Over Joost

Beetje afhankelijk van de vakantie, de chauffeur of schipper. In het bezit van gitaar, spiegelreflex camera, laptop en vaarbewijs. En de persoon die er voor mag zorgen dat blog.koedijk.net functioneert.

Geen zeilweer (21 augustus 2023, Helgoland – Spiekeroog, 32,2 nm)

Vroeg uit de veren want een groot deel van ons rijtje wil om 7 uur weg. Wij ook zodat we met opkomend tij ons nieuwe reisdoel kunnen aanlopen. Wel jammer voor de buitenste boot die gisteravond in het donker aansloot. Ze zijn echter gewaarschuwd.

Het is heerlijk zonnig. En het is helder met goed zicht. Er is maar één ding mis vandaag met het weer – er staat nauwelijks wind. Komt ook niet later – en omdat we ook vaart moeten houden wordt het een dagje motoren. In het ochtendlicht kijken we nog eens terug naar Helgoland.

Eén van de redenen dat we vaart moeten houden is dat we allerlei vaarroutes in de Duitse bocht moeten oversteken met daartussen vakken waar de beroepsvaart voor anker gaat. En wij, wel geholpen door de AIS waardoor al die schepen, met snelheid en koers, op de iPad komen, moeten daar tussendoor.

Het is duidelijk drukker dan afgelopen zaterdag – het kustverkeer houdt kennelijk ook weekend! Eén schip dat ons tegemoet komt roept ons per marifoon op. Op ons antwoord wordt niet meer gereageerd; kennelijk is onze (kleine) koerswijziging voldoende. Voor het oversteken van een vaargeul varen we een schip tegemoet en steken daarna achterlangs. Op ons routekaartje zijn deze manoeuvres allemaal goed te zien.

En ja, ook als je ze ruim passeert lijken ze toch behoorlijk dichtbij!

Als we alle vaargeulen zijn gepasseerd zetten we koers naar de buitenste tonnen van het Otzumer Balje – het zeegat dat naar het eiland Spiekeroog leidt. Een boot komt ons snel achterop varen maar eenmaal in de geul minderen zij vaart. Toch halen ze ons in – het zijn de Seenotretter, de Duitse KNRM. Vrolijk zwaaien ze naar ons (wij hoeven vandaag niet gered). Daarna krijgen we op hun boeggolf buiswater in de kuip.

Met een flinke stroom mee naderen we de smalle geul naar de haven. We minderen wat vaart om de passagiersboot voor te laten maar dan gaan ook wij door de ondiepe geul naar binnen. In de haven staat bij eb maar decimeters water maar dat is voor ons geen probleem. Zeker ook omdat er zachte modderige bodem is.

Na aanleggen en lunch gaan we in warm zonnig zomerweer het eiland verkennen. We waren hier in 2008 toch ook? We herkennen veel maar toch is het ook drukker. Wellicht komt dat door een andere tijd in het seizoen?

De katholieke kerk zagen we al van zee. Die wil ik wel van dichtbij, en van binnen, bekijken. En uiteraard steken we bij Maria een kaarsje op.

We lopen verder richting strand. Op een bankje, er zijn er hier veel, pakt Ellen haar rust. Uitkijkend over het strand zien we nog boten voor anker liggen die wij ook al passeerden.

Na een kleine omwandeling komen we terug in het dorp. We hebben wel wat te drinken verdiend en van een wandeling van ruim 6km krijg ik ook wel honger. De wafel met appelmoes gaat spreekwoordelijk erin als ‘Gods woord in een ouderling’.

Terug gelopen na de haven moeten we ons nog aanmelden. Dat kon alleen tussen 17 en 18 uur. De havenmeesteres van dienst neemt er de tijd voor. Het gevolg is wel dat er een hele rij ontstaat. Daar sta ik zeker een half uur in! Samen met nog twee mannen met een ‘Gill’ zeilpetje!

Maar daarna kunnen we rusten, wassen, het eten opwarmen en allerlei batterijen opladen. Ellen vouwt de was, doet de afwas en ik schrijf een blog. Daarna tijd voor een drankje. Morgen is er weer eens niets waarvoor we voor een bepaalde tijd op moeten staan. En de weersverwachting voor de komende dagen: Zomers!

We blijven hier nog wel even!

In de Duitse bocht (19 augustus 2023, Norderney – Helgoland, 45,3nm)

Op tijd naar bed want vroeg uit de veren. We willen met de ebstroom, dus stroom mee, Norderney verlaten en moeten dan 2 uur voor laag water wel vertrekken. Dat is zo rond half negen dus om half zeven moeten de trossen los.

Dat lukt ons! Wel is de wind nog in het noordoosten, in plaats van het verwachtte (zuid)oosten. We motoren dus eerst maar anderhalf uur het zeegat uit. Met mooi ochtendlicht, tegen de verwachting in zitten er geen wolken voor de zon, maakt Ellen foto’s van Norderney.

Bij rood-witte verkennerston hijsen we dan toch de zeilen. We kunnen niet helemaal de koers zeilen die we willen maar aan de wind blijven wel uit de buurt van de verkeerscheidings-stelsels. Wel moeten we later op een iets breder stuk de vaargeul naar de Jade oversteken. Voordeel is wel dat we iets meer aan de rand van een ankergebied uitkomen. Varen tussen grote stilliggende schepen mag wel maar is weinig relaxt.

Bij de Jade staan er opeens flinke golven. Ons opstapje, geplaatst op het voordek, spoelt overboord. Gelukkig zit er een touwtje aan dus we zijn niks kwijt. Maar daardoor slaat het opstapje nu wel steeds tegen de boeg. Omdat we gisteren veiligheidslijnen hebben geplaatst kan ik aangelijnd naar voren. Wel eerst even mijn zeilbroek en laarzen aan om een beetje droog te blijven. Ik schuifel naar voren, ga op het kletsnatte voordek zitten en haal het opstapje weer binnen.

Tevreden keer ik weer terug naar de kuip.

Er blijkt nauwelijks beroepsvaart in de geul naar de Jade en daarna naar de Weser. Wij kunnen nu, omdat de verkeerscheidings-stelsels hier zijn opgehouden, rechtstreeks koers naar Helgoland zetten. Dat betekent een flink ruimere koers en daarmee ook wat rustiger varen. En dat terwijl de snelheid wat hoger ligt. We hebben trouwens al bijna vanaf het begin van het zeilen een knoopje stroom in de rug mee!

Omdat de boot nu zo rustig op het water ligt durft Ellen het wel aan om als lunch een boterham met gebakken ei aan te bieden. Er is nog een plakje ham bij van het eten van gisteren. Maar Ellen is wat overmoedig en schuift het eerste gebakken ei niet op een boterham maar achter de koelkast.

Ze kan er zelf om lachen! En omdat er nog een ei en een plakje ham is komt niemand wat tekort!

Na zo’n acht uur varen doemt Helgoland op uit de heiigheid. Tja, wat moet je er van zeggen – het is net een puist in zee.

Het is rustig buiten op zee, weinig wind, en om niet op gijpkoers de haven in te hoeven zeilen strijken we op zee (en niet in de ruime voorhaven). In de haven moeten de boten, een beetje op grootte, bij elkaar langszij. We vragen nog hulp van de havenmeester maar het komt er op neer dat we het zelf maar moeten uitzoeken.

Dat lukt ons prima. We liggen als zesde in een pak waar later nog weer een motorboot langszij komt. Wij spannen ons in om een elektriciteitssnoer (van het achterdek) en een landvast (van het voordek) naar de wal te brengen. Behoorlijk wat klauteren over alle dekken heen. En alvast één tegenvaller. Dat de eerste twee boten morgen om 9 uur weg willen valt mee te leven. Dat de vierde boot al om 8 uur weg wil is een beetje jammer!

We puffen een beetje uit. Werken het logboek bij en pakken een rustmoment. En kijken nog even terug op de route:

We doen verder kalm aan en eten pasta met de overgebleven saus. Daarna nog een avondwandelingetje. Hier beneden veel appartementen en hotels – maar veel te beleven is er niet. Wel kun je een blik op de vuurtoren werpen.

Na een blokje vergeefs zoeken naar een tent voor koffie komen we terug bij de haven. Als wij het goed begrijpen is het nu rustig:

Ons wacht nog een klauterpartij over vijf boten naar onze rustplaats!

Wadvaren bij tegenwind (17 augustus 2023, Borkum – Nordeney, 20,8nm)

Vandaag en morgen pittige Noordoostenwind voorspeld. En ja, in Borkum heb je dan zeilend maar een paar opties. Terug naar Ameland bijvoorbeeld. Of verder naar Delfzijl. Nadeel van Delfzijl is dat je precies dezelfde weg terug moet varen. En terug willen we ook nog niet. En als het niet kan zoals het moet dan moet het maar zoals het kan. We gaan als motorboot naar Nordeney! Ook een mooie uitvalsbasis om als de wind draait nog wat verder te gaan.

We kunnen natuurlijk de lange weg over zee nemen. Zo’n veertig mijl en met Noordoostenwind kracht vijf vast niet heel prettig. Maar als je niet te diep steekt kun je ook ‘binnendoor’ over het wad. En met ons ingetrokken zwaard hebben we maar een diepgang van 1,05m.

Dat moet dus kunnen. Maar dan moeten we wel even goed rekenen. Want we moeten de wantijen (ondiepste punten) achter Borkum en Juist over. We berekenen dat we 2uur voor hoogwater Borkum over het eerste wantij kunnen. Dan hebben we ruim vier uur om ook over het tweede wantij te komen.

We willen dus heel graag om half elf (of iets eerder) vertrekken. Na het ontbijt eerst even de buurman helpen die langs de stijger met de kop in de wind wil gaan liggen. Daarna ook nog even de huurfietsen wegbrengen. Maar dan zijn we er klaar voor. Wel een kleinigheid – we liggen lagerwal met voor en achter twee rijen dik buren. Overleg met de eerder geholpen buurman, en zijn maat die naast hem ligt, levert op dat zij onze achterkant door de wind trekken. Vanaf de 2e boot achter ons. Dat lukt wonderwel goed en zo varen we vijf voor half elf vrolijk de haven uit.

Gelijk stuurboord uit naar het wad. Eerst is de route duidelijk aangegeven met boeien (alleen aan de ‘rode’ kant). Maar op ondiepst is de geul aangegeven met prikken.

Het wantij achter Borkum is het minst diep op onze route. Dus toch wel spannend om te zien of we niet te vroeg zijn en er al over kunnen. Maar onze dieptemeter geeft niet minder aan dan 60cm onder onze boot. Dat gaat dus ruim goed. En op het laatste puntje van Borkum liggen de zeehonden al op ons te wachten.

Nu moeten we met tegenwind over de Osterems. Het water stroomt nog steeds naar binnen en die stroom hebben wij mee. Een knobbelige zee dus waarbij ons voordek, en zelfs de kajuitopbouw, goed afgespoeld wordt met zeewater. Maar achter Juist wordt het rustiger en kunnen we ook een mooie foto nemen met het kenmerkende kunstwerk bij de haveningang.

Wij varen door, eten een boterham en naderen weer een wantij. Maar niet zo spannend dit keer – de dieptemeter blijft boven de meter onder boot. Langs de prikken komt Nordeney in zicht.

Dan is het opeens druk met veerboten. Eén uit Juist en twee van en naar Nordeney moeten allemaal door dezelfde geul. Er is hier meer te kiezen dus dat is wat verwarrend – maar het komt allemaal goed.

En varen we langs Nordeney. We zijn niet enigen die op weg zijn naar de haven. Dat blijkt ook in de haven waar we met moeite een plekje langszij een grote motorboot weten te bemachtigen. Buurman moet morgen om 14uur helaas wel weg – als tenminste de wind gaat liggen – om een paar mensen op te halen en komt daarna weer terug naar zijn gereserveerde plaats. Wel een beetje onhandig tijdstip – maar we zien wel!

Uitrusten, ons melden bij het havenkantoor, douchen en een pasta maaltijd houden ons de rest van de middag en begin van de avond bezig. Daarna nog even een wandelingetje over de haven. Zien we aan de overkant nog net dat een zeilboot naast ons langszij komt liggen. (Wij liggen op de foto helemaal rechts!)

Op de boot blijken het Engelsen die op weg zijn naar Nederland om daar Friesland te bekijken. Eerder waren ze in Noorwegen, Zweden en Denemarken en kwamen vandaag uit Cuxhaven. Morgen gaan ze naar Lauwersoog – en dan de staande mastroute proberen. Moeten eind september terug in Zuid Engeland zijn: ze mogen maar 90 dagen in Schengen gebied doorbrengen – zij zijn zo te horen geen Brexit fans. Motorboot buurman komt nog zijn plannen voor morgen delen – en dan kan ik zelfs nog even als vertaler Duits-Engels aan de slag. Ben ik nou alsnog een talenwonder?

Zeegaten pretpark (Lauwersoog – Borkum, 44,3nm, 15 augustus 2023)

In de vakantietijd gaan veel mensen naar allerlei pretparken. Grootste attractie veelal de achtbaan, of een variant daarvan, waarin de vakantiegangers eens lekker door elkaar worden geschud. Niet echt iets voor ons die drukte en lange rijen. Wij zoeken liever de rust op.

Dat lukte vanochtend niet helemaal. Allereerst begon het om 6 uur te regenen. Ellen gelijk wakker en in actie om het luik dicht te doen. Maar een paar druppels binnen – wel alle twee vroegtijdig wakker. Ik slaap dan echter wel weer in.

Verder vertrokken stuurboordburen ’s ochtends vroeg. De bakboordburen hadden plannen om een uur of 9 en omdat we met ons 3-en tussen 2 vingerpieren lagen wilde Ellen ons tijdig verleggen naar de stuurboordpier. Omdat ze al wakker was maar gelijk, nadat ze gedoucht had, om 8 uur. Er zou toch maar een ander bootje gaan liggen.

Op deze manier was het niet verwonderlijk dat we na ontbijt toch maar om 10uur, een uur voor hoog water en een uur eerder dan gepland, kalm en beheerst ons mooie plekje verlieten. Bakboordburen nog gewoon op hun plaats.

Het Westgat kronkelt echt naar de Noordzee toe. Ondanks de Westenwind is het eerste stuk wind tegen, en omdat we voor hoog water vertrokken, ook nog een beetje stroom tegen. Maar daar weet onze motor wel raad mee. En het uitzicht op Schier, de Engeslmanplaat en het rif is mooi. Zeker als ‘de boot’ naar Schier langskomt.

Na een bocht in de geul kunnen de zeilen omhoog. Nog even met wat motor hulp om de volgende ton te halen. Maar daarna kunnen we echt zeilen en inmiddels staat de stroom ook mee. Tijd voor koffie met koek – en daarna gaat Ellen liggen voor haar 20 minuten rustmoment.

Dan moeten we weer de bocht om in het Westgat. Pal wind tegen! Met de motor ploegen we ons er door heen. Op een drempel in het Westgat met wind tegen stroom staan hier nu wel pittige golven. De Aquamarijn gaat er een dolfijn zo soepel doorheen. Wel een paar keer de punt diep in de golven, goed dat ons opstapje met een touwtje vastzit, maar verder geen problemen. Tenminste, behalve dan voor Ellen op bed. Naar eigen zeggen kwam ze wel 20 cm los van het matras.

Een bochtje verder en twee tonnen later zijn we het zeegat uit en kunnen we gaan genieten van het rustige zeilen op zee. Eén boot gaat, alleen op de fok, dezelfde kant op. Blijkt dat we de hele dag in elkaars buurt zijn!

Ondertussen tijd voor lunch. En daarna, omdat we niet twee dingen tegelijk kunnen, een glas karnemelk. Het pak moet leeg – dus ik wordt gelijk Joost drie pinter genoemd.

En dan is het alweer tijd voor het volgende zeegat: de Westereems. Mogelijk wilder, maar zeker langer en groter dan het Westgat. Deels omdat het een riviermonding is en ook omdat de Dollard via dit gat vol- en leegstroomt. En omdat we iets te vroeg zijn hebben we het eerste stuk stroom tegen – en dus hebben we flinke golven. Geen probleem voor de Aquamarijn – die danst er over heen. Maar de zeilers worden flink heen en weer geschud.

Dat wordt nog maar eens duidelijk als we echt in de buurt van de zeiler op de fok komen. Midden in de hier brede vaargeul moet hij eigenlijk wijken omdat wij onze zeilen over bakboord hebben staan (en hij de fok over stuurboord). Dat lijkt hij ook te proberen maar dat gaat niet zo vlot en hij komt wel erg vervaarlijk dichtbij. Met een snelle gijp (ondanks de ruime windkracht 4) voorkomen we problemen.

Niet veel later horen we iemand op de marifoon ons oproepen. Blijkt de Seabed Explorer te zijn die ons (op kanaal 06) vraagt wat naar het Noorden te sturen zodat we achterlangs gaan.

Dat doen we natuurlijk. Doel was om de Wind Osprey te ontwijken – een joekel van een schip met windmolen benodigdheden in de vaargeul. Was volgens mij ook wel gelukt zonder extra manoeuvres – maar toch fijn om de marifoon ook zo te gebruiken!

Niet veel later komt dan de Noordzeezijde van Borkum in zicht. (Helaas is de haven helemaal aan de andere kant.)

Maar dat varen we ook probleemloos verder. We strijken en steken de geul over waarbij de golfslag ook nog even lekker dwars staat. In tegenstelling tot 2008 gaan we nu in de tweede haven liggen. Ook daar is het druk – we liggen hier drie dik.

Als we eenmaal goed liggen is het tijd voor een gastenvlaggetje. (Ik vind het Engelse ‘courtesy flag’ nog mooier.) In een optimistische bui hadden we eens een hele verzameling vlaggen gekocht waarvan we het niet erg zouden vinden als de wind ons daar eens met de Aquamrijn brengen zou.

Nu dus tijd om de Duitse vlag in het (stuurboord!) want te hijsen.

Van al dat door elkaar schudden zijn we behoorlijk moe. Het is ook al kwart voor acht. We gaan dan ook snel op zoek naar een restaurant en kunnen terecht bij de andere haven. In het restaurant is daar sinds 2008 niets veranderd. Het eten staat, met een echt getapt biertje, snel op tafel.

Wij wandelen daarna door het industriegebiedje van Borkum terug naar de boot. Daar kijken we tevreden terug op de vandaag afgelegde 44 nm. En we weten dat om eens lekker door elkaar geschud te worden niet naar een pretpark hoeven. Een zeegat, of twee, is veel leuker!

Eindelijk weg (12 augustus 2023, Monnickendam – Enkhuizen)

Al een tijdje de laatste voorbereidingen aan het treffen om op vakantie te gaan. Onze elektronicaman, van RoBie Nautical Service, installeerde een handige uitbreiding zodat we nu ook de AIS signalen op de I-Pad kunnen inzien. Daarnaast repareerde hij onze tweede muziekbox en hing onze bakboordlamp op. Ook zelf de nodige karweitjes gedaan. We hebben onze zwemtrap gerepareerd en Ellen heeft fenders van nieuwe ventielen voorzien. De fenders zijn nu ook allemaal weer op de goede druk!

En na weer een goede medische uitslag, met het doktersadvies om toch vooral regelmatig rust te nemen, konden we dan ook nu echt vertrekken. Op vrijdagavond nog even bij mijn ouders langs en toen naar Monnickendam. Op zaterdag zouden Jan en Martine meevaren om zo een langdurende belofte in te vullen. We hoopten daarom op mooi weer. Na een goede nachtrust was de kuip kletsnat en kwam de regen rechtstandig naar beneden.

Buienradar en Windfinder beloofden echter betere tijden. Dus Jan en Martine opgehaald in Amsterdam-Buitenveldert, waar ze hun auto achterlaten. Komen ze vanavond met het OV wel weer terug. Aangekomen in Monnickendam werd het weer al beter. Ellen had de koffie klaar en Martine had appelflappen gebakken – dat was genieten in de kajuit.

Ondertussen was het droog geworden en gingen we de boot vaarklaar maken. Soepeltjes voeren we daarna de haven uit waarna we al snel tegen de wind in konden varen om het zeil te hijsen. (Dat is makkelijkst; het zeil klappert wel een beetje maar blijft wel recht achter de mast.) Vanwege de windverwachting (later op de middag kracht 4 a 5) kozen we voor een rif in het zeil. Draaien naar voor de wind en daarna twee keer gijpen en we varen op de Gouwzee. Martine neemt de helmstok in handen; eens kijken of Martine na haar ervaring in de Fidelio (een Varuna 500) 40 jaar geleden het zeilen nog niet verleerd is.

Hoewel de telescooparm even wennen was ging dat toch helemaal niet gek. Keurig voeren we, met Volendam al in de zon, de Gouwzee uit. Voor het gemak dan toch maar de stuurautomaat aangezet – we moeten immers nu een hele tijd dezelfde koers (zo’n 30 graden) varen. Wel blijven opletten want het is soms in de buurt best wel druk.

Ja, het wordt voor ons wat wennen. We gaan nooit zo in het hoogseizoen op vakantie. Maar laten we ons bij één ding tegelijk bepalen. Nu is het tijd voor de lunch – en dat is lekker en leuk!

De snelheid ligt zo tussen de 4,5 en 5,5 knopen met zeker aan het eind, als de wind wat aantrekt, uitschieters naar boven de 6 knopen. We genieten!

En zo zijn we toch nog voor vier uur bij het Naviduct. De sluisdeur gaat voor ons open en we varen als tweede de sluis in. Probleemloos leggen we aan. Dat kunnen we niet zeggen van twee solozeilers die niet erg voorbereid de sluis in blijken te komen. Ellen voorkomt nog dat er één van achter bij ons binnenvaart. Maar uiteindelijk is de sluis schadevrij vol. Martine ziet in de andere kolk nog een motorboot dwarsliggen – dat hoort er natuurlijk wel bij!

Ook in de buitenhaven is het druk. Maar de havenmeester wijst ons een plekje langszij een andere boot – we zijn de vijfde vanaf de kant. We leggen probleemloos aan. Daarna brengen we een lange lijn aan de kant om voor extra stabiliteit te zorgen. Jan zorgt nog voor enige opwinding door – bij een overstap – bijna tussen twee boten in het water te belanden. Met alleen een schaafwond, veroorzaakt door een zeereling, op zijn arm redt hij zichzelf! Als ook de stroom is aangesloten is het tijd voor een drankje. We verbazen ons over de manoeuvres van boten die nog weer na ons komen. Ook hele grote boten proberen tegen beter weten in aan het einde van de haven nog een plekje te vinden en moeten dan keren.

Bij de wandeling naar het restaurant kijken we nog even aan de overkant naar de Aquamarijn die aan de buitenkant ligt.

In het restaurant gaat het vlot. We hebben nauwelijks tijd om van de mooie plafondlamp te genieten. Tot genoegen hebben ze mosselen! Maar er blijkt voor ieder wat wils; ook bij het toetje!

Na het eten lopen we nog even Enkhuizen door. Bij de Zuiderkerk ziet Ellen dat er een concert is met orgel en cello – daar heeft zij wel zin in. Ik loop met Jan en Martine door naar het station waar net hun trein binnenrijdt. Hoewel het nog zeker 10 minuten duurt voor deze weer vertrekt haasten ze zich toch naar binnen – de trein zou toch zonder hen vertrekken.

Terug op de boot weten we dat Ellen heeft genoten van het (meeste van het) concert. tevreden kijk ik ook nog even op de gevaren route. Morgen moeten we – als buitenste in een lange rij – vast vroeg op. Komt goed uit – wij willen ook verder!