In de vakantietijd gaan veel mensen naar allerlei pretparken. Grootste attractie veelal de achtbaan, of een variant daarvan, waarin de vakantiegangers eens lekker door elkaar worden geschud. Niet echt iets voor ons die drukte en lange rijen. Wij zoeken liever de rust op.
Dat lukte vanochtend niet helemaal. Allereerst begon het om 6 uur te regenen. Ellen gelijk wakker en in actie om het luik dicht te doen. Maar een paar druppels binnen – wel alle twee vroegtijdig wakker. Ik slaap dan echter wel weer in.
Verder vertrokken stuurboordburen ’s ochtends vroeg. De bakboordburen hadden plannen om een uur of 9 en omdat we met ons 3-en tussen 2 vingerpieren lagen wilde Ellen ons tijdig verleggen naar de stuurboordpier. Omdat ze al wakker was maar gelijk, nadat ze gedoucht had, om 8 uur. Er zou toch maar een ander bootje gaan liggen.
Op deze manier was het niet verwonderlijk dat we na ontbijt toch maar om 10uur, een uur voor hoog water en een uur eerder dan gepland, kalm en beheerst ons mooie plekje verlieten. Bakboordburen nog gewoon op hun plaats.
Het Westgat kronkelt echt naar de Noordzee toe. Ondanks de Westenwind is het eerste stuk wind tegen, en omdat we voor hoog water vertrokken, ook nog een beetje stroom tegen. Maar daar weet onze motor wel raad mee. En het uitzicht op Schier, de Engeslmanplaat en het rif is mooi. Zeker als ‘de boot’ naar Schier langskomt.
Na een bocht in de geul kunnen de zeilen omhoog. Nog even met wat motor hulp om de volgende ton te halen. Maar daarna kunnen we echt zeilen en inmiddels staat de stroom ook mee. Tijd voor koffie met koek – en daarna gaat Ellen liggen voor haar 20 minuten rustmoment.
Dan moeten we weer de bocht om in het Westgat. Pal wind tegen! Met de motor ploegen we ons er door heen. Op een drempel in het Westgat met wind tegen stroom staan hier nu wel pittige golven. De Aquamarijn gaat er een dolfijn zo soepel doorheen. Wel een paar keer de punt diep in de golven, goed dat ons opstapje met een touwtje vastzit, maar verder geen problemen. Tenminste, behalve dan voor Ellen op bed. Naar eigen zeggen kwam ze wel 20 cm los van het matras.
Een bochtje verder en twee tonnen later zijn we het zeegat uit en kunnen we gaan genieten van het rustige zeilen op zee. Eén boot gaat, alleen op de fok, dezelfde kant op. Blijkt dat we de hele dag in elkaars buurt zijn!
Ondertussen tijd voor lunch. En daarna, omdat we niet twee dingen tegelijk kunnen, een glas karnemelk. Het pak moet leeg – dus ik wordt gelijk Joost drie pinter genoemd.
En dan is het alweer tijd voor het volgende zeegat: de Westereems. Mogelijk wilder, maar zeker langer en groter dan het Westgat. Deels omdat het een riviermonding is en ook omdat de Dollard via dit gat vol- en leegstroomt. En omdat we iets te vroeg zijn hebben we het eerste stuk stroom tegen – en dus hebben we flinke golven. Geen probleem voor de Aquamarijn – die danst er over heen. Maar de zeilers worden flink heen en weer geschud.
Dat wordt nog maar eens duidelijk als we echt in de buurt van de zeiler op de fok komen. Midden in de hier brede vaargeul moet hij eigenlijk wijken omdat wij onze zeilen over bakboord hebben staan (en hij de fok over stuurboord). Dat lijkt hij ook te proberen maar dat gaat niet zo vlot en hij komt wel erg vervaarlijk dichtbij. Met een snelle gijp (ondanks de ruime windkracht 4) voorkomen we problemen.
Niet veel later horen we iemand op de marifoon ons oproepen. Blijkt de Seabed Explorer te zijn die ons (op kanaal 06) vraagt wat naar het Noorden te sturen zodat we achterlangs gaan.
Dat doen we natuurlijk. Doel was om de Wind Osprey te ontwijken – een joekel van een schip met windmolen benodigdheden in de vaargeul. Was volgens mij ook wel gelukt zonder extra manoeuvres – maar toch fijn om de marifoon ook zo te gebruiken!
Niet veel later komt dan de Noordzeezijde van Borkum in zicht. (Helaas is de haven helemaal aan de andere kant.)
Maar dat varen we ook probleemloos verder. We strijken en steken de geul over waarbij de golfslag ook nog even lekker dwars staat. In tegenstelling tot 2008 gaan we nu in de tweede haven liggen. Ook daar is het druk – we liggen hier drie dik.
Als we eenmaal goed liggen is het tijd voor een gastenvlaggetje. (Ik vind het Engelse ‘courtesy flag’ nog mooier.) In een optimistische bui hadden we eens een hele verzameling vlaggen gekocht waarvan we het niet erg zouden vinden als de wind ons daar eens met de Aquamrijn brengen zou.
Nu dus tijd om de Duitse vlag in het (stuurboord!) want te hijsen.
Van al dat door elkaar schudden zijn we behoorlijk moe. Het is ook al kwart voor acht. We gaan dan ook snel op zoek naar een restaurant en kunnen terecht bij de andere haven. In het restaurant is daar sinds 2008 niets veranderd. Het eten staat, met een echt getapt biertje, snel op tafel.
Wij wandelen daarna door het industriegebiedje van Borkum terug naar de boot. Daar kijken we tevreden terug op de vandaag afgelegde 44 nm. En we weten dat om eens lekker door elkaar geschud te worden niet naar een pretpark hoeven. Een zeegat, of twee, is veel leuker!