Overal water

12 augustus 2019, Alvund – Alesund, 183 km

Zweden het land van overal meren en Noorwegen het land van overal zee. Het is soms niet te geloven hoeveel wateren we tegen komen. Dan weer rechts, dan weer links van de weg. Wel grappig dat we als zeilers nu toch zoveel water zien. Wat ons verbaasd is dat we heel weinig boten zien, wel haventjes met boten, maar niet varend, of zeilend. Nu zijn de fjorden geen fijne vaargebieden. Zoals we ooit in een Grieks fjord (Ithaka) merkten: de wind kan daar gevaarlijk toenemen zodat je op de klippen eindigt.

Tot nu toe hebben we wisselvallig weer gehad maar er viel nauwelijks iets. Gisteravond begonnen voor het eerst de hoosbuien en om onze ‘droge was’ op te gaan halen moesten we met zaklamp de grond beschijnen om te zien waar de enorme plassen waren om ze te ontwijken. Vanochtend bleef het flink doorregenen. We hadden juist gepland om vanochtend eens lekker te gaan douchen en dan is het niet fijn eerst door de regen te moeten voor de douche. Toch maar gedaan. Daarna moesten we ook nog water tanken. Dat levert mooie beelden op: het water is overal!

We gingen uiteindelijk vrij laat op pad. Doel was vandaag om naar de plaats Alesund te gaan. Vanwege de laaghangende bewolking kozen we een route langs de zee en nauwelijks door de bergen. Ook met dit weer heeft het land iets magnifieks. Nu hebben we makkelijk praten want we zitten lekker droog in de bus en luisteren naar een muziekje of naar de Harry Bannink podcast. We doen boodschappen in een uitgestorven grote supermarkt. We eten ergens in de bus een broodje, steken met een pont de Moldefjord over (duurt 30 minuten) en komen dan aan het eind van de dag in Alesund aan.

We zijn te moe om nog het stadje in te gaan, besluiten dat voor de volgende ochtend te bewaren. We hebben via de camper app weer een bijzondere overnachtingsplaats gewonden, nl de parkeerplaats bij het oceaneum. Er staan inderdaad al meer campers en het is duidelijk sluitingstijd van het Oceaneum want alle personeneauto’s verdwijnen. Joost gaat eerst nog aan het werk, wat mailtjes beantwoorden, ik ga even liggen. Omdat we laat geluncht hadden gaan we daarna aan de wandel, het is ook eindelijk droog. De parkeerplaats ligt mooi aan de kust en we hebben een schitterend uitzicht vanaf de wandelweg over allerlei eilanden in de buurt.

En dat zijn dan echt bulten in het water, waar ook nog best veel mensen wonen. Ik wist wel dat er fjorden waren, maar dat er ook nog zoveel eilandjes zijn en dat die niet onbewoond zijn maar dat er juist een gigantische infrastruktuur is zodat al die mensen zich ook kunnen verplaatsen dmv ponten, bruggen en tunnels Is wel opzienbarend. Tijdens de wandeling hebben we ook nog even uitzicht op Alesund. Deze stad ging voor een groot deel in vlammen op begin vorige eeuw en is met behulp van Europees geld (toen al!) opgebouwd in art nouveau stijl en dat zou deze stad zo bezienswaardig maken. Ik ben benieuwd!

Van bunker naar fjordstrand

(11 augustus 2019, Trondheim-Ålvund, 200km)

Het was behoorlijk druk geworden op ons parkeerterreintje. En op de één of andere manier roept dat dan ook campinggedrag op. Nederlanders, met Brabantse tongval, waren op zoek naar een plek om te betalen – als ze naast ons gingen staan hoefde dat niet tot maandag 9 uur. En onze Engelse buren kwamen dan vragen waar onze reis verder naar toe gaat. Zij zelf waren langs de hele West-Europese kust (vanaf Frankrijk) op weg naar de Noordkaap. Ze hadden dan ook drie maanden de tijd. Ze waren nu hier voor de oude auto;s gister in de stad. Vroeg ook nog of we wisten waar we naast stonden. Hij (inmiddels) wel: bleek DORA een Duitse bunker uit de Tweede Wereldoorlog voor U-boot onderhoud te zijn. De Noren hebben dat de na de oorlog wel willen opruimen maar door de degelijke bouw had dat iets teveel impact en dus hebben ze het maar gelaten en kan je er nu binnen bowlen.

Het plan is om nu langs de fjordenkust af te zakken naar het zuiden. Niet te snel natuurlijk – we willen vooral ook wat zien. Maar omdat je niet dwars door de bergen kan en er veel fjorden en (schier- en) eilanden zijn moet je daarvoor wel wat kiezen. Daarom eerst Trondheim uitgereden en dan op ons gemak bij een kop koffie (van McDonalds) de weg wat verder bepaald. Dan verwacht je zondagmorgen voor 11 uur natuurlijk een rustig parkeerterrein maar dat hadden we mis. Nu net via een mes-en-vork bordje een plek uitgekozen waar vandaag de oude auto’s werden opgesteld en dat gaf veel drukte. Maar gelukkig vonden we nog een parkeerplaats en liet men bij vertrek ons even tussendoor de file gaan.

Op de eerste wat doorgaande weg merk je dat de Noren wel van doorpakken houden. We reden in de zon van de ene naar de andere tunnel die vaak lang zijn: 2 a 3 km is geen uitzondering. Omdat de weer-apps van Ellen, die regen hadden voorspeld, het fout hadden betekende dit wel zonnebril af – zonnebril op. Maar ook mooie uitzichten op water en bergen.

Toen we wat meer op lokale wegen kwamen merkte je goed dat je in de bergen was. Haarspeldbochten, stuwmeertjes, watervallen en zicht op sneeuw. Maar dan ook weer brug om een zij-arm van een fjord over te steken. En daarbij mooie uitzichten waar Ellen vanuit de rijdende bus foto’s van probeert te maken. Ons gebakken eitje op brood als lunch nuttigden we op een zonovergoten picknickplaats.

Ook bijzonder is dat er hier geen elanden oversteken. Kennelijk zijn de bergen en bossen hier beter geschikt voor herten. Uitkijken in het verkeer doen deze dieren kennelijk ook hier niet.

Als laatste reisattractie deze dag was de veerboot bij Kvanne over het Stanvikfjorden. In een kwartiertje voeren we voor 246 Noorse kronen over het water. Stond een fris windje maar toch waren we – weliswaar als enige – buiten op het bovendek te vinden.

Daarna nog een klein stukje naar Ålvund, naar een camping die van alle gewenste gemakken is voorzien: stroom, douche en wasmachine. En die camping vinden we onder naam Fugelvåg waar de Svartelva het Ålvundfjord in stroomt. Omdat alle plaatsen aan de strand/fjordzijde bezet waren staan we eerste rang aan de oever van de rivier. En omdat er hier toch iets van getijdenwerking is, en we kennelijk bij laag water aankwamen, zie we de rivier zich vanuit het fjord vullen. Het lijkt wel alsof wij nu aan fjord zitten en de rivier zich zo’n 100m heeft teruggetrokken.

Aan het eind van middag komt er nu toch een enkel buitje langs (mag nauwelijks die naam hebben). We hebben daarom de luifel opgezet en ook goed  vastgezet voor als het wat gaat waaien. En daar zitten we dan, af en toe onderbroken voor een een huishoudelijke taak, vanaf 16:30 uur met (in willekeurige volgorde) een boek, een sudoku, een gitaar, een biertje, een kop koffie en een eenvoudige doch voedzame maaltijd!

Goed slapen en parkeren

10 augustus 2019, Trondheim, 7 km

Joost werd niet lekker wakker vanochtend, en dat lag niet aan de Ikea parkeerplaats, maar aan het matras (waar hij geen een ochtend lekker wakker op wordt). Maar de oplossing was wel bij Ikea te vinden. Dat we dat niet gisteravond hadden bedacht. Toen was Ikea nog tot 10 uur open. Nu besloten we meteen bij openingstijd een oplegmatras te gaan kopen voor Joost. (Ik heb de laatste jaren al een tempur oplegmatras bij me vanwege de harde matrassen op boten) Je moet niet denken dat het om 10 uur rustig was. Waar komen al die mensen vandaan? En dan te bedenken dat in al die Europese steden mensen vandaag naar de Ikea gaan en allemaal dezelfde dingen kopen, en misschien is mijn dochter daar ook wel bij. Maar goed, even later liep Joost met een matrasje de winkel uit.

We rijden weg van de Ikea parkeerplaats en gaan op weg naar een camper parkeerplaats dichter bij het centrum van Trondheim zodat we makkelijk naar het centrum kunnen lopen. Veel Europese steden maken dit soort plekken vanwege het toenemend aantal campers. Leuke plekken zijn dit niet, gewoon in rijen naast elkaar parkeren. Hier in Trondheim zou plek zijn voor 50 campers, en voor een deel maar stroomvoorziening. Geen andere voorzieningen en wel 25 euro betalen. Maar ja, het is een stad en dan geeft men graag wat meer uit. En vergelijk het met een dagtarief parkeren in de binnenstad van Amsterdam. We dachten dat er in de ochtend wel plek zou zijn, maar na drie rondjes over het terrein gaven we het op. Aan de overkant zagen we een parkeerterrein bij grote panden waar ook wat campers stonden, verder vrij leeg het is per slot van rekening weekend. Een Engels paar die net hun camper geparkeerd hadden kwamen ons vertellen dat we tot maandagochtend hier gratis konden staan als we maar aan een kant van de parkeerplaats zouden blijven. Joost heeft dat toch nog maar even gecontroleerd, maar het klopte.

Klaar om de stad in te gaan. Al gauw ontdekten we waarom het misschien al zo druk was, de stad stond vol oude en nieuwe sportwagens en dus ook vol met mannen. Toen we aan de koffie gingen in een leuk tentje hadden we er voor ons gevoel en zeker voor het gevoel van mijn rug er al een aardig dagje opzitten. Maar een goede stoel doet heel wat. Belangrijkste bezienswaardigheid hier is de Nidaros kathedraal. Beroemd vanwege het feit dat deze kerk gebouwd is op het graf van Olaf de Heilige en het grootste middeleeuwse bouwwerk van Noorwegen. Oo de voorgevel staan heel veel beelden. Van binnen was de kerk erg donker (je moest overigens betalen om binnen te komen want ze sparen voor goede verlichting), ik was er niet weg van. Wat ik wel erg mooi vond was een nieuw orgel die heel mooi in de ruimte geplaatst was, met ook heel lange pijpen. Je vraagt je dan af hoe dat zal klinken. Tot onze verrassing begon er binnen een half uur een ‘Orgelmeditasjon’. Het bleek een kleine dienst te zijn met wat woorden door een Lutherse predikant en verder vooral orgelspel. Het was niet de bedoeling dat mensen rond gingen lopen ondertussen. We waren verbaasd hoeveel mensen daarop af kwamen en zo aandachtig luisterden. Het orgel klonk schitterend, heel bijzonder in zo’n grote kerk. En het wisselde soms even af, als een soort echo met het Barokorgel dat in de zijvleugel stond.

W bezochten nog het Kunstindustriemuseum met een tentoonstelling over Hannah Ryggen, een beeldend kunstenares die met haar wandkleden politiek stelling nam tegen onrecht in de wereld. Nog wat rondgelopen en winkeltjes bekeken en daarna waren we wel toe aan een groot bier in heerlijke fauteuils en hebben we gegeten in een tapasrestaurant. De hele dag was het bewolkt met aardig wat wind. Toen we uit het restaurant kwamen scheen er opeens een zonnetje en besloten nog even de burcht boven de stad te bezoeken. Dat leverde een mooi uitzicht op de stad en de fjorden.

Terug bij onze camper bleek het parkeerterrein waar wij stonden helemaal volgebouwd te zijn met campers en auto’s. Toen we al even in de camper zaten, kwam een parkeerwacht bonnen uitdelen. Tot onze opluchting bleken alleen de auto’s op de andere helft van het parkeerterrein een bon te krijgen, precies zoals het aangegeven was. Maar de chauffeurs van de andere helft begrepen er niets van.

Nu maar hopen dat we naast het parkeren er ook mogen overnachten en dat Joost dan wel goed wakker wordt op z’n nieuwe matras.

Hoge paden en Noorwegen

(9 augustus 2019, Trångsviken-Trondheim (IKEA) via Vålådalen, 270km)

Na een goede nacht werden we verkwikt wakker met het vooruitzicht van een lekkere warme douche. Op een centrale locatie in het dorp – de oude school – was die beschikbaar. Gisteravond waren we daar al heen gewandeld – over een onbewaakte overweg – maar toen was het gebouw al gesloten. Dus nu er na het ontbijt en afwas maar heen gereden. Douche bleek zich te bevinden in een sportkleedkamer; en omdat de jongens kleedkamer afgesloten was konden we blijkbaar alle twee terecht in de kleedkamer voor de meisjes. Daar waren ook drie douches (en een sauna). De deur kon niet op slot maar wel konden we een douchegordijn voor de deur dicht doen.

Eenmaal ontkleed wilde de douche maar niet warm worden. Terwijl we bijna gingen overwegen om in het koude water ons haar te wassen of onverrichter zake naar ons rijdend huis terugkeren werd het water toch nog warm. Beter gezegd – gloeiend heet! Door snel aan de thermostaat knop te draaien zijn brandwonden voorkomen!
Verder konden we ongestoord ons ding doen. Ook bij het verlaten hoorden we geluiden vanuit het grote gebouw – dat nu zo’n beetje dienst doet als gemeenschapshuis en lunchrestaurant – maar mensen zagen we niet.

Voor hen die niet van losse draadjes houden: de jonge Duitse buurvrouw was zo’n beetje gelijk met ons op en is vlak voor ons, met een zwaai, vertrokken naar onbekende bestemming.

Ons plan voor vandaag was om de afstand naar Trondheim te overbruggen zodat we daar morgen kunnen passagieren. Maar we wilden ook wel iets doen en daarvoor namen we omweg van een kleine 30km naar het Vålådalen naturreservat. Dit berggebied met bijzondere natuur ligt bijzonder hoog – voor een deel ook boven de boomgrens (die hier overigens lager is dan in de Alpen) – en in zomer en winter kun je er sporten. Wij kozen – na een kop koffie – voor een redelijk vlakke wandeling van 8 km. Al bijzonder is dat onze wandeling – met nummer 284 – grotendeels samenvalt met route 184 voor cross country skiërs. Ook staan er regelmatig bordjes met waarschuwingen voor sneeuwscooters.

Maar goed – in augustus ligt alleen bij de toppen nog wat sneeuw. Wij hadden het op dorp hoogte aan het begin van de wandeling te doen met motregen die helaas overging in gestage regen. En op het bospad dat we volgden lagen al heel veel plassen die we met wat inspanning ontweken. Sommige plassen bleken na peiling met Ellen’s hikestok ook best diep.

Even een alinea over wat ouders hun kinderen allemaal aandoen tijdens vakantie. Eerder in Skuleskogen zagen we al 3 broers, 6 tot 10 jaar, met een professioneel rugzakje op wandelen met hun ouders. Matje bovenop – dat werd vast een tentje voor de nacht op een van de aangewezen kampeerplekken. Vandaag jongetje van 4 door dezelfde regen aan het cross country fietsen met zijn ouders erachteraan. Jongetje fietste best parmantig maar had het wat moeilijk met boomstronken, modder en zand. Fietste daarentegen heel behendig over smalle vlondertjes (die er voor ons wandelaars zijn neergelegd). Zijn moeder vond het allemaal wel best en wandelde vrolijk mee als het even niet lukte. Vader moest bij elke stop wel even bewijzen dat het fietsend best te doen was. Zeilen op de Wadden met knikkers (hoe heette dat ook al weer) voor de kids in de kajuit is dan toch best toelaatbaar.

Met deze overpeinzingen kwamen we aan bij het meertje Nulltjärparna dat op 594m hoogte halverwege onze wandeling ligt. Inmiddels bleek het droog en konden wij op een uitgetrokken regenjas comfortabel op een nat bankje zitten. In toeristische folders staat dat het lekker is om na vermoeienissen een duik te nemen in dit koele bergmeertje. En ja hoor, ook dit keer bleken er weer mensen te zijn die dat geloofden. Wij hielden onze kleren aan en genoten van het uitzicht op de hogere toppen met hier en daar nog een beetje sneeuw.

In toeristische folders staat ook dat je er rekening mee moet houden dat in het hele gebied kuddes rendieren worden geweid. Wij natuurlijk ook op het tweede deel van onze rondwandeling netjes rekening houden maar helaas geen rendier gezien. Ook het wild (rendieren zijn vee) viel weer tegen: naast wat eksters, 2 mierenhopen, muggen en andere insecten hield het zich schuil. Een aantal muggen vertelt ons rendez-vouz overigens niet na.

Hierna vervolgden we onze Camperreis langs de E14 naar Noorwegen. Op een rustplaats langs de weg ging Ellen even liggen. Bleek er naast een toilet ook een leegplaats te zijn voor ons toilet – dus het toilet konden we na deze stop weer gaan vullen. Verder verliep de reis voorspoedig en onder het bord dat we niets aan te geven hadden reden we Noorwegen binnen.

Rijden in een nieuw land is altijd weer even wennen. Het eerste bijzondere is dat op de waarschuwingsborden voor overstekende elanden de eland er anders uitziet dan in Zweden. Verder zijn we opeens echt in de bergen met steile hellingen. Dat resulteerde dan ook al gelijk in dat er tunnels zijn gebouwd om de weg kort/begaanbaar te houden.

Ook anders – we zagen links van de weg een eland lopen. Hij stak niet over en wij konden niet stoppen voor een foto. Maar uit persoonlijke ervaring kunnen we nu melden dat er groot wild in Noorwegen is!

We staan vannacht – zonder verdere voorzieningen – op de parkeerplaats van IKEA om morgen verder te gaan naar de camperplek bij het centrum die vaak vroeg al vol is. Bij IKEA hoefden we niet vroeg te zijn dus planden we een tussenstop “aan zee”. Bij Muruvik is een park waar we lekker in de zon een drankje konden drinken en ons avondeten konden bereiden en opeten. We aten pasta met gehaktvruchtenkerriesaus – iets dat we vakantieprutje noemen. Helaas mochten we niet op deze mooie plek blijven – het park stond alleen “dagkamperen” toe.

Dus na de afwas reden we verder naar de IKEA. Zes a zeven campers gingen ons voor – er is echter plaats genoeg!

Zweedse vrijheid en Duitse buren

8 augustus 2019, 300 km, Skulskogen – Transviken

Overnachten op de parkeerplaats van het Nationale park is toch wel apart. Nu merk je er niets van als je slaapt (het was ook erg rustig) maar als je de gordijntjes opent kijk je wie er allemaal nog staat. Onze buren die wel bekijkenswaardig waren stonden er nog en waren weer druk in de weer met hun kind van rond het jaar en alle taken die daarbij horen. Het was een soort hippystel (Duits) die een volkswagenbusje omgebouwd hadden tot een camper. Kind sliep op de bijrijdersstoel en de jonge ouders achterin (vermoeden we, want daar hadden we geen zicht op). Alles was zeer profisorisch ingericht, hoewel ze achter op de bus twee goede fietsen hadden hangen en daaronder nog twee grote kisten waar ook van alles in kon. In en op de kastjes in de bus stond van alles. Maar in die chaos werd wel gewoon een eitje gekookt en afgewassen. ik vraag me dan wel af wat een noodstop of een aanrijding oplevert: nog meer chaos. De rolverdeling was wel erg klassiek. Vader ging steeds aan de wandel met kindlief terwijl moeder de huishoudelijke taken deed.

Tja, Zweden is niet alleen voor de Duitsers het Walhalla van vrijheid en kosteloos de nacht doorkomen. Je mag vrij kamperen als je je maar aan bepaalde regels houdt. Nergens wordt er gehandhaafd en overal is het rustig en netjes en zijn er bij dit soort plekken ook schone wc’s. En dan de mooie natuur en enorme uitgestrektheid: Zweden heeft mijn hart gestolen.

Dat bedacht ik allemaal toen we op weg waren naar onze volgende bestemming. We rijden een schitterend mooie weg van de kust weer het land in om westelijk van Ostersund uit te komen in een klein dorpje waar mijn campingapp ons weer brengt. In dit dorp blijk je uit 3 kampeerplekken te kunnen kiezen, 1 midden in het dorp achter een school waar een douche is, een tweede aan het water zonder voorzieningen en een derde ook aan het water met een wc bij de hand, maar geen douche. 1 en 3 met electriciteit. We kiezen voor het laatste. Joost die later op verkenning uitgaat om onze schuld in te lossen voor de camperplek komt bij het plaatselijke kruideniertje uit waar hij kan betalen. Omgerekend 13 euro om ergens een nacht door te brengen, stroom te gebruiken, van wc en douche gebruik te maken zoveel je wilt, water tanken en je vieze water lozen. Geen geld!

Ondertussen had ik mij met boek en al aan de waterkant geinstalleerd. Lekker in het zonnetje lezen, want de wolken trokken steeds meer weg. Toen Joost terug was durfde ik een duik in het meer te nemen, zodat hij een oogje in het zeil kon houden. M’n SaferSwimmer die ik besteld had was helaas niet op tijd aangekomen. Toen ik het water uitkwam stond de butler klaar met een biertje.

Later had hij ook nog gekookt. De douche die we na het eten wilden gaan nemen ging niet door omdat het gebouw gesloten was. Morgenochtend maar gaan proberen. Ondertussen hebben we een nieuwe buurvrouw, een jonge Duitse. Ze is alleen met een gewone auto, heeft wat gekookt aan de waterkant, netjes haar tanden gepoetst en is in een slaapzak haar auto ingekropen. Het idee dat onze dochter dat zou doen leek ons niet zo fijn. Aan de andere kant voelt het hier heel veilig, zeker als ze naast ons staat!