Over Joost

Beetje afhankelijk van de vakantie, de chauffeur of schipper. In het bezit van gitaar, spiegelreflex camera, laptop en vaarbewijs. En de persoon die er voor mag zorgen dat blog.koedijk.net functioneert.

Toch op weg – naar Burgtiefe op Fehmarn (38 mijl)

We gingen naar bed met een matige weersverwachting. De hele ochtend windkracht 5 met uitschieters naar boven en regen. Maar toen we wakker werden was het echt lichter dan de dag ervoor en ook de windverwachting bleek naar beneden bijgesteld. Vanaf een uur of 11 konden we met een Noordenwind wel varen waarbij we de eerste uren wel hoge golven moesten verwachten omdat de storm nog wat moest uitdoven.

Wel eerst boodschappen doen en daarvoor moesten we met de pont de Warne over naar het dorp Warnemunde. Zagen we en passant de Warnemunde zeilschool, net naast de vaargeul waar de Ferries gewoon doorvaren, oefenen. In het dorp was het druk; omdat er een bruiloft was (we staan als passant ook vast op de foto) maar ook omdat iedereen blij was dat het droog was en men lekker naar buiten kon. Terug in de haven bleek ook die ontwaakt. Mensen waren weer buiten bij hun bootjes en er werden weer trossen los gegooid.

Ondanks de dwarse wind kwamen wij (dankzij wekenlange oefening) zonder problemen uit de box. Buiten de haven inderdaad forse golven. Vlot de zeilen omhoog waar we voorzichtigheidshalve het tweede rif in hadden laten zitten. Dat gaf wel erg weinig vaart dus snel op maar 1 rif verder. Aan de wind op een Noord-Weste koers richting het eiland Fehmarn. Lekker zes knopen. En even harder als we iets moeten afvallen om een geankerd schip voor de rede van Rostock te ontwijken.

Maar na een uurtje begon de snelheid te dalen. Dat lag niet aan de zeilstand, de stroom of de golven. Nee de golven vielen zelfs erg mee. Maar de wind nam af. Snel dus ook het eerste rif uit het zeil getrokken. En toen nog wat afvallen om snelheid te houden; zo kwam Fehmarn wel wat langzamer dichterbij.

De zee werd steeds vlakker omdat de wind steeds meer afnam. Dat geeft natuurlijk wel de gelegenheid om foto’s te nemen van passerende mooie bootjes. Maar toen de snelheid beneden de twee knopen dreigde te zakken moesten we besluiten om de motor aan te zetten; anders waren we niet voor het donker in een haven.

Op een vlakke zee zie je van alles. Ook dit keer, net als toen we van Ystad aar Bornholm motorden, even de karakteristieke vinnen van bruinvissen gezien. Van verre zie je de Fehmarn brug. En drie piekjes op het eiland die pas van dichtbij zijn te herkennen als flatgebouwen.

Burgtiefe is een echte badplaats met aan de achterkant een mooie ruime jachthaven. Moeten wel weer nauwkeurig de geul volgen maar leggen daarna op ons gemak achteruit aan (in weer een forse box). Na het opruimen van de zeilen en het vullen van de watertank delen we een Lübzer biertje (uit Lübz) en eten daarna Schol en Zigeunersnitzel in het jachthavenrestaurant. Dan nog een wandeling langs de strandboulevard (en de drie flats); een Duits strand vol met korven en ook veel binnenvertier is toch bijzonder anders dan bij ons.

Moteren van Stralsund naar Warnemunde (60,4mijl)

Een lange tocht voor de boeg dus weer op tijd uit de veren. Om half 8 ging het havenbureau open en konden we onze “slimme kaart” inleveren. Kwart voor acht gingen de trossen, in een windstille, en verrassend zonnige, ochtend, los en vertrokken we in konvooi door de Strelasund naar het Noorden. Niet zonder af en toe ook nog even een blik achterom te doen naar de skyline van Stralsund; nu de kermis er voor weg was is die een stuk mooier!

Het weer was verrassend mooi. Om ons heen wolken maar wij zelf in het zonnetje! Wind ontbrak geheel maar zeker de eerste 2 uur in de vaargeul was er genoeg te bekijken. Het werd ook steeds warmer dus niet veel later zaten we in korte mouwen en kwam de zonnebrand te voorschijn. Koffie kon ook makkelijk worden gezet en gedronken, boeken konden worden gelezen. Bijna perfect dus!

En toen, ineens, voeren we om kwart voor één de mist in. Bijzonder, laaghangende mist terwijl er boven ons nog een – zei het wat waterig – zonnetje scheen, En nu was de mist echt erg dik we konden maar een meter of vijftig zien. En veel boten, zoals wij, hebben geen AIS. Niet echt verrassend dat er opeens een zeilboot op 50 meter te voorschijn dook. Niet op ramkoers echter. We zwaaiden vrolijk naar elkaar en bliezen ieder nog eens op de tevoorschijn gehaalde misttoeters. We weten nu ook goed hoe dat werkt.

En zo snel als de mist gekomen was zo snel was die – wel een uur later – ook weer weg. We konden weer tot de horizon zien en we voeren weer volop in de zon. We schoten ook lekker op. Maar terwijl Warnemunde in zicht kwam schoven er wolken voor de zon. En werd het, met eindelijk een beetje wind, geleidelijk frisser. Dus we trokken steeds meer kleren aan voor we om kwart voor zes de jachthaven Hohe Düne invoeren.

Ervaring van vorig jaar leerde ons dat we voor een goede afstap hier het beste met het achterschip naar de kade konden liggen. Het feit dat alles, en dus zeker de boxen, hier groot zijn en wij de lijnen aan beide zijden op de boot willen beleggen – dubbel dus – maakte dat dit met een beetje zijwind geen eenvoudige manoeuvre werd. Maar met de langste, en een verlengde, lijn voor en wat doorzetten lukte het uiteindelijk toch. Het is nu een zeer luxueus afstapje.

Bij het havenbureau kenden ze ons nog van vorig jaar. Verder hebben we ons – met de weersverwachting in het hoofd – georiënteerd op de Sauna mogelijkheden. Tenslotte hebben we in het burgerrestaurant herinneringen aan onze maaltijd vorig jaar opgehaald.

Rondje Rügen (46 mijl)

We werden wakker met klotsende geluiden tegen de achterplecht. Er was duidelijk wind en dat zorgde ook in de haven voor een beetje golfslag. Het (mobiele) netwerk in Lohme was niet geweldig maar buiten bleken we een weerbericht op te kunnen halen. Zoals verwacht Oostenwind, maar al snel met uitschieters naar kracht 5; een windkracht die ook aan de einde van de dag werd verwacht. Veel regen werd er gelukkig niet verwacht – maar de zon zou ook niet altijd schijnen.

We besloten bij ons plan te blijven en buitenom Rügen te varen (linksom dus) naar de oude Hanse hoofdstad Strallsund. Veelal ruime wind waarbij we een keer een stormrondje moeten varen (of gijpen). Lekker voor het gemak ook twee riffen in het grootzeil en een verkleinde fok. Dan zouden we er wel op een prettige wijze komen!

De wind stond dwars op de verlengde box en en moesten rekening houden met de verlengde lijnen. Maar met hulp van de buurman, en zijn vriendelijk glimlachende vrouw, kwamen we toch redelijk goed uit de box met de achterkant (zoals gewenst) in de wind. Snel de stootwillen en voorlijnen opgeruimd en daarna de zee op. Zeilen hijsen en dan, met Lohme in de rug wegvaren naar de kliffen bij Puttgarden.

Beetje last van een collega boot die met alleen maar een volle fok het zeegat koos.Uiteindelijk achterlangs gestoken en een 100m bovenwinds gaan varen. Dat gaf even rust. Maar daarna moesten we al weer een grote boot ontwijken die wat  bijdraaide. Toen niet veel later het moment kwam om ons stormrondje te draaien kwam die zeilboot met fok weer langs. En weer kozen wij even een scherpere koers om van hem af te zijn.

Maar dit soort kleinigheden toont vooral aan dat het voorspoedig ging. Altijd 6 knopen of meer op de teller. Er waren hoge golven maar met de wind in de zeilen kan de boot en bemanning dat goed hebben. En dus streken wij om 3 uur de zeilen om nauwkeurig de lange vaargeul naar Strallsund te volgen. Dit natuurgebied leek wel wat op de wadden: vlak bij de vaargeul ondiepten waarin vogels met niet eens zulke lange poten hun kostje bij elkaar scharrelden.

Was ruim 2 uur varen voor de haveningang in zicht kwam. Wij deden rustig aan – maar door de opeens geopende (spoor)brug kwam een hele stoet jachten voor ons de haven in. Het bleek druk in de haven. Wij vonden nog net een plekje langszij een lange zeilboot uit Noorwegen. Aanleggen viel door de harde “aflandige”wind en de weinige ruimte niet mee. Maar toen er eenmaal hulp op de boot een lijntje vast had lagen we vlot als een huis.

Na de zaken met de jachthaven te hebben afgerond bleek in de stad waarom het zo druk is. Veel mensen op de been voor een soort kermis, rariteitenmarkt en Oktoberfesten. De Wallensteintage zijn er om een historische overwinning te herdenken. Gaat ook morgen nog door. Wij zochten buiten het feestgedruis een eettet en vonden die in de Hansekeller waar ze Strallsunder bier tapten.

Terug op de boot waren de buren thuis. Willen morgenochtend even na achten door de brug. Wij moeten dan ook even gaan verliggen.

Fietsen op Bornholm

Geen zeildoel vandaag: dat betekent uitslapen! Het was ook al lekker warm dus we ontbeten aan dek. Daarna snel even op de fiets boodschappen doen (1 klimmetje). En dan is er tijd voor koffie; alweer op het achterdek. Gelijk twee boten (en nieuwe buren) geholpen met het aanpakken van een lijntje bij het aanleggen. Bij een echte klipper met passagiers heeft dat wel iets.

Ondanks de vermoeienissen van gisteren toch besloten ons vandaag weer per fiets te verplaatsen. Wel iets minder ambitieus: we gaan naar de hoofdstad Rønne (circa 8 km) en eventueel nog even (7km) verder naar Nylars voor de bezichtiging van een traditioneel middeleeuws kerkje. Maar eerst kwamen we in onze thuishaven Hasle langs de oude haringrokerijen. Haring werd voor de kust gevangen en dan tot de jaren 50 (van de 20e eeuw) in dit soort gebouwen gerookt. Gerookte haring werden wel Bornholmers genoemd maar waren vooral voor de export; op Bornholm eet men liever zoute haring..

Door het bos naar Rønne hoefden we weinig te klimmen. Wel af en toe handig om de modder heen sturen. De havens bekeken en toen blij dat we met de fiets naar Rønne zijn gegaan. De jachthaven is klein; op de andere plekken lig je toch wel erg tussen de industrie en de ferries. Wel liggen de St Nikolaaskerk en de vuurturen er mooi bij.

Het centrum van Rønne is voor een Deense plaats zeer gezellig. We dronken, bij een lunch van haring en kip, Bornholms fadøl. Ondertussen luisterden we naar een jazz trio die naast ons ook een aantal Beatle nummers (wel erg jazzy) speelde. Na een wandeling door het stadje hadden we genoeg moed verzameld om ook de tocht naar Nylars te ondernemen.

Die tocht viel niet mee. We moesten het eerste stuk langs de ene drukke weg van Bornholm. En verder hadden we behoorlijk wind tegen. Maar goed, daarmee kunnen we als Nederlanders beter mee overweg dan klimmetjes. En dus kwamen we bij het oude ronde kerkje aan (de rechthoekige ingang is er later aan gebouwd). Deze kerken werden naast kerk ook als fort gebruikt. Vooral ook als bescherming tegen piraten…

En toen fietsen we terug. Voor de wind – dat ging heel gemakkelijk. Wel jammer dat dat dan zo kort duurt. We waren zo weer bij de fietsenverhuur, leverden de sleutels in en wandelden naar de boot. Tijd voor een pilsje en boek. Rond 19 uur konden we op het achterdek ook nog lekker ons eigen gekookte potje pasta met saus op eten.

Best een eindje varen naar Ystad (65 mijl)

We hebben lang gedubd of we naar het Oosten of het Noorden zouden gaan. Om goed te kunnen kiezen hadden we extra kaarten nodig van de Oostzee ten Noorden van Kopenhagen. Die hebben we in de stad niet gevonden en dus gaan we naar het Oosten. Omdat we dan goed inzicht hebben in de haveninformatie weten we dat we, of een klein stukje, of een heel eind moeten varen voor een haven die diep genoeg is voor de 2m15 die onze kiel steekt.

Eerst maar de Christianshvn uit. We hadden gekozen voor de brugopening van 9 uur; we waren niet de enige. De boot uit Terherne lag al vooraan. Maar nog een tiental anderen wilden van deze brugopening gebruik maken. We zaten al vrijwel achteraan en toen we de open brug naderden schoot er snel een Deense zeilboot van de kant; die wou ook mee en even voor. Geen probleem natuurlijk – maar toen er langzamer dan stapvoets werd gevaren en er een gat met de voorgangers ontstond kon ik toch niet laten om te gebaren dat er wat doorgevaren moest worden. Stonden inmiddels ook al wel bijna 100 fietsers en voetgangers op ons te wachten….


Het Bomløb af, het was al druk bij de zeemeermin en dan rechtsaf richting het Sont (Øresund). Westenwind dus we konden al snel de zeilen hijsen (waarbij wel dezelfde Deen in de weg voer). En daar gingen we dan, even na half tien, op onze zeilen het Sont op naar het zuiden. En ja, dan merk je ook dat grote boten sneller varen dan kleinere boten: de Bollemaet, de langkieler uit Terherne, hadden we snel ingehaald en op de foto gezet.

Zeker het eerste stukje gingen we als een speer (regelmatig 8 knopen) door een zonnige morgen met weinig golven. De beslissing voor een lange tocht was dan ook snel gemaakt. Eerste hindernis: de aanloop naar een verkeersscheidingsstelsel oversteken. Twee grote vrachtvaarders van achter en een ferry van voren lieten we voorgaan. Toen konden we rustig naar de Zweedse kant steken. Toen nog even om het natuurgebied bij Falseterbo heen en dan verder Oostwaarts.

Wel even opletten op ander scheepvaartverkeer. Op ramkoers met een andere zeezeiler weken we maar even uit. Aan boord van de andere boot geen teken van leven, laat staan dank. Ze zouden ons toch wel gezien hebben?

Beetje jammer was dat we bijna voor de wind voeren. Grootzeil hadden we kennelijk iets te ruim uit. Met donderend geraas kwam de radarreflector boven uit de stag naar beneden. We hebben de stukken bij elkaar geraapt..


Net na achten de motor aan en het zeil naar beneden. Snel de jachthaven van Ystad ingevaren op basis van een kaartkoers vanuit de betonning voor de ferry haven. Dat ging vlot en goed. Een plaatsje vinden viel niet mee – de vrije boxen waren voor kleinere boten. We liggen nu langszij een Zweed die morgen om 8 uur gaat vertrekken.

Na het opruimen van het zeil, het aansluiten van de walstroom en de afwas (dit zijn geen sequentiële maar – deels – parallelle activiteiten) konden we nog terecht in de jachthavenrestaurant annex strandtent. Daar kregen we lekker bier en een eenvoudige doch voedzame maaltijd met frites.

We zijn – allebei voor het eerst – in Zweden!