Aan het einde van de vakantie is altijd leuk om wat cijfers te verzamelen. Kunnen we vakanties ook makkelijk op een andere manier vergelijken.
Aantal gevaren zeemijlen: 421
Langste dagtocht: 57 nm (Klintholm haven – Warnemunde)
Korste dagtocht: 4,7 nm (Laboe – Kiel)
Aantal motoruren: 45 (slechts!)
Liters diesel: 105
Aantal verplaatsingen: 16
Aantal foto’s: 785 (met twee toestellen en nee, die gaan we niet allemaal tonen)
Categorie archieven: Techniek
Lekker zeilen en buitenboordmotor gedoe
Na een warme nacht was het in de haven nog steeds warm. En ook was er geen zuchtje wind te voelen. Na de laatste boodschappen inclusief ijs voor in de koelkast snel het ruime sop gekozen; op zee is het in ieder geval koeler.
Tot onze verrassing bleek er buitengaats een lekker drie te staan. Snel het nieuwe grootzeil gehesen waarbij het gemak van de elektrische lier door matroos Lukas werd ondervonden. Ook de rolfok stond snel bij en aandewind zetten we koers richting Elba. Dat ging lekker; snelheden tot aan 7 knopen werden geregistreerd. En, omdat ook de stuurautomaat het goed doet konden we zelf heerlijk in de schaduw zitten.
Vlak voor lunchtijd viel de wind weg. Tijd om op de motor een baaitje op te zoeken; al snel gingen we soepel voor anker in een baai met zicht op Forte Focardo. Tijd voor een middagdutje/lunch/zwempartij/….
Toen dat tegen een uurtje of zes achter de rug was zetten we koers naar Porto Azzurro. Het plan was om in de baai voor de drukke haven voor anker te gaan en dan met de dinghy (ook wel tender genoemd) naar de kant te varen. Snel ging het bootje te water, werd de buitenboordmotor gemonteerd en werd zonder problemen proefgevaren.
Toen iedereen gedoucht had en stapten we gevieren in het (wat) kleine bootje dat ook bleek te lekken. Wat samengepropt werd de motor gestart; tenminste pogingen daartoe werden ondernomen. Maar wat er ook werd geprobeerd – de motor gaf geen sjoege. Omdat er al was losgegooid werd er met de handen peddelend terug naar het moederschip gevaren.
Ook na een nacht slapen deed de motor het niet (zodat er ook geen boodschappen konden worden gedaan). Toen de motor uit het water werd gehaald kwam er veel oliewater uit dat het achterdek goed vies maakte. Telefoontje naar de charteraar leverde de instructie op naar de werkhaven haven te gaan in dezelfde baai. Daar heeft Fabio in een goed uur de motor schoon gemaakt en nagekeken.
Daarna met de zeilboot doorgevaren naar de haven om boodschappen te doen. En met de laptop aan de stroom en Wifi foto’s aan dit blog toevoegen!
Aankomen (4 juli)
Na een eenvoudig doch voedzaam ontbijt, kregen we van de eigenaren het advies niet de Gotthardtunnel te nemen. De toegangsritten hiervandaan zouden ook gesloten zijn omdat er dan al file voor de tunnel staat. De wachttijd zou nu al 1.5 uur bedragen. Advies was om de Gotthardpas te nemen. Omdat we geleerd hebben af te gaan op het advies van locals, reden we even later over de pas. Zo konden we ook nog genieten van de omgeving, Joost nog even een sneeuwbal gooien en toch binnen het uur over de pas zijn.
Na een paar Lago’s reden we door de Po-vlakte. Lukas vond dat de Italianen niet kunnen rijden wat Joost beaamde. Deze tocht had wat meer oponthoud door file’s bij wegwerkzaamheden. Er moet nog heel wat aan die hobbelige wegen gebeuren. Lang reed een ambulance met zwaailicht voor ons. Ik denk dat hij vanwege de hobbels niet harder ging rijden. Je zou er toch in liggen met een blinde darmontsteking!
Rond 5 uur reden we de haven van Punta Ala in. De haven was groot en we begrepen de aanwijzingen niet goed. Joost probeerde nog een irritante scooterrijder die steeds wilde inhalen van zich af te schudden, bleek het de eigenaar van de Jachtverhuur te zijn die ons de weg wilde wijzen.
Daarna begon een tijd van wachten (op een redelijk koel terras), afhandeling van allerlei papieren door de zeer relaxte Jachtverhuur eigenaar met een zeer gespannen en gehaaste eigenaar , de uitleg van de boot door de eigenaar in het Italiaans (Joost zijn Italiaans is beter dan het mijne), de bood volladen met levensmiddelen gekocht in de supermarkt in de haven, de auto wegzetten op een parkeerterrein buiten de haven.
We vonden het welletjes en gingen rond 21.00u op zoek naar een restaurant. Het ene na het andere bijna lege terras meldde dat ze vol zaten. We gingen ons afvragen of het lag aan onze reiskleding. Puf om even te douchen en iets gezelligs aan te trekken hadden we niet gehad. Langzamerhand stroomde de haven vol met opgetutte Italiaanse dames en (in mindere mate heren). Allemaal met schoenen met hakken die je onmogelijk comfortschoenen kan noemen en waar je al helemaal niet een boot mee op of af kan. Van alleen de aanblik kreeg ik pijn aan mijn voeten. Gelukkig vonden we nog een restaurant met aardige bediening, die vertelde dat je op zaterdagavond vanwege de uitgansdrukte altijd moet reserveren, maar dat ze over een uur wel een plekje voor ons hadden. De tijd was makkelijk te vullen op een terras een een groot glas bier.
Laatste kilometers en tanken
Van Rechlin naar Lärz, 6 km, geen sluizen
Om 7 uur de wekker. Nog geen twintig minuten later gooiden we de trossen los. Netjes tussen de betonning, om stenige ondiepten te vermijden, voeren we de Kleine Müritz af naar de Müritz-Havel-Wasserstrasse. De cirkel was bijna rond.
Nog twee keer moest het toplicht naar beneden voor drie bruggen. Hoewel we hier niet eerder waren deed de waterweg bekend aan; op dit soort water voeren we ooit naar Oranienburg. Klokslag 8uur waren we in Lärz.
Achteruitvarend legden we bij de Dieseltankinstallatie aan. Hoeveel hadden we verbruikt? We hadden al wat voorspellingen gedaan – die bleken wat te laag. Met 291,3 liter verbruikt de boot toch zowat 1 op 2! Daarvoor heb je dan wel ook warm water en stroom.
Inpakken, slotcontrole, afrekenen en, om 10 uur met de (vervroegde) taxi, wegwezen!
Aanleggen met wind
Opeens was er op de meren wind. En dat maakt zelfs in onze stabiele boot aanleggen een iets ingewikkelder aangelegenheid. Een paar observaties.
Allereerst wordt wel duidelijk dat de meeste bootgebruikers niet veel opleiding hebben genoten. In het algemeen leggen ze de boot aan de lage kant en duwen er wat extra fenders tussen om schade te voorkomen. In boxen bijvoorbeeld, is dat met een extra loopplank, extra gemakkelijk….
Wij willen, ook als we vrijwel aan lager wal liggen, los van de steigers in de box liggen. Met zo’n goed bestuurbare boot moet dat ook goed kunnen; zelfs met de achterkant naar de steiger. Wel wil je dan vanaf de achterste bolder op de boot, om te beginnen, aan de hoge kant een lijntje naar voren; dat voorkomt dat de achterkant hard tegen de wal slaat en je kan dit lijntje gelijk gebruiken als spring om naar de hoge kant te komen.
Met zo’n harde wind staan er gelijk allerlei mensen op de kant die graag een handje willen helpen. Het gebrek aan kennis is echter een groot risico. Deze mensen trekken namelijk liever het aangegeven lijntje naar zich toe… Enig geschreeuw van de schipper (nach fornen, nicht na hinten) en wat vriendelijker instructies van andere bemanningsleden, doen een verbaasde vrouw in bikini toch de stijger oplopen en de lijn om de kikker aldaar (naar voren) vast te zetten. Een snel op de kant gekomen Lukas doet de rest. Niet lang daarna liggen wij, als enige in Wasserwanderraststatte Malchow, los van de steiger vast. En is er nog een aantrekkelijk kleine opstap naar de kant ook!
Het tweede bijzondere van de schippers en de hulptroepen is dat ze graag op de kant vastknopen. Dit geeft dan wel weer Ruud de kans om onze buren, in een varende bungalow, te helpen een spring te benutten bij het achteruit wegvaren van lager wal. Zeer tot zijn verassing ziet de schipper, die terecht bang was tegen onze boot aan te varen, dat met een lijntje aan de kant de boot wegdraait. Als Ruud het lijntje losgooit vaart de boot netjes weg naar het ruime sop.
Dat het ook anders kan bleek in Waren. Netjes werd op de kant een lijntje aangepakt (terwijl we voor ook al een lijntje om de paal hadden), om de bolder geslagen waarna het eind weer terug aan boord werd gegeven. Fijn, we liggen!