Over Joost

Beetje afhankelijk van de vakantie, de chauffeur of schipper. In het bezit van gitaar, spiegelreflex camera, laptop en vaarbewijs. En de persoon die er voor mag zorgen dat blog.koedijk.net functioneert.

Weer op bekend vaarwater (Amsterdam – Monnickendam, 19 juli 2025)

Na een lange overtocht is het goed slapen. Ellen wordt als eerste wakker gaat douchen en loopt naar de Albert Heijn. Zo is er weer ontbijt, brood en avondeten aan boord. We liggen overigens in de schaduw van een kantoor hier bij de (voormalige) NDSM werf. Dat blijkt vandaag prettig want het is in de zon toch behoorlijk warm. We nemen het er dan ook van en blijven ook voor de koffie nog even liggen.

Maar zo rond 12 uur moeten we toch weg. We liggen eigenlijk op een met onze boot moeilijke plek om weg te varen maar met een lijntje erbij gaat het prima. Langs de kant staat een motorsloep schipper met open mond te kijken. Wij varen rustig de haven uit het IJ op en zien gelijk het Pontsteiger gebouw liggen met daarachter de skyline van Amsterdam centrum. (Amsterdam toren, Eye en Centraal Station zijn duidelijk herkenbaar.)

Met een lekker oostenwindje is het aangenaam op het IJ en er is genoeg te zien. Wij doen rustig aan en varen tussen ponten, rondvaartboten, beroepsvaart en andere pleziervaartuigen door. Ondertussen wel genieten. Wat is bijvoorbeeld de IJ-boulevard mooi (en druk) met goed weer!

Op een gegeven moment moeten we overstekken richting Oranje sluizen. Daar liggen we met veel motorsloepjes die ook het grote water op willen. De sluisstewards praten ondertussen vooral met elkaar en moeten gemaand worden een laat binnenvarend zeilschip te assisteren. Wij zien het allemaal aan en moeten ondertussen een luid gekwebbel van de sloep aan de andere zijde van de kolk ondergaan.

Na de sluis wachten op de Schellingwouderbrug. Die draait vandaag gelukkig elke 20 minuten. Dan nog even doorvaren en bij vuurtoren eiland hijsen. Vanwege de pittige wind toch maar met een rif. Ruim 3 uur na vertrek kunnen we eindelijk lekker zeilen. Dat geeft wel direct ook antwoord op de vraag waarom we niet vaker een weekendje Amsterdam doen.

We kunnen mooi aan de wind langs Uitdam en Marken. En dan bij het Paard kunnen we afvallen richting het andere uiterste punt van Marken.

Varend langs de noordkant van Marken kan je, over het eiland heen, heel ver kijken. Zo zien we, ondanks het wat heiige weer, de Pontsteiger opnieuw!

We twijfelen of we nog gaan zwemmen op de Gouwzee. Het is er de temperatuur voor en het is er deze vakantie nog niet van gekomen. Maar een blik naar boven doet ons besluiten door te varen; het ziet er naar uit dat het weer wat gaat omslaan.

Al zeilend strijken we bij de Reiger op de Gouwzee het grootzeil en gaan het laatste stuk op alleen de genua verder. Kalm varen we de thuishaven binnen terwijl de eerste grote koude regendruppels op ons neer komen. We leggen aan en ruimen de zeilen voor een week op.

Het was een mooie afsluitende zeiltocht van een vakantie waarin we veel hebben kunnen zeilen. De diesteltank, bijvoorbeeld, zit nog wel bijna halfvol (terwijl we vorig jaar onderweg moesten tanken). En die paar druppels vandaag was ook de eerste regen die we deze drie weken al varend over ons krijgen. De enkele andere buien waren ’s nachts of we waren binnen; de heftigste bui in de The Butt & Oyster pub bij Pin Mill.

Ellen kookt nog een keer, ik doe de afwas en schrijf een blog. Vanavond slapen we nog op de boot. Morgen pakken we wat spullen in en gaan we weer naar ons eigen huis op de wal.

Volgend weekend kunnen we weer varen!

Ontspannen voorbereiden (Ipswich – Shotley gate, 16 juli 2025)

We willen morgen terug naar IJmuiden varen. Ruim 125 mijl dus daar zijn we wel ruim een etmaal mee zoet. Zaak om het vandaag rustig aan te doen maar ook onze uitgangspositie te verbeteren.

Om te beginnen dus rustig opstaan en gebruik maken van de prima douche faciliteiten. Daarna wandelen we samen naar de supermarkt voor de laatste boodschappen. Een avondmaal voor 2 dagen, toetjes, brood, bananen en natuurlijk vooral lekkere koek.

Na de lunch vertrekken we dan. Net als het druk is in de ‘Ipswich lock’. De sluismeester is er maar druk mee. Wij laten rustig twee bootjes uit de sluis komen, een rondvaartboot voorgaan en leggen dan aan. Niet ver genoeg naar voren naar de zin van de sluismeester. Even later legt een Nederlands zeilschip achter ons aan en sluiten de deuren. Er hadden er nog makkelijk vier bij gekund; de sluismeester moet eens op leerwerkreis naar Kornwerderzand op tweede Pinksterdag.

Wij wisselen, terwijl het water langzaam zakt, ervaringen uit met de vrouwelijke opvarende van de boot achter ons. Zij zijn zijn via Oostende hierheen gezeild (nou ja gemoterd, er was weinig wind) en gaan dan nu verder naar het zuiden. Pas later verbazen wij ons over deze combinatie.

Na de sluis rollen we de genua uit en varen op ons gemakje de Orwell af.

We willen vlak bij zee rustig kunnen slapen en ook alle batterijen kunnen opladen. We kiezen daarom weer voor Shotley Marina (tegenover Harwich). Een kleine 3 uur na vertrek zijn we daar. We overleggen per marifoon met de havenmeester/sluiswachter. Twee keer legt hij geduldig uit waar we kunnen liggen (terwijl we een kaartje van de haven op de boot hebben maar dat maakt hem niks uit). En omdat het hoog water is kunnen beide sluisdeuren open en kunnen we zo door varen; ‘free flow’ noemen ze dat. Later blijkt dat het hoog water zo hoog is geweest dat er water over de gesloten sluisdeur vanuit de haven terug in zee spoelt.

Nadat we zijn aangelegd en de haven formaliteiten hebben afgerond is het tijd om even wat te drinken. Bij de havenbar, ‘Shipwreck’ genaamd, drinken we onze laatste pint met uitzicht op Harwich!

Terug op de boot vervul ik de douane formaliteiten van de UK en het Schengen gebied. Veel kan daarvan online. Na het avondeten doen we nog een wandeling langs de kust. We zien de dagboot uit Hoek van Holland op zijn aanlegplaats.

En ook werpen we nog een blik op de paal die vroeger Britse matrozen (veelal niet geheel vrijwillig) in opleiding elke dag in moesten klimmen. Het hele terrein, en de heuvel er om heen, is trouwens hermetisch afgesloten.

Terug op de boot drinken we koffie en schrijf ik een blog. Nog even pannenkoeken bakken voor onderweg en water bijvullen. En dan vroeg naar bed en morgen op tijd losgooien!

Terug naar het Noorden (West Mersea – Ipswich, 36nm, 14 juli 2025)

We moeten zo langzamerhand ook weer aan de terugreis gaan denken. Verder naar het zuiden is dus niet zo’n goed idee want dan wordt de afstand naar IJmuiden (ons ideale reisdoel voor de oversteek terug) wel erg groot. Daarbij is het daar wel erg druk met beroepszeevaart. Bij het bepalen van het reisdoel en vertrektijd zijn ook de tegen (vloed) stroom en de aan het eind van de middag verwachtte harde wind een factor. De wekker ging daarom om 8 uur en als reisdoel werd gekozen voor de Suffolk Yacht Harbour.

Tijdens het ontbijt verrast de korte afstand tot de bank ons toch nog.

Klokslag 9 uur vertrekken we van onze mooring boei. Zeker nu bij laag water is het zaak om dicht tussen de bootjes aan de andere moorings door te varen.

Tussen de moorings door

Eenmaal op de Blackwater rollen we gelijk de genua uit. Meer hebben we met een flinke wind uit het zuiden vandaag niet nodig. Weliswaar hebben we stroom tegen, toch valt de snelheid ons niet tegen. En zo varen we na een paar uur weer voor de Naze tower langs.

Voor de Naze tower

De invaart bij Harwich is ons inmiddels bekend. En dat komt goed uit want de harde wind is wat eerder gekomen dan verwacht. We rollen met de golven mee naar binnen en strijken vast de genua om iets meer controle te hebben. Eigenlijk probleemloos varen we zo net naast de rode boeien de haven in.

Maar binnen is het qua golven niet rustiger. We dachten even aan de Halfpenny pier in Harwich te gaan liggen om boodschappen te doen. Maar dat slaan we over; niet alleen is de pier vol ook dansen de aangelegde bootjes onaangenaam op de golven. De vaarwijzer had al gewaarschuwd!

Ook de Suffolk Yacht Harbour laten we links (preciezer aan stuurboord) liggen. Deze jachthaven is aan lager wal en lijkt niet erg ruim. We varen ons daar maar liever niet in de problemen. We besluiten door te varen naar Ipswich; daar kennen we het en is het ruim! En zo varen we weer, en met plezier, de Orwell op.

Vlak voor de sluis varen we door de industriehaven van Ipswich. Hier komen nog dagelijks coasters aan. Toch is niet alles meer in gebruik. Sommige vergane glorie is dan toch wel weer een foto waard. (En volgens Ellen is dit de zoveelste voormalige chocoladefabriek voor Sjakie in Engeland.)

De sluis, waar we met wind in de rug op af varen, nemen we niet helemaal in een keer vloeiend maar we komen er op eigen kracht en zonder kleerscheuren door heen. In de haven vinden we een makkelijkere aanlegplaats aan een vingerpier. De buurman kan ons gelijk vertellen dat de vaste ligplaatshouder een paar weken is vertrokken; wij kunnen dus wel blijven liggen!

Vermoeid leggen we weer aan in restaurant ‘The last Anchor’. Met wat moeite krijgen we weer een lokale pint ‘Flint Eye’ lager. We bestellen verder hetzelfde, respectievelijk ‘catch of the day’ en ‘butchers choice’, maar eten toch iets heel anders. Minstens zo lekker als de vorige keer!

Naar een mooringboei (Bradwell on Sea – West Mersea, 13 juli 2025)

In Engeland liggen heel veel boten niet in een jachthaven maar aan een ‘mooring’ boei. Dat moeten wij toch ook eens proberen. En daarvoor hoeven we niet ver; aan de overkant van de Blackwater rivier ligt West Mersea. Een echte watersport plaats maar dan zonder haven met drijvende steigers.

Om half twaalf, ruim voldoende na laag water, verlaten we Bradwell on Sea. Er staat nog nauwelijks wind maar toch hijsen we de zeilen en zetten we de motor uit. Op ons routekaartje later blijkt dat de werkelijke koers toch vooral door de stroming op de Blackwater wordt bepaald. Later trekt de wind aan en gaan we meer in de richting die we sturen. Weer verlaten er zeilbootjes West Mersea voor een zeilwedstrijd.

We varen wat rond en besluiten toch maar vast een mooring op te gaan zoeken. We laten al zeilend het grootzeil zakken en gaan op de genua de kreken van West Mersea in. Door een misverstand kies ik de meest zuidelijke; we willen toch wat dichter bij het dorp. Op de motor keren we en varen we tussen de schepen en mooring boeien, want daar is het vast wel diep, terug naar de splitsing en kiezen daarna de middelste geul.

Wind en stroom staan beide ongeveer dezelfde kant op. Dat is fijn want je wilt tegen deze elementen in naar de mooring boei. Met onze ‘hook & moor’ haak halen we de lijn door de ring van de boei. Daarna nog wel even stoeien met de lijnen maar het is gelukt: we liggen. Tussen ons en het dorp ook nog een mooie zeilboot en een lange-afstand zeeroeiboot.

Er worden broodjes afgebakken en we gaan lunchen. We zijn lekker aan het eten als er een watertaxi van de ‘West Mersea Yacht Club’ langsvaart. De schipper informeert of we hier willen blijven liggen voor de nacht. In dat geval kunnen we beter gaan verliggen want hier komen we met de achterkant in de modder terecht en dan liggen we scheef. Hij wijst een betere mooring die naast een witte boot ligt die ‘Blue Fox’ heet; ja, dat vinden we allebei een bijzondere combinatie. Als extra aanbeveling geeft hij ook nog mee dat er al een lijn aan de mooring zit.

Losgooien is niet moeilijk. De nieuwe boei oppakken lukt niet in één maar wel in twee keer. Het touw is glad en vies zodat we nog maar een lijn door de ring van de boei doen. Maar goed – we liggen. Tijd om uit te rusten en onze manoeuvres eens op de kaart terug te kijken.

Nu willen we natuurlijk ook nog naar het dorpje. Het is wat ver en het waait wat hard voor de kano dus die pompen we maar niet op. Ze gebruiken hier om watertaxi’s op te roepen een marifoonkanaal dat niet meer op onze Europese marifoons zit. Dus zwaait Ellen naar een taxi en jawel, daar komt de taxi al aan!

We stappen vanuit het gangboord gewoon over – eerst rustig vastleggen blijkt niet nodig. En even later zitten we plezierig in de taxi. Het wordt een lange rit want er moeten bij allerlei boten, ook in de meest zuidelijke geul, watersporters worden opgehaald. We gaan bij nog vijf boten langs!

We varen dus ook weer langs de Aquamarijn. Mooie gelegenheid voor een foto.

Aan de wal kijken we over het water uit naar de vele bootjes die hier aan een boei liggen.

En dan eerst naar de Yacht club om te betalen. Dan een rondje lopen. Al snel zijn we bij het strand.

Daar ook weer een vergezicht met de kapel St. Peter on the Wall.

Het stadje stelt op zondag aan het einde van de middag niet veel voor. De badplaats is nog weer een stukje noordelijker – te ver voor een wandeling nu. Dus lopen wij terug door de villabuurt en drinken een pint in de tuin van de Yacht club (dat best een luxueus clubhuis heeft). De club is natuurlijk ‘members only’, maar ‘visiting yachtsmen’ zijn uiteraard ook van harte welkom.

Inmiddels is het water al flink gezakt. De steiger van de watertaxi ligt al grotendeels op de modder.

Met wat ruimere bochten om de ondiepten heen varen we terug naar de Aquamarijn.

Het wordt al wat frisser toch eten we buiten Shakshuka met pasta. Het water daalt verder toch blijft er zo’n 3,5 meter onder de boot liggen. Beste bijzonder met het droogvallende land zo dichtbij!

Wasdag (Brightlingsea – Bradwell on Sea, 11 juli 2025)

Een wekker gezet want we wilden redelijk op tijd vertrekken. Doel namelijk Bradwell Marina (op het Dengie schiereiland) aan de Blackwater rivier. Een paar mijl terug op de Colne stromen ze samen de zee in. Omdat we weer eens een was moeten doen en omdat het in het weekend in Bradwell Marina wel eens druk kan worden willen we rond lunchtijd aankomen.

Na het ontbijt gooien we dan ook los. Met een laatse zwaai naar de watertaxischipster nemen we afscheid van Brightlingsea en varen we rustig de Colne op. Helaas wind en stroom tegen – pas op Blackwater krijgen we de stroom en de wind mee.

Dat geeft wel tijd om koffie te drinken en goed om ons heen te kijken. We zien zeehonden en bruinvissen. Het lukt Ellen er eentje op de foto te krijgen.

Op de Blackwater gaan we op de genua verder. Lekker in het zonnetje met een rustig ruim windje kijken we aan stuurboord uit op de badplaats West Mersea. Ook hier de bekende gekleurde strandhuisjes.

Aan bakboord al van verre te zien: de kerncentrales (het zijn er twee) van Bradwell on Sea. Sinds 2002 zijn deze centrales uitgezet. Het nucleaire materiaal schijnt allemaal verwijderd. Toch is het opruimen van de centrale hallen pas gepland tussen 2083 en 2093!

Inmiddels bij het redelijk ondiepe geultje naar de marina. Tussen 2 uur voor en 2 uur na laagwater heb je hier niets te zoeken. (De marina zelf is uitgebaggerd.) We roepen de haven per marifoon op en we krijgen plaats B(ravo)21 toegewezen. Daar leggen we zonder problemen aan een vingerpier aan.

Na de lunch gaan we de was doen. Eerst in het havenkantoor gedoe met sleutels en munten. De wasmachines staan helemaal aan de andere kant van de haven in een hokje. Ook daar weer even gedoe voordat we goed door hebben hoe alles werkt. Maar ruim twee uur later is alle was schoon en droog!

In het gesprek met de schipper van de Smack gisteravond kregen we ook de tip mee om de pub in Bradwell on Sea te bezoeken. De naam was hij vergeten maar het stond naast de kerk. Dat moeten we toch kunnen vinden. En alleen om zijn enthousiasme over de pub is dat wel een wandeling waard!

En inderdaad op 20 minuten lopen, weer door graanvelden, is de King’s head pub naast de kerk. King’s head toch vooral om te laten zien dat men koningsgezind is (en niet meer de paus aanhangt). Want ja, de ‘King’ is Henry VIII die naast vijf vrouwen (hij had er inderdaad uiteindelijk zes) ook de katholieke kerk verliet. Zijn portret hangt dan ook boven de ingang.

Ook de kerk naast de pub laat letterlijk van zich horen. Kennelijk deze vrijdagavond oefenavond voor de klokkenluiders. Er hangen er (minstens) vier in de toren en die moet je na elkaar horen. En als je dan met de hand luidt dan moet je dat als team wel even oefenen. Ze zullen wel zweten want ze beginnen steeds opnieuw en eindigen ook gelijk. Knap hoor. Zelfs als we teruglopen door de velden horen we de klokken nog luiden.

Het eten in de pub is inderdaad, zoals beloofd, prima. Lekker bier (wel ‘lager’) van de Blackwater Brewing Company in de buurt. En een applecrumble toe. Maar meest te spreken zijn we toch over de muziekkeuze. (Bijna) allemaal van de vorige eeuw en veel ook gespeeld op onze studentenfeestjes. We nemen ook nog koffie toe – wel even vergeten dat ‘normal coffee’ hier niet echt zwart is. Ik sla me er door heen!

De wandeling terug is door de afgenomen temperatuur nog aangenamer dan de heenreis. Op de haven zien we dat het nu echt laag water is. Gisteren volle maan, morgen springtij!