Over Joost

Beetje afhankelijk van de vakantie, de chauffeur of schipper. In het bezit van gitaar, spiegelreflex camera, laptop en vaarbewijs. En de persoon die er voor mag zorgen dat blog.koedijk.net functioneert.

Isola Capraya – Bastia (Corsica) (9 juli)

Na een wat hobbelige, en daardoor onrustige, nacht in de baai warden we weer met mooi weer wakker. Na het ontbijt wilde Ellen graag nog even naar het dorp klimmen om rond te kijken en wat boodschappen te doen. Uiteraard werd ze met onze kleine dinghy aan wal gezet waarna er ook werd gezwaaid voor de foto.

Met de twee matrozen nog benedendeks gingen we om een uurtje of tien ankerop. Langs de lijn van de “verboden” zone ging de fok al omhoog voor halve wind en, na de drie mijl van de zone, vrijwel voor de wind. Toen we langs het einde van Isola Capraya voeren bleek dat zo’n eiland de windkracht en –richting behoorlijk beïnvloed. Eerst klapperde de fok van kant naar kant; er leek geen pijl op de windrichting van de matige wind te trekken. Daarna kon het grootzeil omhoog en voeren we voortgestuwd door een ruime wind met steeds meer dan vijf knopen. Dat kwam goed uit; we hadden zo’n 25 mijl voor de boeg naar Bastia.

Midden op zee was het heiig. Corsica, Isola Capraya en Elba leken steeds ver weg. Ook andere watergebruikers (inclusief ferries en vrachtboten) bleven veelal ver weg. Gelukkig kun je dan op de GPS zien dat je vooruit gaat.
GPS tussen 3 eilanden

Rond half vier konden de zeilen worden gestreken. Niet veel later voeren we de oude haven van Bastia binnen. Op een goede Franse marifoonoproep kwam geen antwoord. Even later dan toch nog schreeuwend contact met een havenmedewerker op de wal. “Pas du place pour la nuit” was helaas zijn verhaal. Een zeemijltje noordelijker, voorbij de ferry- en cruiseboothaven, ligt gelukkig een nieuwe haven, Port Toga, dus daarheen koers gezet. Hier werd het marifoonverkeer wel beantwoord. En even later voeren we achter een havenbootje door de wat smalle haven heen. Moesten we ook nog achteruit, tegen de wind en schroefrichting in, een smal plaatsje innemen. Na twee mislukte pogingen en een vraag in het Engels mochten we toch de iets grotere en veel makkelijker bereikbare plek innemen.
Fok_strijken_voor_de_haven_van_Bastia

’s Avond natuurlijk wandelen naar de oude stad en haven. Op een mooi groot plein (st Nicolas), met terrassen, allerlei kinderspeeltuig en Napoleon verkleed als Romeinse keizer, dronken we een pression (of iets fris). In de haven bleek het warm en boven in de Citadel het gezelligst. Daar aten we een uit de kluiten gewassen Hamburger of Corsicaans lam of kalf (stoofpotje). Ondanks dat de Crepes Suzette op waren werd ook nog een toetje gegeten en daarnaast ondervonden dat Cappuccino in Frankrijk iets anders is dan in Italië (en veelal met slagroom wordt geserveerd).
Toetje in Bastia

Na een wandeling door de stille stad terug werd, waarbij veel life musici (soms zelfs tegen elkaar op) stonden op te treden, werd al snel de kooi opgezocht!

Van Porto Azzurro naar Portoferrario (6 juli)

Na de boodschappen en een gebakken eitje met brood vertrokken we van de meerlijnen van Porto Azzurro. AL snel leek er buiten de haven een lekker windje te staan en dus gingen de zeilen de lucht in. Knap zeemanschap leidde tot snelheden van maximaal 1,5 tot 2 knopen. Zo komen we nergens en dus de motor maar bijgezet op onze noordelijke koers.

Na enige tijd pakten de zeilen toch lekker de wind en omdat we de 4 knopen nu makkelijk haalden werd de motor (en koelkast) weer uitgezet. Maar lekker zeilen en mooie snelheden betekent nog niet echt lekker opschieten. Want met de noordwesten wind moest er gekruist worden. En alle eilandjes en rotsblokken die rond Elba in zee liggen zorgen voor soms voor een wat veranderlijke windrichting. En dat kan toch weer een tiental graden schelen op een slag.
ZeilenRondEenRotsblok

En toen we het noordelijkste puntje van Elba gerond hadden, en een wat ruimere koers mogelijk was moesten we nog behoorlijk scherp varen om het grote aantal ferries van en naar onze bestemming te ontlopen. Gelukkig viel de wind ook weer weg en konden wij met gestreken zeilen verder op de motor.
TussenDeFerriesDoor

Tussen drie ferries door staken we de vaarweg over en ronden de toren die aan de ingang van “Darsena Medicae” staat; de haven die nog door de Medici familie is aangelegd. We legden netjes tussen twee boten aan meerlijnen aan en sloten de walstroom aan. Daarna nog even betalen voor de nacht; marktwerking zorgt hier voor een bijzonder forse prijs. We lagen dan ook mooi in het centrum aan een in de avond autovrije straat waar het hele stadje (inclusief de toeristen) langs kwam lopen.

’s Avonds aten we in BerBene, een tentje aan de Via dell’Amora die als tip in Ellen’s Duitse reisgids over Elba was genoemd. Er zat verder nog niemand dus kennelijk wordt die reisgids niet veel gebruikt. Maar het eten en drinken was er goed en dat voor een zeer schappelijke prijs.

Terug wandelen naar de boot, nog even wat drinken op het achterdek, en dan naar bed! Het was warm maar de straat kwam redelijk snel tot rust.

Lekker zeilen en buitenboordmotor gedoe

Na een warme nacht was het in de haven nog steeds warm. En ook was er geen zuchtje wind te voelen. Na de laatste boodschappen inclusief ijs voor in de koelkast snel het ruime sop gekozen; op zee is het in ieder geval koeler.

Tot onze verrassing bleek er buitengaats een lekker drie te staan. Snel het nieuwe grootzeil gehesen waarbij het gemak van de elektrische lier door matroos Lukas werd ondervonden. Ook de rolfok stond snel bij en aandewind zetten we koers richting Elba. Dat ging lekker; snelheden tot aan 7 knopen werden geregistreerd. En, omdat ook de stuurautomaat het goed doet konden we zelf heerlijk in de schaduw zitten.zeilen naar Elba

Vlak voor lunchtijd viel de wind weg. Tijd om op de motor een baaitje op te zoeken; al snel gingen we soepel voor anker in een baai met zicht op Forte Focardo. Tijd voor een middagdutje/lunch/zwempartij/….

Toen dat tegen een uurtje of zes achter de rug was zetten we koers naar Porto Azzurro. Het plan was om in de baai voor de drukke haven voor anker te gaan en dan met de dinghy (ook wel tender genoemd) naar de kant te varen. Snel ging het bootje te water, werd de buitenboordmotor gemonteerd en werd zonder problemen proefgevaren.

Toen iedereen gedoucht had en stapten we gevieren in het (wat) kleine bootje dat ook bleek te lekken. Wat samengepropt werd de motor gestart; tenminste pogingen daartoe werden ondernomen. Maar wat er ook werd geprobeerd – de motor gaf geen sjoege. Omdat er al was losgegooid werd er met de handen peddelend terug naar het moederschip gevaren.

Ook na een nacht slapen deed de motor het niet (zodat er ook geen boodschappen konden worden gedaan). Toen de motor uit het water werd gehaald kwam er veel oliewater uit dat het achterdek goed vies maakte. Telefoontje naar de charteraar leverde de instructie op naar de werkhaven haven te gaan in dezelfde baai. Daar heeft Fabio in een goed uur de motor schoon gemaakt en nagekeken.

Daarna met de zeilboot doorgevaren naar de haven om boodschappen te doen. En met de laptop aan de stroom en Wifi foto’s aan dit blog toevoegen!

Laatste kilometers en tanken

Van Rechlin naar Lärz, 6 km, geen sluizen

Om 7 uur de wekker. Nog geen twintig minuten later gooiden we de trossen los. Netjes tussen de betonning, om stenige ondiepten te vermijden, voeren we de Kleine Müritz af naar de Müritz-Havel-Wasserstrasse. De cirkel was bijna rond.
Nog twee keer moest het toplicht naar beneden voor drie bruggen. Hoewel we hier niet eerder waren deed de waterweg bekend aan; op dit soort water voeren we ooit naar Oranienburg. Klokslag 8uur waren we in Lärz.

Tanken
Achteruitvarend legden we bij de Dieseltankinstallatie aan. Hoeveel hadden we verbruikt? We hadden al wat voorspellingen gedaan – die bleken wat te laag. Met 291,3 liter verbruikt de boot toch zowat 1 op 2! Daarvoor heb je dan wel ook warm water en stroom.
Inpakken, slotcontrole, afrekenen en, om 10 uur met de (vervroegde) taxi, wegwezen!

De grote Müritz

Van Waren naar Rechlin, 26km, geen sluizen.

Rustig staan we na ons extra nachtje Waren op. Er wordt gedoucht en rustig ontbeten. Na de koffie en het terugbrengen van het geleende walstroomverlengsnoer gaan we rustig op pad. Kan er ook nog een foto van de havenplaats worden gemaakt!

We verlaten Waren
Na een paar kilometer draaien we echt de Müritz op. Een heel groot meer, het grootse binnen Duitsland, en dat in een gebied waar al zoveel water is!

Varen over het grote water
We moet er in de lengte, zo’n 18 km, overheen. Maar juist op die route is een ondiepte dus we houden de oostoever wat aan. Wel kunnen we zo goed de kardinale betonning bestuderen die de ondiepte markeert.
Het is wat frisser vandaag en de stevige noordoostenwind waait over dek. Het is met deze temperatuur wel duidelijk; op de Müritz wordt NIET de laatste duik van de vakantie genomen. Als we echter, vlak bij ons einddoel van vandaag, de Kleine Müritz opdraaien wordt in de beschutting toch een ankerplek gezocht. De jongste twee wagen, stoer!, een duik. Daarnaast wordt noodproviand, soep en worstjes, samen met brood als lunch verstrekt. Daarna varen we naar de haven van Rechlin, waar we binnen een mooie plaats vinden in een box met een t.o.v. de wind hoge zij-steiger. Daarna wordt het weer snel minder; naast regen wordt zelfs een enkele donderklap gehoord.

Een frisse sprong in het water
Het restaurant bij de haven heeft een eenvoudig menu – met gerechten die goed worden klaargemaakt. In dit dorp, eigenlijk bestaande uit Oostblokflats en villa’s, waar geen historisch centrum meer is een bijzonderheid.
’s Avonds worden de flessen leeggemaakt en intensief geklaverjast waarbij opmerkelijk veel pitten worden gespeeld. Aantrekkende wind en regen zorgen voor een enkele onrustige nacht; het blijkt echter dat een boot die vlakbij, maar buiten, langszij de steiger in de wind ligt het bonkend geluid veroorzaakt.