Talamone – Porto Azzurro (17 juli)

’s Ochtends na het bordje yoghurt met cornflakes weer de roeispanen ter hand genomen. Er moeten boodschappen worden gedaan; vooral dagelijks vers brood is lekker.
Talamone_ochtend

We hebben in deze hoek het meeste wel gezien, voor vandaag wordt nauwelijks wind voorspeld en we moeten toch wat aan de buitenboordmotor late doen. We zetten daarom koers naar Elba, Porto Azzurro. Dat wordt 6,5 uur motoren om de 35 mijl weg te werken.

Onderweg passeren we, redelijk dichtbij, de Formiche di Grosseto. Een drietal rotsen waar je natuurlijk beter niet tegenop kunt varen. Op de grootste, meest Noordelijke, rots staat daarom een licht. We zijn toch wel verbaasd te ontdekken dat er op naar onze schatting nog geen 200 vierkante meter een heus vuurtorengebouw is geplaatst zoals we eerder zagen op de Isolas del Giglio en Giannutri.

Pas bij Porto Azzurro steekt er een windje op. De haven waar de motor eerder gerepareerd is ligt aan lager wal. Wij laten het anker vallen, zetten de motor op de dinghy en roeien naar de kant. Na wat overleg en getelefoneer blijkt Fabio morgenochtend tijd te hebben. Ook de reserveonderdelen zijn vast in huis.

Als we de boot in de baai verleggen, om de roeier ’s avonds te ontlasten, komt er net ook een 3-master aan. Die moet nog doorvaren om op tijd voor Sail te zijn.

’s Avonds roeien we naar een strandje met trap naar de weg. Omdat 200m langs een drukke weg (zonder voetpad) lopen ook niet alles is klimmen we verder de berg op. Na drie haarspelden is er een wandelpad naar beneden dat zelfs overgaat in een trap. Zo komen we in het gezellige plaatsje met straatmuziek, winkeltjes en lekker eten. Als dit allemaal nog niet voldoende belevenissen zijn kun je natuurlijk ook nog Callimare al Diavolo (hete inktvis) bestellen.
hete_inktvis

Isola dell Giglio – Talamone (16 juli)

In de ochtend eerst ons blog bijwerken. Teksten schrijven, foto’s kiezen en verkleinen; je bent er zo twee uur mee kwijt.

Daarna snel vertrekken en de zeilen hijsen. Al snel bleek het lekkere briesje op de baai op zee wat tegen te vallen. Toch konden we met een rustig gangetje bijna voor de wind ons zeilpad vervolgen.

Midden op zee ineens een groot roze ding op 10 uur voor ons. Zin in een verzetje de koers daarheen verlegd. Het bleek een luchtbed om mee te zwemmen. Een zwemmer was er echter niet bij. Waarschijnlijk was het luchtbed bij een andere boot overboord gewaaid; een bovenwinds strand was wel erg ver weg.

Ter verkleining van de plastic soep is het luchtbed geborgen. Gelijk een goede manoverboord oefening. Dat valt onder zeil, met een luchtbed zonder aanhakingspunten, helemaal niet mee. Met wat motorhulp was het echter snel voor elkaar. Het bed zonder lucht ligt nu in een bakskist.

De wind werd al varende steeds minder. Voor de wind is toch al een warme koers. Door de zeilen te laten zakken ontstond er zwemgelegenheid waar gretig gebruik van werd gemaakt.
Zwemmen_op_zee

Bij onze eindbestemming lag de haven vol boten. Vast veel vaste ligplaatsen. Ondanks wat gevraag aan mensen aan de kant (de pilot had ook geen andere communicatie methoden aangereikt) ging niemand zijn best doen voor ons een havenplaats te organiseren. (En dat terwijl ze daar best veel geld voor vragen.)

Voor anker dus weer in dit keer relatief ondiep water (nog altijd 4 meter onder de kiel). Bier was op dus snel naar de kant geroeid voor boodschappen.
Boodschappen_doen

Talamone bleek een leuk stadje dus daar wilden we ’s avonds wel eten. Weer met ons allen in het bootje en roeien maar. De pizza’s en tagliatelle voor piraten smaakte op het drukke plein.

Terug op de boot nog even klaverjassen. Het was lekker fris geworden. De weersverwachting voor de komende dagen is wat minder aantrekkelijk: heel warm, zon en weinig tot geen wind.

Via Isola Giannutri naar Isola del Giglio (15 juli)

Omdat de windverwachting was dat er pas vanaf 14.00 uur een beetje wind zou zijn besloten we eerst te motoren naar het eilandje Isola Giannutri, 12 mijl ten zuidenwesten van Porto Cale Galera. De haven was al vroeg erg warm, dan wil je wel weg.

Na zo’n 2 uurtjes motoren zijn we voor anker gegaan in de ruime baai. Na de gebruikelijke activiteiten (zwemmen, lezen, lunchen) voelden we een windje opsteken. Tijd voor de geplande zeiltocht naar Isola del Giglio, waar we al eerder waren, maar nu was het doel een ankerbaai aan de noordkant bij het plaatsje Campese.

Isola_Di_Giannutri

Zo’n 15 mijl te gaan gingen we de eerste 2 uur zo’n 4.5 knoop. De zuidkant van Giannutri was nog bijzonder met stijle krijtrotsen en grotten. Het laatste uur toch maar weer motoren.

Varend langs de westkust van Giglio zagen we hoog op de berg het vestingstadje Giglio Castello liggen.  We hadden er over gelezen, maar het zag er nog imposanter uit doordat het fort volgebouwd was met huisjes. Zicht op de noordbaai hadden we pas toen we de baai indraaiden. Het bleek er niet zo druk, de baai was echter erg diep en je kon alleen dicht tegen de zwemafzetting ankeren, waar het toch al vol was of tegen de rotskant. Dat laatste gedaan en het anker bleek ook daar goed te houden. Alweer hadden we uitzicht op het fort.

Wat dit eiland zo bijzonder maakt is dat het slechts 21 km lang is, maar dat de hoogste berg 500 meter is.  De bergen rijzen vanuit zee recht omhoog. Het fort ligt op 400 meter. Omdat we vandaag iets te vieren hadden (28 jaar samen) wilden we iets speciaals doen. En dat fort lag wel te lonken. Vandaar de zonsondergang bekijken leek ons helemaal schitterend. In mijn reisgidsje werd daarboven een restaurant geadviseerd met een magnifiek uitzicht. Even bellen en gereserveerd.

Volgens ons boekje zou er ook een bus regelmatig naar boven gaan. Na een duik in zee opgetut en wel stapten Mirjam en ik in de dinghy  waar Joost de motor al had gestart. De motor draaide wel maar de schroef deed niets. De motor van de dinghy gehaald, peddels gepakt en Lukas ook ingestapt. Nu moesten we al roeiend met z’n vieren in de te kleine dinghy de kant zien te bereiken die best ver was. Joost dapper roeiend en wij zo veel mogelijk opgevouwen bereikten we een trappetje waar we aan kant konden. De bus gezocht en deze bleek al over 10 minuten te gaan. Wat een planning!

In_de_bus

Via vele haarspeldbochten en een al spectaculair uitzicht op de baai bereikten we Giglio Castello. Het fort was bijzonder om door te lopen, allemaal kleine steegjes, naast souvenirswinkeltjes en kleine restaurantjes bleken er ook gewoon mensen te wonen, de buitenhangende was getuigde ervan. Ik zag hier zo weer een scene van James Bond plaatsvinden. Volgens Lukas zeg ik dat te vaak en ik heb volgens hem maar een paar films gezien ( itt Lukas die ze allemaal heeft en heeft gezien).  Maar voor mij dus genoeg om mijn fantasie op hol te doen slaan.
Paar

Het restaurant lag buiten het fort en had inderdaad een terras met een geweldig uitzicht. Eerst nog even daarvoor de zonsondergang bekeken die natuurlijk weer niet in zee zakte maar verdween in een heiige lucht. Vanaf het restaurant konden we ook heel goed de baai en onze boot zien liggen. Toen het donker werd zagen we dat we het toplicht hadden aangedaan!
Kinderen

We hebben er heerlijk gegeten. Lukas was van plan om naar beneden te gaan lopen en had een zaklamp meegenomen. Joost vond dat geen goed plan in het donker zonder dat je een weg wist wel wetende dat de wegen erg stijl moesten zijn. Met z’n vieren stapten we in de taxi die op het plein klaar stond. Deze was opmerkelijk genoeg maar ietsje duurder dan de bus op de heenweg en in een mum van tijd stonden we weer beneden. Nog even een roei work out voor Joost waarna we toch aardig droog op onze boot stapten. Starend naar de lichtjes van het fort en het restaurant namen we nog een afzakkertje en konden we zien dat het licht  van ons restaurant werd uitgedaan.

Van Isola del Giglio naar Porto Ercole (of te wel Porto Cala Galena) (14 juli)

Een rustige nacht was het niet. Hoewel nauwelijks wind bleek er toch van alles te bewegen en lawaai te maken. Op tijd vertrokken we naar Porto Ercole. We moesten nu toch eens een havenplek zien te bemachtigen om water te tanken en weer eens aan de stroom te liggen. Ook moesten we nodig de was doen.

Geen wind dus motoren maar. Porto Ercole (bij ons bekend doordat hier ooit het zomerverblijf van de koninklijke familie was) ligt op het schiereilandje Monte Argentario. Dit was ooit een eilandje dicht bij het vaste land, maar door slibvorming een schiereiland geworden. Onze pilot gaf overigens niet veel hoop op een plek in de haven. Het grootste deel van de haven wordt door vaste boten bezet  en de rest al van te voren verhuurd. Voor zeilers die leven met de dag en van de wind zijn er dus eigenlijk geen voorzieningen.

We voeren de grote havenkom van Porte Ercole binnen. Een mooie haven door de omringende huizen en twee forten. Maar verder niets te beleven want mensen die hun boot er stallen brengen meestal geen leven in de brouwerij en zeker niet die van die giga motorjachten. Ingewikkeld contact via de marifoon met de havenmeester volgde die alleen allerlei telefoonnummers gaf waar we naar toe konden bellen voor een plek in de haven. De nummers geprobeerd, maar natuurlijk: geen plek.

We hadden nog een troef, de haven meteen noordelijk van deze haven. Hier troffen we per marifoon een goed Engels sprekende havenmeester die meldde dat we welkom waren en ons de plek zou wijzen als we doorvoeren. Even later lagen we dan aan twee meerlijnen. Geen beweging meer in de boot te krijgen. Deze haven leek vrij nieuw met allerlei havengebouwtjes met winkeltjes en een enkel restaurantje. Maar ook hier weinig te beleven. Heel anders dan in de meeste Griekse havens! De boten die binnenkwamen waren meestal grote jachten met personeel. Aan onze kade lagen aan de ene kant de trekkende zeiljachtjes en aan de andere kant de de motorjachten met personeel. De passagiers aanschouwend waarvoor het eten op het achterdek (met schuifpui) werd opgediend zagen er niet erg gelukkig uit. Maar ja, dat is mijn perceptie.

In deze haven was geen wasserette. Wel een in Porto Ercole, zo’n 1,5 kilometer lopen volgens onze havenmeester. Dat lijkt niets, maar midden op de dag met deze hitte viel dat niet mee. (Wat doen mensen die in deze landen met vakantie gaan eigenlijk overdag? Het is niet te harden!). Toch snel de wasserette gevonden. Een wisselautomaat voor 1 eurostukken die we nodig hadden pakte maar een enkel briefje en samen hadden we er best nog veel! Toen er eindelijk euro’s uit de automaat rolden juichde Lukas zo enorm alsof het leek dat hij de Jackpot in een fruitautomaat had gewonnen. Twee machines gevuld en toen op zoek naar een koele plek voor de lunch in de haven van Porto Ercole.

Van de gewone hamburger die Joost en Lukas namen kan McDonald met zijn Big Mac nog wat van leren. Dit is pas een big hamburger!
Hamburger

Terug om de was op te halen en toch nog maar een paar keer de droger aangezet, al was het maar omdat de was dan lichter is om te tillen.
Wasserette

In de haven was het nog erg warm. Lakens gespannen rond de kuip gaf wat verkoeling en zo zaten we de rest van de middag lekker te lezen in de kuip. Moed om te koken in deze hitte hadden we niet en we haalden een afhaalmaaltijd in het enige tentje in de haven wat nog open bleek. De wc’ s en douches in deze haven waren goed en rustig zodat we daar eens lekker gebruik van gingen maken. Met frisse haren deden we nog een potje klaverjassen in de kuip.
Gespannen_lakens

Puorto Azzurro – Isola dell Giglio (13 juli)

‘s Ochtends deden Lukas en ik nog even met de dinghy boodschappen: brood, water in flessen, fris. Het waaide al lekker, zo leek het in de baai, dus we gingen snel weg en zetten koers naar het Zuid-Zuid-Oosten voor een volgende lange tocht naar Isola dell Giglio.

Het weer was, met wat wolken, anders dan andere dagen en eenmaal op zee trok het verder dicht. Hoewel de wind onderweg eerder minder was dan voorspeld wilden we toch nog een keer het weerbericht checken. Omdat op zee allerlei Apps op telefoons het, vanwege het gebrek aan verbindingen, niet doen de marifoon aangezet op kanaal 68. Van het Engelstalige weerbericht leerden we dat er ten westen van Corsica en Sardinië mogelijk wat onweer was. Maar dat is ver weg; voor ons bleef de verwachting een windkracht 2 of 3 uit Zuidwestelijke richting.

En de beloofde wind was er lang niet altijd. Dus sukkelden we, af en toe met wat hulp van de motor, door. We werden zeilend nog even (langzaam aan) ingehaald door een catamaran. Verder onderweg niet veel activiteit gezien.

Voor de haven van Porta dell Giglio ligt een grote drijvende ponton met een hijskraan en andere tilwerktuigen. Wellicht gebruikt om de Costa Concordia recht te zetten. Wij moesten er omheen. Nog even voorbij gescheurd door een boot onder Franse vlag die voor ons in de haven wilde zijn. Het mocht niet baten. Twee in wit geklede havenmedewerkers stonden ons beiden bij de ingang op te wachten. De haven was, zonder reservering, vol voor de nacht.

Wij gingen daarom in de volgende baai voor anker. Er was daar een strandje en ook in een hoek een trap naar de weg boven. Verder bleken er, met deze windrichting, nog wel wat golven in de baai te staan.

Voor het avondeten op avontuur met de dinghy. Voeren we naar de trap waar varend tussen grote stenen door een kiezelstrandje bereikte. Valt niet mee om daar met droge voeten aan te komen; mijn gympen daarom maar in de tas gedaan. Nadat iedereen was overgebracht de dinghy op het strand gelegd.
Stenen_Bij_De_Trap

Daarna de lange trap op, met de bij een strandopgang horende ongemakkelijke treden, naar een smalle weg waar soms toch hard wordt gereden. Na een korte wandeling vonden we een steegje, de Via Trieste, die ons op de havenboulevard bracht. We gingen eten bij een mooi aangeklede tent La Vecchia Pergola.

In het donker terug is zo’n trap nog lastiger. Maar vooral het wegvaren tussen de grote stenen door viel niet mee. De schroef van de buitenboordmotor raakte, vol in actie, een steen. Kennelijk was daarna niet alles meer ok. Maar met veel herrie, en veelal weinig voortstuwing, kwamen we toch allemaal weer aan boord van het schip. Tukken maar!