Hoorn zonder fonteinkruid (29 en 30 sept, 1 oktober 2023)

De nazomer duurt voort en er ligt een mooi weekend in het verschiet. We gaan deze keer eerst in De Ouwe Blauwe eten. Het is daar altijd erg gezellig en ondanks de drukte heb je geen last van lawaai. We zijn er niet vroeg uit. Zo zitten we pas om half 11 buiten in het zonnetje te ontbijten. Er is niet veel wind, toch kunnen we wel al snel de zeilen hijsen. Het gaat niet hard, maar we hebben geen haast. Het is zo lekker warm dat ik zelfs een korte broek aan ga trekken. Dan verdwijnt natuurlijk de zon achter wolken.

Wat bijzonder is dat het fonteinkruid wat zo welig tierde in het Hoornse hop, nu volledig verdwenen is. We hadden er al over gelezen, maar het klopt. We kunnen zodoende voor de wind de kortste weg naar Hoorn varen. Deze plant reageert dus blijkbaar niet op de warmte van het water, maar op iets anders. We waren in het voorjaar verbaasd dat er al zoveel was terwijl het zo lang koud was geweest. Nog maar eens uitzoeken.

Soms liggen we bijna stil en is het heel stil. En dan horen we opeens: zoemflapzoemflapzoemflap. Het blijkt dat een zwaan een groot rondje om onze boot vliegt en weer uitkomt bij zijn familiegroep zwanen. Even de vleugels strekken heeft ie waarschijnlijk gedacht. Op een gegeven moment trekt de wind aan. Een groep zwanen voor ons schrikt van onze plotselinge acceleratie en vliegt op.

Zo zijn we toch opeens bij Hoorn. Even strijken en Hoorn binnen varen. Hoorn blijft fotogeniek.

We leggen aan naast een motorboot. De eigenaresse verwelkomt ons vriendelijk. Joost gaat nog gauw boodschappen doen en ik maak een wandeling langs de waterkant. Later op de avond maken we nog samen een wandelingetje door Hoorn. We zijn net binnen voor de regen, en dat is dan ook wel weer gezellig.

De volgende morgen loop ik door stil Hoorn om nog een zak blikjes bij de AH in te leveren. Joost bracht er gisteren al een heleboel. Een seizoen varen en je hebt er heel wat. Ik neem verse broodjes mee terug. Om half elf varen we weg. Het is warm en zonnig en er staat een aardig windje uit het zuidwesten. We kunnen nu aan de wind varen en zullen wel nog ergens een slag moeten maken. Het is druk op het water. Als je van zeilen houdt is dit fantastisch weer.

Ik zit heerlijk te genieten op mijn favoriete plekje. Om de Gouwzee binnen te varen moeten we over stag en daarna nog een paar keer. Zo krijgen we Volendam vlak voor onze boeg.

Om drie uur leggen we aan. We willen niet te laat thuis zijn en rustig opruimen, dat gaat lukken. Als we even wat zitten te drinken in de kuip zwemt een waterhoentje met jong langs. Een pootje denkt ik wil ook zwemmen, maar de rest lijkt nog niet overtuigd.

Stepping stones (16 en 17 september 2023)

We volgen op You Tube een Engels stel die hun kanaal de naam ’StartSailingatSixty’ hebben genoemd. Voor het eerst zeilen deze zestigers en hebben ze een zeilboot gekocht. Dapper! Vooral omdat je in Engeland meteen een kustzeiler bent met stroming en getijde verschillen. Ze hebben het dan ook over hun ‘steep-learningcurve’. Maar ook dan ontkom je niet aan de aller eerste keer motorpech enzovoort. 

Onze leercurve is meer die van ‘Stepping stones’, zoals vroeger mijn leerboek Engels ook heette. Al 19 jaar zeilen we iedere zomer 3 weken (afgezien van 2 keer een campervakantie en een keer een motorbootvakantie) en sinds 2021 hebben we zelf een boot en zeilen we veel vaker. Door maar 3 weken per jaar te zeilen gaat die leercurve natuurlijk maar langzaam omhoog. Toch hebben we in die jaren de ‘stepping stones’ methode toegepast. Van open zeilbootje op de Frieze meren, via een platbodem op het IJsselmeer naar zeilen op getijdenwater. Vervolgens met een scherp jacht op de Middellandse zee waar we leerden ankerend aan te leggen naar de Oostzee zonder getijden maar waar we grotere afstanden aflegden en leerden met AIS een scheepsvaartroute over te steken. En met onze eigen boot dit jaar voor het eerst echt de Noordzee op. De zee die bekend staat als het moeilijkste vaarwater vanwege getijden, stroming en de vele zandbanken voor de kust met vaak een aanlandige wind. Er staan nog wat traptreden op ons verlanglijstje: een keer de Noordzee oversteken naar Engeland en dus een nacht doorzeilen en zelf naar de Oostzee varen.

Maar eentje ontbrak nog steeds die we gewoon op het Markermeer kunnen oefenen en dat is zeilen met een gennaker. Een heel groot zeil die je in plaats van de fok zet bij weinig wind, zodat je toch kan zeilen. Bij deze boot zat een gennaker, zo stond in de verkooppapieren. Op de zak staat echter spinnaker. Tja, wat hebben we nou? Een spinnaker is meer een ballon die je gebruikt als je echt voor de wind gaat, bij een gennaker heb je zijwind van achter nodig. We nemen de grote zak maar eens mee naar de boot. Op zaterdag wordt weinig wind verwacht, een goed moment voor een oefening.

Wanneer ik terug kom van de bakker in Monnickendam heeft Joost de grote zak met het zeil al aan boord gebracht. Dan wordt de zoektocht naar de bijbehorende lijnen gestart. Ze worden gevonden onder de kajuitbank. Daarvoor moet wel een hoop van z’n plaats.

Ook twee katrollen die gebruikt moeten worden. Nu hebben we toch een probleem. Nergens (niet in boeken of op internet) hebben we goed kunnen vinden hoe je een genaker precies vastmaakt aan de boot. Vreemd toch? Wel over, wanneer alles vast zit, hoe je het zeil hijst. We komen er niet uit. Vooral het punt voor op de boot waar het zeil vast moet hebben we niet. Hebben we misschien dan toch een spinnaker?

We besluiten het zeil maar weer in de auto te leggen zodat we thuis het zeil er een keer helemaal uithalen om te zien wat we nu eigenlijk hebben. Nu lijkt alles voor niets, maar nee, we zijn toch een denkstapje verder.

Lekker in het zonnetje drinken we nog een kop koffie, er staat toch nog weinig wind. Rond twaalf uur vertrekken we. We kiezen nu voor een aan de windse koers, we willen naar de Marker Wadden. Het ligt wel precies waar de wind vandaan komt, maar daarom ook een goede ankerplek. Met net iets meer wind dan verwacht zeilen we rond de vier knopen recht op Lelystad af, daar gaan we overstag richting de Marker Wadden waar we rond half zes aankomen. 

Op de ankerplek liggen best al veel boten. We gaan het in de haven op dit tijdstip niet meer proberen. We hebben ook wel zin in ankeren: het echte vrije gevoel. Voor we deze boot hadden was de taakverdeling dat ik het anker aan de punt bediende en dat Joost achteruit voer. Bij onze boot is het precies andersom omdat het anker handmatig uitgegooid moet worden (itt tot een elektrisch ankerlier) wat zwaar is. Nu is achteruit varen met deze boot lastig, maar voor het eerst had ik het gevoel controle over de boot te hebben. We lagen in ‘notime’. Heerlijk, een persoonlijke traptrede behaald!

Dan volgt een echt ankerbiertje in de kuip.

Ik ga koken en dat is echt geen straf met dit uitzicht. 

Het is kouder geworden en de wind is toegenomen zoals verwacht. We eten en vermaken ons verder binnen. Het ankeralarm wordt voor de nacht wel aangezet. 

We slapen prima en merken dat je best windkracht vier kan hebben ankerend als je maar goed beschut ligt en goede ankergrond hebt wat in Nederland bijna overal zo is.

Helaas is met de toename van de wind het weer ook verslechterd, Het regent de hele ochtend. Dus doen we rustig aan met koffie erbij.

Als we een zonnetje door het luik zien gaan we maar eens voortmaken om te vertrekken. Joost haalt het anker op wat best een krachtsinspanning is. Helaas is de zon er maar een kort moment.

Maar het zeilplezier is er niet minder om. Een zeilboot met een gennaker komt ons achterop en haalt ons in.

We bekijken eens goed hoe deze gennaker aan de boot vastzit voor zover we het kunnen zien. Juist dan gaan ze de gennaker alweer strijken omdat ze een andere koers gaan varen blijkt later. Ze kruisen heel slim voor ons langs waarbij wij moeten wijken voor hen. De schipper maakt een verontschuldigend gebaar.

Op de Gouwzee moeten we kruisen. We hebben er lol en energie voor, maar dan duurt de tocht toch net iets te lang. Door op te willen schieten strijkt Joost de genua te vroeg en met een afnemende wind schiet het helemaal niet meer op. We moeten dan maar vaart maken om op tijd thuis te zijn voor de door Lukas gemaakte pizza.

Lekker lang zeilen naar de thuishaven (2 september 2023, Den Oever – Monnickendam, 37,1nm)

Een onrustige nacht omdat de haven niet zo goed beschut is bij oostenwinden. Maar dat is snel vergeten als we wakker worden. Al snel is er ontbijt met een krantje op ons zonneterras. Dat ook nog eens lekker uit de wind ligt.

We doen rustig aan maar rond half elf gooien we de lijnen dan toch los. Soepel varen we de haven uit het IJsselmeer op. Er is oostenwind voorspeld, kracht 2 a 3, die krimpt naar het noordoosten; de ideale wind om naar huis te zeilen. Vooral ook omdat voor morgen een veranderlijke wind wordt voorspeld – dat beloofd meestal geen fijn zeilweer.

En inderdaad staat er nu een kalm oostenwindje. Snel hijsen we de zeilen en zetten een aandewindse koers uit. Na even uitpuffen is het tijd voor koffie. De zon schijnt – maar op het water is het nog wel wat frisser ook omdat de zeilen veel schaduw geven. Toch wordt in het streepje zon dat de zeilen overlaten van de koffie genoten.

Met een kalm vaartje gaan we toch lekker vooruit. We komen natuurlijk weer van alles tegen. Mooiste is toch wel de Zeven Wouden die onder zeil met ons opvaart van Kreupel (een eiland ten noorden van Medemblik) naar Enkhuizen.

Ellen bakt voor de lunch een eitje met ham voor op brood. Dat smaakt goed. Ondertussen naderen we Enkhuizen. En we zijn niet de enige die daar toe op weg zijn. Het Krabbersgat lijkt wel een trechter! Moet daarbij ook nog gijpen om de giek van een oplopende tjalk te ontwijken.

En ook aan bakboord zitten nog schepen. Sommigen, zoals de schipper van de Zeven Wouden, op hun gemak. Andere gehaast, zouden ze soms bang zijn geen plek in de haven te vinden? Het is nog geen drie uur!

Wij varen door naar de sluizen en mogen snel door. Aan de andere kant is het een stuk rustiger. Als de zeilen weer omhoog zijn komt het tempo er pas weer in als we uit de luwte van Enkhuizen zijn. Maar dan is het eigenlijk recht toe recht aan.

Om de saaiheid wat te verdrijven laat het touw van de bolfender los. Een mooie gelegenheid om de man-over-boord manoeuvre te oefenen. Gaat pas de tweede keer helemaal goed waarbij we de motor nodig hebben om voldoende stil te liggen. Maar goed de bolfender is gered!

En dan is het natuurlijk tijd voor een alcoholvrij biertje!

Voor de Gouwzee, op de rede van Volendam, strijken we het grootzeil en gaan we nagenoeg voor de wind op de genua verder. Op het laatste stuk gaat de zon bijna onder. We steken de navigatielichten maar aan.

Kalmpjes varen we de haven in. En ligt de Aquamarijn weer op zijn plek!

Morgen rustig aan. Beetje opruimen, beetje inpakken. En dan naar huis en is de vakantie helaas voorbij!

Kantje Wad (Franeker – Den Oever, 1 sept 2023)

Eindelijk Oosten wind! Daar kunnen we mee thuis komen. Niet vandaag, maar wel tot Den Oever. Nog even over het wad zeilen, dat lijkt ons wat.

Eerst langs de bakker en dan ontbijten. Rond 10 uur varen we weg, het laatste stukje van het Harinxma kanaal moet nog gevaren worden tot de sluis voor Harlingen. In de sluis hebben we een gesprekje met Friezen die naar de waddeneilanden gaan. Als ze horen dat onze boot in Monnickendam ligt willen ze weten hoe het met het fonteinkruid is. Ja, heel goed! Te goed. Maar we vertellen altijd dat er op het Markermeer toch goed te varen is. De sluis uitvarend zien we dat de keersluis voor de binnenhavens van Harlingen zoals verwacht gesloten is vanwege het hoge water. Buiten de haven hijssen we de zeilen. We gaan de boontjes op met een heerlijk windje. Het is er behoorlijk druk met boten die de andere kant op gaan. Een weekendje waddeneiland.

Bij de sluis van Kornwerderzand gaan we deze niet nemen maar gaan we de afsluitdijk volgen aan de waddenkant. Dat is de kortste te nemen route met het meest profijt van de oostenwind. We hebben ook mooi de stroom mee en gaan ondanks de zwakke wind toch rond de 4.5 knoop. Het zonnetje komt ook steeds meer door en we zien heel even een bruinvis.

Van deze kant is ingenieur Lely ook goed te zien. Hij kijkt alleen niet onze kant op maar naar Lelystad. Nou niet het mooiste waar je hier naar kan kijken. De nieuwe dijkversterking ziet er best mooi uit!

De wind neemt steeds meer af en helaas moet toch de motor weer aan. We moeten nog langs een erg ondiep stuk. Het loopt inmiddels tegen laag water aan, en gezien het feit dat het bijna springtij is, is ook het lage water op z’n laagst. We zijn er niet op tijd, of te vroeg, het is maar van welke kant je het bekijkt. 3/4 uur voor laag water lopen we vast. Dan weet je dat je op z’n vroegst 3/4 uur na laag water weer los zal komen. De zeilen die we nog op hadden staan worden gestreken.

En dan is het tijd voor een boek in de zon. We merken dat onze boot steeds iets schuiner komt te liggen, maar dat is prima te doen. Weten we ook hoe onze boot zal droogvallen als we dat nog eens willen.

Er passeren ons een tijd na elkaar twee Noordkapers. Deze steken nog minder diep dan wij, 70 ,80 cm tegenover onze 1.05m. Ze lijken wat leedvermaak te hebben, maar wij hebben helemaal geen leed. Een heerlijke tijstop op het wad, zij het wel het randje van het wad. Geen uitzicht hier op drooggevallen platen.

Na nog een tijdje komt er een motorbootje langs varen. Flink gas geven om door ondieptes te komen. Hij roept nog wat onverstaanbaars naar ons. Hij vaart door, maar we zien heem steeds vast lopen en dan weer heel veel gas geven, veel rondjes draaien en uiteindelijk naar ons terug komen. Hij vertelt dat hij 1.20 steekt (zo is de uitdrukking onder schippers over de diepte van je boot). Hij heeft hier lang gewerkt aan de vernieuwing van de afsluitdijk en hij zou eigenlijk moeten weten waar hij zou kunnen varen. Uiteindelijk vaart hij weg vlak langs de dijk. Wij wachten toch nog maar rustig tot we vanzelf los komen. We kunnen daarna de wel betonde geul zonder problemen vervolgen.

We varen al gauw de buitenhaven van Den Oever in. Van een afstand leek de haven al behoorlijk vol. Wat blijkt, hij ligt vol met Noordkapers die een verenigingsweekend hebben van hun vereniging (vinden we op hun website). Er is voor deze Koopmans geen plek meer in de haven.

Dan maar de Stevin sluis door en de haven aan de binnenzijde proberen. Er gaat net een grote tanker de sluis in en wij mogen niet mee want deze vervoert gevaarlijke stoffen. Met twee andere boten wachten we geduldig tot de sluis voor ons vrij komt.

Na de sluis is meteen de binnenhaven. Ruimte genoeg, geen Noordkaper hier te bekennen. Het is inmiddels 8 uur als we liggen, hebben we er toch weer een lange dag opzitten. Joost kookt nasi. We zien even later nog de mooie bloedrode maan boven de horizon verschijnen.

Fijn Franeker (31 augustus 2023)

De winden waaien niet helemaal in onze richting. En in plaats van worstelen tegen de wind kiezen we ervoor een dagje in Franeker door te brengen. En ook omdat er af en toe pittige buien overtrekken is dat helemaal geen straf!

Maar tussen de ochtendbuien door schijnt de zon. Voor ons reden voor een korte wandeling naar het eerste terras dat open is. Komen we langs de plek die we zolang zochten – Gods’ akker. Verkeer op wielen mag er niet in. Het moet hier wel goed zijn!

Op het terras is er koffie en de onvermijdelijke Oranjekoek. Als we het tweede kopje op hebben vraagt een voorbijganger of het lekker toeven is op het terras. Zeker zeggen wij, wij hebben geen last van wind en de zon schijnt heerlijk. Echter geven we geen garantie voor hoe lang de volgende bui uitblijft. Via de bakker een korte wandeling naar de boot. Net op tijd binnen voor de volgende bui!

Een dag als deze is goed om de voorraden aan te vullen. Dus we lopen naar de Albert Heijn en komen een oud-collega van Ellen tegen voor een kort gesprek. In de winkel laden we onze kar vol en met volle rugzakken wandelen we terug.

Ook de watertank moet weer gevuld. We zien een kraan maar geen slang. Toch was de buurman gister even bezig met een slang – zou die ergens verstopt zijn. En na enig speurwerk blijkt die inderdaad achter een luik te zitten. Opgelucht laten we de tank volstromen. (Later maak ik ook nog het wierfilter schoon.) Als de havenmeester later het havengeld komt innen verteld hij Ellen waar we de slang kunnen vinden.

Franeker is ook de stad van het oudste werkende planetarium ter wereld. Ik was er eerder (al zeker twee keer) maar het kan het nu toch niet laten om nog eens te gaan. Ellen zal ondertussen de plaatselijke middenstand ondersteunen!

Een kleine tegenvaller is dat ik er niet met mijn museumjaarkaart in mag. Maar een toegangsprijs van EUR 6 houdt mij niet tegen. En dan loop ik langs allerlei telescopen, navigatiemiddelen, filmpjes (met ook André Kuipers) tot het tijd is voor de toelichting in de woonkamer van wolkammer Eise Esinga.

Ik maak me maar niet bekend als iemand die iets van Sterrenkunde heeft gestudeerd. Hoef ik ook niet de planeten in het planetarium in de juiste volgorde (Mercurius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter en Saturnus) op te noemen. Weet wel – door de foto’s van Ellen – dat het bijna volle maan is – en dat geeft het planetarium ook aan.

Na de uitleg ook nog even naar de bovenkant van het plafond gekeken. Uiteraard op zolder.

Terug op de boot is er ook tijd voor een puzzel en een boek. Voor het eten gaan we naar De Doelen. Tot mijn genoegen zijn er mosselen. En Ellen eet voor het eerst een stuk zeewolf. Het smaakt ons!

Als we terug op de boot naar buiten kijken blijkt de maan inderdaad vol. Precies zoals Eise Esinga had berekend!