Over Joost

Beetje afhankelijk van de vakantie, de chauffeur of schipper. In het bezit van gitaar, spiegelreflex camera, laptop en vaarbewijs. En de persoon die er voor mag zorgen dat blog.koedijk.net functioneert.

Over Marker- en IJsselmeer naar de thuishaven Lemmer (27 augustus 2020)

We hadden de wekker om acht uur gezet. We wilden – na normaal ontbijt- vroeg vertrekken want ons wachtte nog een hele tocht naar de thuishaven. Eerst een mijltje of 10 naar het naviduct bij Enkhuizen (de sluis met een weg – die van de dijk Enkhuizen naar Lelystad- eronder door) en daarna nog zeventien mijl naar Lemmer. Geen zwaar weer vandaag – de verwachting was hooguit kracht twee uit Zuid later Oostelijke richting. Zou al meevallen als we een stukje zeilend vooruit konden komen. Zeker ook omdat Lemmer aan de Oostkant van het IJsselmeer ligt!

Maar ja, met twee boten langszij moet er toch even gewacht worden op de buren. De buitenste boot had wat pubers die ook allemaal nog even naar de wc moesten. Maar goed, daarna met duidelijke commando’s, en een luid weerwoord, werd er afgevaren. Onze buren waren ook al klaar en zo vertrokken we net na half tien in een stoet uit Hoorn. Bij de keersluis, bij de hoofdpoort, wenste de havenmeester ons nog een goede vaart. Havenmeester in zo’n mooie haven lijkt  mij best een fijne baan!

Eenmaal buiten op het Markermeer keken we op spiegelgladde watervlakte. Alle golven van de afgelopen dagen waren verdwenen. Motor dan maar op 5 knopen – de stuurautomaat aan – en koffie zetten. En met een grote groep andere plezierboten op naar Enkhuizen. Sommige boten gaan sneller, een enkele boot gaat langzamer Maar over het algemeen vaar je lekker samen – overigens op best ruime afstand – op.

Bij het naviduct liep net één van de twee sluizen leeg. Veel boten bleken kennelijk niet zo op de hoogte van de plaatselijke verkeersregeling en hielden stuurboordswal in de vaargeul. Dat terwijl de plezierboten die van de andere kant door de sluis willen (waaronder dus de Nynke) zich aan bakboordswal moeten (!) verzamelen. Zo moesten wij (samen met onze voorganger) ons door de file heen manoeuvreren. En dat terwijl er heel veel ruimte is in het midden.

We mochten meteen, wel als laatste, de westelijke sluis in waar we achteraan aanlegden. Ook het uitvaren ging voorspoedig en daarna door het Krabbersgat langs Enkhuizen naar het IJsselmeer. Het was 12uur; het carillon in de Dromedaris speelde. (En wat lijken vanaf het water Hoorn en Enkhuizen op elkaar!)

We zetten de koers uit van 60 graden. Met de kruissnelheid op de motor zouden we om 15uur in de thuishaven zijn. Dat was toch wel wat erg vlot op onze laatste dag. En omdat er toch een klein beetje wind leek te staan de zeilen “gehesen”; en natuurlijk kan met deze wind alles opgezet worden.

En jawel, met deze koers hadden we een koers tussen halve en aan de wind. Gingen we in het begin een knoop of twee – later liep dat op tot drie en zelfs vier knopen. Een enkele keer viel dat ook wel weer terug maar toch zat er best voortgang in! Toch lekker zeilen dus vandaag; zeker omdat de zon ook veel scheen!

En ja, met dit rustige weer is wat drinken en in de kuip een boterham smeren allemaal mogelijk. Ellen had hotdogs, met veganistische hotdogsaus, bij de Hoornse Hema gekocht en die werden nu soldaat gemaakt. Maar ook de Hoornse olijfbroodjes met plakjes kaas smaakten goed!

En zo kwam de Lemstergeul al in zicht. Moeten we nog wel even de aanvaarrorute van de beroepsvaart naar het Prinses Margrietkanaal oversteken. Kwamen er net drie grote jongens ons achterop waarbij er ook nog ingehaald werd. Buiten de geul konden we nog mooi doorvaren tot dit geweld was gepasseerd. Daarna oploeven voor de laatste zeilende meters in de Lemstergeul.

Mooi op tijd dachten we nog aan te leggen bij het dieseltankstation dat in de buitenhaven is. Het was nog voor 17 uur; er was één boot voor ons en een vijftal na ons. Maar helaas, tankstation bleek al vanaf vier uur gesloten – ook de verhuurorganisatie van een haven verderop had zijn huurders daarover niet ingelicht. Veel boten worden dus dit weekend niet met een volle tank ingeleverd. Hadden we dit geweten én dat we toch nog zoveel en vlot konden zeilen hadden we in Hoorn getankt. Maar ja, achteraf is (bijna) alles makkelijk!

Daarna aanleggen in onze box in de Lemsterbaai. De bootverhuurder (de man van Ali) al vast gesproken en de bootzaken doorgenomen. Daarna eten gekookt en opgegeten. Dit keer ouderwets met een kwarktoetje.

Vanavond een spelletje doen. Morgen inpakken, boot poetsen en de administratie afhandelen. En dan op vier wielen weer naar huis.

In een beschutte haven – Hoorn (25 augustus 2020)

Het is hier letterlijk, nu ik het blog schrijf, “Hoor de wind waait door de bomen”. Het waait al de hele middag en avond flink (nu kracht 6) en we liggen in de binnenhaven. Met jas aan, onder de sprayhood, is het uit de wind nog best aangenaam om buiten te zitten. Maar geluid van, zingende lijnen en af en toe een klapperend zeil horen er vanavond wel bij. En natuurlijk de wind in de bomen op het Baatland die ons de nodige beschutting geven. Een kerkklok, die van de Oosterkerk, die vlakbij toch echt elk kwartier slaat komt er niet bovenuit.

We hebben al om kwart voor elf in de haven van Hoorn vastgelegd. Mooi de voorspelde (te) harde wind voor zijn dachten we en dat klopte ook aardig. We hadden – na het klaverjassen – een wekker gezet en snel ontbeten zodat we om na acht uur de zeilen buiten de haven van de Markerwadden al weer hadden gehesen. We waren niet de enigen die er zo over dachten. Vier boten vertrokken eerder; twee lieten we er nog achter.

We rekenden al op een dikke vijf uit het zuiden en hadden dus niet teveel zeil opgezet. Met een kleine zes knopen voeren we zo een halve-windse koers naar Hoorn. Iets minder golfslag dan gisteren en het aantrekken van de wind viel gedurende onze tocht ook mee.

Dus ook niet verrassend dat het voorspoedige oversteek was en dat we precies drie uur na vertrek welkom werden geheten door de havenmeesters in een bootje die ons de aanlegplek aanwezen. Omdat we direct konden betalen waren we daarmee dan ook helemaal klaar. Vlot na ons liep de haven helemaal vol… Inmiddels liggen er twee zeilboten langszij!

Uitblazen en douchen was de volgende stap. En helemaal schoon gingen we lunchen in de Hoofdpoort (de toren naast de beelden van de jongen van Bontekoe). De pannini’s en  pannenkoeken met spek smaakten ons prima. Ondertussen konden wij door het venster de haveningang goed in de gaten houden. En jawel, de wind trok al snel verder aan. Ook voeren boten in en uit de binnenhaven – dit deel van de haven was vol (er zijn overigens meer dan genoeg plekken in de havens van Hoorn – onze plek is niet alleen beschut maar ook in het centrum!)

Na de lunch door de regen wandelen in de stad, lezen, filmpje kijken en/of dutje doen (Ik lees Herman Koch’s Finse dagen). En natuurlijk een spelletje: dit keer Catan (Ellen won). We aten bij de Bourgondiër aan de Appelhaven.

Daarna nog even naar de stootwillen kijken – het gaat morgen pas echt hard waaien! En plannen voor morgen maken – varen zit er in ieder geval niet in. Wie weet gaan we ook nog wel een spelletje doen…

Op de motor door Friesland (22 augustus 2020)

Het was een wat onrustige nacht. Alle vier waren we wat zoekende naar de ideale slaaphouding, het was nog warm in de boot, de combinatie van wind en zeilboten maakte veel geluid en als je een glaasje water pakt maakt de waterpomp veel geluid. Alle reden dus om rustig aan te doen. De dames waren het meest actief, hebben de douche bezocht, beklaagden zich over het douche-warmwatersystem met sep-key,en hebben daarna een bakker opgezocht voor brood, croissants en oranjekoek.

Na het ontbijt toch om half 12, natuurlijk net tijdens een regenbui, afgevaren. Gezien de harde wind (6 met vlagen 7) niet het IJsselmeer op maar terug door de sluis Friesland in. Gelijk bij invaren moeten we het sluis- en bruggeld afrekenen.

Erg krap daarna in Lemmer, waar ze ook nog regelmatig dubbel liggen en er ook de nodige tegenliggers voorbij komen. Maar achter de plezier sleper Zuiderzee passeerden wij toch probleemloos de drie bruggen en dan is het gewoon rustig doortuffen naar het Prinses Margrietkanaal. Daar was het ook goed gevuld met boten maar door de breedte is dat eigenlijk geen probleem. Enige spannende de brug bij Spannenbrug waar we even aanlegden om de brugwachter de tijd te geven. En daarna voer Mirjam ons met strakke hand door de brug.

Dat is trouwens sowieso wel prettig – er zijn meer roergangers. Ook is het zicht door, en voor de twee langsten over, de sprayhood goed. Wel is na een bui dat zicht wat minder. Ook deze sprayhood is niet met een regenwisser uitgerust.

Aan het einde van het Koevoordermeer linksaf de Jeltesloot in. Daar is het nog steeds erg druk. Tussen sloepjes, en andere zeilboten manouvreerde Mirjam ons kundig de sloot in. Konden wij op ons gemak kijken naar de Zeehaen, de boot waarmee we gevieren in 2006 over de wateren van Friesland en IJsselmeer voeren.Toch nog net te weinig tijd voor een snelle foto. Gelukkig hebben we nog wel hele oude…

KONICA MINOLTA DIGITAL CAMERA

Na het Jelteslootakwadukt (op een memorabele plek waar ooit een brug was die in drukke tijden 2 keer per uur even open ging) kom je langs Heeg. En daar begon het weer vreselijk te regenen. Grote druppels ijskoudwater – de helft van bemanning dook snel naar binnen. Terwijl onder de sprayhood het, mede door de harde wind, er een ruime droge plek was.

Het hele Fluessen af door de vaargeul. Af en toe halen we een bootje in af en toe worden we ingehaald. Bij de Galamadammen bleek de Myrthe in de thuishaven te liggen. Even later bij Warns liet de brugwachter de brug wat langer open zodat ook wij er nog door konden.

Bij Stavoren moesten we even bedenken waar we gingen liggen. Voor in het stadje steken we dit maal te diep. We kiezen voor de buitenhaven van Marina Stavoren. Kunnen we morgen desgewenst meteen het meer op. Maar dat betekent wel dat we nu met harde wind door de sluis moeten. Het aanleggen aan de wachtsteiger liep niet helemaal vloeiend mede door ruimte in de lijn en de harde wind van voren. Maar de sluis zelf kwamen we verder probleemloos door.

Daarna een heel klein stukje, achter de golfbreker van de suis naar de ingang van de haven die ook weer een lange golfbreker heeft. Eén grote golf van het IJsselmeer kregen we toch een beetje dwars – van alles vloog er over de vloer van de kajuit en hutten. Later bleek er niets stuk.

Daarna op zoek naar de door Ellen gereserveerde box die (net als alle andere boxen) dwars op de wind bleek te liggen. Met zweet, geploeter, getrek en ook een beetje beleid kwamen we op onze plek in de box terecht. Daarna stroom aansluiten en melden bij de havenmeester. En dan nog weer boodschappen doen (de Co-op is een kwartiertje lopen) terwijl de jongste twee kookten.

En de maaltijd en de afwas – Oranjekoek bij de koffie. Zo meteen een spelletje doen. En hopen op afname van de wind; want de wind suizend door de wand en de golven tegen de boot maken het best wat onrustig. Maar goed – dat zien we straks wel!

Laatste etappe en terugblik – 11 juli 2020

Om 8 uur ging de wekker. Dat was toch wel erg vroeg. Dus nog maar 10 minuten snoozen. En dan eruit en eerst ontbijten. Daarna inpakken, water bijvullen, opruimen, karretje halen en de bagage naar de auto brengen. Alles ging voorspoedig. Wel nog een klein half uur nagepraat met de eigenaar over onze fijne vakantie. Van controle was nauwelijks sprake.

Er moest nog een auto worden opgepikt in Stavoren. Met alle bagage is er slechts plaats voor twee in de Toyota. Dus Ellen en Marjolijn samen naar Stavoren. Terwijl in Koudum nog wat op de bootbuitenkant werd gepoetst. Daarna tegelijkertijd, maar op twee plekken koffiedrinken.

Inmiddels tegen enen vertrokken Ellen en ik uit Koudum. Via Lemmer de polder in. Omdat we wilden lunchen voordat we thuiskwamen besloten we nog even bij de Bataviahaven te gaan kijken. Een haven aan het Markermeer die we nu niet bezocht hebben maar die modern en ruim veel plaats beidt aan passanten. We lunchten op het terras bij De Cantine. En gingen daarna nog even de outlet Bataviastad in. Een belevenis die niet leidde tot aankopen en ook niet tot een verlangen voor snelle wederkeer.

Thuis werden we verwelkomd door de kinderen. Uitpakken en verhalen delen. En met Marjolijn tot slot van de vakantie samen eten van het lekkers dat de kinderen hadden uitgezocht en bereid.

Terugblik

We hebben een hele fijne vakantie gehad. Grote verschil met de Oostzee is dat er in de plaatsen van aankomst veelal iets te beleven is en dat bij minder weer er ook een wandeling te vinden is.

Het weer was de eerste week geweldig. Het begin van de tweede week was de wind zodanig hard dat we in Friesland zijn gaan motoren; een prima alternatief! Na een rondje IJsselmeer hebben we drie dagen (vier nachten) verwaaid gelegen in Stavoren – met twee wandelingen (naar een plek waar tenminste iets als een pannenkoek was te krijgen) zijn we dagen ook wel goed doorgekomen. Toch uiteindelijk, op wat buien na, maar twee echte regendagen.

Wel is ons inzicht in de weersverwachting in tien jaar fors verbeterd. Tegenwoordig kijken we in de App Windfinder al dagen vooruit naar de windverwachting – een verwachting die (veelal) vier keer per etmaal wordt aangepast. Allemaal, zeker aangevuld met buienradar, wel fijn. Maar het leidt er ook toe dat plannen regelmatig (moeten) worden aangepast. Met 14 havens in 21 nachten hebben we toch veel kunnen doen.

Ondanks het “binnendoortje” door Friesland hebben we een kleine 45 uur gemotord en daarbij (met deze “zware” stalen boot) 80 liter brandstof verbruikt. Toch echt behoorlijk minder dan we op de Oostzee deden. We hebben dan ook veel kunnen zeilen. Maar ook zijn de dagtochten wat korter – onze langste tocht dit jaar was afgelopen woensdag over het wad van Makkum naar Den Oever – zo’n 33 zeemijl.

Tenslotte nog iets over de boot. Hij zeilt heel erg goed en, als je goed trimt, is dan ook licht bestuurbaar. Op de motor wordt iets meer van de roerganger gevraagd. Het is uiteraard wel zo dat elk scherp (polyester) jacht sneller gaat maar een goede constante snelheid, belangrijk voor de planning, is te halen.
De tent over het middelste gedeelte is heel fijn. Al is het fris, toch kun je veel voor je gevoel buiten doen. Nadeel is wel dat activiteiten met het zeil, zoals het weghalen/plaatsen van huikje en het vastbinden van de reefknuttels erg lastig is omdat je niet op de tent kunt steunen.
Het grootste “nadeel” is ook al benoemd – je staat op het dek het grootzeil te hijsen en moet daarvoor eerst uit de kuip naar voren. Op het IJsselmeer staat bij windkracht vier toch wel eens een onaangename golfslag en dan is dat gewoon niet ideaal. Hijsen vanuit de kuip heeft toch de voorkeur.

Het is ons zeer bevallen. We hebben daarom voor eind augustus nog naar een weekje een boot gehuurd. Nu een scherpe Bavaria 36 onder de naam Nynke. Met de kinderen hopen we ook met dit jacht op de wadden te kunnen zeilen! We hebben er al weer zin in!

Nat en prima zeilweer – 9 juli 2020

Een zeilboek waar ik haast verliefd op ben is de Greek water pilot van Rod (en de latere edities ook Lucinda) Heikell (zie deze link). (Haast) elke haven en ankerplek is benoemd inclusief de momenten dat je er, bijvoorbeeld door de windrichting, beter geen gebruik van kunt maken. Onmisbaar als je daar vaart, maar ook heerlijk om thuis in te bladeren om je voor te bereiden of herinneringen op te halen.

Om overduidelijke redenen staat de Marina Den Oever niet in de Greek water pilot. Maar goed wij hadden dus gemist dat je daar, zeker aan de voorkant van de haven, beter niet kan zijn bij (Noord)Oostenwind. En ja, er waaide een flinke bries afgelopen nacht over het hele IJsselmeer. En dat resulteerde in een behoorlijk onrustige nacht waarin we behoorlijk schommelden en de boot, en de vaartuigen om ons heen, veel geluid maakten. Niet bevorderlijk voor de noodzakelijke nachtrust.

Dus toen de wekker om 7 uur ging waren we blij te zien dat het weerbericht weer was veranderd. Niet meer later op de dag een vrij krachtige wind (5 beaufort) met uitschieters naar een krachtige wind (6 bft) maar een matige wind (4 beaufort) met uitschieters naar 5 beaufort. We konden weer even terug in bed!

En om half tien werd het rustiger. Niet eens zozeer doordat het minder hard waaide maar doordat de wind was gedraaid naar zuidwest; met die wind lig je lekker in de Marina van Den Oever. En wij namen de tijd voor ontbijt en koffie.

Een ander aspect van het weer vandaag nog niet besproken. Het was grijs en miezerde vrijwel onophoudelijk (behalve dan als het echt doorregende). Dus toen we tegen half een losknoopten waren we geheel gehuld in onze zeilpakken. Om in ieder geval van binnen droog te blijven. Eenmaal buiten bleek de wind inderdaad mee te vallen en ging de fok en het grootzeil (nog steeds met 2 riffen) omhoog. Nog even wat zwaard bij en we ging met een licht bestuurbaar zeilschip op weg naar Medemblik.

Een groot voordeel van deze tocht bij Zuidwesten wind is dat je dicht onder de “hoge kant” vaart. De golven zijn dan lang niet zo hoog en krachtig (omdat de wind nog niet lang tegen het water heeft “äangeduwd”. Het op het voordek staan en werken aan de vallen vereist dan  ook geen acrobatiek. Bij sterkere golfslag is dat wel anders – reden waarom in modernere boten de zeilen vanuit de kuip kunnen worden bediend. Dan heb je alleen niet zo’n mooi zeil met een gaffel.

Met dit weer is het wel steeds flink turen naar de volgende boei. Ondanks dat redelijk vlak onder de kust voeren zagen we vaak maar een paar honderd meter. Genoeg voor de drie oplopers en twee tegenliggers. En door het turen een beetje in ploegen te doen konden ook de restjes avondeten van de afgelopen dagen worden opgewarmd en als lunch worden opgegeten.

Door om wat ondiepten en waterplanten heen te varen kwam Medemblik bovenwinds te liggen. We kruisten nog een tweetal slagen en toen ging de motor en aan en voeren we recht op de haveningang af. Net als veel oude Zuiderzee haven heeft ook Medemblik een karakteristieke aanblik. En die was zelfs door de mist te herkennen.

Havendienst oproepen via kanaal 9 en dan door de brug naar de Westerhaven. Plek genoeg! En dan is het tijd om via de heerlijke douche droge kleren aan te trekken en de natte spullen uit te hangen. Omdat het nog steeds regent moet dat wel in de tent.

Als we allemaal weer wat zijn opgewarmd trekken we naar restaurant het Hof van Medemblick dat op de kop van haven ligt. Daar lekker bier, wijn, eten en koffie. En tijd voor een foto van ons drieën!

En tenslotte, ondanks de miezerregen, nog een wandelingetje door het stadje. Een van de gebouwen die over het water goed herkenbaar is is het gemeentehuis. Blijkt ook nog een aanbouw aangezet te zijn. Wij vinden dat niet mooi, maar wel sprekend voor de tijd waarin het is aangebouwd.

Achter het stadhuis ligt het spoor (tegenwoordig van de stoomtram naar Hoorn) en daarachter de dijk waar je over het IJsselmeer kunt kijken. Het is nog steeds grijs.Via twee kerken en een gitaarwinkel lopen we terug naar de Westerhaven.

Het regent nog!