Over Joost

Beetje afhankelijk van de vakantie, de chauffeur of schipper. In het bezit van gitaar, spiegelreflex camera, laptop en vaarbewijs. En de persoon die er voor mag zorgen dat blog.koedijk.net functioneert.

Anker-op-geknapt? (Schelphoek – Betonhaven Neeltje Jans, 23 juni 2022)

Na een onrustige nacht en een rustig ontbijt gaan we ankerop. Eerst maar eens terug om de Roggenplaat naar Roompot. Het laatste stuk blijken we te moeten kruisen – de wind staat zuidelijker dan ge/verwacht. Met het mooie weer is dat niet echt een probleem – we hebben ook de tijd. Na een eerste slag op de Roompot, richting de Zeelandbrug, komt onder het zeil ook de kenmerkende toren van Zierikzee weer mooi in beeld.

Laveren met stroom tegen is echter geen goede combinatie. Van elke twee meter winst op de wind neemt de stroom er zo weer de helft van af. Ons plan om een ankerplaats bij St Annaland op te zoeken wordt daarom verlaten. We gaan de Roompot verder op richting de stormvloedkering. Daarbij Neeltje Jans kan je in de voormalige werkhaven, Betonhaven genaamd, ankeren. Dat is nog ruim drie uur stroom mee en dat we dan vanwege de te verwachten zeewind wat moeten kruisen kunnen we dan prima hebben.

We zijn nog niet gekeerd of we zien een bruinvis – helaas net geen fototoestel in de hand. Schijnen er hier een paar honderd te zijn. Ellen zoekt een podcastje op over deze walvissen. Zo leren we dat ze ook wel zeevarkens worden genoemd wat dan weer de oorsprong van de naam Varkevisser verklaard. Hopelijk hebben we bij een volgende ontmoeting meer geluk en lukt het ons de bruinvis in een foto te vangen!

Ellen vindt moed om een eitje met spek te maken voor op brood. Dat het net wat harder waait en de boot wat schever gaat draagt bij aan de smaak. Zeker om de eieren in de pan mee overstag gaan. Dat smaakt! Een uur later is het karakteristieke beeld van de stormvloedkering, en de ingang van de sluis naar de Noordzee, in zicht.

Via een kleine goed betonde geul varen we de haven in. Er ligt één ander zeilschip. Na het strijken van de zeilen kan het rusten weer beginnen. Turen natuurlijk over het water of we ook bruinvissen of zeehonden zien. Die zien we niet. Wel komt er een meeuw op bezoek.

Dan nu de medische update – Ellen voelt zich een groot deel van de dag ietsje beter en komt zelfs buiten aan lezen toe .Wel veel hoesten, proesten en snotteren. En na het eten al snel erg moe (Nu treft dat wij ons bed bij ons hebben!) Ik snotter en hoest ook veel – maar verder geen klachten!

Er is hier genoeg te zien. Ook moeten we toch morgen maar ergens boodschappen doen en wat walstroom zal alle persoonlijke apparatuur (telefoons, iPad, laptop) ook wat makkelijker aan de praat houden. Maar eerst nog even uitkijken over Neeltje Jans!

Ankeren in isolatie (Zierikzee – Schelphoek, 22 juni 2022)

We hadden een rustige plek in de haven van Zierikzee. Dat leidde met name bij Ellen niet tot een rustige nacht. Ze kreeg het warm, en begon te hoesten en te snotteren. Een test voor het ontbijt gaf (helaas) duidelijkheid. Plaatst mijn migraine van zondag, met ook wat gesnotter, in een ander perspectief. Net als de wens om weer veel op kantoor te vergaderen – donderdag zat ik in een zaaltje samen met iemand die in het weekend ook positief bleek.

Snel nog wat boodschappen doen. Nu kwam goed uit dat we toch al een ‘ankerplan’ hadden. Zeker Ellen mag toch niet even niet onder de mensen en liggend voor anker liggen we toch al gauw ruim 30 meter van de buren af. Koelkast en voorraadkasten vol – wij komen de komende dagen niet om van de honger!

Na vlot onze box en het havenkanaal van Zierikzee uitgevaren te zijn is het een goed moment om gezien Ellen’s conditie, net goed genoeg om een handje te helpen als nodig, en de lichte omstandigheden te kijken of ik alleen de zeilen kan hijsen. Met behulp van de stuurautomaat lukt dat wonderwel goed en al snel zeilen we naar het stuk Oosterschelde dat ‘Roompot’ heet.

Vandaar kiezen we de noordelijke geul om de Roggenplaat. Ellen schiet een plaatsje van de Plompe Toren die karakteristiek langs de oever van de Oosterschelde staat. Ooit het middelpunt van Kouderkerke – een dorp dat al voor 1700 geheel in de Oosterschelde verdween.

Sowieso is watersnood wel het thema van de dag. Wij ankeren namelijk in de Schelphoek – een haven en gehucht bij Serooskerke dat in 1953 in de golven verdween. Ook gebruikt als werkhaven voor de Oosterschelde werken. Nu een natuurgebied met wat betonnen skeletten van overgebleven bouwsels. We hebben hier in de herfstvakantie van 2007 al eens gewandeld; Mirjam heeft toen nog een egel geaaid!

Het blijkt een prima ankerplek waar we met de heersen noordenwind zeer beschut liggen. Prima plek om boeken uit te lezen (respectievelijk ‘De Vlucht’ van Jesus Carrasco en ‘Kom verder!’ van Freek de Jonge). Het beloofde uitzicht op zowel Zeelandbrug, Roggenplaat en Stromvloedkering beperkt zich op onze plek echter tot de Zeelandbrug. (Op de voorgrond de spullen voor de kweek van zeevruchten)

Verder heerlijk rustig en weinig spannends. Ook onze buren doen, naast een beetje en suppen, niets bijzonders.

Naar een eiland! (Brouwershaven – Mosselbank, 20 juni 2022)

Vandaag moet er, na een goede nachtrust, natuurlijk weer gevaren worden. We hebben voor twee dagen voedsel aan boord (en nog wel voor veel langer water en andere drank) dus we hoeven niet naar een haven met een winkel! In de Grevelingen liggen veel eilanden en voor een kleine vergoeding kun je daar de nacht doorbrengen!

De kleine vergoeding kan al bij de havenmeester worden voldaan. Daar hoort Ellen dat het dit jaar niet zo druk is als andere jaren in juni. Wij vonden het best nog wel vol.

Omdat er éénrichtingsverkeer is in de sluis én er sinds twee jaar een fiets/voetgangersbrug soms de doorvaart versperd roepen we de Havenmeester per marifoon op als we klaar zijn om te vertrekken. Nadat we nog even op zijn teken hebben gewacht gooien we los. Soepel verlaten we de box en varen we naar buiten.

Al snel hijsen we de zeilen. Eerst een stukje kruisen omdat het eiland “Dwars in den weg” in de weg ligt. Dat maakt dit zeilgebied toch anders dan Marker- en IJsselmeer waar je bijna altijd recht op je doel af kunt varen. Hier moet je om eilanden en banken heen.Dat betekent ook dat we vrijwel alle koersen (aan de wind, halve wind, ruime wind, voor de wind) varen en zowel gijpen als overstag gaan. Zo is de 13 mijl naar onze bestemming toch best afwisselend.

Voorbij de Paardengeul zien we op een strandje iets liggen. Is het een zeehond (die zijn hier), een rund (lopen verderop ook vrij rond) of wat stenen? Oordeel zelf! Wat ook gelijk opvalt is dat de golfslag, een een goede windkracht 4 uit het Noorden, toch wel wat aangenamer is dan op het Markermeer.

Bij het eiland Mosselbank aangekomen (ten zuiden van Herkingen, ten noordwesten van Bruinisse) leggen we soepel aan. Dan eten we lunch in de zon, lopen een rondje over het eiland en lezen wat. (Mijn boek Mazzeltov van Margot Vanderstraeten heb ik uit.) Uiteraard maken we ook vast de Aquamarijn klaar voor de nacht.

Terwijl we genieten van een borrel in de zon komt opeens “De Vloggende Bestemming” aanleggen. Die maken grappige filmpjes als varend met een motorboot. Toen we even geen leuke zeilfilmpjes op Youtube konden vinden hebben we er daar ook een paar van bekeken. Ook nu werd er weer druk gevlogd en ook wij kwamen (op gepaste afstand) even in beeld. Over een paar weken maar eens kijken op https://www.devloggendebestemming.nl/ om te zien of we de uitzending gehaald hebben!

Het blijft uit de wind en in de zon lekker. We eten dus ook buiten en drinken, na de afwas, ook nog een kop koffie. En genieten van het uitzicht.

Hoewel het wat frisser wordt blijft Ellen graag van de zon genieten!

Maar als de zon achter de horizon of wolken verdwijnt gaan we echt naar binnen. Boeken en kaarten komen op tafel. Wat gaan we morgen doen?

Veel vervoersmiddelen (Amsterdam-Brouwershaven, 17 en 18 juni 2022)

Op vrijdag zouden we op vakantie gaan. Maar toen was er nog een werkafspraak en nog wat ander werk gedoe. Maar toch, om half twee stonden we met twee rugzakken en twee roltassen bij de tramhalte.

Want ja, de boot ligt in Port Zélande. Maar van daar willen we verder trekken. De auto daar neerzetten is dan dus niet handig. En dus met de tram naar Station Lelylaan. Daar een trein naar Schiphol waar we met Intercity Direct verder reizen naar Rotterdam Centraal. Daar wachtte de metro naar Spijkennisse Centrum.

Het laatste stuk, ruim een uur, moeten we met de bus. Druk op de weg – maar wij rijden veelal op een vrije busbaan. Eerst over het (voormalig) eiland Voorne om voorbij Hellevoetsluis de Haringvlietdam over te steken. Als we daar langskomen vaart net de sluis vol terwijl we er aan de Oostzijde nog ongehinderd langskunnen. Dan over Goeree-Overflakkee naar Ouddorp waar we bij de vuurtoren de Brouwersdam oprijden. En op die dam ligt de ingang naar Port Zélande!

Een klein stukje lopen van de bushalte naar de steiger. Daar blijkt opeens een hek met een code de steiger te beveiligen – maar dat lossen we via het havenkantoor op. En dan blijkt de Aquamarijn er nog te liggen en zij wij na de drieënhalve uur reis in de warmte wel toe aan een verfrissing!

Ellen had thuis al een vierpersoons maaltijd bereid die we delen met Henriette en Kees die deze dag de trip van Monnickendam naar Port Zélande afronden. Na de gezamenlijke koffie met appelgebak is er nog enige tijd om in de ondergaande zon op een warme avond te lezen!

Na een goede nachtrust en wat boodschappen is het dan tijd om een stukje te gaan varen over het Grevelingenmeer. Achteruit de box uit met een lijn om de achterkant tegen de wind (en schroefwerking) in de goede kant op te krijgen. De behulpzame Duitser die maar steeds die lijn wil losgooien kijkt zijn ogen uit!

We willen niet zo ver, naar Brouwershaven, maar we hebben wel tijd om een stukje om te varen. Eerst een stukje laveren naar het Noorden en dan voor de wind terug.

Ellen doet rustig aan dus ik vaar de boot vrijwel alleen. Toch als we op de kaart terug kijken gaat het kruisen toch best netjes. Wel opletten hier, want Grevelingen kan als oud zee-arm, erg diep zijn maar er zijn ook stukjes waar we niet kunnen komen.

Als we langs Ouddorp varen, bijzonder voor iemand die in dezelfde plaatsnaam met één ‘d’ heeft gewoond, blijkt het dorp vooral achter de dijk te liggen.

En dan voor de wind het rondje om de Hompelvoet afmaken en via de Paardengeul naar het Zuiden. We kunnen ‘Vlinderen’.

En dan met halve wind – we gaan opeens 6,5 knopen, naar Brouwershaven. We strijken de zeilen en varen de smalle geul in. Nog voor de sluis hebben we via Marifoon contact met de Havenmeester die ons een plaatsje wijst. Dat blijkt in de smalle haven nog niet zo eenvoudig om de box in te varen, ook door de straffe zijwind die vanaf de Grevelingen door de sluis heen blaast, maar we slagen er in zonder grote problemen.

En dan moet er natuurlijk nog weer van alles gebeuren om klaar te zijn voor de nacht. Ondertussen trekt de wind verder aan, halen we boodschappen in het dorp en maken een foto van de ‘zeedijk’ van de haven.

Ada en Herman komen op de borrel. Met de camper hebben zij – op weg naar Frankrijk – een plekje in de buurt gevonden. We kletsen over van alles bij – het is gezellig! Samen eten we ook in het Swarte Schaep. Het was er lekker – zeker ook het toetje!

Einddoel – Port Zélande – bereikt (5 juni 2022)

Al vroeg ging de wekker. De grote brug bij Dordrecht gaat maar 8 keer per dag open en op 3 voor negen wilden wij er door. En daarvoor moesten we natuurlijk wel de haven uit zijn – en de boombrug gaat twee keer per uur. En zo gooiden wij om kwart over 8 de lijnen los en voeren wij niet helemaal volgens plan maar zonder grote problemen de drukke haven uit.

En dan kom je op het kruispunt van de Beneden Merwede, de Noord en de Oude Maas. Wij gingen bakboord uit de Oude Maas op. Stroomafwaarts naar de brug. Daar ben je dan dus zo. Voor de brug zou een wachtaanlegplaats zijn maar die leek ons niet zo comfortabel. Dan maar rustig voor de brug heen en weer varen. En kijken naar het ontwakende Dordrecht, waar honden worden uitgelaten, gestofzuigd en gevist.

Nadat de brug voor ons is geopend steken we na een vrachtschip terug naar stuurboordswal. Daar varen we achter een ander recreatievaartuig naar een drukke splitsing waar wij linksaf de Dordtse Kil op moeten. Schepen bij deze driesprong geven op het blokkanaal aan wat ze gaan doen. Zo horen we tot 2 keer toe vermeld dat wij er varen. En dan steken we zelf over tussen twee schepen door. Ja, hier is het erg druk!

Op de Dordtse Kil hebben we weer stroom mee. Dat schiet lekker op. Voor dat we het weten kunnen we al weer stuurboord uit het Hollands Diep op. Wel even achterom kijken naar de bruggen over het Hollands Diep; doordat ze niet open kunnen, kunnen wij hiervandaan niet naar de Biesbosch.

Ook het weer, wij hadden op een hele dag regen gerekend, valt alleszins mee. Het is lekker warm en door wat heiige bewolking schijnt de zon. Aangenaam! We varen langs de jachtbetonning maar steken onderwijl wel de brede stroom over. En aan de andere kant ligt Willemstad.

Een punt van zorg bij deze tocht is dat we bij de Volkerraksluizen en de Krammersluizen gebruik moeten maken van de jachtensluis. Daar zit een vaste brug bij – die kan dus niet open. Nu is de brug bij normale waterstanden wel 18,5 meter hoog. En volgens de informatie van de vorige eigenaar steekt de Aquamarijn 16,5m de lucht in. Maar ja klopt dat wel. Enigszins gespannen varen we daarom de Volkerraksluis in.

Lang verhaal kort – het past!
Opgelucht varen we verder over het Volkerrak. We eten een boterham met karnemelk. Enige tegenvaller: het begint te regenen. We varen lekker verder maar hebben dus wel inmiddels een regenjas aan. Ook in de Krammersluis.

En dan varen we op zout water: De Zijpe – een uitloper van de Oosterschelde. Maar dat is van korte duur want Bruinisse is dichtbij. Weer een sluis naar de Grevelingen. Ook zout water – ondanks de regen die er nu in valt. In de sluis zien we al wat kwallen.

Regen en heiig is het op de Grevelingen. Wij doen de navigatielichten aan. We kunnen net één à twee boeien vooruit zien. Maar met onze kaarten (ook elektronisch) lukt het ons de Grevelingen over te varen naar Port Zélande. Vandaag al ons einddoel omdat het morgen hard gaat waaien (wellicht zelfs windkracht 7). We vinden de plek waar we de Aquamarijn twee weken achter zullen laten voordat we aan onze zomervakantie beginnen.

Wij drogen wat op. En eten daarna in de jachtclub. Een drukke gezellige tent waar we ook Duits en Frans horen. Uiteindelijk valt het vooral niet mee om een toetje te kiezen. Moet het nou ijs worden met aardbeien of boerenjongens? Daar weet onze gastvrouw wel een oplossing voor!