Na een wandeling rond de haven nog een drankje in de kuip. Het is wat onrustig in de haven waar de aangemonsterde gasten voor een zeilweekje op een klipper een feestje bouwen. Maar voordat wij onze kooi induiken is het rustig. En zo slapen wij weer een goede nacht. En worden we lekker wakker voor nog een korte broekendag.
Na ontbijt in de kuip en de boot zeilkaar maken varen we af naar onze thuishaven in Monnickendam. We komen langs een interessant kunstwerk dat op de Markerstrekdam (vanuit de Houtribsluis) staat. Het heet ‘Exposure’ maar wordt ook ‘de Hurkende man’ genoemd. Wij kunnen het niet laten een foto van dit stalen landschapssculptuur te maken.
Buiten hijsen we de zeilen. Veel wind staat er niet. We dobberen een hele tijd maar opschieten doet het niet. Op deze manier komen we nergens, en dat terwijl er thuis voor ons gekookt gaat worden. Dus we besluiten de laatste 15 mijl naar de Gouwzee maar te motoren. Nu de wind op is is het maar goed dat ook onze vakantie tot een eind komt. En al motorend maken wij tenminste nog enige golfslag.
In de thuishaven pakken we in, ruimen wat op en maken wat schoon. Heel fijn, we hoeven dit keer niets. Niet op tijd inleveren, niet schoongemaakt, niet de koelkast leeg, niet … We zijn zelf de volgende gasten en kunnen ook op een later moment deze week terug. Om wat beter op te kunnen ruimen brengen we de spullen vast naar de auto.
Een uurtje of wat later gaat het helaas ook nog wat regenen. Maar nadat de zeilen zijn ingepakt en de kuiptent weer is opgezet lopen wij naar de auto. Thuis wachten de kinderen en staat het eten voor ons klaar. De Aquamarijn zien we vast snel weer!
Het was een rustige nacht op het anker. En ’s ochtends scheen het zonnetje alweer lekker. Dat zijn de fijnste ankermomenten. Wakker worden met warm weer en denken: zal ik dan maar meteen gaan zwemmen? Dat ‘meteen’ viel mee, ik moest toch eerst goed wakker worden en ook Joost moet wakker zijn om mij natuurlijk in de gaten te houden. Hij vond, toen hij eenmaal wakker was, de rol van badmeester ook prima. Zwemmen moest hij zelf helemaal niet aan denken. Maar ik vond het weer heerlijk, een tig aantal rondjes om de boot zwemmen voor het ontbijt en daarna dus lekker ontbijten.
Heel Grieks eigenlijk. En toen Joost ook nog in zijn blote bast aan het ontbijt verscheen was het Griekse plaatje compleet. Waarom zou je het vliegtuig nog nemen?
Voor ons vertrek moest m’n boek nog uit dus ook nog even koffie gezet en daarbij gedronken.
Ons plan is weer terug onder de Ketelbrug door en dan richting Lelystad. Het deel tot de brug is pal tegen de wind en gaan we motoren. We moeten weer onder de hoogspanningsmasten door net zoals gisteren. Gelukkig staat er op de kaart dat ze op 30 meter hoogte liggen. Als je eronderdoor vaart ben je bang dat je ze gaat raken. Maar we moeten echt nog 14 meter over hebben.
Onder de brug door gaan we daarna de zeilen hijssen. Het is de vraag of het bezeild is, de wind is noord-west 1-3. In het begin gaan we maar 1 knoop. Dan zouden we er nog 7 uur over doen, maar gelukkig hebben we even afgewacht want de wind trekt toch wat aan waardoor we 2.5 knoop varen. Joost vraagt me het roer over te nemen omdat hij even naar de wc moet. Ik mag vooral niet afvallen (met ruimere wind gaan varen) want dan zouden we de bocht niet halen, zegt hij nog. Hij is nog maar net naar beneden en de wind trekt enorm aan. Opeens vaar ik ruim 6 knopen en loeft (steeds meer aan de wind varen) de boot alleen maar op. Maar ja, ik mocht niet afvallen. Toch maar wel gedaan anders zou ik bij een binnenvaartschipper binnen gekomen zijn. Joost had het moeilijk op de wc (doordat we opeens zo schuin gingen) en komt verbaasd naar buiten. ‘Sorry Joost, ik ben even echt gaan zeilen!’.
Rond 5 uur komen we bij de Houtribsluizen bij Lelystad. We strijken de zeilen en mogen al snel de sluis invaren. We zijn de enige tot onze verbazing. Het is een bijzondere sluis, want in de sluis ligt erboven nog de snelweg Lelystad-Enkhuizen met een brug die ook open moet als we uit de sluis willen varen. Dus toch nog even wachten.
Daarna varen we zo de Bataviahaven in waar het heel rustig is en we rustig een goede plek kunnen uitzoeken. Geen boxen, maar langszij een kade is ook prima.
Onze laatste vakantieavond gaan we lekker uit eten en wat leuk dat we juist vandaag een Grieks restaurant treffen.
De temperaturen zijn zo langzamerhand best aangenaam. Vannacht met deurluik open geslapen – uiteraard wel met een hor ervoor. En ’s ochtends konden we weer met korte broek in het zonnetje ontbijten. Het was een rustig aan ochtend – we hadden een korte tocht gepland (er werd ook nauwelijks wind verwacht). Maar wel wilden we twee dingen vandaag voor het eerst doen 1) (met een zeilboot) op het Ketelmeer varen en 2) zwemmen vanaf de Aquamarijn. Dat laatste vooral ook om onze zwemtrap eens goed uit te proberen.
Maar eenmaal op pad zetten we op de motor rechtstreeks koers naar de Ketelbrug. Deze brug, waarover de A6 loopt, tussen Flevoland en de Noord-Oostpolder, gaat maar twee keer per uur op vaste tijden open. Beetje plannen dus dat je niet te lang hoeft te wachten. Ondertussen even omkijken naar Urk en de daarachter gelegen windmolens in de zon. Ik vind dat een mooi plaatje.
Vijf minuten voor openingstijd bij de bug aangekomen en ons netjes even per marifoon gemeld. Om de openingstijd (en sluitingstijd voor ander verkeer) zo kort mogelijk te houden gaf de brugwachter ons expliciet instructie om niet te wachten op het groene licht maar door de brug te varen zodra het kon. Zo gezegd, zo gedaan. Alleen jammer dat toen wij door de brug waren de “tegenligger” op enige afstand was blijven wachten.
Hierna koers gezet naar het IJsseloog. Een kunstmatig eiland midden in het Ketelmeer waar binnen verontreinigd slib wordt opgeslagen. Verder is er allemaal natuur ontwikkeld en kan je er buiten goed ankeren (waar het vuile slib dus weg is). We varen er een rondje door heen en zien al veel vogels.
Daarna gaan we, met wat moeite omdat de ankerketting een beetje vastzat in de ankerbak, aan de Oostkant voor anker. Er liggen al een paar bootjes maar het is toch lekker rustig; een paar honderd meter van de best drukke vaargeul naar Kampen.
Na brood met gebakken ei heeft Ellen als eerste haar badpak aan. Het zwemtrappetje afdalen gaat haar prima af. En al snel zwemt ze een rondje rond de boot.
Ik blijf niet achter – je moet toch alles tenminste één keer gedaan hebben. En na doorgekomen te zijn zwem ik ook ik in het water. Volgens de centrale meldpost IJsselmeer is het water iets meer dan 19 graden Celsius warm; misschien is het hier – een meter of drie diep – ietsje warmer. Na uitgezwommen te zijn beproef ook ik de zwemtrap. Hij voldoet, met drie treden onder water, uitstekend! Ellen sprak zelfs van een zwemtrap voor senioren.
Verder doen we lekker rustig aan. Ellen leest wat. Ik doe een puzzeltje.
En na het avondeten, de restanten van gister, speel ik wat gitaar.
Ik weet niet of het door de harde wind kwam, maar ik heb niet eerder zo slecht geslapen op de Aquamarijn. Deze ochtend waait het ook best nog pittig. Maar de voorspelde windkracht 4-5 moeten we kunnen hebben. Er zijn ook al wat boten vertrokken. Maar ik loop eerst naar de bakker. Op de steiger doet iemand pontificaal haar Yoga oefeningen. Op haar kop staand zegt ze me goedemorgen. Ieder moet doen waar hij zich prettig bij voelt denk ik dan. Bij mij is dat naar de bakker lopen. We ontbijten daarna buiten in het zonnetje. Daarna, de boot klaarmaken voor vertrek. De buren wachten liever voordat wij vertrokken zijn.
Een box uitvaren met harde wind lukt ons nu wel. Als we maar iets achter onze boot hebben waar we lijnen aan kunnen zetten. We gebruiken weer de langste lijnen. De buren, die best wel angstig lijken dat wij hun boot gaan raken, staan klaar met hun fenders om hun boot te beschermen. Maar wij sturen onze boot langzaam op de lijnen de box uit en komen helemaal niet schreef te liggen. We krijgen een applausje van ze bij wegvaren. ‘Dat hebben jullie vast vaker gedaan’, zeggen ze dan. Maar niet verteld hoe we vaak zitten te modderen als we niet in een box liggen.
Op het IJsselmeer staan aardige golven en er staan schuimkoppen op. Dan weet je dat de windkracht in ieder geval 4 is. Hij komt uit zuidwest. We hebben geen tijd meer om het wad op te gaan, want onze vakantie loopt ten einde. En dan zit je in het noordoosten van het IJsselmeer niet zo goed met zuidwesten wind. Maar we hebben een doel verzonnen, Urk, in het zuidoosten, waarbij je helaas wel het uitstekende Stavoren moet ronden. We zijn voorbereid op flink kruisen en als het doel te ver blijkt zijn er genoeg opties om eerder aan land te gaan.
In het begin is het zeilen best pittig door de beruchte IJsselmeer golven. Maar onze boot doet het prima en wij kunnen er ook tegen. Het is vooral lastig als je binnen drinken wil halen of boterhammen wil smeren. Het doet me denken aan een tv programma waar mensen opdrachten moesten uitvoeren waarbij de vloer steeds meer onder helling komt te staan. Dan weet je pas hoe hard de zwaartekracht aan je trekt.
Rondom zien we gebieden met buien, met bewolking en met zon. Eerst hebben we vooral bewolking. De buien gaan gelukkig voor ons langs.
We hoeven slechts een paar keer over stag en kunnen dan al lange slagen maken. Ik had gelezen dat je bij zuidwester wind uit de buurt van Stavoren moet blijven (vanwege de enorme klotsbak wat het daar is) en dat doen we dus ook.
In de loop van de dag neemt de wind langzaam af, staan er minder golven en dus ook geen schuimkoppen meer en laat de zon zich steeds meer zien. Dan kunnen we om de beurt even een dutje doen in het zonnetje.
Als we rond 6 uur Urk binnenvaren (34 mijl gevaren, 7 uur onderweg) zijn we best wel moe en valt het gedoe om een plek te vinden niet mee. Het blijkt erg druk in de haven, heel wat anders dan vorig jaar en de havenmeester reageert niet op onze oproep via de marifoon. Dan zelf maar ergens gaan liggen. Blijkt een box met een rood teken. Daar mogen we dus niet liggen. Dan blijkt de havenmeester wel aan het werk, hij stuurt een veel te klein bootje in een grote box weg en wij kunnen daar dan gaan liggen.
Voldaan pakken we een biertje uit onze koelkast. Ik ben blij met de Skuumkoppe die we in blik konden krijgen. Een van de lekkerste biertjes, en de best bedachte naam voor een biertje vind ik. Als zeiler moet je wel van Skuumkoppe houden.
Even uitrusten en dan hebben we ook wel weer fut om te koken.
We weten niet waarom het hier zo druk is. We dachten dat niemand meer naar Urk zou durven vanwege de lage vaccinatiegraad hier. Het zorgt er wel voor dat wij alles zo veel mogelijk contactloos doen. Dus niet naar een restaurant. En wat fijn dat de haven via internet te betalen is.
Na het eten bij het ommetje zien we de boot van Lennard Nijgh liggen die hij ooit van een Urker Visser had gekocht en waarop hij leefde. Nu hij niet meer leeft ligt de boot hier nu blijkbaar als museumstuk.
Zoals verwacht was het vandaag een winderige dag. Maar zeker in de ochtend werd ook veel zon voorspeld. Dus na een rustig ontbijt gingen de wandelschoenen aan en stapten we richting het centrum van Makkum. Eerst nog even een kopje koffie op het terras van de Zwaan.
Daarna wandelend Makkum door. De uitgezette route was niet overal even duidelijk. Maar we kwamen aan de rand van het dorp waar best mooi grote huizen staan. Bloeiende waterlelies en hortensia’s voldoende. Zaak was om het wandelpad naar Wons te vinden. Nadat het paaltje tussen het hoge gras was gevonden nog even twijfelen aan welke kant van de sloot het wandelpad lag. In elk geval tussen de brandnetels en riet door over een hek een weiland in.
Een kilometer verder was zeker dat we goed gekozen hadden aan de overkant was een zijsloot zonder brug. Toch bleef het pad niet heel duidelijk en moesten we regelmatig een hek over.
Tot vlakbij het Terpdorp Wons het leek dat we over het erf van een boerderij moesten. We kozen toch maar achterlangs maar moesten uiteindelijk toch langs de koeistal en een veldje met geit, varken en biggen het erf verlaten. Bleek toch dat we wel goed hadden genavigeerd in het fraaie Friese land – we liepen recht op het volgende wandelpaaltje af.
In Wons even stilgestaan bij de achthoekige kerk (de Wonser theebus) en het kerkhof.
Maar al vlot liepen we verder vriendelijk begroet door een wandelaar met boekje die de andere kant op liep: “fijne wandeling” wenste hij ons toe. En dat werd het. Nu opeens vol met paaltjes die aangaven dat we op de juiste weg waren. En dat terwijl de kerktoren van Cornwerd (van de Bonifatiuskerk) ons al van verre de weg wees. Ook schreeuwde een koe om met mij op de dijk op de foto te gaan.
In Cornwerd was het tijd voor het meegebrachte suikerbrood en een blikje cola. We vonden daarvoor een mooi bankje bij het terrein van kaatsvereniging KV Meiinoar Ien. Ellen nam vast plaats achter de geraniums.
En dan naar de Zuiderzeedijk en recht terug naar Makkum. Af en toe moesten we een hekje over en tussen de schapen door. Maar vooral de straffe wind tegen maakte het wat zwaarder.
Maar toch kwam de haven die aan het einde van deze dijk in Makkum ligt in zicht.
En dan valt het laatste hekje ook niet meer zwaar.
Tijd voor een kalme middag met een boek, een sudoku, boodschappen en een douche. En dan voor het diner weer naar de Zwaan. Waar het dit keer wel min of meer lukte om samen op de foto te gaan (samen met wat sliptongetjes).
Omdat het koffiezetapparaat bij de Zwaan stuk was drinken we koffie aan boord. We wiegen lekker op de golven en de wind. Terwijl we toch lekker veilig in onze box liggen. Morgen kunnen we vast weer zeilen!