Aan het einde van de vakantie is altijd leuk om wat cijfers te verzamelen. Kunnen we vakanties ook makkelijk op een andere manier vergelijken.
Aantal gevaren zeemijlen: 421
Langste dagtocht: 57 nm (Klintholm haven – Warnemunde)
Korste dagtocht: 4,7 nm (Laboe – Kiel)
Aantal motoruren: 45 (slechts!)
Liters diesel: 105
Aantal verplaatsingen: 16
Aantal foto’s: 785 (met twee toestellen en nee, die gaan we niet allemaal tonen)
Auteur archieven: Joost
Van Wismar naar Gromitz (34 mijl, 11 augustus)
Na gister op inventieve wijze de slang van de boot en jachthaven gebruikt te hebben om de watertank te vullen was er vanochtend weer thee bij het ontbijt. Omdat we om Wismar te verlaten eerst in redelijke luwte moesten motoren in de vaargeul kon het koffiezetten wachten tot na vertrek. Een vertrek dat ondanks de beperkte maneuvreer ruimte weer rimpelloos verliep.
Na de afsteekbetonning gingen de zeilen (met 1 rif) omhoog. Met ruime wind volgden we nog even de betonning. Na een half uurtje loefden we op naar een aandewindse koers. We wilden vast naar Nordrein-Westfalen; plan was Trafemunde. Misschien was dat met een westenwind in twee slagen haalbaar!
Maar na een Duits broodje met kaas bleek er een Zuidwestenwind te staan. En het was ook eerder kracht vijf wat resulteerde in wat golfslag. Plan veranderd en naar Gromitz uitgeweken. Een stuk Noordelijker zodat we morgen ook minder ver hoeven.
Gromitz is een grote haven maar er waren niet veel plaatsen vrij. Na even zoeken een plekje gevonden maar door de wind en schroefwerking bleek, in drie rustig uitgevoerde pogingen, die box niet in te varen. Juist aan de andere kant was een wat kleiner plekje ook vrij; zonder de palen te raken voeren we in 1 keer de box in.
Na opruimen en een bezoek aan de havenmeester de douche opgezocht. De kou en vochtigheid eisen inmiddels hun tol; veel spierpijn! Een warme douche is dan erg lekker.
Gromitz is een badplaats. De vele Strandkorben zijn vandaag wegen kou en regen leeg. Vervelende dag voor de badgasten; wij hadden tenminste lekker gezeild. Langs de mooie maar regenachtige boulevard een restaurant gezocht. Het was binnen overal erg druk maar we vonden vlak bij de zeebrug een plekje.
Na terugkeer op de boot twee keer Kolonisten van Catan gespeeld. Op de manier zoals gevorderden het spelen. En daarna werden zelfs nog even boeken en puzzels opgepakt.
Naar Bad Doberan (19km, 8 augustus) en terug
Een dagje niet varen. Dan wordt natuurlijk direct naar een ander vervoermiddel gezocht. En zo zaten we al om kwart voor één in de trein naar Bad Doberan. En niet zo maar een trein; de Mecklenburgische Bäderbahn “Molli” rijd met (vandaag twee) stoomlocomotieven over smalspoor tussen Kuhlungsborn West en Bad Doberan. Daar willen we wel mee rijden. Zeker ook omdat we de trein al vaak bij het passeren mooi hadden horen fluiten. En dus hadden we dikke kartonnen retourkaartjes gekocht, foto’s gemaakt en zijn we bij station Kuhlungsborn Ost ingestapt in de wat Spartaanse coupés.
Drie kwartier later, na een aantal haltes waaronder in het stadje Bad Doberan, waren we op het Bahnhof. Helaas begon het net te regenen en moesten we tien minuten teruglopen naar het stadje. Snel naar een Griek voor een lunchhap.
In Bad Doberan is in de 14e eeuw een kloosterkerk (Munster) gebouwd door de orde van cisterciënzers. Die kerk, echte baksteen gothiek, staat er nog. Nu omringd door iets wat van verre lijkt op een Engelse tuin; een latere bijdrage van de Mecklenburgse vorsten die hier werden begraven.
Is de buitenkant al mooi metselwerk aan de binnenkant ziet het er wel heel regelmatig uit. Dat komt omdat het, al bij de bouw in de middeleeuwen, binnen is overgeschilderd. Omdat onregelmatigheden mogelijk zouden afleiden bij het bidden zijn daarbij nauwkeurige meetlatten gebruikt.
Sinds de reformatie is de aankleding van deze kerk niet meer zo heel uitbundig. Maar we namen de kans waar om, onder leiding van een jong lid van de gemeente, ook boven het binnendak op 26 meter te klimmen. We leerden dat in de 19e eeuw (bij restauratiewerk) niet zo mooi en degelijk werd gemetseld als in de middeleeuwen, dat de regelmatige gaten in het metselwerk de stijgers droegen (geld voor hout voor stijgers tot aan de grond was er niet) en dat er in zo’n oude kerk altijd wel iets te restaureren is.
Hoogtepunt was de laatste klim de klokkentoren in. Daar liet onze gids het geluid van de nieuwe twee klokken horen. Mooi! Maar voor hoogtijdagen hangt daar nog de 14e eeuwse originele klok die nog steeds prima functioneert!
Via de voormalige kloostergronden en over het door de cisterciënzers aangelegde kanaal wandelden we door het stadje naar Halte Goethestrasse. Daar namen we Molli terug naar de haven. Daar moesten we even wat boodschappen doen in de Ekade met een lange rij. Ellen kon in de wachttijd een stuk lopen om vast een fijn restaurant voor de avond te reserveren. En fijn was dat restaurant. We konden eens lekker drie gangen op. Kijk Ellen eens genieten van het toetje!
Korte tocht naar Kuhlungsborn (19 mijl, 7 augustus)
Het is een beetje puzzelen met weervoorspellingen en de resterende dagen. Er wordt namelijk nogal wat wind verwacht en waarschijnlijk kunnen we niet elke dag zeilen. Vertier op de kant is er vaak ook maar beperkt (voor 1 dag). Omdat we eigenlijk hemelsbreed nog maar één vaardag van einddoel Grossenbroden af zijn (en blijven) besluiten we vandaag een kleine tocht te doen en naar de Oostzee badplaats Kuhlungsborn te reizen. Hemelsbreed zo’n 10 mijl maar omdat het recht tegen de wind in ligt mogen we verwachten dat we wel wat meer mijl moeten zeilen.
Nadat we afval, toegangs-chip en trapje hebben achterlaten varen Ellen en ik rustig de box uit. Voor de foto ook nog even langs het zeehondentrainingscentrum waar net een paar van de zeedieren het water verlaten. De haven uit, de drukke vaargeul over en de zeilen, met een rif, omhoog.
En dan begint het gevecht om tegen de wind in te komen. Er staat een redelijke golfslag en die duwt ons vaak uit koers. Ook is de wind een beetje vlagerig (dan weer hard dan weer zacht) en de richting is ook niet heel constant. Hoge snelheden komen er dan ook niet op de teller. Maar het feit dat een grotere boot met alle zeilen uit maar iet bij ons wegvaart geeft toch enig vertrouwen dat we het niet zo slecht doen.
Ook vandaag moeten we weer tussen een zestal vrachtschepen doorvaren. Deze liggen echter stil; een deel van ons zeilgebied is daar speciaal voor aangegeven. Opvallend te zien dat ze inderdaad ook een ankerteken dragen maar dat dat iet of nauwelijks groter is dan dat wat wij aan boord hebben. Stilliggende schepen zijn makkelijk te ontwijken. Het enige professionele schip waarvoor we moeten wijken is een tankerschip die brandstof bij een schip komt brengen.
Nog voor tweeën komt toch de haven in zicht. Inmiddels is de wakkere bemanning uitgebreid tot vier personen. Daarmee kunnen de zeilen naar beneden, de haven worden binnengevaren en worden gezocht naar een plekje. De best weer grote haven ligt al behoorlijk vol en we varen langs een drietal stijgers voordat we helemaal achterin een plek zien. Voor het eerst leggen we in zijn achteruit aan aan lage stijgers. Dat gaat, met wat hulp van de buurman, prima.
En dan is het tijd om de zeilen op te ruimen en een late lunch te bereiden. Broodjes met ei en Fanta Lemon staat er op het menu. De middag wordt besteedt aan douchen en lezen; de dames nemen ook nog een duik in zee (helaas geen bewijsmateriaal).
We eten buiten op het terras bij de Hafen Taverne en wandelen dan langs de 3 km lange boulevard naar de westkant. Juist vandaag wordt een feestweek afgesloten en er is van alles te doen. Komt ook mooi uit dat het juist een zachte avond is met weinig wind. Helemaal aan het eind vinden we, naast een klein reuzenrad, een Duitse zangroep die met een muziekcomputer en een gitaartje het publiek vermaken. Leuk is hun cover van “Hey, wir wollen die Eisbären sehen” maar bij John Denvers’ “Take Me Home, Country Roads” is het tijd om snel terug te lopen.
Onderweg eten we nog een ijsje, Ellen neemt speciaal een bolletje Zimt, en lopen we door om het vuurwerk vanaf onze boot te kunnen zien. (Dat doet ons denken aan ooit onze eerste nacht op een Vollenhovense Bol in Balk.) Al lopende begint het vuurwerk al. Met nog 50m te gaan tot ons schip is het vuurwerk afgelopen.
Er wordt nog wat op het achterschip gewerkt aan het blog. Verder wordt er gelezen.
Een lange dag op zee: naar Warnemünde (5 augustus, 57 mijl)
De weer- en vooral windverwachting noopten tot een planwijziging. Voor morgen, zes augustus, wordt al weer veel wind voorspeld. Het zou goed zijn om dat op een plek te zijn waar we ons ook zonder varen kunnen vermaken. Gedser, waar we vandaan kwamen, valt dan eigenlijk af. Terug naar Duitsland wordt de keuze. Warnemünde, ligt weliswaar behoorlijk ver – zo’n 48 zeemijl hemelsbreed – maar van daar kan de (volgens onze informatie) leuke stad Rostock worden bezocht wat een mooi dagprogramma geeft.
Voor negenen gaan daarom, met hulp van onze achterbuurman de trossen los. Met een afkadige wind zijn er overigens sowieso geen problemen. In de havenkom vaart Mirjam nog wat rondjes zodat we rustig de fenders en lijnen kunnen opruimen. Daarna stuurt zij de Tilda netjes door de haveningang Zuidwaarts. Ruim buiten de haven ging de kop in de wind (in ZW-richting) en de zeilen omhoog. Voor half tien hadden we alle zeilen staan!
Maar het leek of boot en bemanning aan de aangename zeilomstandigheden (windkracht drie) moesten wennen. Het tempo kwam er niet erg in en zo voeren we het eerste uur toch echt niet sneller dan 3,5 tot 4 knopen. Dat lag wel een beetje aan de af en toe nog hoge golven die voorbij kwamen, de herinnering aan winderiger tijden levendig hielden en de snelheid wat uit de boot haalden. Met wat gesleutel aan de zeilstand en een iets constantere wind kwam de snelheid er toch in en voeren we mooi vijfenhalve knoop of harder aan de wind met een Zuid-Zuid-Westelijke koers.
We moesten ook weer de drukke Oostzee verkeersroute over. Dat die echt druk was hebben we geweten toen we daar aankwamen. Uit Oostelijke richting moesten we maar liefst vijf vrachtschepen voor laten gaan. Daarvoor moesten we twee keer overstag om duidelijk uit het vaarwater te blijven. Na weer terug te zijn gegaan naar de oorspronkelijke koers voeren we vlak na het laatste schip de verkeersroute (hier nog net geen officieel vaarscheidingsstelstel) in. Ongestoord konden we daarna onze weg vervolgen.
Met lekker zeilweer, en zonniger dan verwacht, is het leven aan boord aangenaam. Er werd gegeten (broodjes met kaas of gerookte zalm, Deense kaneelkoekjes), gedronken (koffie en/of cola), gelezen en geslapen. En zo hadden we na zo’n zeven uur varen netjes ongeveer 37 mijl afgelegd. Warnemünde lag hemelsbreed nog 20 mijl weg. Klein probleem; de wind zat nog steeds in de Zuidwest hoek (en was niet zoals voorspeld naar het Westen gedraaid) en daarmee lag Warnemünde ook pal in de wind. Daarom maar de motor gestart; daarmee gaan we niet harder maar kunnen we wel recht tegen de wind in en wordt dus voorkomen dat we nog zo’n 30 mijl moeten kruizen en zijn we wel voor het donker in de haven.
De jachthaven van Warnemünde ligt wat verscholen maar voor de drukke vaargeul van de Warnow (waar ook Rostock aan ligt.) Tal van boten varen voor ons de haven in. Die is dan ook zeer groot; ook voor ons is er plek (en er is nog meer ruimte..). Klokslag acht uur liggen we keurig in de box. Blijkt wel lastig om vooraf de boot af te stappen omdat de steiger erg laag is. Allerlei hulpmiddelen aan boort voldoen niet. We verlaten de boot met hulp van een trapje bij de buren. Bij de havenmeester blijken die trapjes te leen; uiteraard wilden wij die ook.
De jachthaven ligt naast een hotel en er zijn ook tal van restaurants. Door alle verwikkelingen lopen we om 21 uur het pizza en pasta restaurant in. Daar hebben ze, met een ingewikkeld verhaal, geen plaats voor ons. We belanden zo in het steak house waar de sfeer zo Amerikaans is dat we van de weeromstuit Engels gaan praten. Het bier, (de cola) en de hamburgers smaken uitstekend maar de laatsten zijn ook voor Nederlanders net iets te groot. Tenslotte kan de zoon van een accountant het weer niet laten om de rekening te corrigeren; zo betalen we ook voor ons tweede drankje. Als dank krijgen we een pen van de zaak.
Terug op de boot is het wasverzamelen (voor morgenochtend vroeg) en daarna vlot naar bed. Wel lekker rustig slapen in zo’n box…