en gleed bij binnenkomst uit van het trappetje, met gevolg een flinke bult op zijn scheenbeen. Hij dook met pijn z’n bed in maar sliep ondanks alles toch zo in. Daar lag ik dus wakker met klabam, klabam enz. Dus ging ik maar naar buiten in de regen. De helmstok die Joost had vastgezet vanwege het gepiep heb ik weer losgemaakt. Het klabam was nauwelijks meer te horen en er was weer gepiep, hoera. Maar het leek me in ieder geval ook beter voor het roer. Ik ben in ieder geval daarna ook zo in slaap gevallen, dus geef mij maar gepiep.

De wind was de volgende ochtend gedraaid naar het westen en omdat we aan die kant buren hadden lagen we meer beschut en was er weinig lawaai. De wind was nog steeds kracht 5. Te fors vonden we om hier weg te gaan en om in een andere onbekende haven aan te leggen. De depressie die gisteren onze kant op kwam zette nog flink door. Pas morgen wordt de wind wat minder.

In de middag heb ik een fiets gehuurd in de haven en heeft Joost zijn vouwfiets uit de boot gehaald.

Ondanks de harde wind wagen we het erop. Het blijft droog en het is wel leuk om wat van het eiland te zien. Wat betreft oppervlakte lijkt dit eiland wel op Terschelling als je de Boschplaat niet meerekent. Ze hebben hier ook een cultureel festival maar dan in juli. Er zijn veel fietspaden of kleine rustige weggetjes. Ook onverharde fietspaden dus we zijn blij dat het niet al heel lang droog is. Er is weinig autoverkeer. Maar hoewel er veel fietsverhuur is komen we weinig fietsers tegen. Dat is wel heel anders dan op Terschelling. Het is hier duidelijk nog voorseizoen. In de haven liggen wel veel Duitsers, maar voor hen is het een weekendbestemming denken wij.

Het landschap is natuurlijk heel anders dan op Terschelling. Het is een glooiend landschap met veel akkerbouw en overal goed onderhouden huizen en boerderijen. Ook dit eiland heeft zoals op andere plekken in Denemarken en Engeland z’n krijtrotsen.

Dat is de eerste bestemming waar we heen fietsen. We zien het al fietsend in de verte liggen. We hebben forse tegenwind en moeten ook regelmatig wat klimmen.

We kregen overigens een plattegrond mee voor het jaar 2024 en 2025. Vorig jaar heeft de oktoberstorm hier enorm huis gehouden. Stukken kust zijn weggeslagen en daarmee ook fiets en wandelroutes. Er zijn omleidingen gemaakt en daarbij een kloppende kaart. Na die twee jaar geldt weer de oude kaart wordt er al gezegd. Dus alles wordt in oude staat hersteld.

Alles hier dus top geregeld. Niet voor niets zijn de Denen de gelukkigste mensen van de wereld. Wat mij wel aanstaat is dat er overal openbare wc’s zijn, ook langs de fietsroute en deze staan dan ook op de kaart aangegeven. En picknicktafels, overal!

Dus ergens bij het strand eten we onze broodjes op en bij de krijtrotsen boven ga ik een tijdje liggen.

Bij de krijtrotsen zijn mooie wandelwegen, maar we houden het vandaag bij fietsen. Hier ga ik even liggen om uit te rusten. We zien zeilbootjes gaan beneden. En we zien dat het mooie weer onze kant op komt. We fietsen naar Aerøskøbing, we zijn er 8 jaar eerder geweest en hebben daar toen geankerd en in een heerlijk restaurant gegeten. Nu zijn we wel aan drinken toe en tegen de hongerklap nemen we rabarbertaart. Zo, die was lekker!

Het laatste stuk terug naar Marstal hebben we heerlijk de wind in de rug en fietsen we een lang stuk langs de noordelijke kust. Het is nu echt zonnig geworden. In Marstal fietsen we recht op de supermarkt af voor nog wat scheepsbevoorrading.

We hebben bijna 40 kilometer gefietst waar we zeer tevreden over zijn. Ons beider conditie gaat weer vooruit! Mijn fiets weer ingeleverd en Joost zijn fiets weer aan boord gebracht. We kunnen nog net buiten in de kuip eten voor het te koud wordt.

De zon die lager staat werpt een mooi licht op de gekleurde strandhuisje op het strand achter de haven. Daarvan zijn er ook een heleboel weggeslagen door de oktoberstorm.

Zomer? (20 juni 2024, Laboe – Marstal (Denemarken))

Morgen begint de meteorologische zomer. Vanochtend werd ik wakker met een fel blauwe hemel boven mij. Het lukt niet om nog lang in bed te blijven. Joost slaapt nog. Ik besluit vast boodschappen te gaan doen, zo’n 20 minuten heen en terug lopen. Ook in zo’n enorm toeristische badplaats is er geen winkel meer in de buurt van het strand of de havens. Buiten loopt iedereen opeens in korte broek. Ik vind het toch nog fris en ben blij met mijn trui en lange broek. Maar de vakantiesfeer is wel gezet!

Ik moet een villawijk door en een heuvel op om bij de Edeka te komen. Op de terugweg neem ik een andere weg en kom eindelijk eens langs de molen die we vaker uit de verte hebben gezien, een kenmerk voor Laboe.

Joost is al zijn bed uit als ik terugkom op de boot.  We ontbijten buiten, lekker rustig aan. Met heerlijke verse aardbeien die onderweg op een of andere manier flinke vlekken in mijn bijna witte broek hebben gegeven. In een opwelling stop ik de broek in het overgebleven afwaswater van het ontbijt. De vlekken verdwijnen tot mijn verbazing als sneeuw voor de zon. Complimenten voor Marcels greensoap.

Wanneer we de koffie op hebben is het al 12 uur. Ja, de vakantie is nu echt begonnen. Geen haast, geen schema’s meer. En dat het weer meteen zo lekker is helpt helemaal. Als we wegvaren zien we Laboe zo in de zon liggen als we nog nooit hebben gezien tijdens onze eerdere vakantie’s.

Na het hijsen van de zeilen verbaas ik me over een belletje dat ik hoor. Het geluid blijkt uit de boei te komen. Joost weet te vertellen dat dat is voor als het erg mist. Dan hoor je tenminste waar de boei is.

Vandaag is er een westenwind voorspel die zwak is. We willen vandaag graag naar het noorden, naar Marstal op het Deense eiland Aerö, 24 mijl van ons verwijderd. Dat klinkt niet ver. De wind blijkt echter nogal te zwabberen en daarmee onze koers, en uit het westen komt hij niet, dan weer noordwest en dan weer noordoost. Maar we zeilen heerlijk en genieten van de rust. Zo een boek willen lezen of een puzzeltje maken, wie wil dat nou niet.

Over de marifoon horen we dat de schietoefeningen op het verboden deel van het vaarwater aan stuurboord van ons beëindigd zijn. We zien twee marineboten varen. Ze zijn op AIS gewoon herkenbaar als NATO warschips. 

Tegen zes uur moet toch de motor aan. We gaan anders niet voor donker binnen komen. En het laatste stukje is een betonde vaargeul waarnaast het erg ondiep is. We laten het grootzeil staan en moeten weer een kegel ophangen ten teken dat we nu gezien moeten worden als een motorboot. Dit ivm de voorrangsregels. Maar we zien in de verste verte geen boten meer. De meeste mensen willen blijkbaar toch voor zes uur binnen zijn.

Ook strijken we de Duitse gastenvlag en hijsen we de Deense. We vragen ons af waarom de Duitse groter is.

Ik ga koken en we eten ook nog steeds in het zonnetje. Joost heeft bijna de afwas gedaan als we opgeroepen worden via de marifoon. Een zeilboot heeft motorpech en door de weggevallen wind kunnen ze geen kant meer op, of we ze kunnen slepen. We zien ze inderdaad in de verte liggen.

Dat gaan we natuurlijk doen. Het blijken twee duitse mannen te zijn. We varen langszij en pikken een lijn van hen op en bevestigen die aan onze spiegel. We zijn dan 1.5 mijl van de vaargeul verwijderd.

Ondertussen denken we na over hoe we de haven in moeten varen. Dan kan je beter, zoals we ook gezien hebben bij de KNRM, de te slepen boot langszij vastknopen. Joost overlegt per marifoon hierover. Ze zullen ook nog even de havenmeester proberen te bellen voor hulp. Deze blijkt niet thuis te geven. Vlak voor de haveningang haalt Joost de lijn met de andere boot aan en wordt de boot langszij vastgeknoopt. Ik zeg nog, wat fijn dat er helemaal geen wind is. Daarop zegt een van de mannen: “dan hadden we wel naar de haven gezeild”. Gelukkig is deze haven heel ruim en is er aan de kade een hele ruime plek vrij. We kunnen daardoor de boot bijna tegen de kant leggen. Op de boot die er achter ligt wordt door twee oudere zeilers heel angstig gekeken in plaats van handen uitgestoken. Maar alles loopt gesmeerd. Ze liggen, wij knopen los en varen verder naar een plek aan het eind van de haven.

Joost had gelezen dat je daar heel mooi kan liggen. Lekker rustig en mooi uitzicht. Dat blijkt zo te zijn. De boxen zijn er echter heel groot zodat het wel even duurt voor we de lijnen om de palen hebben gekregen. De duitse mannen komen langs om als bedankje ons een fles wijn te geven. We nodigen ze even uit op onze boot en vertellen elkaar de reisverhalen. Als ik zeg dat we tenminste weer een avontuur beleefd hebben beginnen ze te lachen. Ze hebben wat te vaak avonturen beleefd!

We liggen echt idyllisch! Hier zie je wat ik zo mooi vind aan Scandinavië. De schemer duurt veel langer, de avonden zijn schitterend, zeker als het windstil is. Morgen blijven we hier een dag.

Oh, en wat betreft Midzomernacht: ik dacht altijd dat dat van 20 op 21 juni was. Maar ik lees dat de midzomer in Denemarken gevierd wordt op 23 juni. Zij vieren het met feestelijke vuren op het strand waarbij heksenpoppen worden verbrand. We gaan het wel zien wanneer dat gebeurd.