Over Joost

Beetje afhankelijk van de vakantie, de chauffeur of schipper. In het bezit van gitaar, spiegelreflex camera, laptop en vaarbewijs. En de persoon die er voor mag zorgen dat blog.koedijk.net functioneert.

Kleine oversteek (30 juni 2021)

Soms is alles klaar en zit je alleen nog te kijken of je nog een bladzijde zult lezen of naar bed zult gaan. En dan na elven, terwijl het regent, komen er op eens lichtjes op je boot af. Een grote catamaran wil nog langszij. Dat mag natuurlijk maar ik trek toch even mijn schoenen aan om een handje te helpen.

Blijkt de catamaran onder Zwitserse vlag te varen met allemaal jongelui aan boord. Duidelijke taakverdeling – wel vier jongens houden stootwillen tussen de catamaran en de Aquamarijn. Spreken onderling een soort van Duits, maar met mij wordt Engels gesproken. Pak een lijntje aan en geef een lijntje door en vertel dat we morgenochtend willen vertrekken. Niet veel later staat niets een ongestoorde nachtrust in de weg.

Volgende ochtend blijkt pas hoe groot en dan vooral breed de Catamaran is. Blijkt van het project oceanyouthsailing.com die vanuit Lelystad opereren. Nadat wij onze fietsen hebben weggebracht, water bijgevuld en de Aquamarijn zeilklaar is gemaakt blijkt de bemanning ook wakker. Keurig gaan ze opzij zodat we nog voor tienen rustig in zijn vooruit de Terschellinger steiger kunnen verlaten.

Buiten de haven is het opkomend tij bij nog steeds Noordenwind. De wind voel matig maar omdat we in de beschutting van het eiland zitten laten we toch een rif zitten. Het grootzeil gaat weer snel omhoog en zeilend met nog een beetje motorsteun gaan we de haveningang weer voorbij. Ter hoogte van het groene strand staat de fok ook uit, is er iets meer wind en kan de motor uit. Heerlijk zeilen we over het Schuitengat. Dat we stroom tegen hebben verlengt alleen maar het plezier. Water is hier ook rustig dus wordt koffie gezet en gedronken. We kijken nog even naar het duin waar we gisteren opstonden.

De bocht in de vaargeul kunnen we zeilend nemen; wel moeten we oploeven. Maar dan kunnen we met halve wind vanuit het Schuitengat de Vliestrroom op varen richting het Stortemelk. De golven zijn hier hoger en lijken uit twee richtingen te komen. Maar de golfsnelheid is niet hoog en de Aquamarijn vaart er gemakkelijk doorheen. Wel moeten we rekening houden met de stroom – het opkomend tij zet ons naar stuurboord en om niet op de Richel te belanden sturen we een Westelijker koers dan we daadwerkelijk varen. Maar zonder problemen bereiken we de Vliesloot waar we aan de kant moeten voor de veerboot maar verder rustig onze zeilen kunnen strijken. We varen daarna probleemloos de haven in en, geleerd van eerdere ervaringen, zoeken een plaatsje bij de wat grotere boten.

En dan liggen we net na enen al op onze plek; best een vlot einde van deze mooie zeildag. Was het echter tijdens het zeilen onverwacht droog, nu we in de haven liggen gaat het toch regenen. Maar goed, tijd even om te lunchen, te douchen een een krantje te lezen .

Eind van de middag wordt het droog en wandelen we even heen en weer naar het dorp Oost-Vlieland. We eten vanavond in het Badhuys dat aan het Noordzeestrand ligt (ter hoogste van het Zuider Stortemelk. We wandelen er naar toe via het bos – en komen ook langs camping Stortemelk.

We eten lekker en ook het bier smaakt goed. De bediening is vriendelijk; wel misschien een idee om bij de Spaghetti Vongole een bordje te geven voor de schelpen?

Als we het restaurant verlaten zien we dat de Brandaris zijn licht heeft ontstoken.

Omdat we via de Badweg (met een kleine ‘sentimental journey’ omweg langs appartementscomplex Eureka) teruglopen kunnen we ook controleren of het licht op Vuurboetsduin brand.

Even later zien we ook nog de Vuurturen van Eierland (bij de Cocksdorp, Texel) verlicht en een helikopter landen. Maar dat wil niet meer zo mooi op de foto!

Terschelling rond (28 juni 2021)

We lagen deze nacht langszij en onze buren wilden vanochtend tussen 9 en 10 vertrekken. Dus wij al even eerder een wekker gezet om niet door de buren gewekt te hoeven worden. Want even losknopen van de buren en dan op hun plaats weer vastmaken is toch iets wat je met een wakkere kop wil doen. En zo hadden we zelf tijd om eerst in een zonnige kuip te ontbijten.

Na dit klusje, waar we een lange lijn aan de kant (hoger wal) vasthielden en werden geholpen door de voor ons liggende buren, was het tijd voor de afwas. Ook konden we met het afwaswater even de ramen en ruiten afnemen. Door de zoutkristallen die we gister tijdens de zeiltocht hadden meegenomen leek het alsof het buiten regende. Nadat dat ook was gedaan was het tijd voor koffie, met koek en een digitaal krantje.

Plan was om vandaag een stuk te fietsen op eerst bij Jonker gehuurde fietsen. Langs de waddenkant vinden wij altijd erg bijzonder. En ondanks een forse (kracht vier) tegenwind lieten we ons er niet van weerhouden. Onderweg bewonderden we bij hoog water scholeksters die voorbijvlogen en ook meeuwen die lopend aan de waterkant krabbetjes vingen. Daarbij werden we regelmatig voorbijgefietst door senioren die wat meewarig naar onze bagagedrager keken naar de ontbrekende batterij. Wij stampten vrolijk verder tot aan de Dwarsdijk, voorbij Oosterend, waar de Boschplaat begint. Ook daar was het, na vijf kwartier trappen, nog geen tijd voor een rustpauze. We hadden die gepland in Strandpaviljoen Heartbreak hotel aan het Noordzeestrand. Toen we daar beneden aan het duin onze fietsen hadden geparkeerd werden we niet teleurgesteld.

Na een lunch op een winderig terras (en een wat te goed te volgen gesprek aan de buurtafel) gingen de fietstocht verder voor de wind richting Formerum. Nog wel even tijd voor een rustmoment op de bank in de zon.

In Formerum bezochten we Wil en André in hun vakantiewoning. Mooi en modern. Na de thee in hun tuin naar Strandpaviljoen West aan Zee waar we gevieren genoten van soep, Mango curry en schaaldieren. Uiteraard dronken we daar ook wat bij!

Nadat Wil en André op de taxi waren gezet fietsten we de kortste weg terug naar de haven. Wel even stoppen om bij het lage water op het wad nog even een paar plaatjes te schieten!

Zonnige staddag (26 juni 2021)

[Gisteravond na afronden van het blog nog een avondwandeling gemaakt. Met hoog water langs de Noorderhaven, via de waddenpromenade naar de Buitenhaven en dan langs het station naar het strand. En dan weer terug via de Zuiderhaven waar ook nog wat passantenplekken blijken te zijn. Harlingen vernieuwd en bouwt nieuwe huizen achter passende grachtengevels. Blijft/wordt een mooie stad zo!]

Mooi weer, weinig wind: wij hadden besloten om een dagje in Harlingen te blijven. Ellen dus vroeg naar de bakker en daarna ontbijt in de zon. Niet veel later kwam de havenmeester ons er aan herinneren dat we moesten verliggen. Toch nog een stukje varen vandaag – wel maar vier boxen verderop. En wederom probleemloos.

Daarna tijd voor koffie op een terras aan de Noorderhaven. Hoog water inmiddels en rond springtij gaan dan de vloeddeuren dicht (zodat het zeewater niet over de kades stroomt). En dan kan je de haven niet uit (en in). Toch weer bootjes vertrokken waarvan de schipper dat niet in de gaten had. Die maar even geïnformeerd dat het nog even kon duren voor de doorvaart kon worden hervat.

Wij daarna de stad in. Op zoek naar een boek; er zijn wel twee boekhandels in het centrum. (Overigens is de boekhandel waar ik ooit de nieuwste Harry Potter kocht er niet meer.) Ook op het lijstje zeepsop om de boot (buitenkant) mee te wassen. En tenslotte heb ik ook nog een korte broek, T-shirt en sokken aangeschaft. Goed geslaagd!

Na de lunch kwamen tante Wil en Oom Andre, met Nora, op bezoek. Ellen had een huisje voor Tante en Oom op Terschelling geregeld (Formerum) en Nora bracht ze naar de boot.

Maar voordat ze op de veerboot van rederij Doeksen gingen wilden ze eerst wel even de zeilboot van ons zien. Even zitten en daarna een korte wandeling naar de veerboot met nogal wat tassen.

Een half uurtje later stonden we op de Waddenpromenade Oom en Tante uit te zwaaien!


Hierna gingen de zussen de stad in terwijl ik – daar waar ik bij kon en nog even zonder sop – wat vuil van de buitenkant van de boot verwijderd heb. Hierna nog even douchen waarna de dames de gekochte kleding toonden.

En toen lekker op een terras een hapje eten.

En nog even genieten van de laatste bootjes die de haven binnen kwamen varen.

In de zon (24 juni 2021)

De weersverwachting was goed – een zonnige dag met matige Noordenwind. Plan was om over de Texelstroom te vertrekken naar Makkum. Zeker met weinig wind vertrek je dan met laag water zo dat het opkomende water als een steuntje in de rug fungeert. Na het raadplegen van de stroomatlas (die uitgaat van het Hoogwatertijdstip in Harlingen) en wat gereken bleek dat we niet voor drie uur onze zeilen hoefden de hijsen.

Na het verse croissantje, dat Ellen bij de bakker had gehaald, met jus en thee in de kuip was het dus tijd voor ander vertier: een wandeling rond Ottersaat (een zout water plas van Natuurmonumenten) en de Hoge Berg. Na de vele vogels in Ottersaat kwamen al snel een kudde koeien tegen die naar een ander weiland mochten. Moesten ze natuurlijk wel even een dijk oversteken. Wij konden de boerin natuurlijk wel even helpen. je vraagt je, bij de foto, natuurlijk wel af of hier sprake is van een koedijk.

Halverwege was er een pluktuin waar we een kopje koffie met iets erbij nuttigden.

Niet veel later liepen we langs Texels bierbrouwerij, makers van het bij ons populaire Skuumkoppe, waar de doorgang naar ons wandelpad was afgesloten.

Met een kleine omweg kwamen we toch op het Skillepaadje.

Dit paadje voerde ons uiteindelijk terug naar de haven waar het behoorlijk warm was. Hoewel nog geen één uur besloten we toch maar vast te vertrekken, de zeilen te hijsen en dan lekker met een briesje te lunchen. Zo gezegd zo gedaan. Het briesje viel kwa kracht echter nogal tegen, en omdat ook de stroom nog de verkeerde kant op stond kwamen we niet vooruit. Sterker, als de wind even wegviel of er een snelle boot met hoge golven ons uit koers drukte gingen we richting Den Helder. Om verder chagrijn te voorkomen de motor maar bijgezet. Een onmiskenbaar voordeel van wegvallende Noordenwind bij zoneschijn is dat het direct een stuk aangenamer is. Zo konden we vandaag voor het eerst dit jaar in korte broek zeilen.

Op het verwachtte moment kregen we de stroom ook mee en ging de motor weer uit. De wind stelde nog steeds weinig voor maar op de stroom gingen we hoe dan ook de goede kant op. En ondertussen konden we ook de voortgang van de werkzaamheden aan de Afsluitdijk bewonderen. Toen tegen zessen de wind ietsje aantrok haalden we (nog steeds stroom mee) gelijk snelheden van zes knopen. Wel tijd om te gaan koken; we wilden ons diner voor de sluis opeten. En zo zaten we lekker in het zonnetje nasi te eten.

Voor half negen bij de Lorentzsluis bleek dat we even moesten wachten to kwart over negen op de volgende brug (ze zetten het verkeer op de Afsluitdijk niet constant stil). Mooi tijd om even aan te leggen, de huik om het grootzeil te doen en toetje te eten. Ook nog even een houten platbodem, twee vrouwen met een groep kinderen, te helpen aanleggen – zij bleven hier voor de nacht.

Precies om kwart over negen ging de brug open. Wij door de brug en daarna in de sluis een stuk naar beneden – het was buiten inmiddels hoog water en door de volle maan nagenoeg springtij. En dan varen we de bekende geul naar Makkum door. Achter ons zien we nog een zonsondergang. In de schemering leggen we zonder noemenswaardige problemen aan en doen de laatste dingen om de boot nachtklaar te maken. Nog even plannen voor morgen maken!

Op Wieringen (22 juni 2021)

Lekker op tijd op. Daarom hadden we een wekker gezet. Maar vanochtend ging die naar onze zin toch wel erg vroeg. Dus na de wekker weer even terug het warme bed in. Maar goed desondanks zaten we om half 9 aangekleed aan het ontbijt.

Daarna gingen we onze lange lijnen (!) uitproberen. We lagen immers in een box met straffe dwarswind en de vaargeul buiten de box was amper een bootslengte breed en liep 30 m verderop dood. Geen ruimte om te keren terwijl de schroefwerking in zijn achter uit ons ook met de neus richting het doodlopende stuk zou zetten. De nieuwe langste lijn gebruikten we als spruit: vast op de boot van voren en midscheeps (loefzijde) en om de kikker aan de kant. Als we de motor in de achteruit zetten en de lijn langzaam vieren (via een lier overigens) dan varen we redelijk recht de box uit (zonder kans op schade bij onze buren met name aan lijzijde.) Maar als we de box uit zijn moeten tegen de schroefwerking in de boot recht in de vaargeul krijgen met de boeg richting uitgang. Daarvoor onze voormalig langste lijn, ruim 2 keer de bootlengte, op de achterkikker vastgezet en laten lopen om de achterste paal. Deze lijn laten we vrij lopen tot dat we de box uit zijn; dan zetten we ook het andere einde vast op de kikker. En als we achteruit blijven varen draait de boot vanzelf recht. En dan snel de lijnen binnen halen (zodat ze niet in de schroef komen) en varen maar!

Op naar de volgende manoeuvre – aanleggen bij het tankstation. Om de tankdop aan walzijde te krijgen moesten we even keren – in de oude haven was daarvoor ruimte zat. Er paste 125l in onze 250l tank. Die was dus nog lang niet leeg. Maar goed – voor de komende 300 motoruren is er diesel genoeg; dat maken we dit jaar op onze zeilboot (waarschijnlijk) niet meer op.

Achteruit weer weg en gelijk het IJsselmeer op. De vaargeul uit de haven is gelijk in de wind – dus als de lijnen en stootwillen zijn opgeruimd – kan het grootzeil omhoog. We kiezen vandaag voor één rif; dat is met de goede windkracht vier wat comfortabeler! En dan kunnen we na de tweede groene ton de vaargeul verlaten en met een koers van ongeveer 250 graden richting Wieringermeer varen. Einddoel is Den Oever – maar het laatste stuk moeten we vanwege ondiepten langs de dijk!

Onderweg komen de we de mooiste dingen tegen. Bijvoorbeeld deze tweemaster, die ook weer gasten vervoerd, met de mooie naam ‘Welvaart’.

En ook waren er wieken op weg naar het windmolenpark. Een fraai gezicht waarbij je op grote afstand eerst niet goed weet wat je ziet. (Overigens werd dit vervoer geregeld door een concurrent van Van der Wees!)

Ook deze forse Aak kwam dichtbij voorbij.

En met snelheden tot 7 knopen zijn we zo bij de gerenoveerde Stevinsluizen. We gingen niet eerder hier de Waddenzee op (wel al twee keer de Waddenzee af). Na de marifoonoproep wisten dat we even moesten wachten (‘uurtje’, de sluis was net voor ons dicht gegaan) maar de wachtsteiger aan lager wal was niet fijn. Tijd dobberen dus voor de sluis terwijl ondertussen een boterham met kaas op peuzelden. En dan de sluis in. Blijkt lastig om vast te maken met kleine boldertjes in de muur maar met de dikke lijn die in de sluis hangt lukt het ons om toch zonder problemen voor in de sluis te liggen. Moet nog van alles mee de kolk in; maar na even wachten varen we vlot de sluis uit waarna ook de bruggen van de Afsluitdijk snel voor ons openen.

En dan rechtdoor naar de Waddenhaven van Den Oever. Een haven die we niet eerder bezochten. (Wel waren we twee keer in de jachthaven aan de IJsselmeer zijde, eigenlijk in de Wieringermeer, die behoorlijk eindje uit het dorp ligt.) We zijn niet de enigen maar vinden toch snel een mooi plekje met de kop in de wind en ook de (lange) vingerpier aan ‘hoger wal’. We leggen vlot aan, drinken wat en gaan in het zonnetje passagieren.
Het eerste wat we zien is het Visserijmonument. Wat bovenop de dijk bij de haven staat. Geeft gelijk een beeld van de haven.

We zien een kerkje en denken dat daar het centrum wel zal zijn. Dat is een misverstand; in Den Oever zijn geen kerken – we zien de kerk van Oosterland. Een dorpje verder zoals blijkt als we het einde van de bebouwde kom van Den Oever hebben bereikt. Maar hoewel we onze wandelschoenen niet aan hebben zetten we toch de pas er in een gaan naar de kerk.

Dat wordt beloond. Niet alleen is duidelijk dat we hier op een voormalig eiland zijn, Wieringen, waar het land wat glooit en de wegen niet polderefficiënt recht zijn. Ook blijkt het kerkje open en kunnen we naar binnen. Naast een gesprek met de ‘kerkhostess’, een oudere dame die ook in Oosterland woont, over het door Covid-19 stilgevallen kerkelijk en ander leven rond de kerk (geen koor, geen diensten, geen exposities) is er ook van alles te zien.

Meest opmerkelijk toch wel dit zwaard van de watergeus Willem Bloys van Treslong uit 1572. Zonder dit zwaard (dat hij hier in maart op Wieringen verloor) nam hij op 1 april Den Briel in.

We lopen terug langs de zeedijk. We kijken nog een keer om naar de Michaëlskerk.

Via de winkel buiten het dorp terug naar de vissershaven waar we bij ‘Viscentre ’t Wad’ kibbeling eten en een biertje drinken. Den Oever blijkt uiteindelijk toch vooral te leven aan de haven waar ook haast alle horeca te vinden is. Erg veel leven is er echter nog niet.