Over Joost

Beetje afhankelijk van de vakantie, de chauffeur of schipper. In het bezit van gitaar, spiegelreflex camera, laptop en vaarbewijs. En de persoon die er voor mag zorgen dat blog.koedijk.net functioneert.

Weer het water op – 7 juli 2020

Vandaag konden we weer het water op. De verwachting van windkracht 4 later 5 zorgde er ook voor dat we op tijd wilden vertrekken. Maar ja, de sluis wordt pas vanaf 9 uur bediend. Omdat het wat drukker was geworden in de haven en we toch echt de eerste draaiing mee door de sluis wilden maakte we al voor achten los om vooraan in de rij te liggen.

We waren niet de enige die zo gedacht hadden. We waren al de vierde in de rij. En na ons sloten nog snel wat boten aan. En allemaal wachten tot het 9 uur was. De achterbuurman kwam nog even vragen waarom – maar ja aan de logica van openingstijden (voor heel Friesland) is verder niet veel toe te voegen. Wij konden in het uurtje wachten rustig ons ontbijt opeten.

Even voor negen uur ging er een licht op groen en niet veel later gingen twee bruggen omhoog en vier sluisdeuren open. Vrijwel alle wachtenden konden zo mee in de twee sluiskolken die Stavoren rijk is. Bij het uitvaren van de sluis moesten we (en de andere boten uit de oude ) nog wel even een artiest met een motorboot ontwijken die niet helemaal had begrepen hoe de wachtrij voor het invaren werkt en wel dacht vlak voor de deuren te kunnen wachten. Kennelijk in de veronderstelling dat, net als in de trein, het zeer onwaarschijnlijk is dat er iemand de sluis uit zou willen als de deuren opengaan.

Buiten de kom snel het grootzeil omhoog. Vanwege de verwachte kracht 5 toch maar weer met twee riffen er in. En toen met ruime (zuiden) wind koers gezet naar Makkum. Ongeveer 10 mijl naar het Noorden.En dat ging eigenlijk meteen al wel met een lekker gangetje. Voor dat we het wisten hadden we al weer zicht op de toren van de Grote kerk in Hindelopen.

Het beloofde weer was wisselend bewolkt met af en toe een bui. Dat klopte aardig –  we zaten zelfs af en toe in de zon. Vooral fijn was dat het voornamelijk droog was. Alleen in de laatste uitloper van een bui kregen we wat spetters te verduren.

En in de uitloper van die bui trok de wind – zo tegen 11 uur – ook aan naar de beloofde windkracht 5. Dat bleken we goed te kunnen hebben. Doordat ook de wind inmiddels verder was doorgedraaid naar het westen voeren we inmiddels, ook omdat we nog een ondiepte en natuurgebied moesten omzeilen voor we de vaargeul naar Makkum in konden steken, aan de wind. Daarvoor moesten de schoten wel even worden aangetrokken.

Maar toen draaiden we voor de wind de vaargeul in en vlogen we haast op Makkum af. Voordat we echt de vaart met jachthavens ingingen draaiden we de kop in de wind en ging het grootzeil weer naar beneden. Daarna op de motor verder naar de haven. Met forse zijwind toch redelijk soepel in een box aangelegd. Daarna nog wat mikken met de lijnen zodat we een makkelijke afstap naar de zijsteiger hadden. Dan nog de zeilen in orde brengen en de stroom aansluiten. En toen was er koffie met Oranjekoek!

De middag voor Makkum bekijken, douchen, boodschappen en/of een dutje doen. Daarbij vaak over de sluis van Makkum gelopen naar het havengebouw. Deze sluis staat aan het eind van een binnen-door-Friesland-route (naar Workum of Bolsward en verder) en nu de wind wat minder is kwam daar heel wat uit. Omdat bij boten in de sluis de brug open moet ontstaat er heel wat wachttijd,

’s Avonds eten in het Posthus, het wat betere restaurant van Makkum. En dat hebben we ons goed laten smaken. Allereerst met een amuse rond zalm.

Daarna meer vis en vlees en een lekker toetje. Toen Marjolijn zich liet ontvallen dat de Bramen haar favoriete fruit was kregen we zelfs een toegift.

En toen via het was-douche-toiletgebouw om de gewassen was op te halen, terug naar de boot. Op de stijger opeens, in een bewolkte en regenachtige avond, zicht op een strookje zonsondergang!

Nog steeds harde wind – 5 juli 2020

Elke ochtend en ja, nu nog veel vaker kijken we in de Windfinder app. Zou er zeilbaar / bevaarbaar weer komen?

Nou, nee dus. Alleen na 8 uur vanavond is het volgens de verwachting een paar uur rustig (met nog wel forse windstoten). We blijven dus nog maar even met de boot op deze ligplaats.

Nu is harde wind niet altijd hetzelfde als slecht weer. In tegenstelling tot gisteren is het vandaag vrij helder, meestal droog, warmer en soms ook nog wel met een zonnetje. Prima weer om te douchen, boodschappen te doen en de boot een beetje op te ruimen – we verwachten immers vandaag opstapper Marjolijn. En tussen de drukke bezigheden kunnen we ook een puzzeltje maken of een stukje lezen in de zon.

Als we klaar zijn drinken we lekker koffie met suikerbrood. Het ziet er bij ons zo goed uit dat we al snel bezoek krijgen van een ander stelletje. Omdat ze de loopplank niet kunnen vinden gaan ze na enige tijd maar bij de buren bedelen.

Als de opstapper is gearriveerd en we ook kort met haar broer en schoonzus (die in de buurt op vakantie zijn) hebben gekeuveld is het tijd voor een korte wandeling. Bij de sluis zien we nog net een boot vertrekken met een gescheurde genua. Oeps, ja het weer is mooi maar het waait erg hard. Ook in de beschutte kom voor de sluis staat immers flinke golfslag.

In de verte zien we Enkhuizen en Urk liggen. Op het water verder twee a drie schepen. Nee, dit water is niet “the place to be”. Maar lekker lopen over de dijk en kijken hoe de golven breken is natuurlijk niets mis mee. We zijn dan ook zeker niet de enigen die vandaag dit rondje lopen.

Even voor vijven arriveren we weer bij het restaurant in de stadsboerderij de Koebrug. Hier zijn we de eerste gasten, op een drukke restaurantavond, die van de gezelligheid en het goede eten gaan genieten. We bestellen iets anders dan de vorige keer – en weer smaakt het goed. En in de hoop op beter weer wordt er als toetje een “Frozen sunshine” besteld.

Lekker zeilen – 3 juli 2020

Voor mijn gevoel heeft het carillon van de Dromedaris deze nacht elk kwartier een deuntje gespeeld. Nu was ik een behoorlijke tijd onder zeil dus ik heb het niet goed kunnen controleren. Maar toen ik nog even lekker in mijn slaapzak lag te soezen en het carillon weer speelde hoopte ik dat ik nog even mocht blijven liggen. Helaas. Zeven uur. Weer tijd om op te staan zodat we op tijd konden vertrekken (en vooral voor de storm/harde wind kunnen aankomen).

Naast de gebruikelijke ochtendbeslommeringen is er nog een zorg om op tijd weg te komen: er ligt een buurman langszij. En die kunnen we niet gewoon even losgooien en in de haven laten ronddrijven. Nu weet de buurman dat we om 8uur weg willen. Maar lang zien we geen beweging. Tot een minuut voor 8 uur – als hij zijn hoofd boven de kajuit steekt. Maar na een welgemeend “goedemorgen”, heeft hij zich ook zo losgeknoopt en zet hij koers naar de sluis naar het Markermeer.

Wij er snel achterheen met dien verstande dat we bij de havenuitgang precies de andere kant uitgaan. Naar het IJsselmeer – op naar Stavoren. Voorbij de strekdam willen we snel de zeilen omhoog doen – maar we moeten nog wel even klooien tot de gaffel goed tussen de lazy jacks omhoog gaat.

Maar dan zetten we op een redelijk vlak IJsselmeer met volle fok en 2 riffen in het grootzeil (vanwege de verwachte windkracht 5) koers naar het Noorden. Nog even horen we op de wind een carillon en kijken nog even achterom. Ja, de Zuiderkerk en Dromedaris zijn nog te herkennen.

Voort gaat de boot op ruime windse koers. Af en toe kijken of we de goede koers wel hebben op deze plas met water. Want naast kompas en GPS zijn er maar weinig herkenningspunten. En dan helpt het niet als er een veilig vaarwaterton (https://nl.wikipedia.org/wiki/Markering_voor_veilig_vaarwater) er op een afstandje uitziet als een rode ton – een rode ton hadden we immers daar niet verwacht.

Langzaamaan komt er wat meer wind en vooral meer golfslag. Maar de tocht vordert gestaag. En hoewel de ingang bij Stavoren, zeker bij ons, berucht is om het geklots, krijgen we ook het grootzeil mooi snel naar beneden en varen we de ingang in. En dan moet Ellen fors aan de bak met landvasten (voor) en stootwillen want we kunnen meteen de sluis invaren. Voor het eerst dit jaar in de oude sluiskolk. Het is er vol met grote plezierjachten maar probleemloos leggen we aan. De hulp van de plotseling aanwezige sluisstewards hebben wij vandaag niet nodig.

Inmiddels twee weken gevaren. En hoewel we een zeilboot zijn willen we toch niet zonder brandstof komen te zitten. Bij de haven in de stad is er tankstation voor boten – en hoewel er al een boot ligt kunnen ook wij aanleggen. Dan een vloerdeel in het “tentdeel” loshalen en we kunnen tanken. 57liter gaat er in!

Even verderop kunnen we langszij aan de hoge wal aanleggen. Dat gaat ons ook prima af. Al moeten we wel de toegesnelde helpende buurman tegenhouden om de Spring weer los te maken. Hij denkt dat die lijn naar voren moet (maar daar hadden we de motot nog voor bij staan). En als we dan tevreden zijn over de landvasten nog even het zeil opbergen,  stroom aansluiten en zeilpak uit. En dan kunnen we tevreden in het zonnetje ons brood met gebakken ei opeten.

Daarna tijd voor de stadswandeling. Eerst naar de sluis en dan langs de dijk naar de Buitenhaven. Op het IJsselmeer blijkt de wind en golfslag verder toegenomen. Wij zijn blij dat we binnen zijn. Bij de Buitenhaven staat de Vrouw van Stavoren nog op haar vracht te wachten. En hoewel Stavoren vandaag aan lager wal ligt en van alles er van zelf naar toe wordt geblazen zag ik ook zelf niets komen.

Bij de Koebrug zagen we al Schots restaurant en whiskeybar Stadsboerderij de Koebrug. Met genoegen zijn we daar twee uur zoet met vlezige gerechten en op gepaste afstand van de andere gasten. We drinken “Us heit”; bier uit Friesland. En de eigenaar en zijn vrouw lopen er ook nog rond in schotse ruit. En de naam van het restaurant komt van de naasrgelegen brug waarover vroeger de koeien naar het weiland gingen.

Alles droog? – 1 juli 2020

Dat was weer even wennen – om 7 uur ging de wekker. We wilden immers graag een stukje varen over het IJsselmeer en om 14 uur zou de wind weer aantrekken. Dus snel in de kleren, ontbijten, vuilnis wegbrengen en de havenkaart (zonder borg) in de brievenbus van de havenmeesteres gooien. En daarna netjes achteruit de box uit, met een lange lijn vast op de achterbolder die ons mooi de draai in de smalle haven liet maken toch nog ruim voordat de angsten van de toegesnelde achterburen in de Nynke – dat we bij ze naar binnen kwamen varen – bewaarheid werden.

De Lemsterbaai en Lemstergeul en daarna, tussen een paar vrachtschepen door, de drukke geul (in het verlengde van het Prinses Margriet kanaal) over. En dan bakboord uit langs de dijk en in water staande windmolen rij van de Noord-Oostpolder. Ondanks onze planning was de wind toch al wel een kracht vier en zeker het eerste stuk recht op de kop. De daarbij op het IJsselmeer behorende golfslag haalt behoorlijk wat snelheid uit de boot. Maar als eenmaal het juiste toerental van de motor is gevonden komen we toch tot drieënhalve knoop. Een enkele hoge golf doet soms de snelheid terugzakken naar beneden de twee knopen.

Na de Rotterdamse hoek zit er knik in de dijk van de Noord-Oostpolder. Dat betekent niet alleen dat weer de vaargeul over moeten (het is niet zo druk) maar ook dat we een stukje fok bij kunnen zetten. Daat laatste maakt het varen aangenamer. We gaan iets harder en hebben minder last van de golven. Eén keer duiken we nog diep in een golfdal weg en staat het voordek onder water. Maar bij dat alles is er beperkt buiswater achter in de kuip. Op een paar spetters na zitten we droog in onze zeilpakken. En was het al merkbaar warmer dan gisteren, na af en toe een waterig zonnetje bij Lemmer komt er ook steeds meer zon tussen de wolken door.

Met een blikje cola vervolgen we onze weg. Langs de hele polderkust staan windmolens. Dat lijkt saai, en aan de polderkust is ook niet veel te zien, maar door de regelmatige afstand kun je wel mooi aftellen. Zo zie je dat je toch voortgang maakt! En als dan de laatste molen is gepasseerd is het nog een stukje koers vasthouden en de eerste van een rij west-kardinale (boeien die we dus ten westen moeten passeren, zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Kardinale_markering) komt in zicht. En aan het einde van die rij kunnen we oostwaarts naar, als we nog even op 2 zuid-kardinale boeien letten, de haveningang van Urk.

In de haven vinden we een plek langszij aan de wal. Wel even keren zodat we met de kop op de wind liggen. In de kuip wordt het dan in het zonnetje zelfs aangenaam. In de zon eten we ons brood met een gebakken ei.

Vroeg opstaan en varen in dit weer maken dat het tijd is voor het bekende Urker middagdutje. Dan blijkt, eigenlijk mooi op tijd, dat het luik op het vooronder, voor de hoeveelheid water die we er bovenop hebben gekregen, niet helemaal waterdicht is. Met name in de punt is er wat vochtigheid. Kunnen we onze matrassen en slaapzakken mooi even luchten en laten drogen.

Om vijf uur is het, inmiddels uitgerust en gedoucht, tijd voor een wandeling over dit voormalige eiland. Er is fors meer ruimte voor watersport sinds ons bezoek met de Zeehaen in 2006. Het visserijmonument, met de namen van Urker vissers die op zee bleven, is indrukwekkend; laatste toevoeging van 2019!

Bij de vuurtoren zien we over de voormalige zee een zeilschip geassisteerd door de KNRM; de fok waait los voor de zeilboot uit en de wind is inderdaad zoals voorspeld toegenomen. Veilig komt het schip in de Urker haven aan.

Wij zitten dan inmiddels op het terras van Storm; uit de wind en in de zon. Tijdens een biertje blijkt het nog best lang te duren om die fok van het met assistentie inmiddels aangemeerde schip weer in te rollen. Mannen met oranje pakken zijn er maar druk mee, Omdat er geen schaaldieren zijn eten we ondertussen allebei vooraf een stukje handgevangen IJsselmeer Paling en drie sliptongen. Hoewel we beiden niet helemaal dezelfde techniek hanteren komen de zes vissen toch kundig los van hun graten. Ergens tussendoor blijkt dan toch de fok opgerold.

En dan is de zon weg van het terras en wandelen we weer terug naar onze boot. Na een tweede kopje koffie is het tijd voor onze gebruikelijk avond bezigheden. Waar gaan we morgen naar toe? Moet wel een plek zijn waar we wat wind kunnen hebben; de verwachting is dat er nog wel wat dagen een windkracht zes zal staan!

Over grachten, vaarten en een meer naar Sloten – 29 juni 2020

Weer een rustige ochtend. Wij lagen nog lekker in onze slaapzak toen onze buren al vertrokken. Veel geraas van de boegschroef maar verder toch rustig.

Na het ontbijt maakten wij ook los voor allereerst een tochtje door Sneek. Ik wil toch graag met de Watertoren op de foto. Dat betekent drie bruggen en met de wind en het wat onberekenbare gedrag van (andere) motorboten valt dat niet altijd mee. Maar de bruggen zijn vandaag allemaal bemand – dus we kunnen ook weer vrolijk zwaaien naar de brugwachters.  Ook langs de vaart van Sneek naar IJlst wordt nog mooi aan stadsverbetering gedaan. Mooie nieuwe panden aan bakboordsoever. Bij IJlst is, na de brug, ook van alles aan architectuur te bewonderen. Grote huizen en niet allemaal even mooi. Een villa heeft zelfs, kennelijk vooruitlopend op de klimaatverandering, al palmen in de tuin staan. Vandaag zonder de daarbij horende temperaturen.
Een andere villabewoner roept ons op de lofzang uit Jesaja 12 aan te heffen.
Tenslotte staat er ook een echt jaren 70 pand te koop; kennelijk niets meer aan gedaan. Ellen zoekt het op – huisje van 13 kamers (en 0,3hectare grond) kost wel 1,5miljoen euro. Niet alleen omdat het ook van binnen nog echt jaren 70 is zijn we niet geïnteresseerd.

Wij draaien naar bakboord de Wijde Wijmerts op naar Offingahuizen. En dan als maar rechtdoor, de Jeltesloot overstekend, kom je uit bij Woudsend. Opeens komt de stevige wind niet van voren maar van opzij. De gevoelstemperatuur, op deze nagenoeg geheel bewolkte dag, daalt enkele graden. Na de brug van Woudsend wacht het Slotermeer. Ik had al een zeilbroek aangedaan maar voor het meer trek ik ook een zeiljas aan. Geen overbodige luxe. Aan de lage kant van het meer zijn er beste golven en er komt het nodige buiswater ook in de kuip terecht.

Na het meer varen we naar Sloten. Bij de brug een primeur – we moeten voor het eerst bruggeld betalen. En daarna ligt al gelijk het doel van de dag – jachthaven Lemsterpoort. Omdat de aanmeldsteiger bezet is, en er geen havenmeester te bekennen is gaan we maar gelijk in een box liggen met een groen bordje.

En dan de stad in. We vonden het pannenkoekenweer – maar het pannenkoekenrestaurant bij de Koepoort blijkt dicht. Komen we voor de lunch terecht op het terras van de Zeven Wouden. En naast wat te drinken en te eten kijken we onze ogen uit naar opvallende kledingcombinaties (toppunt roze langkorte broek en tot net onder de knieën opgetrokken gifgroene kousen) en mensen die letterlijk zuchten onder overgewicht. De netjes om 4uur door buienradar aangekondigde regen komt op tijd maar mag geen naam hebben. Wij vermaken ons prima!

Na het avondeten op de boot gaan we de benen strekken en lopen een stukje van het Sint Odulphuspad naar Wijckel. En het laatste stuk voor de wind terug. Om negen uur terug op de boot waar de afwas op ons wacht. Ondertussen waait de wind door de bomen, de masten en het wand. Ja, zelfs hier in de boot waait de wind. We zitten lekker in de kajuit met een biertje en muziekje aan. Maar langzaamaan wordt het weer tijd voor zeilplannen.