Weer een heel weekend om te zeilen. Nadat ik Joost eindelijk van zijn werk heb kunnen rukken rijden we om half zeven met een volle boodschappentas naar Monnickendam. Toen we daar eenmaal aankwamen was het 19 uur en hadden we geen zin om nog te gaan koken. Auto geparkeerd en meteen Monnickendam ingelopen. Deze keer maar eens de pizzeria uitgeprobeerd. Het voelde alsof we in geen eeuwen in een pizzeria hadden gegeten en zeker niet zo een met een echt ouderwetse pizzeria interieur. Het eten was zoals je van een pizzeria kan verwachten. Op de boot hebben we een heerlijk rustig avondje en vermaken we ons met het bijlezen van de laatste Zeilen nummers.
Het is echt al een stuk rustiger in de haven als ik ’s ochtends naar het douche gebouw loop voor een douche. Op onze steiger is er maar een andere boot waar leven te zien is.
Het is noorden wind 4 max 6 eerst en al gauw max 5. Ons plan was om weer eens naar Hoorn te gaan. Dit jaar zijn we daar nog niet geweest. Ligt pal Noord. Was natuurlijk niet zo’n goed idee. Maar we dachten het met 2 lange kruisende slagen te halen. Op de Gouwzee valt de wind ons erg tegen en wat eengolfslag. Maar goed dat we geen gasten hebben. Die zouden dan al groen en geel over de railing hangen. We moeten de hele Gouwzee opkruisen. Door de golfslag kunnen we niet erg scherp varen en bij over stag gaan hebben we vaak de hulp van de motor nodig om door de wind te komen. Als je denkt dat zeilen geen sport is, nou vandaag zeker wel. En een wc bezoek is helemaal een topprestatie! Met deze wind heb je ook geen mogelijkheid om even koffie te zetten. Als we eenmaal de Gouwzee af zijn en langer een koers houden pakken we voor onze caffeine behoefte een cola’tje uit de koelkast.
Na een hele tijd zeilen komen we tot de conclusie dat het nog heel lang gaat duren zo om Hoorn te bereiken. Wel bizar, want Hoorn is helemaal niet ver.
We zijn nog maar net Edam gepasseerd. Laten we daar nog nooit zeilend geweest zijn. 1 en 1 is 2. We keren en varen even later de smalle haveningang in. Op de noordkop van de haveningang zit voor een camping een snackbar waar mensen het kijken van bootjes combineren met vettigheden. In de haven wordt ons een mooie plek in een box aangewezen tegen de wind in. Om half vijf liggen we en zijn we behoorlijk moe.
Eerst maar eens een lunch eten waar we eerder niet aan toe kwamen. Ik ga even liggen en Joost pakt het grootzeil netjes in. Onze overbuurvrouw vertelt ons trots dat we fietsen kunnen lenen in deze haven. Ze blijken vaste ligplaatshouders te zijn in deze kleine verenigingshaven. We moeten zeggen dat alles hier zeer in orde is en ze hebben een enorme rij (lijkt het) spiksplinternieuwe fietsen staan. Het centrum van Edam is slechts 2 kilometer ver en wij verkiezen de benenwagen.
En dan zijn we weer op en top toerist in eigen land. Bij de zeesluis staat een monument geschonken door Amsterdam aan Edam ter herinnering aan de samenwerking van beide steden in de scheepsbouw. We kunnen over de sluis en volgen het Oorgat naar de binnenhaven van Edam.
En weer een stadje met veel mooie oude huizen maar ook originele nieuwbouw die prima past binnen het stadsgezicht. We ploffen neer op een leuk terras en drinken er een Gulpens biertje. Met gevoel voor humor noemt de ober het niet echt een lokaal biertje.
Het restaurant houden we voor een andere keer, het ziet er erg gezellig uit, maar wij hebben pas geluncht en moeten ook ons meegebrachte eten gaan koken. Terug op de boot doe ik dat terwijl Joost even een dutje doet. Tijdens het eten moet het licht al aan, maar we eten natuurlijk laat, maar toch, het najaar komt er aan.
De volgende ochtend doen we rustig aan. Het is grijs miezerweer. Het soort weer waarbij geen enkele buitenactiviteit echt leuk is. Na de watertank bijgevuld te hebben en een kop koffie vertrekken we.
De wind staat opeens dwars op de box. Uit de box komen lukt nog wel maar niet om de punt tegen de wind in te krijgen om de haven uit te varen. Het kost een paar pogingen om dat wel voor elkaar te krijgen. Het waait nog niet eens zo hard, dat geeft niet zoveel vertrouwen. Op het Markermeer gekomen worden we natter dan verwacht en trekken we om de beurt toch maar onze zeilkleding aan. We varen met alleen de fok voor de wind naar Monnickendam. Een grijs Volendam trekt aan ons voorbij.
Lunchen, spullen opruimen en de boot weer keurig achterlaten. Nog even langs het havenkantoor voor afspraken over de winter als de boot uit het water gaat. Daar moeten we nu al over nadenken. Maar voor het zover is hopen we nog 2 maanden van onze boot te kunnen genieten. Als daar nog wat mooi najaarsweer voor is, zou dat fijn zijn.