Zeilgenoegen (27 juni 2027, Søby (Ærø) – Rendsburg)

Voor de wekker wakker. Dat is een goed teken. We moesten dan ook op tijd vertrekken want we hadden een hele reis voor de boeg. En we wilden in Søby ook nog douchen en boodschappen doen.

Dat neemt natuurlijk toch meer tijd dan je wil. Maar bijkomend voordeel was dat alle boten aan bakboord al waren vertrokken. En met een flinke wind vanuit stuurboord was het fijn dat we nu onconventioneel door deze voor ons grote boxen konden vertrekken. Gelijk de haven uit – om half elf hadden we de zeilen toch al gehesen!

Zaterdag en zondag is er een “weergat” waarin we goed naar Noord Nederland kunnen terugzeilen. Lijkt er ook op dat dit de laatste mogelijkheid wordt deze vakantie. Gevolg is dat we zaterdag door het Noord-Oostzee kanaal (NOK) moeten zijn om vroeg over de Elbe naar zee te varen. Doel voor vandaag daarom het NOK te bereiken. En de sluis bij Kiel is best een eind weg. Maar eerst om de westpunt van Ærø heen met nog een blik op de vuurtoren.

Voor vandaag is een oostenwind kracht 4 voorspeld. De wind blijkt toch iets zuid in zich te hebben en dus moeten we (haast) aan de wind varen. Aan de noordkant van Ærø viel de windkracht erg mee waardoor we de zeilen volledig hebben gehesen. Aan de andere kant van Ærø waaide het wat harder. De Aquamarijn had er zin in en ging er met een lekker vaartje tegenaan. Met veelal ruim zes knopen kwam Kiel vlot naderbij. We lagen natuurlijk wat scheef maar alleen wat spattende golven aan loefzijde zorgde voor wat water op het voordek. In de kuip en gangboorden bleef het verder lekker droog.

Tegen vijven voeren we het Kieler Fjord in. We wilden nog diesel tanken zodat we met volle tank de zee op gaan. Volgens de kaart kon dat in Laboe tot 19uur. Daar aangekomen bleken ze deze zomer om 17uur te sluiten. Om 17:15uur was er geen mens meer te bekennen. Nog even gebeld met het alternatief aan de andere kant van het Fjord: die Tankstelle sloot (conform de kaart) vandaag om 18uur. Dat gingen we met het tijdsverlies in Laboe niet meer halen. We tanken later onderweg wel!

Uit Laboe op de motor de laatste mijlen naar de sluis. En voor het eerst regende het tijdens het varen. In de verte zelfs weerlicht en donder. De boot ‘Verandering’ uit Bremen, een van de vele klassieke zeilschepen die in verband met de Kieler Woche hier onder zeil zijn, manoeuvreerde zich wat bijzonder in onze vaarlijn. Ze wilden natuurlijk ondanks de regen op de foto.

Marifooncontact met de sluis leerde ons dat we meteen met twee commerciële schepen mee mochten. Wel moesten we aan bakboord bij het bedieningshuis aanleggen. Dat betekende achter de 2 zeeschepen terwijl gebruikelijk is dat we juist aan de andere kant van de zeeschepen mogen liggen.

Al snel werd duidelijk wat de bedoeling was. Van boven werden we, in overigens accentloos Nederlands, aangesproken. Dat we toch vooral niet direct na de sluis gaan overnachten. En dat we, na hun teken, de zeeschepen voorbij mochten varen en dan door de nog niet geheel geopende sluisdeur naar buiten kunnen varen. En zo waren we er het laatste in en als eerste eruit!

Door de regen verder in het NOK. Ellen kookt pasta met saus die we ook opeten terwijl we doorvaren. Af en toe zeeschepen van de andere kant. Meestal is er ruim plaats. Soms wordt het wat krapper én doet de boot denken aan een fijne haven in eigen land.

Na een kilometer of 30, in km 67 gerekend vanaf Brunsbüttel, leggen we rond half 10 aan in een haventje bij Rendsburg. Hier kunnen we morgen ook Diesel krijgen. Het is inmiddels weer droog met zelfs nog een glimpje zon. Er moet dan natuurlijk van alles worden opgeruimd. Maar we beginnen met het verwisselen van de beleefdheidsvlag.

En dan kunnen we lekker nog even wat drinken en terugkijken op een genoeglijk zeildag.

Grieks (26 juni 2024, Faaburg – Søby (Ærø))

We vertrekken vandaag op tijd. We willen niet weer naast een havenplek vissen. Het is erg mooi weer en de Denen blijken hun boot ook weer gevonden te hebben. Ons doel is opnieuw het eiland Ærø, maar dan Noordelijker nl de havenplaats Søby. We lazen dat je van daaruit mooi naar de vuurtoren op het noordelijkste punt kon fietsen. Niet een lange tocht, mooi voor een avondje.

Er staat niet veel wind maar genoeg om te zeilen. We glijden door het water. Het is heel helder en we kunnen nog lang de mooie toren van Faaborg zien.

We varen langs een landtong van Funen. Krijtrotsen of afgekalfd land?

Het eiland waar we gisteren heen wilden laten links liggen. Een te dichtbij doel. We zien een paar keer bruinvissen zwemmen. Een keer lukt het Joost om in ieder geval een vin op de foto te zetten.

De vuurtoren van Ærø zien we ook al van verre liggen. Is hij grijs of lijkt dat maar zo. Een foto met de telelens laat zien dat dit niet de meest verrassende vuurtoren is die er bestaat. Vreemd genoeg hebben we er hier nog niet veel gezien.

We naderen de haven maar moeten eerst opzij voor de Veerboot die uit de haven vertrekt. Tja, die eisen altijd voorrang op. Bijdehante types! Blijkt ze Ellen te heten!

In de haven vinden we een box, waar we niet zo makkelijk in kunnen komen. Het lukt allemaal wel, maar je denkt wel, havens zijn er blijkbaar niet om het schippers makkelijk te maken. Er staat ook nergens aangegeven voor welke maat boot de boxen zijn. Het is inmiddels half 3 en we hebben nog niet geluncht. We gaan naar het haven restaurant. Meer een veredelde snackbar die ze hier veel hebben. Geen slecht eten als je eiwitten en koolhydraten wil tanken. Natuurlijk weten de meeuwen dat ook. Een is zo brutaal dat hij Joost zowat aanvalt voor zijn eten.

We zitten wel mooi met uitzicht op de haven waar steeds wel wat te zien is. Boten komen en gaan. Soms echt oude mensen die nog uit kleine bootjes kruipen.

Joost gaat boodschappen doen bij de naastgelegen winkel en ik ga ondertussen een was proberen te doen. Hier is helaas een ouderwets systeem met een automaat waar 10 kronen stukken in moeten. We hebben toevallig 20 kronen muntstukken. Bij het restaurant krijg ik er drie gewisseld. Eén was zit er vast in.

ik ga op zoek naar een fietsverhuur. Eerder las ik dat die overal op het eiland zijn. Na een half uurtje rondlopen blijkt dat hier dus niet te zijn. Geen fietstochtje dus naar de vuurtoren vanavond, helaas. Moeten we dan toch een 2e vouwfiets meenemen?

We blijven druk met de was. Te kort aan munten en een keer een machine niet goed gestart. De havenmeester die hier nog ouderwets langs komt begin van de avond wil ons niet meer dan 3 10 kronenmunten geven. Alleen als hij na zijn ronde nog munten over heeft, want iedereen wil die. Tja, als overal 10 kronen munten in moet, ook in de douche, dan wil iedereen die hebben! Maar dan moet hij ook heel veel hebben, lijkt me. Daar wachten we niet op. Ik kan nog munten in het restaurant wisselen.

Gezien de eiwit en koolhydraatrijke lunch maak een voor het avondeten een Griekse salade. Het weer is er ook helemaal naar. En het gedoe op de steigers met rondom ons Charter boten met Duitsers en flottieljeleiders doet er allemaal erg aan denken. Wij zijn blij dat we helemaal op onszelf zijn. We moeten dan ook weer zelf de tochtplanning doen. Zoals de weersvooruitzichten eruit zien, met weer veel Westweer, gaan we morgen proberen het Kieler kanaal te bereiken.

Maar nu genieten we nog even van de rode lucht.

Voordewind? (25 juni 2024, Thurø Bund – Faaborg)

Na een heerlijk nacht achter het anker zagen we de ochtend in heel ander perspectief. De wind was gedraaid en nu keken we dan ook de andere kant op. Rechtsvoor was een soort waterkamp plek voor de jeugd. In de avond was daar al gezwommen. Nu werd er gekajakt. Daarbij werd ook een spel gespeeld dat op waterpolo lijkt – maar in plaats van zwemmen dus kajakken. Er was veel plezier!

Tijdens het zonnige ontbijt ging het ankeralarm af. Dat krijg je van een draaiende wind en een ruime ankerketting. We kwamen er ook achter dat we inmiddels onze accu behoorlijk leeg hadden gemaakt. Om weer op te laden startten we de motor. Daarbij hoorden we een ons onbekend rinkelend geluid. Onderzoek wees uit dat ons luchtfilter was los getrild.

In twee pogingen, met een gevonden bout en moer, en met vier handen kregen we het luchtfilter weer op zijn plaats en vast. Volgende uitdaging – het anker ophalen. Dat ging op zich soepel alleen was de bodem hier kennelijk nogal modderig. En dat bleef goed kleven aan anker en -ketting. Om die modder niet in de ankerbak te krijgen gingen we aan de slag met puts en bezem.

En dan kunnen we zeilen. De wind is naar het oosten en we hebben een westelijke bestemming gekozen: Avernakø een eiland ten westen van ons. Dat betekent dat we veel voordewindse koersen hebben vandaag en dat leidt niet tot de hoogste snelheden. Daarbij komt dat al die eilandjes ten zuiden van Funen, waar we mooi door heen varen, voor veel luwte zorgen. Rustig aan vandaag dus. Zeker als blijkt dat we, vooral op het eerste stuk, flink – wel anderhalve knoop – stroming tegen hebben.

Stroming wordt hier veroorzaakt door de wind die tussen de eilanden water opstuwt. Hoe dat hier met deze wind precies uitwerkt moet ik nog eens uitzoeken. Onzer snelheid over de grond is daardoor de eerste uren beperkt.

Maar dat hindert niet. Zeker niet als er zomaar een zeehond naast ons opduikt. Hij zwaait naar ons en wil ook graag op de foto.

Twee bochten verder zijn we bij Svendborg. Daar waren we al in 2018 (zie deze link) en dus varen we er nu voorbij. Maar niet zonder een paar foto’s te nemen.

Met nog steeds stroom tegen varen we op de 33m hoge brug bij Svendborg af. De wind komt nu recht van achter en dus kunnen we vlinderen.

Ellen loopt ’s ochtends altijd graag naar de lokale bakker voor een broodje. Dat zat er voor anker natuurlijk niet in. Het brood dat we nog op Terschelling hadden gekocht was ook niet meer geschikt voor consumptie. Om toch te kunnen lunchen bakte Ellen spekpannenkoeken. Het smaakte zeer!

We moesten nog een eindje en om de voortgang er goed in te houden gingen we ‘afkruisen’. Met andere woorden: in plaats van recht voor de wind al gijpend een ruime windse koers varen. Dit dan in de hoop om ietsje sneller bij het einddoel te zijn. Op het routekaartje is deze tactiek goed te zien.

Bij Svelmø steekt er een zand(?)bank het water in waar we omheen moeten. Blijkt een verzamelplaats voor vogels. Aalscholvers!

Het laatste stuk naar het uiterste puntje van Avernakø gaan we weer recht voor de wind. Vlinderen dus weer – gaat erg goed want de wind is nu erg constant. Wel verdwijnt de zon geheel achter onze zeilen en zitten we in de schaduw.

We varen de haven van Avernakø in. Het blijkt er erg druk en vanaf de kant horen we waar we bang voor zijn – er zijn geen plaatsen meer. De haven dan maar weer uit. Op de motor gaan we naar een grote plaats in de buurt. In Faaborg, weer op Funen, vinden we zeker een plaatsje en kunnen we ook goed onze boodschappen aanvullen en de accu’s opladen.

Op de motor zijn we er zo. We vinden een makkelijk box; het enige lastige is de haken waar de voortrossen door heen moeten. Maar ook dat lost zich op. In het havenrestaurant kunnen we nog snel een warme hap bij een koel biertje krijgen!

Daarna wandelen we nog even het stadje in. Nu net voor 21uur uitgestorven – er is een voetbalwedstrijd. Vanuit een open raam horen we het meezingen van een volkslied. Samen kijken doen Denen waarschijnlijk wel – maar niet in een café.

Op onze wandeling zien we veel, mooi opgeknapte, oude huizen. Ook aan de havenzijde is overdag van alles te beleven. Nu, met het avondlicht genieten we slenterend van dit mooie stad met zijn bijzondere toren!

Vriend of onbetrouwbare partner? (24 juni 2024, Lundeborg – ankerplaats Thurø Bund)

Schrik niet, ik heb het niet over Joost, maar over de wind. Als zeiler leef je van de wind, maar een tochtplanning doe je op de voorspelling. Gisteren maakten we het plan om weer zuidwaarts te gaan, niet te ver en een ankerbaai op te zoeken omdat er een westenwind zou zijn die alweer snel af zou nemen naar max 2 Bft. Zo’n 11 mijl te varen. Het liep anders met de wind.

Toen ik vanmorgen om half negen de boot uit stapte om wat boodschappen te doen gingen al aardig wat boten op weg.

Wij zijn niet de vroegste vogels. Die proberen vandaag nog wat wind te pakken, denk ik. Het kleine winkeltje dat maar tot 10 uur open is en daarna pas na 15 uur werd door een oudere vrouw bemand. Naast levensmiddelen werd er ook handwerk gemaakt door buurtgenoten verkocht. Dat zie je hier in Denemarken meer. Maar ik wilde vooral broodjes. Hoewel de communicatie niet best verliep begreep ik dat ik voor de gewenste croissants wel een beetje laat was, die waren er niet meer.

Nadat Joost nog wat werk had weggewerkt en we van het ontbijt hadden genoten, maakten we alles klaar om te gaan varen. Buiten bleek de de wind meer dan verwacht maar ook uit een andere richting, nl het zuidoosten ipv uit het westen. Hierdoor moesten we gaan kruisen maar ging dat weer sneller dan verwacht. Het is inmiddels net als in Nederland mooi weer geworden, een paar graden minder, maar voor ons genoeg. Met ook goede vooruitzichten de komende week zijn we zeer tevreden. We zeilen heerlijk en hebben zicht op het mooie Deense landschap.

Dit Zuid-Deense gebied leent zich zeer goed voor niet te lange tochten terwijl er veel bestemmingen zijn. Ver moeten we straks weer. We houden stiekem wel vast de lange termijn weersverwachting in de gaten. Mocht er zich een weergat voordoen terwijl daarna lang slecht weer voorspeld wordt kunnen we ook weer snel vanuit hier de terugtocht inzetten.

Na 4 uur zeilen we de ankerbaai binnen waar al heel wat boten liggen. Maar er is ruimte zat.
er ligt ook een vreemd bootje. Na Oerol weet ik niet zo goed meer wat echt en wat kunst is.

Er staat nog steeds aardig wind, maar ons anker houdt prima. En wat doe je dan de rest van de dag op een paar vierkante meter? Van het zonnetje genieten, een boek lezen, een puzzeltje

en eindelijk het bier opdrinken die Joost gekregen had van Lukas zijn voetbalteam als dank voor een jaar scheidsrechten.

s Avonds gaat de wind liggen en genieten we nog lang van de zon en de schemering. Joost speelt gitaar.


We hebben het goed, heel goed en die onbetrouwbare wind nemen we op de koop toe!

Racen naar Lundeborg voor Sankt Hans (23 juni 2024, Marstal-Lundeborg)

Altijd gedacht dat Scandinaviërs midzomernacht op de 21e juni vieren. Dat blijkt een misverstand. Zweden vieren het altijd op vrijdag, Denen op 23 juni. Vanavond dus feest hier en Ellen had ergens opgepikt dat er in Lundeborg, aan het water tussen Funen en Langeland, wel wat te doen zou zijn. Met Westenwind ook een mooie tocht. En omdat op een feest iedereen op tijd wil zijn moeten ook wij tijdig vertrekken.

En zo wordt ik rond 9 uur uit mijn bed gehaald. We kunnen zowaar buiten in de zon ontbijten en zien dat er al flink wat boten aan het vertrekken zijn. Veel Duitsers gaan waarschijnlijk aan het einde van het weekend weer naar huis. Wij trekken nog lekker even verder!

Met beleid verlaten we door goed lijnenspel de grote box en varen de haven uit. Bij de havenuitgang vertrekt net een ’tall ship’, vast op weg naar Kiel voor de week aldaar, waardoor wij even moeten wachten.

Varen is hier bijzonder. Veelal is er redelijk ruim water maar verbindingen kunnen bestaan uit smalle vaargeulen. We motoren zo de geul bij Marstal uit en hijsen dan de zeilen.

Op ruim water zetten we dan koers naar Rudkøbing (op Langeland). Daar weer een smalle vaargeul met als extra attractie een 33 meter hoge brug. Voor de brug moeten we even een veerpont voor laten gaan voor we de geul in kunnen. Na de brug in een nog smaller deel van de geul hebben we een tegenligger en gaan we vlak langs de rode boei aan stuurboord.

Nu was er windkracht vier voorspeld. Verstandigerwijs hebben we toch een rif in het zeil gezet – tussen de eilanden kunnen de winden flink aantrekken. En het blijkt ook in alle opzichten genoeg.

Zoals op het kaartje is te zien gaan we veelal 6 knopen (geel) en soms zelfs 7 (groen). De meeste zeilboten gaan, ook op vol zeil, niet harder. De passage van de brug en tegenliggers wordt met deze snelheden, aangevuld met windvlagen die de Aquamarijn doen oploeven, wel extra spectaculair!

Tegen twee uur varen we dan ook de haven in. Die blijkt al behoorlijk vol. Op zoek naar een plek moeten we in de smalle haven keren. Daarna leggen we probleemloos aan in een box tussen de boten ‘Nena’ en ‘Lillian’.

Na het afhandelen van de formaliteiten en het verorberen van een broodje is het tijd voor een wandeling door het (kleine) dorp en terug over het strand. Onderweg treffen we het feestprogramma voor vanavond aan. Veel voor kinderen. Ook spreekt ons aan dat, volgens het programma, om 22:30uur de bar dicht gaat en iedereen naar huis.

Even verder horen we opeens wel erg veel vogels fluiten. Dat laat zich met een blik op de bomen links van de weg goed verklaren!

Over het strand lopen we terug naar de haven.

In de avond eten we stamppot spidskål met een tomaten-gehaktsaus. Kleine hindernis tijdens het koken is dat de gasfles leeg is en er tussendoor dus even gewisseld moet worden. Het eten blijkt lekker. Zittend in de zon lijkt het wel hoogzomer!

Nog voor negenen wandelen we 5 minuutjes terug naar het strand waar om 21:15uur het vuur ontstoken zou worden. We willen natuurlijk niets van de festiviteiten missen. Het is er best al druk. Ook op de steiger zitten al mensen te wachten op wat er komen gaat.

We hebben niet echt goed het programma bestudeerd. Het blijkt dat er eerst een toespraak is. En inderdaad is er een mevrouw in vloeiend Deens aan het woord. Het klinkt mij wat eentonig. Ik ga maar wat foto’s maken.

En na de toespraak, haast klokslag kwart over negen, gaat er een bandje spelen (4 man, zang, gitaar, saxofoon en elektrische piano) en zingen. En er wordt mee gezongen. En dan brand ook opeens het vuur.

Na een minuutje of wat klinkt er een harde knal vanuit het vuur. Niet veel later is ook het laatste nummer van het bandje afgelopen – hebben denk ik drie nummers gespeeld. En na een laatste applaus wordt, terwijl het vuur nog brand, door een groot deel van de menigte vast de aftocht ingezet.

Wij wandelen ook maar terug naar de Aquamarijn. Op de kade kunnen we het niet laten een foto te nemen van ons vakantieverblijf!