Terug naar huis (Shotley Gate – Amsterdam, 155nm, 17 en 18 juli 2025)

De wekker op 7 uur gezet maar we zijn al eerder wakker. Het water in de haven is spiegelglad maar we zien toch wel een vlag wapperen. Nadat we de boot klaargemaakt hebben voor vertrek vragen we aan de havenmeester of we mogen vertrekken. Dat kan al snel. Een tweede boot sluit aan in de sluis.

We varen het ruime sop op. Eerst op de motor want we moeten een eind langs de scheepvaartroute varen voor we deze mogen oversteken. Wanneer we daar zijn is er net een grote jongen gepasseerd zodat wij kunnen oversteken.

Daarna kunnen we mooi de zeilen hijsen. Al staat er niet veel wind uit het oosten tot zuidoosten, we kunnen een aan de windse koers varen, hebben stroom mee en gaan tussen de 5 en 6 knopen. Als de zeilen staan is het tijd voor het ontbijt. Ondertussen vermaken we ons met een sudoku.

Het zonnetje schijnt. Ik ga koffie zetten. Met deze wind uit het oosten is de kombuis en de wc aan de lage kant. Dat is prettig. De Stena Line Hollandica op weg naar Hoek van Holland passeert ons. Ze gaat drie keer zo hard als wij. Maar wij mogen niet klagen. We liggen voor op schema. Een tweede kopje koffie wordt gezet en genuttigd.

We blijven nog lang de Engelse kust zien omdat wij een noordoostelijke koers varen en de kust hier ook naar het noordoosten loopt. We blijven vooral nog lang de kerncentrale bij Sizewell zien omdat deze een hele witte koepel heeft. Wij zitten nog in het zonnetje, maar zuidelijk van ons trekt het dicht.

Na de lunch vermaken we ons met lezen, we lezen allebei die middag ons boek uit.

Er is veel marifoonverkeer, we horen de Nederlandse kustwacht duidelijker dan de Engelse kustwacht. Als we noordelijker komen komt er meer zeedeining. Het avondeten opwarmen lukt nog goed. Koffie zetten is lastiger, zeker omdat we voor de cafeïnevrije koffie gewone filterkoffie gebruiken. Maar het lukt nadat ik een keer de koffiehouder met koffie om heb gegooid. Een gewaarschuwd mens telt voor twee.

In de avond naderen we de beide verkeersscheidingsstelsels die we haaks moeten oversteken. De motor moet bijstaan want de koers is niet bezeild. Het is er druk en we doen het niet helemaal handig. Zo doen we daar best een tijd over.

Op ons navigatiebeeldscherm zijn de boten om ons heen te zien. AIS maakt het makkelijker om te zien of je over kan steken. Voor de duidelijkheid: op ons scherm is onze boot het grootst. In werkelijkheid zijn die andere dus grote jongens die ook veel harder varen dan wij.

Ik ga om 11 uur Engelse tijd vast proberen te slapen, de avond was vermoeiend. Joost kan al snel weer de motor uit doen. Om de paar uur wisselen we met de wacht houden. In Nederland komt er nog een verkeersscheidingsstelsel. Ik probeerde nog kruisend hier goed aan te komen maar de stroming zet ons te veel weg. Weer de motor een uurtje aan, want zo’n verkeersscheidingsstelsel is 5 zeemijlen breed. De wind verwachting was overigens dat deze van zuidoost naar zuid zou draaien. Dat is helaas niet gebeurd. Dat had het zeilen makkelijker gemaakt. 15 mijl voor IJmuiden zien we het al liggen. Het is erg heiig.

Het lijkt wel op de aankomst in Engeland. Hoewel IJmuiden er echt anders uit ziet. Ook nu valt de wind weg en moeten we de paar laatste mijlen op de motor gaan. Onderweg op zee zijn we helemaal geen zeilboten tegengekomen wat we vreemd vonden. Maar nu we hier naar de kust kijken weten we wat al die zeilboten doen: kustzeilen.

Vlak voor de haven zwemt een zeehond naar ons toe. Deze blijft ons maar aankijken als een trouwe hond, niet eerder zo meegemaakt. En dan zie je ook waarom deze zeehonden honden heten.

Pas voor de haven halen we het gastenvlaggetje van Engeland naar beneden. Niet een klusje om midden op zee te doen. Nu al met weemoed vouwen we het weer op. Maar we willen hem vast nog eens gebruiken!

We laten een grote jongen voor gaan de haven in.

Wij gaan meteen door naar de sluis. Het is voor 4 uur en we willen nog naar Amsterdam varen om daar in de marina te gaan liggen. Hebben we zaterdag genoeg tijd om naar Monnickendam te varen, voor de boot de echte thuishaven.

Alweer een grote jongen, komt ons tegemoet op het Noorzeekanaal.

We leggen aan in de haven en zuchten onder de hitte. Hadden we het op zee nog koud, dit is het tegenovergestelde. We zijn moe en gaan gauw even ergens hier een pizzaatje eten. Boot opruimen, blog en dan ons bed in, want na een nacht op zee, verlangen we naar een ononderbroken nachtrust.

Ontspannen voorbereiden (Ipswich – Shotley gate, 16 juli 2025)

We willen morgen terug naar IJmuiden varen. Ruim 125 mijl dus daar zijn we wel ruim een etmaal mee zoet. Zaak om het vandaag rustig aan te doen maar ook onze uitgangspositie te verbeteren.

Om te beginnen dus rustig opstaan en gebruik maken van de prima douche faciliteiten. Daarna wandelen we samen naar de supermarkt voor de laatste boodschappen. Een avondmaal voor 2 dagen, toetjes, brood, bananen en natuurlijk vooral lekkere koek.

Na de lunch vertrekken we dan. Net als het druk is in de ‘Ipswich lock’. De sluismeester is er maar druk mee. Wij laten rustig twee bootjes uit de sluis komen, een rondvaartboot voorgaan en leggen dan aan. Niet ver genoeg naar voren naar de zin van de sluismeester. Even later legt een Nederlands zeilschip achter ons aan en sluiten de deuren. Er hadden er nog makkelijk vier bij gekund; de sluismeester moet eens op leerwerkreis naar Kornwerderzand op tweede Pinksterdag.

Wij wisselen, terwijl het water langzaam zakt, ervaringen uit met de vrouwelijke opvarende van de boot achter ons. Zij zijn zijn via Oostende hierheen gezeild (nou ja gemoterd, er was weinig wind) en gaan dan nu verder naar het zuiden. Pas later verbazen wij ons over deze combinatie.

Na de sluis rollen we de genua uit en varen op ons gemakje de Orwell af.

We willen vlak bij zee rustig kunnen slapen en ook alle batterijen kunnen opladen. We kiezen daarom weer voor Shotley Marina (tegenover Harwich). Een kleine 3 uur na vertrek zijn we daar. We overleggen per marifoon met de havenmeester/sluiswachter. Twee keer legt hij geduldig uit waar we kunnen liggen (terwijl we een kaartje van de haven op de boot hebben maar dat maakt hem niks uit). En omdat het hoog water is kunnen beide sluisdeuren open en kunnen we zo door varen; ‘free flow’ noemen ze dat. Later blijkt dat het hoog water zo hoog is geweest dat er water over de gesloten sluisdeur vanuit de haven terug in zee spoelt.

Nadat we zijn aangelegd en de haven formaliteiten hebben afgerond is het tijd om even wat te drinken. Bij de havenbar, ‘Shipwreck’ genaamd, drinken we onze laatste pint met uitzicht op Harwich!

Terug op de boot vervul ik de douane formaliteiten van de UK en het Schengen gebied. Veel kan daarvan online. Na het avondeten doen we nog een wandeling langs de kust. We zien de dagboot uit Hoek van Holland op zijn aanlegplaats.

En ook werpen we nog een blik op de paal die vroeger Britse matrozen (veelal niet geheel vrijwillig) in opleiding elke dag in moesten klimmen. Het hele terrein, en de heuvel er om heen, is trouwens hermetisch afgesloten.

Terug op de boot drinken we koffie en schrijf ik een blog. Nog even pannenkoeken bakken voor onderweg en water bijvullen. En dan vroeg naar bed en morgen op tijd losgooien!

Colchester (15 juli 2025)

Voor het ontbijt ging Joost even snel boodschappen doen. Vast wat voorraden aanvullen. Met het ontbijt zitten we nog lekker in het zonnetje in de kuip. Daarna gaan we op stap. Vandaag willen we naar Colchester een stad in Essex. Vreemd genoeg kwamen we gisteren juist uit die buurt. Maar Colchester is via de Colne niet meer met de boot te bereiken. Toen we gisteren doorvoeren naar Ipswich om te schuilen voor de harde wind was ons plan al snel gemaakt. Vandaag zou er ook te veel wind zijn. Er is hier een station, de dichtstbijzijnde volgende stad is Colchester. En reizen met de trein is altijd leuk.

Onze Engelse buurman hier in de haven die al 4 keer in Nederland is geweest met zijn boot en zijn boot aan het klaar maken is om vrijdag naar de zuidwest kust van Engeland te varen vraagt wat we vandaag gaan doen. Hij was wat verbaasd dat we naar Colchester gaan. Hij kwam zelf uit die buurt. Hij begreep niet dat we daar heen wilden. Tja, misschien het kasteel bezoeken? En er is een Dutch quarter vertel ik hem. Vervolgens vroeg hij waar we geweest waren in Engeland. Hij raadde ons nog aan om de rivier de Deben op te gaan. Maar die hebben we overgeslagen vanwege een lastige ingang vanaf zee. ‘It looks more scary than it is’. Tja, dan misschien een volgende keer dat we hier zijn.

In 20 minuten lopen we naar het station. We kunnen nog snel koffie kopen voor we de trein ingaan. Voor Joost is de trein helemaal genieten. Ik heb hem wel moeten vertellen dat het spoorwegmuseum in Colchester vandaag helaas gesloten is.

We verkennen eerst globaal de stad die gebouwd is op een heuvel. Het Victoriaanse stadhuis zien we hier.

We komen hier in Engeland trouwens steeds bruidswinkels tegen. Of letten we daar nu meer op?

En dan moeten we deze 15e juli vieren met taart: we zijn 38 jaar samen. Wat een grote stukken taart, voorlopig hoeven we niet te lunchen.

We gaan de Nederlandse wijk bekijken die eigenlijk niet zo speciaal is. Wel het verhaal erover.

In de 16e eeuw zijn Vlaamse protestanten gevlucht (vervolging vanwege hun geloof) naar Colchester en zij waren wevers. Daardoor kreeg de kledingindustrie een boost en dit betekende veel voor de economie van Colchester.

We gaan het kasteelpark in. Dat is een mooi park met veel bloembedden en eekhoorntjes. We rusten daar op een bankje een tijd uit voor we het kasteel gaan bezoeken.

In het kasteel is een museum. Het is een buitengewoon mooi opgezette geschiedenis van Colchester vanaf het begin van onze jaartelling. Colchester wordt niet voor niets de oudste stad van Engeland genoemd. In het jaar 43 na Chr vestigden Romeinen zich hier al. Daarvoor was het een Keltische nederzetting. Er zijn Romeinse stadswallen en op de plaats waar ooit een tempel stond is rond 1100 een kasteel gebouwd door de Normandiërs.

Er zijn in de 20e en 21e eeuw veel opgravingen gedaan in Colchester en daar zijn veel oude voorwerpen gevonden die hier tentoongesteld worden. Aan de hand hiervan wordt de geschiedenis goed uitgelegd. En voor kinderen zijn er dingen die het museumbezoek wat leuker moeten maken. Joost heeft er ook veel plezier mee!

We gaan uitrusten in een pub en zoeken vast een restaurant uit voor het diner. We zien hier veel Indiase mensen dus Indiaas lijkt ons wel eens wat. We reserveren en gaan vervolgens nog Jumbo de watertoren bekijken. Deze is gebouwd in 1883 en is een van de grootste resterende Victoriaanse watertorens.

De toren is genoemd naar de Londense olifant Jumbo (waar wij verder niets vanaf weten) maar in de windwijzer zit wel een olifant.

Het Indiase restaurant is een bijzondere belevenis. Wanneer we om 2 glazen wijn vragen wordt ons verteld dat drie glazen maar ietsje duurder is en daarmee gaan we akkoord. Vervolgens wordt een hele fles wijn gebracht en twee glazen wijn dubbel vol ingeschonken zodat er naar die maatstaven nog 1 glas in de fles rest. Verder zitten we vlak bij de deur en hebben we eerder al ergens gezien dat Indiase families in een restaurant niet op hun plek blijven zitten maar voortdurend naar buiten en binnen lopen. Hier net zo. Gelukkig zijn ze wel allemaal in de kerk geboren! Over het eten hadden we geen klagen.

Tijd om de terugreis te aanvaarden. 20 minuten lopen, door beginnende regen. De trein in die behoorlijk druk is zo op de avond. En in Ipswich nog 20 minuten lopen door steeds hardere regen. we waren voorbereid en hebben regenjassen aan. en dan is het heerlijk thuiskomen op ons gezellige bootje! Dat we moe zijn is niet zo gek. We hebben bij elkaar 16 km gelopen!

Terug naar het Noorden (West Mersea – Ipswich, 36nm, 14 juli 2025)

We moeten zo langzamerhand ook weer aan de terugreis gaan denken. Verder naar het zuiden is dus niet zo’n goed idee want dan wordt de afstand naar IJmuiden (ons ideale reisdoel voor de oversteek terug) wel erg groot. Daarbij is het daar wel erg druk met beroepszeevaart. Bij het bepalen van het reisdoel en vertrektijd zijn ook de tegen (vloed) stroom en de aan het eind van de middag verwachtte harde wind een factor. De wekker ging daarom om 8 uur en als reisdoel werd gekozen voor de Suffolk Yacht Harbour.

Tijdens het ontbijt verrast de korte afstand tot de bank ons toch nog.

Klokslag 9 uur vertrekken we van onze mooring boei. Zeker nu bij laag water is het zaak om dicht tussen de bootjes aan de andere moorings door te varen.

Tussen de moorings door

Eenmaal op de Blackwater rollen we gelijk de genua uit. Meer hebben we met een flinke wind uit het zuiden vandaag niet nodig. Weliswaar hebben we stroom tegen, toch valt de snelheid ons niet tegen. En zo varen we na een paar uur weer voor de Naze tower langs.

Voor de Naze tower

De invaart bij Harwich is ons inmiddels bekend. En dat komt goed uit want de harde wind is wat eerder gekomen dan verwacht. We rollen met de golven mee naar binnen en strijken vast de genua om iets meer controle te hebben. Eigenlijk probleemloos varen we zo net naast de rode boeien de haven in.

Maar binnen is het qua golven niet rustiger. We dachten even aan de Halfpenny pier in Harwich te gaan liggen om boodschappen te doen. Maar dat slaan we over; niet alleen is de pier vol ook dansen de aangelegde bootjes onaangenaam op de golven. De vaarwijzer had al gewaarschuwd!

Ook de Suffolk Yacht Harbour laten we links (preciezer aan stuurboord) liggen. Deze jachthaven is aan lager wal en lijkt niet erg ruim. We varen ons daar maar liever niet in de problemen. We besluiten door te varen naar Ipswich; daar kennen we het en is het ruim! En zo varen we weer, en met plezier, de Orwell op.

Vlak voor de sluis varen we door de industriehaven van Ipswich. Hier komen nog dagelijks coasters aan. Toch is niet alles meer in gebruik. Sommige vergane glorie is dan toch wel weer een foto waard. (En volgens Ellen is dit de zoveelste voormalige chocoladefabriek voor Sjakie in Engeland.)

De sluis, waar we met wind in de rug op af varen, nemen we niet helemaal in een keer vloeiend maar we komen er op eigen kracht en zonder kleerscheuren door heen. In de haven vinden we een makkelijkere aanlegplaats aan een vingerpier. De buurman kan ons gelijk vertellen dat de vaste ligplaatshouder een paar weken is vertrokken; wij kunnen dus wel blijven liggen!

Vermoeid leggen we weer aan in restaurant ‘The last Anchor’. Met wat moeite krijgen we weer een lokale pint ‘Flint Eye’ lager. We bestellen verder hetzelfde, respectievelijk ‘catch of the day’ en ‘butchers choice’, maar eten toch iets heel anders. Minstens zo lekker als de vorige keer!

Naar een mooringboei (Bradwell on Sea – West Mersea, 13 juli 2025)

In Engeland liggen heel veel boten niet in een jachthaven maar aan een ‘mooring’ boei. Dat moeten wij toch ook eens proberen. En daarvoor hoeven we niet ver; aan de overkant van de Blackwater rivier ligt West Mersea. Een echte watersport plaats maar dan zonder haven met drijvende steigers.

Om half twaalf, ruim voldoende na laag water, verlaten we Bradwell on Sea. Er staat nog nauwelijks wind maar toch hijsen we de zeilen en zetten we de motor uit. Op ons routekaartje later blijkt dat de werkelijke koers toch vooral door de stroming op de Blackwater wordt bepaald. Later trekt de wind aan en gaan we meer in de richting die we sturen. Weer verlaten er zeilbootjes West Mersea voor een zeilwedstrijd.

We varen wat rond en besluiten toch maar vast een mooring op te gaan zoeken. We laten al zeilend het grootzeil zakken en gaan op de genua de kreken van West Mersea in. Door een misverstand kies ik de meest zuidelijke; we willen toch wat dichter bij het dorp. Op de motor keren we en varen we tussen de schepen en mooring boeien, want daar is het vast wel diep, terug naar de splitsing en kiezen daarna de middelste geul.

Wind en stroom staan beide ongeveer dezelfde kant op. Dat is fijn want je wilt tegen deze elementen in naar de mooring boei. Met onze ‘hook & moor’ haak halen we de lijn door de ring van de boei. Daarna nog wel even stoeien met de lijnen maar het is gelukt: we liggen. Tussen ons en het dorp ook nog een mooie zeilboot en een lange-afstand zeeroeiboot.

Er worden broodjes afgebakken en we gaan lunchen. We zijn lekker aan het eten als er een watertaxi van de ‘West Mersea Yacht Club’ langsvaart. De schipper informeert of we hier willen blijven liggen voor de nacht. In dat geval kunnen we beter gaan verliggen want hier komen we met de achterkant in de modder terecht en dan liggen we scheef. Hij wijst een betere mooring die naast een witte boot ligt die ‘Blue Fox’ heet; ja, dat vinden we allebei een bijzondere combinatie. Als extra aanbeveling geeft hij ook nog mee dat er al een lijn aan de mooring zit.

Losgooien is niet moeilijk. De nieuwe boei oppakken lukt niet in één maar wel in twee keer. Het touw is glad en vies zodat we nog maar een lijn door de ring van de boei doen. Maar goed – we liggen. Tijd om uit te rusten en onze manoeuvres eens op de kaart terug te kijken.

Nu willen we natuurlijk ook nog naar het dorpje. Het is wat ver en het waait wat hard voor de kano dus die pompen we maar niet op. Ze gebruiken hier om watertaxi’s op te roepen een marifoonkanaal dat niet meer op onze Europese marifoons zit. Dus zwaait Ellen naar een taxi en jawel, daar komt de taxi al aan!

We stappen vanuit het gangboord gewoon over – eerst rustig vastleggen blijkt niet nodig. En even later zitten we plezierig in de taxi. Het wordt een lange rit want er moeten bij allerlei boten, ook in de meest zuidelijke geul, watersporters worden opgehaald. We gaan bij nog vijf boten langs!

We varen dus ook weer langs de Aquamarijn. Mooie gelegenheid voor een foto.

Aan de wal kijken we over het water uit naar de vele bootjes die hier aan een boei liggen.

En dan eerst naar de Yacht club om te betalen. Dan een rondje lopen. Al snel zijn we bij het strand.

Daar ook weer een vergezicht met de kapel St. Peter on the Wall.

Het stadje stelt op zondag aan het einde van de middag niet veel voor. De badplaats is nog weer een stukje noordelijker – te ver voor een wandeling nu. Dus lopen wij terug door de villabuurt en drinken een pint in de tuin van de Yacht club (dat best een luxueus clubhuis heeft). De club is natuurlijk ‘members only’, maar ‘visiting yachtsmen’ zijn uiteraard ook van harte welkom.

Inmiddels is het water al flink gezakt. De steiger van de watertaxi ligt al grotendeels op de modder.

Met wat ruimere bochten om de ondiepten heen varen we terug naar de Aquamarijn.

Het wordt al wat frisser toch eten we buiten Shakshuka met pasta. Het water daalt verder toch blijft er zo’n 3,5 meter onder de boot liggen. Beste bijzonder met het droogvallende land zo dichtbij!