De grote oversteek

Het doel vandaag was om van Bornholm naar Rügen (Duitsland) te varen. We kunnen niet echt wachten op het beste weer daarvoor omdat we over een week de boot weer moeten inleveren een heel stuk westelijker en ook zuidelijker. Wanneer we beneden langs terug varen is Rügen het eerste land wat je dan tegen komt. Wat voor ons nieuw is, is dat deze tocht van 54 mijl dwars over zee gaat zonder in de buurt van land te zijn. In ieder geval zou er geen te harde wind zijn (dan durfden we het niet aan). Uitgerekend zouden we er 10 uur over doen. Daarom stonden we op tijd op en voor 8 uur waren we alweer aan het varen, er was echter geen wind. Toen we van Ystad kwamen zonder wind was de zee helemaal glad. Nu was dat helemaal niet zo en we deinden heel wat heen en weer en deze deining is best slaapverwekkend. Joost lukt het echter wel steeds wakker te blijven. We kregen ook wat regenbuien over ons heen en het werd helemaal grijs rondom. We hebben uren gevaren zonder dat we andere boten of land zagen. Een vogel vloog een tijd steeds rondjes rond onze boot, vloog weer weg en kwam dan weer terug. Zo voelden wij ons net als Noach op de ark. De vogel kwam maar niet met een groen blaadje terug. De dieren die we meenamen waren duizenden vliegjes, die genoten van de windstilte maar waar wij niet zo van genoten.

Met behulp van AIS konden we zien dat er boten op minder dan 2.5 mijl van ons verwijderd waren maar die zagen we niet. Ook het windmolenpark waar we langsvoeren zagen we niet. We zijn overigens wel blij met de moderne technologie waarbij je navigeert via gps, met een mooi kaartje op de i-pad. Zo ben je er toch vrij zeker van dat je de goede kant op vaart en kom je niet zomaar voor verrassingen te staan. Hoewel, opeens dook een boot van de Duitse kustwacht op die wij niet op de AIS hadden gezien.
Hij veranderde van koers naar ons toe, voer voorbij en keerde toen weer. Hij kwam naast ons varen en een man riep naar ons dat we naar kanaal 16 (marifoon) moesten luisteren. Dat doen we altijd, maar we hadden niet gehoord dat wij specifiek opgeroepen werden. Door de marifoon vroeg hij waar we vandaan kwamen, waar we naartoe gingen en welke Nationaliteit we hadden. Verder vertelde hij ons dat wij een speciale douanevlag moeten voeren als we de Duitse territoriale wateren binnenvaren. Joost zei dat we dat niet wisten. Het zou in een of ander reglement staan. We kregen een waarschuwing. De impact daarvan leek ons nihil. Het nut hiervan ontging ons ook. De kustwacht voer weg en wij hoorden ze via de marifoon met 2 andere zeilboten soortgelijke gesprekken voeren. Dit soort gedoe hebben we in de meer westelijk gelegen maritieme grens tussen Duitsland en Denemarken nooit gehad, daar is het daar ook veel te druk voor met zeilers. Dus als ik nou vluchtelingen zou willen smokkelen zou ik dat doen met zo’n douanevlaggetje (hoe die eruit moet zien weten we ook na een zoektocht op internet nog niet) en in drukkere wateren. Maar goed, Duitsland is goed bezig zijn grenzen te bewaken!

Na het weer verdwijnen van de kustwacht in de mist kwam eindelijk een windje opzetten. Zo konden we nog mooi de laatste 2 uur zeilen. Daarmee werden ook de wolken weggeblazen en zagen we opeens Rügen opdoemen. Land in zicht, roep je dan.  De haven van  Lohme, waar we invoeren was idyllisch gelegen onder een steile rotswand.
Het was er met het zonnetje opeens heel warm en dat viel bij het aanleggen, waarbij wij nog gekleed waren op een natte en koude zee, niet mee. Temeer daar de boxen zo lang waren dat onze lijnen te kort waren. Wat lijnen aan elkaar geknoopt en toen lagen we, 10 uur na ons vertrek, prima.
En dan een biertje in de zon en een goed boek, heerlijk!! Daarna via de trappen naar boven naar het dorpje voor een warme hap in een restaurant met uitzicht over zee, want daar krijgen we toch geen genoeg van. Vreemd dat daar ijs met eierlikor niet Rudi’s eisbecher heet maar Schwedische eisbecher!

Fietsen op Bornholm

Geen zeildoel vandaag: dat betekent uitslapen! Het was ook al lekker warm dus we ontbeten aan dek. Daarna snel even op de fiets boodschappen doen (1 klimmetje). En dan is er tijd voor koffie; alweer op het achterdek. Gelijk twee boten (en nieuwe buren) geholpen met het aanpakken van een lijntje bij het aanleggen. Bij een echte klipper met passagiers heeft dat wel iets.

Ondanks de vermoeienissen van gisteren toch besloten ons vandaag weer per fiets te verplaatsen. Wel iets minder ambitieus: we gaan naar de hoofdstad Rønne (circa 8 km) en eventueel nog even (7km) verder naar Nylars voor de bezichtiging van een traditioneel middeleeuws kerkje. Maar eerst kwamen we in onze thuishaven Hasle langs de oude haringrokerijen. Haring werd voor de kust gevangen en dan tot de jaren 50 (van de 20e eeuw) in dit soort gebouwen gerookt. Gerookte haring werden wel Bornholmers genoemd maar waren vooral voor de export; op Bornholm eet men liever zoute haring..

Door het bos naar Rønne hoefden we weinig te klimmen. Wel af en toe handig om de modder heen sturen. De havens bekeken en toen blij dat we met de fiets naar Rønne zijn gegaan. De jachthaven is klein; op de andere plekken lig je toch wel erg tussen de industrie en de ferries. Wel liggen de St Nikolaaskerk en de vuurturen er mooi bij.

Het centrum van Rønne is voor een Deense plaats zeer gezellig. We dronken, bij een lunch van haring en kip, Bornholms fadøl. Ondertussen luisterden we naar een jazz trio die naast ons ook een aantal Beatle nummers (wel erg jazzy) speelde. Na een wandeling door het stadje hadden we genoeg moed verzameld om ook de tocht naar Nylars te ondernemen.

Die tocht viel niet mee. We moesten het eerste stuk langs de ene drukke weg van Bornholm. En verder hadden we behoorlijk wind tegen. Maar goed, daarmee kunnen we als Nederlanders beter mee overweg dan klimmetjes. En dus kwamen we bij het oude ronde kerkje aan (de rechthoekige ingang is er later aan gebouwd). Deze kerken werden naast kerk ook als fort gebruikt. Vooral ook als bescherming tegen piraten…

En toen fietsen we terug. Voor de wind – dat ging heel gemakkelijk. Wel jammer dat dat dan zo kort duurt. We waren zo weer bij de fietsenverhuur, leverden de sleutels in en wandelden naar de boot. Tijd voor een pilsje en boek. Rond 19 uur konden we op het achterdek ook nog lekker ons eigen gekookte potje pasta met saus op eten.

Naar Bornholm

Geen wind was de verwachting maar wel zonnig. Dat eerste bleek te kloppen, maar die zon zagen we niet toen we wakker werden. Wij zouden op tijd vertrekken naar Bornholm, zo’n 35 mijl te varen. Toen we opstonden waren al heel wat boten vertrokken. Eerst varen en dan ontbijten, dat is makkelijk zonder wind. Het was nog behoorlijk fris. We konden in een bijna rechte lijn naar Hasle, de haven op Bornholm die we hadden uitgezocht, varen en dan ook nog met de kortste weg over het verkeerscheidingsstelsel heen. Dat is namelijk een verplichting bij het oversteken van zo’n zeg maar snelweg op het water voor vracht-, ferry- en cruiseboten. En dan moet je je voorstellen dat de breedte van zo’n snelweg 6 mijl (zo’n 10 km) is. We doen daar een uur over. Vergelijk met een slak die een snelweg over moet steken, best lastig. Het zicht was eerst ook nog matig, maar verbeterde toen we bij het verkeersscheidingsstelsel kwamen.


Gelukkig hadden we op deze boot AIS (Automatic Identification System) waardoor we op onze pilot konden zien waar alle snelle boten zich bevonden, welke kant ze op voeren en hoe hard ze gingen. Dat is namelijk van een afstand best moeilijk te zien. De boten waar je op het oog bang voor bent zijn allang voorbij, terwijl de boten in de verte je juist gaan kruizen. Het was best druk. Vier boten gingen ruim voor ons langs. Drie anderen leken ons dicht te naderen. Door snelheid terug te nemen gingen ze mooi voorlangs.

Het zonnetje was inmiddels ook al aardig doorgebroken en we zagen Bornholm al liggen. De haven invaren was zeer eenvoudig. Het was er niet erg druk en we konden makkelijk langszij aan de kade liggen. Het was er heerlijk rustig, maar niet zo ver van de hoofdstad en drukke veerhaven Rønne.

Om drie uur lagen we helemaal goed en brandde we al bijna weer weg op ons dekje. Na een drankje vertrokken we te voet het plaatsje in om fietsen te huren. Geen wind en wel zon is natuurlijk een uitgelezen dag om te fietsen op dit eiland. Door een vriendelijke mevrouw bij, zeg maar, de VVV  werd ons gewezen waar dat kon. De fietsen kregen we zo mee, betaald voor 1 dag, naam of een borg was helemaal niet nodig. We hadden de fietsroutes te snel bestudeerd en een toch wat te groot rondje bedacht. We vertrokken ook pas om half 5. We dachten onderweg wel wat terrassen tegen te komen om even wat te drinken en te eten. We hadden zelf niets bij ons doordat we zo snel vertrokken waren. Maar ja, dan ben je in Denemarken. Die zijn heel goed in picknicktafels maar niet in terrassen waar wat te krijgen is.


De omgeving was heel mooi, maar wel erg heuvelachtig. Wat een gewone fietsroute leek bleek meer een moutainbike route. We hadden dan wel 7 versnellingen op onze fietsen, maar echt geschikt voor zo’n tocht was het niet. Of beter gezegd, ik ben niet zo geschikt voor zo’n tocht. Rond half acht waren we Allinge een havenplaatsje aan de noordkust. In een klein havenkommetje liggen alle boten hutje, mutje ingebouwd. Misschien wel gezellig, maar wij waren blij met onze rustige plek. Hier was de eerste mogelijkheid om iets te eten en te drinken.

Omdat het al snel kouder werd wilden we snel eten, want we moesten nog  13 kilometer fietsen. Een afhaalpizzeria  met wat tafeltjes leek de beste optie. Honger maakt rauwe bonen zoet, een pizza met aardappelen erop: brrrr. We hadden in ieder geval weer energie opgedaan voor het laatste stuk, er moest eerst nog flink geklommen, gedaald en dat dan steeds herhaald, worden. Gelukkig was de laatste 5 km over een vlak stuk dicht bij de zee. Daardoor konden we toch nog even genieten van het mooie uitzicht.

De zon was inmiddels onder, daardoor kleurde de lucht en de zee wel heel mooi rood. De douche bij onze haven was onbeperkt in duur, warmte en straal. Dat was heerlijk bijkomen.

Een dagje Zweden

De wekker ging dus om 07.45 omdat onze buurman, waar we langszij lagen, om 08.00 uur wilde vertrekken. Wij waren mooi op tijd uit de veren, maar uit de boot van de buren nog geen teken van leven. We wilden dan op zijn plek langszij aan de kade gaan liggen. Toen bleek dat er al veel plekken vrij gekomen waren aan de drijvende steigers zijn we daar naar verkast. Een aardige Nederlandse buurman pakte onze lijntjes aan en toen lagen we mooi. We besloten vandaag ook te blijven. We wilden natuurlijk nog wat van Ystad zien en we waren best moe van de vorige lange dag op zee. Lastig in deze keuze maakte het wel dat het vandaag nog goed zeilweer zou zijn en morgen haast geen wind. Morgen dan maar motoren naar Bornholm.

Lekker rustig ontbeten en daarna naar het havenkantoor omdat we de was meteen wilden doen. Hier moest je de wasmachine reserveren en we konden om 11.30 terecht met onze keycard waar het op werd opgeladen. Best wel handig eigenlijk. Zo hoefden we niet steeds te kijken of de wasmachine al vrij was. Ondertussen hebben we even in het stadje boodschappen gedaan, we hadden nl waspoeder nodig, dat zat er hier dan weer niet bij in. (Jarenlang heb ik machinewasblokjes bij me en hadden we het nooit nodig, dus nu thuisgelaten). Ook meteen ander proviand aangevuld. Kleding gewassen en ook onszelf een douche gegund. Echt op z’n Scandinavisch: een gezamenlijke kleedruimte en douches, wel met een gordijn ervoor. En zo raakte ik in Eva’s tenue in gesprek met een Nederlandse vrouw over haar verlangen weer naar huis te gaan na 3 maanden zeilen hier en Joost raakte in Adam’s tenue in gesprek met een Duitser over de AH doordat hij z’n spullen in een AH tas had zitten.

De middag was om het stadje verder te verkennen. Ystad is bekend van de detective Kurt Wallander (boek en films) en er schijnen veel mensen daarvoor hier te komen op een soort bedevaartsreis om alle plekken te bewonderen van de films. Ook de filmstudio zou hier zijn. Zonder enige kennis van deze zaken verkennen wij dit plaatsje, wat zeker zeer sfeervol is met veel oude vakwerkhuizen, een mooie kerk en een oud klooster. In de kerk was een speelhoek voor kinderen: die kunnen dan kerkje spelen! De paarse trein die hier rijdt is ook opvallend. We kochten nog een koekenpan omdat die op de boot ontbreekt en een flesje cognac omdat het hier ’s avonds best wel koud is. In een oude bierbrouwerij gegeten.

’s Avonds met de Nederlandse buren in gesprek geraakt over het zeilgebied hier. Er zitten hier veel nog redelijk jonge pensionado’s die het er een paar maanden van nemen. Met eigen boot en dan natuurlijk via de Duitse bocht hier gekomen. Dan zijn wij natuurlijk geen echte zeilers. Hoewel de meesten onze manier van zeilen en boten huren wel begrijpen. De Nederlandse buurvrouw zag opeens mogelijkheden. We kunnen de boot ook wel verkopen en dan voortaan gaan huren, dat scheelt een boel zorgen. ik weet niet of haar man zo blij was met dit inzicht van haar. Ondertussen kijkt Joost toch weer stiekem op internet naar bootjes die hij hier ziet liggen en naar de prijs. Gelukkig heeft hij een verstandige vrouw.

Best een eindje varen naar Ystad (65 mijl)

We hebben lang gedubd of we naar het Oosten of het Noorden zouden gaan. Om goed te kunnen kiezen hadden we extra kaarten nodig van de Oostzee ten Noorden van Kopenhagen. Die hebben we in de stad niet gevonden en dus gaan we naar het Oosten. Omdat we dan goed inzicht hebben in de haveninformatie weten we dat we, of een klein stukje, of een heel eind moeten varen voor een haven die diep genoeg is voor de 2m15 die onze kiel steekt.

Eerst maar de Christianshvn uit. We hadden gekozen voor de brugopening van 9 uur; we waren niet de enige. De boot uit Terherne lag al vooraan. Maar nog een tiental anderen wilden van deze brugopening gebruik maken. We zaten al vrijwel achteraan en toen we de open brug naderden schoot er snel een Deense zeilboot van de kant; die wou ook mee en even voor. Geen probleem natuurlijk – maar toen er langzamer dan stapvoets werd gevaren en er een gat met de voorgangers ontstond kon ik toch niet laten om te gebaren dat er wat doorgevaren moest worden. Stonden inmiddels ook al wel bijna 100 fietsers en voetgangers op ons te wachten….


Het Bomløb af, het was al druk bij de zeemeermin en dan rechtsaf richting het Sont (Øresund). Westenwind dus we konden al snel de zeilen hijsen (waarbij wel dezelfde Deen in de weg voer). En daar gingen we dan, even na half tien, op onze zeilen het Sont op naar het zuiden. En ja, dan merk je ook dat grote boten sneller varen dan kleinere boten: de Bollemaet, de langkieler uit Terherne, hadden we snel ingehaald en op de foto gezet.

Zeker het eerste stukje gingen we als een speer (regelmatig 8 knopen) door een zonnige morgen met weinig golven. De beslissing voor een lange tocht was dan ook snel gemaakt. Eerste hindernis: de aanloop naar een verkeersscheidingsstelsel oversteken. Twee grote vrachtvaarders van achter en een ferry van voren lieten we voorgaan. Toen konden we rustig naar de Zweedse kant steken. Toen nog even om het natuurgebied bij Falseterbo heen en dan verder Oostwaarts.

Wel even opletten op ander scheepvaartverkeer. Op ramkoers met een andere zeezeiler weken we maar even uit. Aan boord van de andere boot geen teken van leven, laat staan dank. Ze zouden ons toch wel gezien hebben?

Beetje jammer was dat we bijna voor de wind voeren. Grootzeil hadden we kennelijk iets te ruim uit. Met donderend geraas kwam de radarreflector boven uit de stag naar beneden. We hebben de stukken bij elkaar geraapt..


Net na achten de motor aan en het zeil naar beneden. Snel de jachthaven van Ystad ingevaren op basis van een kaartkoers vanuit de betonning voor de ferry haven. Dat ging vlot en goed. Een plaatsje vinden viel niet mee – de vrije boxen waren voor kleinere boten. We liggen nu langszij een Zweed die morgen om 8 uur gaat vertrekken.

Na het opruimen van het zeil, het aansluiten van de walstroom en de afwas (dit zijn geen sequentiële maar – deels – parallelle activiteiten) konden we nog terecht in de jachthavenrestaurant annex strandtent. Daar kregen we lekker bier en een eenvoudige doch voedzame maaltijd met frites.

We zijn – allebei voor het eerst – in Zweden!