Klimmen naar strandkeien en verder

(7 augustus 2019, Stocka-Skuleskogen National Park Entré Syd, 191km)

Gisteravond in het restaurant al een Höga Küsten gedronken. Lekker bier! Dus nadat we in de regen hadden ontbeten (binnen) en weer van alles hadden geleegd en gevuld (brandstof deden we later deze dag) op deze goed voorziene camping, waar ze ons ’s ochtends vroeg broodjes hadden bezorgd, vertrokken we langs de kusten van de Botnische golf verder naar het Noorden.

Zweeds is soms niet moeilijk – Höga Küsten dat wil zeggen hoge kust. Het land komt hier omhoog sinds het door het gewicht van het ijs in de ijstijd naar beneden is gedrukt. Gevolg: de kust is hier al snel hoog. Reisdoel voor vandaag Skuleskogen National Park waar je door het kustgebied kunt wandelen.

Maar het eerste hoogtepunt onderweg is de brug die ook al op het etiket staat: de Högaküstenbron! (Weer een woordje Zweeds geleerd: bron is brug.) Een langere hangbrug dan de Golden Gate bridge; maar goed ook pas ruim 20 jaar oud. Na de brug konden we lekker met uitzicht op de brug buiten ons broodje kaas nuttigen.

Daarna, zonder de geplande toeristische omweg, naar de zuidingang van het park gereden. Waarna we enigszins gehaast voor half vier aan onze wandeling begonnen (na 200m nog wel even terug om de camperdeuren te sluiten). Het was droog maar toch de regenjassen aan want het leek best fris en kon gaan regenen.

Beoogd doel was Slattdalsskrevan een kloof waar je door heen kunt lopen en die beloofd spectaculair te zijn. Maar voor je daar bent moet er behoorlijk geklommen en geklauterd worden. Parcours bestond uit veel keien en boomstronken. En dan ruim 100m boven de zeespiegel opeens keien als op een strand – gladgespoeld door de zee. En inderdaad ooit lagen deze stenen direct aan de kust maar ze zijn met het land omhoog gekomen. Bijzonder. Je mag er alleen geen torens van bouwen; dat vergroot maar de kans dat ze naar beneden rollen in plaats van vele duizenden jaren te wachten tot het land hier weer op zee-niveau is.

Een deel van de wandeling had ook wel iets weg van keien klauteren bij de zee in Bretagne – alleen val je bij een foutje niet in het water. Wel ben je bij een plotselinge blessure wel een eind van de bewoonde wereld waar ook ambulance niet dichtbij kan komen. Voorzichtig aan doen dus. En ja, daar krijg je het warm van dus de jassen waren al snel weer uit.

De inderdaad spectaculaire kloof bereikt en doorheen geklauterd. En dan sta je opeens bovenop rotsen met geweldig uitzicht. Over meertjes, rotsen, bossen en de zee waarin meer eilanden liggen. Jammer dat het een beetje heiig was. Na twee en halfuur dan wel de keuze om dezelfde weg terug te gaan of door te lopen op een verder nog onbekende ronde. Dat laatste deden we en dat bleek de goede keuze. Qua afstand ietsje verder maar veel minder hoogte verschillen. Deels omdat we een stuk vlak langs de zee liepen.

Ook weer bijzonder, je hoort de zee maar je ziet hem door de laatste rijen bomen zelden. Het strandzand is hier smal. Op het laatste stuk ook het wild van deze dag gezien: twee padden en drie mierenhopen. Al horen we weinig vogels – er is leven hier!

En dan na een laatste klim zijn we weer terug. Totaal vier uur gewandeld. Kennelijk kan Ellen dat een half jaar na haar val weer. Hoop dat er morgen geen terugslag volgt al is wel zeker dat we alle twee wat stijf zullen zijn!

Bier drinken, pasta koken en saus warmen, afwassen en wat lezen of sudoku’s oplossen bij muziek. Meer zit er voor vandaag verder niet in! Hier in het park is het netwerk ook maar matig dus lekker internet kan ook niet…

This is not America

(6 augustus 2019, Nusnas – Stocka 280 km)

Toen ik wakker werd bleek de wind te zijn gaan liggen en er scheen weer een zonnetje. Stoeltjes weer naar buiten voor een ontbijtje in de zon. We wilden niet te laat vertrekken met bestemming het nationale park Hamra. Dit is een park waar ze sinds 300 jaar een oerbos hebben laten ontstaan wat omringd is door wetlands. In het park staat aangegeven dat het is opgericht in 1910. Daarbij staan nog jaartallen van andere nationale parken, oa het Yellowstone al in 1872 opgericht. Bij het bezoeken van zo’n park moeten we gelijk al denken aan onze reis in Amerika 7 jaar geleden. Toen waren we voor het eerst met een camper op vakantie en nu voor de tweede keer. Je gaat vanzelf vergelijken. De parken daar groots opgezet, je moet er voor betalen en aan het eind liefst veel souvenirs kopen. Hier is het veel kleiner. Er is geen speciale ingang, je kan ook niet betalen, er zijn geen souvenierswinkels. Op de website staan de regels van het park. Er staat vooral,wat je wel mag en dat is best veel: overnachten, bessen plukken en paddenstoelen plukken. Het is er heel rustig. Er zijn verschillende wandelingen uitgezet en wij gaan voor de 3 km waar je een uur over zou doen.

Met m’n hikestokken gewapend gaan we op weg, het begint met brede vlonders om over te lopen en daarna vaak stukken met lange dunne loopplanken. Dat lijkt kinderachtig, maar echt noodzakelijk. Door diepe kuilen, overwoekerde rotsspleten en een chaos van omgevallen bomen is het terrein anders zeer moeilijk begaanbaar. Het is een mooie wandeling, maar als ik denk aan het tropisch regenwoud wat we zagen in Amerika gaat iedere vergelijking mank. Is dan toch in Amerika alles groter? hier komen overigens ook beren voor, maar die zouden zich nooit laten zien. Wat we wel zien is een grote roofvogel die opschrikt van onze komst en vlak voor onze voeten wegvliegt.

Ik was ontzettend blij dat ik zo’n wandeling van ruim een uur kon maken zonder pijn. 2 maanden geleden had ik al pijn bij een wandeling van nog geen half uur.

Teruggekomen bij de camper een kopje koffie gezet en gedronken, maar we gingen gauw weer weg want je wordt hier op klaarlichte dag opgegeten door de muggen.

We gaan de E43 die ons noordelijk bracht verlaten om nog een uitstapje naar de Oostkust te maken alvorens we westwaarts naar Noorwegen willen doorsteken. Omdat het hier steeds verlatener wordt denken we weer aan Amerika. Het is hier heerlijk rijden op de rustige wegen. Muziekje aan en lekker meezingen. Soms kom je een plaatsje tegen of een gehuchtje met een paar rode huisjes als een soort nederzetting in de wildernis. En verder meren en meren. Het zonnetje blijft langer schijnen dan de voorspelling aangaf, toch komt op een gegeven moment de regen. We kwamen aan bij een kleine campercamping aan de Oostkust in het plaatsje Stocka. Vele Nederlanders op de camperapp hadden deze camping de hemel ingeprezen: nergens in Zweden zo’n mooie camping gezien en zo goedkoop! Dat mooie vond ik tegenvallen en de eigenares had meteen dit jaar de prijzen fors verhoogd. Maar het was nu toch even geen buiten zit weer dus begaven we ons naar het naastgelegen restaurant, nadat we de douche hadden uitgeprobeerd (die niet tegenviel). En dan de camper weer in waar we uitzicht hebben op een giga camper met aan beide zijden uitschuifdelen. Het heeft een Zweeds nummerbord! But this is not America, shalalalala!

Naar het Noorden

(5 augustus 2019, Nysater-Nusnäs, 295 km)

We werden mooi op tijd wakker en konden lekker voor onze Camper ons ontbijt (bakje Yoghurt met muesli of cornflakes – ieder van ons kiest elke dag hetzelfde) nuttigen. Vandaag hadden we er semi-verse Jus d’orange uit een fles bij.

Al gauw konden we ons bepalen bij het probleem van gisteren – één van de camperramen ging niet meer dicht. Een mooi vernuftig systeem waarbij je het raampje open duwt het open blijft hangen; als je hem ietsje verder duwt en dan met beleid laat zaken hoort het raampje weer dicht te gaan. Dat laatste werkte dus niet meer en met een open raampje kun je niet rijden. Nu hadden ze bij de camperverhuur al aangegeven beperkt vertrouwen in dit systeem te hebben: “als het raampje niet meer dicht gaat dan schroef je het maar even los”. Maar dat is zonder gereedschap mee te geven best gemakkelijk gezegd. Gelukkig kon Ellen bij de buren wat lenen. Niet veel later kon het raampje weer dicht en konden we weg. Of we het raamsysteem weer goed in elkaar kunnen zetten zien we later wel.

Nu zijn we al weer een paar dagen onderweg en dan is het zaak wat tanks te vullen of te legen. Op de camping begonnen we al met het vullen van de watertank. Daarna reden we naar Gums waar we de speciale voorzieningen voor het legen van het toilet en de vuilwatertank aantroffen. Niet zo’n fris karweitje maar het hoort erbij. En konden wij direct terecht – terwijl wij bezig waren kwamen er nog twee Campers bij die even op ons moesten wachten. Toch fraai dit soort gratis voorzieningen – scheelt en zeker vast een hoop illegaal lozen in de vrije natuur!

In Gums ook wat boodschappen gedaan en de brandstoftank gevuld. Daarbij ook een schroevendraaier (kruiskop) aangeschaft zodat we later met eigen gereedschap nog eens naar het raam kunnen kijken. Op het tankstation ook twee koffie gekocht – konden we nu eens, na al dit oponthoud, lekker doorrijden.

We volgen, net als gisteren, de E45 naar het Noorden. Wie daarbij denkt aan een brede vierbaansweg moet ik teleurstellen. Twee banen is meer dan genoeg – echt druk is het niet. De weg gaat in Noordelijke richting (we willen naar Trondheim) en gaat door een enorm meren gebied. Overal water tussen heuvels. Verder heel veel bomen en hoe Noordelijker we komen steeds meer naald- en minder loofbomen.

Zweden wonen er natuurlijk ook. Zoals Ellen al las in een reisgids zijn de meeste huizen van hout en rood geschilderd met witte vensters. Als je een pot verf van de juiste kleur hebt kun je hier zo je eigen Villa Kakelbont maken. Verder in haast elke tuin, met goed gemaaid gazon, een klein rood huisje (met witte vensters) voor kinderspel!

Uiteraard staan we vanavond aan een meer – het Siljan meer. Ontstaan door een meteoriet inslag heel veel jaren geleden. Uiteraard staan we op de Oostoever- Ellen had uitgekiend dat we dan nog mooi in de zon konden zitten. En inderdaad, na een dag vol bewolking en af en toe een bui brak toen we op de camping kwamen de zon door. Wel aan lager wal met een fors fris windje. Maar toch tijd voor een boek, een Sudoku (6 sterren), een biertje en een beetje gitaarspel in de zon. Ook eten ging nog prima al blies de wind de pasta wel snel koud.

Na de afwas en een avondwandeling kijken we lekker vanuit de warme bus over het meer. De laatste zonnestralen zorgen voor fraaie uitzichten.

Hej Zweden

(4 augustus 2019, Gothenburg-Nysater)

Hoewel we snel in slaap waren gevallen werden we meerdere keren wakker in de nacht. Niet woelige baren hield ons uit de slaap (de zee was namelijk ongelooflijk kalm) maar de effecten van een wijnarrangement. Toch stonden we uitgerust op en na een douche voelden we ons klaar om de dag te beginnen. Het ontbijt op de boot was beter geregeld dat op de boot naar Engeland. Eerst wel in de rij gestaan, maar daarna naar een vrije plek in het restaurant gebracht, alweer met mooi uitzicht, nu dan op de Zweedse kust. Hej betekent hallo, leren we van onze internet provider die aangeeft dat we weer online zijn. In onze hut met mooi uitzicht naar voren hebben we het binnenvaren in de Goteborg fjord gevolgd. Rond 10 uur reden we de boot af het Zweedse land op.

We hadden geen vastomlijnde route voorbereid. We dachten, we zien wel. Nu is dat met zeilen een stuk gemakkelijker. Op zee heb je niet zoveel keuzes en laat je je deels door de wind leiden. Op land zijn er zoveel wegen en kanten waar je op kan gaan! Dat leidde de dag ervoor tot forse keuzestress. Onze oplossing was om noordelijk langs de Vanern (grootste meer van Europa) omhoog te rijden. Dan zouden we daarna nog kunnen kiezen, rechtsaf naar Stockholm, noordelijk naar Trondheim of linksaf naar Oslo of Bergen.

Onze eerste stop was Vanersborg, de zuidelijkste plaats aan het Vanern. Na de koffie in de camper de benen gaan strekken. Op zondagochtend een erg rustig plaatsje met aan het meer een mooi park en klein haventje. In het park hangen tussen de bomen hangmatten, waar je gewoon gebruik van kan maken. Maar liggen ging ik toch maar in de camper. Na een snelle lunch vertrekken we met als einddoel een kleine camping bij Nysater aan de oever van een kanaal dat twee meren met elkaar vebindt. Onderweg komt de zon er steeds meer door en rijden we door een golvend landschap met bossen en graanvelden, afgewisseld door meren.

De camping is klein met een paar campers en 1 tent, net opgezet door een stel die met kano’s aan het trekken zijn. Stoeltjes en tafeltje naar buiten, luifel opgezet en lekker gaan lezen. We (vooral ik) moet nog wennen aan de rust en m’n rug heeft ook beweging nodig. We maken een niet al te lange wandeling, ik ga weer even liggen en Joost kookt nasi. Afwassen in het campinggebouwtje maakt het toch tot een echte campingvakantie. Half 10 zitten we nog buiten, het is nog licht, maar het wordt wel al frisser. Ik ben benieuwd hoe lang we het nog volhouden buiten.

Toch weer varen

(3 augustus, Sittensen-Kiel en verder)

Indachtig de ervaringen van gister stonden we rustig op. Ontbijt met thee, yoghurt, cornflakes of muesli – we namen er de tijd voor. Toch vertrokken we om 9:45uur als tweede van ons rustieke camperplekje. En omdat we geen ingewikkelde manoeuvres wilden doen reden we een rondje; wel hobbelend over een echte weg met keien!

We moesten nog maar 150 km. Dat is niet zo ver zou je zeggen. Maar rond Hamburg waren ze rond de weg bezig dus dat gaf het nodige oponthoud. Nu was dit ook al een beetje verwacht dus we waren direct na ontbijt vertrokken. Koffie kwam wel na Hamburg.

Maar zoiets duurt natuurlijk altijd langer dan gedacht maar na alle file navigeerden we feilloos naar de parkeerplaats van een Aldi. Na fors zoeken bleek dat ze daar nu met niet de boodschappen hadden die we vooral zochten (schuursponsje, Buttermilch). Daarna op zoek naar een fijne parkeerplaats om koffie te zetten. Maar dat viel niet mee. Via allerlei smalle wegen reden we Kiel al binnen. Hier zetten we de zoektocht voort in straatjes waar aan beide zijden geparkeerd was; nog steeds erg smal. Uiteindelijk vonden op een bredere weg naast een park een plek. Alleen hadden we toen zoveel dorst dat we snel een cola namen.

Toen hadden we tijd voor een dutje, een therapeutisch wandeling, een boodschap en het bakken van een eitje voor op brood. Na het herpakken van de spullen voor de komende nacht en de afwas konden we de laatste 1,2km naar de boot gaan afleggen.

Noemenswaardig bij aankomst bij de boot was, naast de controle van de kaartjes, de controle of onze gasflessen wel dicht zaten (ja dus). Ook bijzonder was dat we in de boot een draai moesten maken en weer (een verdieping hoger) de andere kant opreden. Daarna konden we gemakkelijk naar hut 8004 waar onze kooien voor de nacht stonden. Dit keer hadden we direct uitzicht over het voordek. Konden we goed zien waar we naar toe gingen; maar ook goed overzicht op het werk van de matrozen die precies op tijd de trossen losgooiden.

Na vertrek snel naar buiten op het bovendek. Kijken naar dingen die ons herinnerden aan onze eigen zeiltochten over het Kieler fjord. (Zie dit blog in 2017 waren we in Laboe en Kiel en in 2018 in Strande.) Het zonnetje scheen, er waren bankjes en tafeltjes uit de wind dus een goede plek voor ons eerste vakantiebiertje.

Om 20:30 uur werden we verwacht voor het diner. Het menu was thuis al gekozen maar we moesten nog wel een drankje kiezen. Omdat we maar 1 trap op moesten kozen we voor het wijnarrangement. Topattractie aan de westzijde van de boot was echter de ondergaande zon achter Langeland. Weer een aanleiding om herinneringen aan onze zeilavonturen in dit gebied op te halen.

Bij terugkomst in onze hut kwam de de brug over de Grote Belt (bij Nyborg) in zicht. De verlichting van de palen van deze hangbrug, die we vorig jaar steeds van grote afstand konden zien, functioneerden nog. Mooi gezicht; maar (voor ons) lastig te fotograferen.

Een blogje schrijven na een diner met uitzicht en wijnarrangement lijkt een goed idee. Maar door alle vermoeienissen eerder op de dag viel ik op de stoel in slaap. Dan maar eerst even plat en morgen verder.