Over Joost

Beetje afhankelijk van de vakantie, de chauffeur of schipper. In het bezit van gitaar, spiegelreflex camera, laptop en vaarbewijs. En de persoon die er voor mag zorgen dat blog.koedijk.net functioneert.

De wind is op (10 juli 2021)

Na een wandeling rond de haven nog een drankje in de kuip. Het is wat onrustig in de haven waar de aangemonsterde gasten voor een zeilweekje op een klipper een feestje bouwen. Maar voordat wij onze kooi induiken is het rustig. En zo slapen wij weer een goede nacht. En worden we lekker wakker voor nog een korte broekendag.

Na ontbijt in de kuip en de boot zeilkaar maken varen we af naar onze thuishaven in Monnickendam. We komen langs een interessant kunstwerk dat op de Markerstrekdam (vanuit de Houtribsluis) staat. Het heet ‘Exposure’ maar wordt ook ‘de Hurkende man’ genoemd. Wij kunnen het niet laten een foto van dit stalen landschapssculptuur te maken.

Buiten hijsen we de zeilen. Veel wind staat er niet. We dobberen een hele tijd maar opschieten doet het niet. Op deze manier komen we nergens, en dat terwijl er thuis voor ons gekookt gaat worden. Dus we besluiten de laatste 15 mijl naar de Gouwzee maar te motoren. Nu de wind op is is het maar goed dat ook onze vakantie tot een eind komt. En al motorend maken wij tenminste nog enige golfslag.

In de thuishaven pakken we in, ruimen wat op en maken wat schoon. Heel fijn, we hoeven dit keer niets. Niet op tijd inleveren, niet schoongemaakt, niet de koelkast leeg, niet … We zijn zelf de volgende gasten en kunnen ook op een later moment deze week terug. Om wat beter op te kunnen ruimen brengen we de spullen vast naar de auto.

Een uurtje of wat later gaat het helaas ook nog wat regenen. Maar nadat de zeilen zijn ingepakt en de kuiptent weer is opgezet lopen wij naar de auto. Thuis wachten de kinderen en staat het eten voor ons klaar. De Aquamarijn zien we vast snel weer!

Proefneming zwemtrap (8 juli 2021)

De temperaturen zijn zo langzamerhand best aangenaam. Vannacht met deurluik open geslapen – uiteraard wel met een hor ervoor. En ’s ochtends konden we weer met korte broek in het zonnetje ontbijten. Het was een rustig aan ochtend – we hadden een korte tocht gepland (er werd ook nauwelijks wind verwacht). Maar wel wilden we twee dingen vandaag voor het eerst doen 1) (met een zeilboot) op het Ketelmeer varen en 2) zwemmen vanaf de Aquamarijn. Dat laatste vooral ook om onze zwemtrap eens goed uit te proberen.

Maar eenmaal op pad zetten we op de motor rechtstreeks koers naar de Ketelbrug. Deze brug, waarover de A6 loopt, tussen Flevoland en de Noord-Oostpolder, gaat maar twee keer per uur op vaste tijden open. Beetje plannen dus dat je niet te lang hoeft te wachten. Ondertussen even omkijken naar Urk en de daarachter gelegen windmolens in de zon. Ik vind dat een mooi plaatje.

Vijf minuten voor openingstijd bij de bug aangekomen en ons netjes even per marifoon gemeld. Om de openingstijd (en sluitingstijd voor ander verkeer) zo kort mogelijk te houden gaf de brugwachter ons expliciet instructie om niet te wachten op het groene licht maar door de brug te varen zodra het kon. Zo gezegd, zo gedaan. Alleen jammer dat toen wij door de brug waren de “tegenligger” op enige afstand was blijven wachten.

Hierna koers gezet naar het IJsseloog. Een kunstmatig eiland midden in het Ketelmeer waar binnen verontreinigd slib wordt opgeslagen. Verder is er allemaal natuur ontwikkeld en kan je er buiten goed ankeren (waar het vuile slib dus weg is). We varen er een rondje door heen en zien al veel vogels.

Daarna gaan we, met wat moeite omdat de ankerketting een beetje vastzat in de ankerbak, aan de Oostkant voor anker. Er liggen al een paar bootjes maar het is toch lekker rustig; een paar honderd meter van de best drukke vaargeul naar Kampen.

Na brood met gebakken ei heeft Ellen als eerste haar badpak aan. Het zwemtrappetje afdalen gaat haar prima af. En al snel zwemt ze een rondje rond de boot.

Ik blijf niet achter – je moet toch alles tenminste één keer gedaan hebben. En na  doorgekomen te zijn zwem ik ook ik in het water. Volgens de centrale meldpost IJsselmeer is het water iets meer dan 19 graden Celsius warm; misschien is het hier – een meter of drie diep – ietsje warmer. Na uitgezwommen te zijn beproef ook ik de zwemtrap. Hij voldoet, met drie treden onder water, uitstekend! Ellen sprak zelfs van een zwemtrap voor senioren.

Verder doen we lekker rustig aan. Ellen leest wat. Ik doe een puzzeltje.

En na het avondeten, de restanten van gister, speel ik wat gitaar.

Ellen leest onverstoorbaar verder.

En schiet plaatjes van de zonsondergang.

Langs Nederlands kustpad en Zuiderzeepad (6 juli 2021)

Zoals verwacht was het vandaag een winderige dag. Maar zeker in de ochtend werd ook veel zon voorspeld. Dus na een rustig ontbijt gingen de wandelschoenen aan en stapten we richting het centrum van Makkum. Eerst nog even een kopje koffie op het terras van de Zwaan.

Daarna wandelend Makkum door. De uitgezette route was niet overal even duidelijk. Maar we kwamen aan de rand van het dorp waar best mooi grote huizen staan. Bloeiende waterlelies en hortensia’s voldoende. Zaak was om het wandelpad naar Wons te vinden. Nadat het paaltje tussen het hoge gras was gevonden nog even twijfelen aan welke kant van de sloot het wandelpad lag. In elk geval tussen de brandnetels en riet door over een hek een weiland in.

Een kilometer verder was zeker dat we goed gekozen hadden aan de overkant was een zijsloot zonder brug. Toch bleef het pad niet heel duidelijk en moesten we regelmatig een hek over.

Tot vlakbij het Terpdorp Wons het leek dat we over het erf van een boerderij moesten. We kozen toch maar achterlangs maar moesten uiteindelijk toch langs de koeistal en een veldje met geit, varken en biggen het erf verlaten. Bleek toch dat we wel goed hadden genavigeerd in het fraaie Friese land – we liepen recht op het volgende wandelpaaltje af.

In Wons even stilgestaan bij de achthoekige kerk (de Wonser theebus) en het kerkhof.

Maar al vlot liepen we verder vriendelijk begroet door een wandelaar met boekje die de andere kant op liep: “fijne wandeling” wenste hij ons toe. En dat werd het. Nu opeens vol met paaltjes die aangaven dat we op de juiste weg waren. En dat terwijl de kerktoren van Cornwerd (van de Bonifatiuskerk) ons al van verre de weg wees. Ook schreeuwde een koe om met mij op de dijk op de foto te gaan.

In Cornwerd was het tijd voor het meegebrachte suikerbrood en een blikje cola. We vonden daarvoor een mooi bankje bij het terrein van kaatsvereniging KV Meiinoar Ien. Ellen nam vast plaats achter de geraniums.

En dan naar de Zuiderzeedijk en recht terug naar Makkum. Af en toe moesten we een hekje over en tussen de schapen door. Maar vooral de straffe wind tegen maakte het wat zwaarder.

Maar toch kwam de haven die aan het einde van deze dijk in Makkum ligt in zicht.

En dan valt het laatste hekje ook niet meer zwaar.

Tijd voor een kalme middag met een boek, een sudoku, boodschappen en een douche. En dan voor het diner weer naar de Zwaan. Waar het dit keer wel min of meer lukte om samen op de foto te gaan (samen met wat sliptongetjes).

Omdat het koffiezetapparaat bij de Zwaan stuk was drinken we koffie aan boord. We wiegen lekker op de golven en de wind. Terwijl we toch lekker veilig in onze box liggen. Morgen kunnen we vast weer zeilen!

Ankerop naar Medemblik (4 juli 2021)

Er is altijd iets van spanning als je lekker ligt te slapen achter het anker. Zal, als je wakker wordt, de boot (of beter het anker) nog op dezelfde plek liggen? Voor het eerst achter een anker op stromend water – toen ik vannacht wakker werd moest ik toch even kijken of nog goed lagen. Nog donker, beetje heiig was alleen het licht van onze buurman (catamaran paar honderd meter verderop), Den Helder en Lange Jaap (de vuurturen van Kijkduin) te zien. Verder dreven we nog dus het zou wel goed zitten. Maar toen het licht was moest ik toch voor het ontbijt me even goed oriënteren.

Nou was er bij weer laag water sowieso genoeg te zien. Leek wel iets minder vogels dan gisteravond maar de zeehond lag op dezelfde plek. En een collega zwom ook even voorbij.

Ontbijt in de kuip in de zon. En plannen maken voor de dag – om te beginnen op het fokje voor de wind de geul uit (met opkomend tijd uiteraard met stroom tegen). En dan de boot klaar maken voor vertrek waarbij we genietend van de zon – nog voor we de ankerbol weghalen – een foto van onze schaduw maken.

Het anker kwam met wat zeewier boven water. Het meeste viel er tijdig af, het laatste werd met de bezem tijdig verwijderd. En dan varen we rustig weg. Blijkbaar iets te dicht langs de boei – de bank heeft zich een paar meter verplaatst. Achteruit op de motor komen we los waarna we iets verder van de boei wel op het fokje verder komen varen.

Met weinig wind en tegenstroom komen we op de fok maar langzaam het Amsteldiep uit. We zien nog tweemaal een zeehond, herkennen Aalscholvers en heel veel meeuwen. En dan kunnen we de “ondiepe” nevengeul, over de Wierbalg – in naar Den Oever. Nog steeds weinig wind maar nu natuurlijk stroom mee dus we gaan al gauw drie knopen. Niet heel spectaculair – wel heerlijk dobberen. En alle tijd om te proberen om de kerk van Oosterland (die kerk met dat zwaard) waar we langsvaren op de foto te zetten. Dat valt niet mee – vooral ook omdat waar wij de zon zitten Wieringen constant last heeft van wolken.

Na de vlot gepasseerde Stevinsluizen – omdat we met een tiental plezierjachten wel in de kolk pasten hoefden we niet te wachtten – ging op het IJsselmeer het grootzeil weer omhoog. Nog steeds in de zon voeren we op gepaste afstand – met ruime wind- langs de dijk van de Wieringermeerpolder. Dankzij buienradar wisten we inmiddels dat het bij onze eindbestemming ging regenen. En inderdaad na een gijp (vanwege de bocht in de polderdijk) zien we donkere wolken boven Medenblik. Toch zijn de kerken en stadhuis duidelijk herkenbaar.

De laatste mijlen regent het en hebben we inmiddels regenjassen aan. Via de marifoon hebben we vrolijk contact met de havendienst. Er is ruimte in de Westerhaven, we mogen aan de kop van steiger drie liggen en natuurlijk wordt ook de burg opengedaan. Na een misverstand over wat “voor” een boot is leggen we in de stromende regen langszij de steiger aan waarbij we onze voorligger niet raken. Na wat gedoe liggen de lijnen ook goed en hebben we weer walstroom.

Via de havenmeester naar Hof van Medemblik waar we voor ons laten koken – het was veel. Terug op de boot kijken we nog even naar de kerkdienst van vanochtend en lezen de krant en/of een boek!

Klein rondje Texel (2 juli 2021)

Na een lange nacht rustig opstaan met ontbijt in de kuip. Vandaag schijnt de zon en er is matige wind voorspeld – perfect weer om te gaan fietsen. Een mooie gelegenheid om ook weer eens buiten Oudeschild iets van Texel te zien.

Dus na het ontbijt fietsen gehuurd en eerst maar eens boodschappen gedaan. Onze voorraad fris en bier diende nodig te worden aangevuld. En bij de lokale Spar konden we een heel doos blikken Skuumkoppe meenemen; wij kunnen voorlopig weer even toe. Toen we dit in de boot hadden opgeruimd was het natuurlijk tijd voor een kopje koffie in onze eigen kuip in ieders zon.

Daarna de fiets opgestapt en zoals zo vaak eerst maar eens langs de Wadden – dit keer in Noordelijke richting. Bij het fietsen huren hebben we een handig kaartje gekregen waarop de fietsknooppunten vermeld zijn. Zo raken we de weg niet kwijt!

Eerste “point of interest” langs de dijk is de IJzeren Kaap uit 1854. Vanuit zee goed te zien en inderdaad ook als baken voor de Texelstroom bedoeld – samen met de Kerktoren van Oosterend vormt deze kaap een rechte lijn. Omdat er geen licht (of vuur) in de Kaap en kerk zit wel alleen maar voor overdag.

Hierna slaan we even het binnenland in naar Oosterend. Daar drinken we een tweede kopje koffie. Ook bezoeken we de dorpskerk (de Maartenskerk) waar een ijverige lokale kerkbewaarder ons van alles verteld over deze oudste kerk van Texel en het eiland in het algemeen.

We lopen nog een rondje om de kerk en stappen weer op de fiets en rijden door het dorp langs het voetbalveld terug naar de Waddendijk.

Verder naar het Noorden. Als we even aan de binnenkant fietsen zien we allemaal kleurige bloemen om het akkerveld heen staan. En in de verte zien we De Cocksdorp en de Eierlandse vuurtoren liggen.

Weer op de dijk kijken we uit over kwelders en zee en zien Vlieland liggen.

Op het Noordelijkste punt, bij de reddingbootschuur en de veerdienst naar Vlieland, eten we onze lunch bij Kaap Noord.Er blijkt nog een brouwerij op Texel te bestaan en hun blond biertje ‘Eilandkriebel’ smaakt ons prima!

Daarna fietsen we naar De Cocksdorp waar Ellen in een winkel, waar ik zo’n 20 jaar geleden een fijne blauwe fleece trui kocht, een mooi winddicht vest koopt. Langs de Krimweg fietsen we richting Duinen waarna we langs de Zeedijk richting De Koog fietsen.

En dan via Ecomare onder Den Burg langs naar de Hoge Berg. Niet echt een hoge berg maar wel duidelijk enige glooiing; een overblijfsel van de ijstijd. We fietsen weer via het Skillepaadje dat ons terugvoert Oudeschild waar we direct weer de haven opzoeken. Tevreden, meer dan 45km gefietst met heerlijk korte broeken weer!