Vannacht trok de wind fors aan. We dachten in de Noorderhaven goed beschut te liggen maar we gingen best nog wel heen en weer. Vanwege de harde wind zouden we vandaag in Harlingen blijven. Uiteindelijk viel de wind overdag wel mee, maar we vonden het wel prima een dag hier te blijven. Harlingen blijft een leuke stad en in de Noorderhaven voelen we ons thuis.
Toen ik terugkwam van de douche zag ik aan onze steiger ‘Zoef’ de boot van ons lijfblad Zeilen liggen. Op de steiger bleek dat ze een bootmansstoeltje nodig hadden om iets in de mast te repareren. Daar kon ik ze aan helpen. Ondertussen hoorde ik dat deze redacteuren bezig waren met een reportage. Ze zouden naar Vlieland gaan en vandaar in een keer buitenom naar Delfzijl. We zullen het artikel over een paar maanden vast lezen. Toen we later nog een foto van hun boot wilden maken bleken ze al weer ‘Zoef’ vertrokken.
Wij gingen koffie met oranje koek nuttigen in Hotel restaurant Zeezicht met uitzicht op de Oude Buitenhaven. Joost ging daarna naar AH om onze voorraden bij te vullen. Terug op de boot lees ik mijn boek uit. Joost maakt vaarplannen voor de komende dagen. Morgen naar Texel. Maar zouden we vandaar ook over zee naar IJmuiden kunnen varen? Dat hangt vooral van de wind af. We gaan het zien.
Parallel aan de Noorderhaven ligt de enige winkelstraat van Harlingen. We hebben verschillende wensen van heel diverse aard, waarvoor we toch in deze ene straat terecht kunnen. Ik wil een sweater kopen, dat is even zoeken, want ik vind veel niet leuk, ook degene niet die Joost wel leuk vind. En dan vindt hij opeens een Gaastra jas fors afgeprijsd en precies passend bij zijn Gaastra trui.
Uiteindelijk slaag ik toch ook. Het is behoorlijke koud, een groot verschil met gisteren. We zijn steeds blij als we weer een winkel in kunnen. De boekhandel is een volgende warme stop. Heerlijk daar rondneuzen. Wat worden er toch veel boeken geschreven, denk ik dan. Wie schrijft blijft, maar een boek is vaak maar een zeer korte tijd een hit. Ik koop het vandaag verschenen Alkibiades van Ilja Leonard Pfeiffer. Hij hoopt wel een grote roman geschreven te hebben die wat langer meegaat. De krant beloofde 1000 pagina’s. Ik weet niet of de journalist al een exemplaar in mocht zien. Het zijn namelijk slechts 772 pagina’s. De laatste 171 zijn vermeldingen van bronnen en namenlijsten enz. Zou hij dat allemaal echt gelezen hebben? Zijn vorige boek Grand Hotel Europa las goed, dus ik ben benieuwd of ik ook hier doorheen ga komen. Joost kocht ook een dik boek en een dunne. Mochten we ergens vastlopen dan vermaken we ons wel.
Bij de Blokker kopen we nog wat handige dingen voor op de boot zoals opscheplepels en een ‘bootföhn’. Voor mijn haar wel te verstaan. Maar fijn om dat soort dingen niet steeds te hoeven inpakken. We kunnen wel zeggen dat we de Harlingse middenstand goed hebben bedeeld.
We hoeven maar 1 straatje door om met al onze spullen weer op onze boot te komen en van het bunkeren uit te rusten. We hebben voor de avond in een luxe restaurant gereserveerd genaamd:’t Havenmantsje. Ook weer met uitzicht op de Oude Buitenhaven. We nemen er een 6 gangen verrassingsmenu. Sommige gerechten zijn plaatjes! Het is heerlijk, maar ook best veel. Over bunkeren gesproken!
Als we eenmaal buiten staan zien we op het restaurant een gedicht geprojecteerd.
Ik geloof niet dat de dichter van de zee houdt. Of begrijp ik hem verkeerd?
Eenmaal op de boot kunnen we geen pap meer zeggen. In stilte schrijf ik nog dit blog.