Over Joost

Beetje afhankelijk van de vakantie, de chauffeur of schipper. In het bezit van gitaar, spiegelreflex camera, laptop en vaarbewijs. En de persoon die er voor mag zorgen dat blog.koedijk.net functioneert.

Met Noordenwind is Makkum ver weg (20 juni 2021)

We hadden een afspraak gemaakt met vrienden op fietsvakantie. Die zouden vandaag terug de boot nemen van Vlieland. Konden we dan vlak bij Harlingen iets afspreken?

Met een Westenwind verwachting is in twee dagen Makkum vanuit Monnickendam bereikbaar. Dat hadden we eerder al eens gedaan. Maar inmiddels werd er Noordenwind verwacht en dan ligt Makkum recht tegen de wind in. Op tijd vertrekken dus en eens kijken hoe scherp onze Aquamarijn kan varen.

Wekker gezet en boodschappen gedaan. Een goed ontbijt moet je echter niet overslaan en dus zaten we lekker in het zonnetje te genieten van ons ontbijt en het carillon van de Dromedaris (dat beantwoord wordt door een ander carillon; ik denk in de Zuidertoren).


(Nee, we zaten niet opeens in de cornflakes reclame)

Eenmaal het Krabbersgat uit bleek het niet zo heel erg te waaien. Wel was de wind nog redelijk westelijk dus we konden een behoorlijk Noordelijke koers varen. Al met al schoot het niet op en lagen we een tijdje samen met een Aakje te dobberen.

Heel langzaam verdween Enkhuizen uit zicht, heel langzaam werd het gemaal bij Stavoren helderder. De boterhammen met kaas smaakten goed. Om voor wat afleiding te zorgen liet die ene hoge golf een beker karnemelk op de vloer stuk vallen. De wind kwam ondertussen ook wat meer Noordelijker dus we moesten wat meer gaan kruisen. Tegen vieren passeerden we de haven van Stavoren; halverwege.

En toen las Ellen het appje dat de vrienden vanwege de weersverwachting maar niet naar Makkum kwamen. Opluchting. Gelijk ging de boot een stuk sneller. En nu hoefden we ook niet zo nodig naar Makkum. Telefonisch werd snel een plek – ligplaats 510 – in Hindeloopen gereserveerd.

Twee slagen verder rolden we de fok op en lieten we het grootzeil zakken. En door de vaargeul voeren we de haven van Hindeloopen binnen. Nu is daar een hele grote jachthaven en we waren even vergeten op de website de plattegrond van de haven te bekijken. En dus moesten we op zoek naar ons plaatsje waarbij we twee keer in de haven moesten keren. Maar dat ging zonder problemen en toen bleek onze ligplaats eigenlijk recht vooruit te liggen. Tegen zessen lagen we vast.

En dan is het tijd voor de gebruikelijke dingen. Boot aan de walstroom. Grootzeil in de huik. Lijnen weg bij de mast. Ondertussen had Ellen gekookt. En al hadden we overdag niet veel zon gehad – het diner konden we weer op ons achter dek genieten.

En een toetje met zomerkoninkjes, yoghurt Griekse stijl en suiker maakt natuurlijk extra vrolijk.

Na het eten is er natuurlijk een afwas. Maar meezingend met de CD ‘Kisses on the bottom’ van mijn favoriete popartiest, zeker als daar ook ‘My Valentine’ langskomt, is dat natuurlijk ook zo gedaan.

Lange terugtocht (16 mei 2021)

Na weer een goede nachtrust ging om 8 uur de wekker. De Aquamarijn had de terugreis naar Monnickendam voor de boeg en dat is best een trip! De Valkjes moesten terug naar Rufus; dat is een stuk dichterbij. Aanvullend voordeel voor de twee kleinere bootjes: de windverwachting was kracht 3 à 4 uit zuid tot zuidwestelijke richting wat betekent dat Rufus vanaf de Rakkenpolle bezeild is. De Aquamarijn moest echter rekening houden met kruisen op het IJsselmeer. Om die zeilervaring mee te maken ging Marjolijn met ons mee.

Al voor 10 uur stak de Aquamarijn van wal. Eenmaal goed en wel in de Johan-Frisovaargeul konden we achter ons al snel de Valkjes de andere kant op zien varen en de Jeltesloot insteken. Dat ging zo te zien lekker vlot!

Was het nog droog toen we vertrokken – al snel vielen op de Fluessen de eerste buien op de Aquamarijn. Maar bij de brug bij Warns was het weer droog en werden we na een vriendelijk woord met de brugwachtster via de marifoon voorspoedig doorgelaten. Op naar Stavoren waar Aquamarijn een aantal jaren thuis was. Maar de Zuidelijke sluisdeur stond al open dus snel konden we door.

Na de sluis in de beschermde kom de stootwillen opruimen en de zeilen hijsen – we konden daar mooi in de wind varen! Inmiddels barstte een forse bui boven onze hoofden los. Dat gebeurt nou altijd als je met zijn allen buiten bezig bent. Maar met een Westelijke koers konden we al snel lekker wegzeilen en gingen de dames binnen koffie drinken. Mooi op tijd voor de regenbui overging in hagel.

Het weer knapte daarna wel weer op en een flink stuk uit de kust dachten we met wat Westelijker wind wel direct in één slag naar Enkhuizen te kunnen varen. Maar bij de buien bleek in eerste instantie de wind wat veranderlijk en voeren we bijna richting Lemmer. Even overstag – en wat later bleek de wind weer teruggedraaid. Toen konden we de lange slag naar Enkhuizen wel maken!

We gingen lekker vlot met een aantal zeilboten in vergelijkbare koersen en met vergelijkbare snelheden. De Valkjes hadden ook vlot gezeild. En omdat het IJsselmeer geen zee is en er dus best wel wat telefoon bereik is, ontvingen we een foto van de bemanningen op het Rufus terras. Lekker warme chocolademelk met slagroom!

Na de boterhammen met kaas konden we de zeilen strijken in het Krabbersgat voor Enkhuizen. Ook hier konden we de sluizen van het naviduct zo in varen. En daarna al uitvarend weer hijsen motorend tegen de wind in – mooi snel en efficiënt de sluis gepasseerd!

Hierna een lange slag – eerst maar eens richting Almere in de hoop zo het Paard van Marken te kunnen halen. We zaten lekker in het zonnetje terwijl boven Flevoland de buien hingen. De wind draaide weer wat terug naar het Westen maar nam wel steeds verder af. Omdat we toch wel graag voor het donker thuis wilden zijn (en ook de volgende dag weer moesten werken) de motor bijgezet. Ondertussen werd het ook wel tijd om het avondeten te gaan koken.

Net na de afwas konden we de Gouwzee opvaren. Nog steeds in het zonnetje maar de buien aan bakboord wel wat dichterbij. De pot met goud onder de regenboog lag dit keer in Marken.

Wij voeren door naar Monnickendam waar we om half negen vastknoopten in onze box. Daarna de zeilen opbergen, de boot aan kant, spullen pakken en de kuiptent opgezet. Om tien uur reed Lukas, die ons had opgehaald, het jachthaven terrein af.

Ondanks een enkele bui een mooie tocht gevaren. We kunnen best een afstand aan!

Flottielje zeilen (14 mei 2021)

Na een frisse nacht was bijna iedereen op tijd wakker en klaar voor ontbijt. De nachtrust was hier en daar verstoord door een leeglopend luchtbed, afwassers in de vroege ochtend (half 7)en de kou. Niet vaak hebben we zulke koude nachten gehad rond Hemelvaart. Volgens de verwachting was dit de koudste nacht; echt warm wordt het dit weekend echter niet.

Daarna is het klaarmaken voor vertrek. Voor de Valk-zeilers is het dan toch weer even kijken hoe alles werkt. Maar al gauw zat alles weer op zijn plek. Ook werd de meegehuurde kaart gecontroleerd om te zien of de afspreekpunten er wel op stonden. Toen dat niet zo bleek te zijn kon de kaart nog geruild. Doel voor vandaag Balk; als we dat door gebrek aan wind niet halen kunnen we uitwijken naar Woudsend.

Alles klaar; vertrekken maar. Dit betekent wel dat de Valkjes verder de Noorder Oudeweg afvaren terwijl de Aquamarijn terug moet naar het Snekermeer en dan over het Prinses Margrietkanaal. De vaste brug van de A7 is immers niet hoog genoeg voor onze mast. Zonder moeite passeren we de brug bij Uitwellingerga op weg naar het afgesproken lunchpunt aan de noordzijde van het Koevoordermeer. Zonder moeite leggen we daar aan; wel zijn we even bezig om de boot een paaltje naar voren te verhalen; dan kunnen de Valkjes achter de Aquamarijn aanleggen.

Als de Valkjes één voor één zijn aangekomen is er warme ‘Cup a Soup’. Daarnaast brood met kaas. Dat smaakt natuurlijk goed. Verder wordt er naar de vogeltjes geluisterd die zich goed laten horen maar niet laten zien. En dan is het tijd om te vertrekken; door de matige wind (kracht 2) wordt de reis ingekort naar Woudsend. Uiteraard via de Jeltesloot (met een akwaduct) en de Nauwe Wymerts.

Maar eerst het Prinses Margrietkanaal oversteken. Als de Aquamarijn aansluit komen er net 2 vrachtschepen naast elkaar uit Noordelijke richting – even aan de kant blijven dus. Snel daarna halen we op de motor de zeilende Valkjes in.

Op de Nauwe Wymerts wordt met ruime wind ook op de Aquamarijn – alleen op de Fok – gezeild. Heerlijk glijden we door het Friese landschap – net als er ook iets van een zonnetje door de wolken schijnt. Met de boot in kundige handen kan ik even lekker doezelen.

We melden ons via de meldsteiger van De Rakken. Hier waren we vaker! De Valkjes achterin; voor de Aquamarijn is een plek aan stijger B. De moeders koken samen Chili; met aardbeien kwark en slagroom toe. Bij de borrel en in de avond spelen we ‘De grote Dalmutti’; het leven is oneerlijk – dit spel ook.

Vanwege de frisheid mogen er wat meer mensen in de Aquamarijn slapen; van de zeven slaapplaatsen worden er zes bezet! Morgen doen we rustig aan – er is nauwelijks wind voorspelt!

Als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan (12 mei 2021)

De haven van Vlieland is niet erg ruim (OK, het is er gewoon krap). En omdat we gister heel netjes het correcte formaat van onze boot hebben opgegeven hebben we deze morgen buikpijn over het wegvaren. Straffe wind, benedenwinds een langere (!) boot en op één bootlengte afstand de achterkant van de boten aan de andere stijger liggen.

Maar ja, we willen verder (ook om donderdag bij Zeilboerderij Rufus te kunnen zijn). En dus een plan gemaakt met behulp van een Spruit en de bovendwindse buurman en buurvrouw. Buurvrouw gaat ons van de benedenwindse boot afhouden; buurman geeft met een lijn een zwieper aan de punt van onze boot. Gaat allemaal heel goed totdat buurman een zwieper geeft terwijl ik nog achteruit vaar. Iets te vroeg weer aan de kant waardoor we de volgende benedenwindse boot ook even aanraken. Weer een schippersles in de praktijk – vertel iedereen wat het plan is en stel vast dat het plan wordt begrepen. Tweede schippersles: in een tijd waar iedereen een boegschroef heeft en verwacht dat je op je plek kunt keren is, als je wat minder manoeuvreerbaar bent (door boot en/of schipper) is overdrijven van de bootlengte bij het zoeken van een plekje geen zonde!

Dat we daarna nog even midden in het geultje moeten wachten op een grote boot die door de haven stuift is, tot verbazing van enkele omstanders, dan nog een fluitje van een cent. En dat ik gelijk de zee opvaar terwijl Ellen nog lijnen en stootwillen aan het opruimen is, en haar dat werk dus in de onrustige zee laat doen, kan er ook nog wel bij. Ellen ervaart nog maar eens dat de Aquamarijn rustig op het water ligt in vergelijking tot menig andere boot waar we op voeren.

Op zee komt de stroom en de wind uit dezelfde hoek. Dus bijna op onze plaats kunnen we zeilen hijsen terwijl ondertussen ook de veerboot vertrekt. En dan gaan we een lekker stukje stroom mee achter de veerboot aan richting Noordzee.

Vertrek zo rond half elf betekent vandaag net na hoog water. Eigenlijk helemaal niet het tijdstip om naar Harlingen te vertrekken. Dat doe je meestal vlak voor laag water zodat je de vloedstroom mee krijgt. Maar ja, dat is pas om een uur of 4 vanmiddag. En dan ben je pas ’s avonds om een uur of 8 bij Harlingen; als al niet zoals verwacht tegen de avond de wind – deze ochtend kracht 4 uit Westelijke richting – afneemt. En omdat we nu eenmaal donderdag een afspraak in Friesland hebben varen we dus al in de ochtend uit. Bijkomend voordeel het is lekker zonnig weer en er staat een mooie zeilwind. Heerlijk zeilen dus. Klein nadeel – over de grond gaan we met stroom tegen echt niet harder dan een knoop of drie. Je kan dat ook als een voordeel zien – het zeilplezier wordt zo verlengd!

Bron van vermaak tijdens de lange tocht is de verkeerscentrale Brandaris. Op hun marifoonkanaal komen allerlei berichten voorbij. Vooral krijgen we een beeld van alle commerciële vaart in deze wateren die zich allemaal melden en informatie over elkaar krijgen.
Maar ook mensen bijvoorbeeld die vragen of ze met de huidige waterstand door het Schuitengat kunnen. Krijgen ze alle benodigde informatie (minst gelode diepte, 4m20, en huidige waterstand, -1m05, beide ten opzichte van NAP), maar of je er door kan moet de schipper met een diepgang van 1m50 dan toch echt even zelf bepalen.
Ook wordt er een schip gewaarschuwd dat even een bochtje wil afsnijden naar het Schuitengat toe (nee die boeien liggen er niet voor niks). Een loods moet uit Harlingen naar zee om een schip binnen te brengen.
Een boot die constant (letterlijk) over het marifoonkanaal uitzend wordt aangesproken met het ‘schip waar ze net aan het kaasplankje zijn begonnen’ en opgeroepen niet uit te zenden. Als dit niet helpt worden ze uitgepeild en er wordt een boot langs gestuurd. Als die verslag uitbrengt leren we weer dat er geitenkaas van het eiland op het kaasplankje lag.
Een zeilboot, net als wij dan op de Blauwe Slenk, met onduidelijke naam heeft lekkage en een niet werkende motor. Eerst wordt het mysterie van de naam opgelost. Daarna sleept een andere boot (van een hulpdienst) het schip naar Harlingen.
Mijn hoogtepunt blijft tenslotte toch als de mevrouw van dienst een oproep weer besluit met de oprechte wens voor een goede hemelvaart.

Even voor Harlingen, ten hoogte van de Pollendam valt de wind dan toch weg en komt aan de mooie zeiltocht een einde. Zeilen strijken en op de motor Harlingen rond half zeven in. Direct door naar de Tjerk Hiddesluizen om op het Harinxma kanaal te komen. De sluismeester beantwoord de marifoonoproep niet meteen maar daarna mogen we de grote sluis in. De kleine sluis staat open en daar wordt op dat moment fors water vanuit Friesland de Waddenzee in gespuit (dat kan nu want het is laag water..)

We besluiten 3 bruggen verder te varen naar Franeker. Daar hebben we – als onze herinnering ons niet bedriegt – niet eerder in een boot gelegen. Bruggen worden op marifoonverzoek direct voor ons geopend en zo liggen we om 20 uur aan de Zuidkade in Franeker.

Ellen heeft ondertussen eten (Schnitzel met pepersaus en sliptongetjes) bestelt bij het lokale restaurant. Dat gaat ze vast halen terwijl de boot gereed wordt gemaakt voor de nacht (huikje om het zeil, boot aan de stroom, en dat soort dingen). Na deze bewogen dag smaakt het eten ons uitstekend!

En dan natuurlijk ook nog een wandeling door het heel mooie Franeker. Echt een leuk oud stadje met mooie gebouwen en natuurlijk het Planetarium.

Is kaart lezen op zee moeilijk? (11 mei 2021)

Na een vraag van mijn tante een kort stuk over kaart lezen aan boord van de Aquamarijn. Gaat ook over techniek want veel van het navigeren doen we op Ellen’s iPad (of soms op het kleinere scherm van mijn iPhone).

Maar bijna elke tocht voorbereiding begint met papieren kaarten. Voor deze week (en dit jaar) gebruiken we 2 sets kaarten van NV Charts (IJsselmeer en randmeren en Waddenzee) met overzichts- en detailkaarten. Wij kiezen voor NV Charts vanwege de goede ervaringen enkele jaren terug op de Oostzee. Wij vinden de bijkomende app bijvoorbeeld erg gebruiksvriendelijk. Thuis hebben we dus ook de nodige Oostzeekaarten liggen. En elk jaar komen er nieuwe kaarten uit; dus oude Waddenzee en IJsselmeer kaarten hebben we thuis ook (we vernieuwen alleen daar waar we (van plan zijn te) gaan varen; er zijn grenzen).

Het fijne van de app is dat die, net als Google Maps of Waze, een koppeling kan maken met GPS (https://nl.wikipedia.org/wiki/Global_positioning_system). In mijn iPhone is GPS ingebouwd; voor de iPad hebben we een extern apparaat dat GPS gegevens via bluetooth doorgeeft. Kijk we liggen dus nu in de aanloophaven van Vlieland (de schaling kunnen we desgewenst aanpassen).

Laten we dan nu eens naar een stukje elektronische kaart kijken van onze tocht op 10 mei 2021 (https://blog.koedijk.net/?p=2248). Rechtsonder bij de tekens van beweegbare brug en sluis (door de tekens aan te raken is aanvullende bedieningsinformatie te ontsluiten) zijn de Lorentzsluizen door de Afsluitdijk. We gingen daar ‘rechtsaf’ naar een Zuid-kardinaal. Die ton staat, net als andere kardinale (https://nl.wikipedia.org/wiki/Kardinale_markering) en laterale (https://nl.wikipedia.org/wiki/Laterale_markering) betonning op de kaart: het was de BO2-VVG1. En dat staat dan ook op de ton – dus als je op zee mocht twijfelen helpt dat. En in de letters zeggen ook iets; In BO2 herken je de naam van het vaarwaater ‘Boontjes’; VVG staat zo voor ‘Verversgat’. De lage nummers (‘1’ en ‘2’) zijn een indicatie dat het het ‘begin’ van het vaarwater betreft.

En al die cijfers op de kaart geven de plaatselijke diepte weer. Het grote getal is in meters; de ‘subscript’ zijn decimeters. De kleur van de kaart geeft ook grof de diepte weer – hoe lichter, hoe dieper. In het groene gedeelte staat een streepje onder de meter aanduiding; dit betekent negatieve kaartdiepte!

Nu is dit getijdenwater; de werkelijke diepte is elk moment anders. Op de kaart zijn de diepten weergegeven ten opzichte van het LAT – het Laagste Astronomische Tij. Zo gekozen dat het werkelijke peil eigenlijk altijd hoger ligt dan het minimum op de kaart. En dat is iets handiger in gebruik dan het NAP – het Normaal Amsterdams Peil – dat ongeveer de gemiddelde zeehoogte weergeeft. (Verkeerspost Brandaris geeft overig waterstanden door ten opzichte van NAP; als het belangrijk is moeten we dan even rekenen.) En zo kan het gebeuren dat we met een diepgang van 1,05m toch over het wantij (zie pijltje bij het Zuidoostrak) kunnen varen met een negatieve kaartdiepte.

Terug naar de vraag is kaartlezen moeilijk? Dat valt dus eigenlijk wel mee. Maar voor het goed gebruik kunnen maken van de informatie op de kaart moesten we wel op cursus (Ellen en ik hebben beide – maar niet samen – de cursus ‘Theoretische kustnavigatie’ gedaan). Ook gebruiken we aanvullende informatie over getijden en waterstanden.

Nog een aanvulling over de apparatuur aan boord. De NV Charts app geeft ons de snelheid over de grond. Onze snelheidsmeter ten opzichte van het water functioneert niet goed; een windmeter moeten we nog herplaatsen. Als de elektronica uitvalt hebben we nog de kaarten én een kompas!