We ontwaken op onze laatste vakantiedag in de haven van onze thuisstad. Vandaag varen we onze boot naar haar thuis terwijl de boot zelf ook ons thuis is. En Monnickendam beschouwen we inmiddels ook een beetje als ons thuis. En om het nog verwarrender te maken: op de boot staat dan weer Amsterdam, want we mogen Amsterdam als thuishaven van onze boot opgeven omdat wij er wonen.
We mogen eerst het hele IJ overvaren. Ook dit keer helaas grijs weer. We moeten hier nog eens komen met veel zon. Dat levert mooiere foto’s op.
Door hier te varen is ons rondje rond waarmee we met Hemelvaart begonnen met de staande mast route door Amsterdam. Nu varen we aan de zijde van het centraal station en zien we zo de pont volstromen met mensen.
We nemen weer de Oranje sluizen. Geen grote drukte, we kunnen zo mee.
Daarna gaat meteen de Schellingwoudebrug open. Er staat een lekker windje uit het Noordwesten en we hopen daarmee een eind te kunnen zeilen. We hebben niet gereefd vanwege de voorspelde windkracht 3. We gaan echter met gemiddeld 6.5 knoop. De wind neemt toe en is ook vlagerig. We gaan soms behoorlijk scheef. Het gangboord tikt net het water niet aan. We vinden het heerlijk om zo weer lekker te zeilen.
Het Paard van Marken komt in zich en blijkt eindelijk uit de steigers te zijn.
Joost kijkt op de kaart op welk moment we overstag kunnen gaan om ook de Gouwzee lekker in te kunnen zeilen.
Alleen het Monnickendammer gat is niet bezeilbaar. Maar we zijn zeer tevreden over onze zeiltocht.
We strijken de zeilen met de thuishaven in zicht.
Na aangelegd te hebben nog even opruimen en inpakken. Lukas komt ons halen en dan zijn we met een half uur thuis.
Het is lekker wakker worden midden in een ontwakende stad. Nadat we de slaap uit onze ogen hebben gewreven gaat Ellen haar bakkerswandeling weer doen. En zo zitten we tegen 10 uur in het zonnetje in de binnenstad van Haarlem te genieten van een croissant en een kopje thee.
Het is, aan de kade net voorbij de Gravestenenbrug, prima liggen aan de kade van het Spaarne. De trossen zitten door ringen aan de kant en er is ook een mogelijkheid voor stroom. Stroom en liggeld kun je betalen via een app. En dan krijg je een code voor het openmaken van wc (en douche) en vuilnisbak. Het sanitair, in het voormalige brugwachtershuisje van de Gravestenenbrug, is niet groot maar voldoet. In dit huisje was overigens ooit het kleinste museum van Nederland gevestigd – uit die tijd stamt de op het dak geplaatste beeld “De Voet van Mercurius”.
Om 11 uur gooien we los. We hebben vandaag namelijk weer een deadline – we willen om 13:15uur door de brug over Zijkanaal C. Deze brug in de A9 opent maar 3 keer op een dag. Maar gelijk bij de eerste brug, de Catherijnebrug, lopen we tegen forse vertraging op omdat we moeten wachten op andere boten die ook door deze brug moeten. Maar als de brug eindelijk open gaat, en de later gearriveerde motorboten ons zijn voorgegaan, maant de brugwachter ons tot spoed. En ja, de volgende spoorbrug – toch ook vaak een bottleneck- opent direct voor ons alleen (de motorboten kunnen er zo onderdoor). We halen opgelucht adem als de spoorbrug achter ons sluit.
Een paar bruggen verder zijn we Haarlem uit en varen we op Spaarndam af. De laatste hindernis voor de A9 is de Rijnlandse sluis. Daar liggen al een paar boten aan de wachtsteiger. Niet netjes aangesloten dus daar gaan we tussen liggen. Vervelender is dat de sluis een dubbel rood licht voert – wordt hij thans niet bedient? Dan gaan we onze brugopening in de A9 missen!
Maar even de sluiswachter met de marifoon opgeroepen en die stelt ons gerust. En inderdaad gaat ruim op tijd de sluis open en passen alle bootjes erin. Wel moet van elke boot dan nog even iemand naar sluiswachtershuisjes om het sluisgeld, voor ons EUR 3,50, te voldoen. Ruim op tijd gaat de sluis en brug aan de andere zijde weer open zodat we zelfs nog even aan een wachtsteiger gaan liggen en voor de brug drijven. Daar horen we via de marifoon dat op verzoek van Rijkswaterstaat de opening 3 minuten is uitgesteld. Dat kunnen we hebben. Opgelucht varen we even later door de A9 heen!
Een stukje verder op draaien we dan eindelijk het Noordzeekanaal op. Hoewel we hier nog nooit op eigen boot voeren toch veel punten die we herkennen. Aan de andere kant is toch de haven, zeker bij de Afrikahaven, ook wel indrukwekkend!
Groot voordeel is dat we hier met halve wind op de Genua richting Amsterdam kunnen zeilen. En als de wind even vrij spel heeft halen we ruim 5 knopen. En zo varen we al snel langs de Hempont, de Oude Munitiefabriek in Zaandam waar (weer) een feestje is en de Coentunnel.
En dan is het tijd om de Genua weer in te rollen. Ellen heeft plek J11 gereserveerd in Marina Amsterdam gelegen op de plek van de oude NDSM werf. En die werf komt in zicht. We moeten wel even oversteken naar Noord en daarvoor moeten we nogal wat beroeps- en pleziervaartuigen voor laten gaan. Maar dan varen we de haven binnen en leggen we, met een handje hulp van de buurman, aan in de box met vingerpier (en zonder palen).
Als alles weer op orde is en de administratie geregeld gaan we aan de wandel door Noord naar het nieuwe (toekomstige) huis van Wil en André. Daar zijn Lukas en Mirjam bezig om wat kasten in elkaar te zetten. Als we aankomen zijn ze bijna klaar. We helpen wat met opruimen en gaan samen met de auto terug naar de NDSM-werf. We eten daar vanavond bij Pllek op het terras. In de wind zonder zon wat fris – maar binnen was geen plek.
We genieten van het gezelschap. Na het eten gaan de kinderen ergens voetbal kijken. Wij wandelen terug naar de warme boot en zetten een lekker kopje koffie!
Dit kleine haventje hebben ze bomvol gelegd met passanten die de staande mast route varen. Een goede verdienste voor deze watersportvereniging. Dat betekent ongekende drukte bij de douches die zich ook nog in een kleine ruimte bevinden. Er zijn wat Vlaamse dames die zich boos maken dat er een euro in de douche moet die ze niet hebben. Ze vonden het typisch Nederlands. Wij zagen juist dat je haast nergens meer hoefde te betalen voor de douche. Dit was een uitzondering. Maar met de hoge energieprijzen kan ik mij voorstellen dat zo’n vereniging het zo houdt.
We zijn samen met 2 andere boten ruim op tijd weg om de Goudse spoorbrug te halen. Via de marifoon horen we dat eerst een vrachtschip erdoor mag en daarna wij.
Vervolgens proberen we het vrachtschip bij te blijven. Want voor de beroeps gaat alles sneller open dan voor ons. Dat lukt aardig. Alleen schept een andere jachtje via de marifoon verwarring door steeds brugwachters op te roepen en te zeggen dat we van noord naar zuid varen. Het waren ook Vlamingen, misschien denken ze dat ze op weg naar huis zijn.
Bij Alphen gaat het vrachtschip een containerhaven in en moeten we nu op eigen kracht. Bij een brug moeten we juist wachten omdat een vrachtschip van de andere kant kwam. Het is zonnig en er zijn veel mensen buiten die ook graag naar een bootje zwaaien. En wij zwaaien natuurlijk terug. Het valt me op dat de woningen langs de waterkant vol staan met bloeiende planten en ook veel hortensias. Maakt alles nog vrolijker. We kijken hier overigens niet naar de arme kant van Nederland. Als je aan het water woont heb je ook een bootje. Of, trekkers. Oh, ze zijn te koop.
De bruggen hebben ons hier en daar fors opgehouden en we willen de Kaagbrug die om 15 uur draait halen. We twijfelen of we moeten gaan tanken voor het Braassemermeer. Toch maar gedaan. We zetten daarna de gashandel volop. Nog 3 bruggen, we mogen hierbij geen tijd meer verliezen en doen dat toch. Een eindsprint langs kaageiland leverde een hele boze pontbestuurder op. We mochten bij de pont niet zo hard varen. We varen de hoek om en zien dat de Kaagbrug net dicht is. Andere zeilboten die van de andere kant kwamen komen ons tegemoet.
We balen even flink, maar gaan dan maar aan de wachtsteiger liggen. Over 4 uur gaat de volgende opening. We kunnen hier niet aan de kant komen maar hebben ook geen puf eerst nog ergens heen te gaan. We gaan uitrusten, een boek of krant lezen en later als avondeten pannenkoeken bakken. Zo vliegt toch nog de tijd. We kijken de brugopeningen nog eens na en dan ziet Joost dat de brugopening om 15 uur alleen voor boten was die vanuit het noorden kwamen. We hebben de brugopening dus niet gemist, hij ging voor ons helemaal niet.
Na de werkelijke opening om 19 uur varen we rustig verder op de ringvaart richting Haarlem.
Ook hier weer aardig wat bruggen. Maar overal een vlotte bediening. We bereiken het centrum van Haarlem om 21.45 en vinden een een ligplaats aan de kade van het Spaarne nadat we de Gravestenerbrug zijn gepasseerd. Vanaf 22 uur wordt er geen brug meer bediend. Just in time, zullen we maar zeggen.
Via een app kan je betalen en aan de kade is zelfs stroom. En dan zijn we wel toe aan de benen strekken en een biertje ergens drinken. Dat ergens wordt niet op de Grote Markt waar het ons veel te druk is, maar op ons eigen bootterras met fantastisch uitzicht.
Vandaag hoefden we niet ver. Tijd dus om lekker rustig aan te doen in de ochtend. Ellen doet haar favoriete vakantie-ding: een wandeling naar een bakker. Ik doe ondertussen wat boot dingen. Net als Ellen terug is komt het belangrijkste – het schoonmaken van het wierfilter. Nou dat was nodig. Na afloop borrelde weer lekker helder water achter het kijkglas!
Het is inmiddels 10uur als we aan ons ontbijt beginnen. Als we de brug bij de haven van 10:20uur willen halen moeten we opschieten. Maar we hebben geen zin ons te haasten; een half uur later gaat de brug weer open. En dus varen we, kalmpjes aan, even voor elven de Wijnhaven uit en steken de driesprong Beneden Merwerde, Oude Maas over naar de Noord. En natuurlijk kijken we even om en zien dat de spoorbrug ook weer open is!
Varend tegen de stroom op de Noord bedenken we dat er een reden was om voor half elf te vertrekken. De Alblasserdamsebrug opent immers op het hele uur. En die brug is te ver weg voor 30 minuten; maar in 60 minuten haal je die op je gemak. Nu hebben we dus ruim een half uur “over”. Lekker langzaamaan varen dan maar. Dat gaat best goed met tegenstroom. Wel jammer van de striemende regen en de harde wind.
Aan het einde van de Noord ligt aan stuurboord Kinderdijk. Daar zie je niks van. We moeten bakboord uit de Nieuwe Maas op maar kunnen natuurlijk even stuurboord op de Lek kijken of daar iets van Kinderdijk is te zien. We hebben immers de tijd. Het zicht valt door de hoge dijk wat tegen en aanlegplaatsen zijn er alleen voor riviercruise schepen. Maar van de overkant af zijn duidelijk een molens van de bovenkant te herkennen.
Wel weer alle tijd om de volgende brug, de Algerabrug, te halen. (Het was anders haasten geweest.) Rustig aan dus en alle tijd ook om de replica van de Ark te bestuderen. Hier staat een giraffe op de uitkijk. En het is nog steeds weer waarbij mogelijk een Ark in de nabije toekomst goed van pas kan komen!
Toch zijn we nog ruim op tijd bij de Algerabrug (de sluis staat, zoals meestal, open). We leggen aan aan de wachtsteiger. Melden de brugwater per marifoon dat we er zijn, eten een broodje en bestuderen de stormvloedkering Hollandse IJssel.
Op de Hollandse IJssel knapt het weer langzaam ietsje op. We proberen een stukje op de Genua te zeilen maar door de vlagerigheid en hoge kracht in de wind blijkt dat geen goed idee. We moteren verder waarbij we veel vrachtverkeer tegenkomen. En da doemt ineens Gouda op.
We moeten door de Julianasluis: een sluis met twee kolken en ook aan beide zijden een brug; als de brug aan één kant open is wordt het verkeer over de andere brug geleid. Wij mogen, met andere plezierjachten, in de, voor ons, bakboordsluis. De stuurboordsluis is voor beroepsverkeer. We liggen klaar aan de wachtsteiger en helpen eerst een ‘Le Boat’ huurboot aanleggen en voorkomen zo dat hij tegen ons aan waait. Dan begint iedereen te varen terwijl de brug nog dicht is. De sluis blijkt wel open en deze boten kunnen allemaal onder de brug door. Als de brug eenmaal open is varen ook wij op en kunnen wij achteraan aan hogerwal nog een plaatsje vinden. Ondertussen vaart ook de stuurboordsluis leeg én komt ook daar een nieuwe beroepsschip naar binnen.
In de Julianasluis kun je niet goed een fender tussen de boot en de sluiswand stoppen. We staan dan ook een beetje af te houden. Ondertussen gaat de sluisdeur achter ons vier keer dicht en weer open. Er wordt omgeroepen dat er wat problemen zijn bij het sluiten van de deur. Gelukkig blijft de vijfde keer de deur wel dicht.
Inmiddels is voor de stuurboordsluis de brug al open gegaan en is er weer uit- en ingevaren. Waarna de brug weer is gesloten. Als dan eindelijk onze sluisdeur open gaat blijft de brug dicht. Alle boten varen onder de brug door. De sluiswachter (v) komt ons wel even persoonlijk vertellen dat we weer vrij zullen worden gelaten, en de brug zal worden geopend, als ook de stuurboordsluis weer zo ver is. En dus kijken we hoe tergend langzaam (de bovenkanten van) een beroepsschip en twee plezierjachten de sluis invaren.
We zoeken daarna een plaatsje in de jachthaven van de WSV Gouda. Voor het eerst is het ergens druk en is er krap plek. De havenmeester is echter een meester in passen en meten en de boten krijgen waar ze moeten zijn. Met vereende krachten liggen wij snel op onze plek en hebben buren langszij.
Na alle plichtplegingen wandelen we naar het centrum. Op de markt staan mooie gebouwen maar het restaurant naar ons zin is Nusa gelegen “Achter de Kerk 5”. We eten heerlijk Indonesische rijsttafel en verbazen ons wat over gasten. Wel gevoed wandelen we langs oude huizen, de visbanken en grachten terug naar ons schip!
We zijn nu echt op weg naar huis. We hadden wel gehoopt vandaag te kunnen zeilen met wind uit het westen en de rakken meest noordoost. Helaas was er geen wind toen we opstonden. Wel heel lekker weer om te ontbijten in de kuip. We vertrekken vroeg omdat we de opening van de spoorbrug bij Dordrecht uiterlijk om 15 uur nemen. Daarna wordt hij 3 uur niet bediend.
We verlaten weer via de keersluis Oude Tonge.
Op deze zonnige dag is de 1 km vaart naar buiten door een vogelrijk gebied een genoegen. We mogen hier maar heel langzaam varen en zo horen we ook alle vogelgeluiden goed. Een zilverreiger vind onze nabijheid toch niet zo fijn en vliegt op.
Op het Volkerak staat ook geen wind. We tuffen rustig naar de Volkeraksluis. Deze keer zitten we in de sluis met 1 andere boot. Zij vinden het ook overal zo rustig. Maar in tegengestelde richting gaan er toch heel wat meer boten de sluis in.
Na de sluis zet ik nog koffie. Mijn koffiebeker die ik buiten neer heb gezet schop ik zelf om bij het naar buiten gaan. Wat een zooi en wat zonde van de koffie. Een mooie witte lijn heeft ook een bruin kleurtje aangenomen. Het treft dat ik nog afwaswater had staan. Daarin de lijn gewassen en het water over de kuip gegooid zodat alles schoonspoelt.
Op het Hollands Diep gekomen nog steeds onvoldoende wind om te zeilen. We komen 2 sloepen tegen waarin door jonge mensen geroeid wordt, ze hebben een behoorlijke vaart. Ze hebben Belgische vlaggen. Zouden ze helemaal uit Belgie geroeid hebben? Maar dan komen ons snelle motorjachten tegemoet, ook met een Belgische vlag en met de vermelding kadetten van de marine. Trainen ze hier in Nederland?
We komen bij het eerste lastige punt. Het Dordtsche Kil opdraaien en tegelijk oversteken naar stuurboordzijde terwijl er ook verkeer onder de brug vanuit de Biesbosch kan komen. AIS helpt ons weer.
Het Dordsche Kil ziet er veel minder kil uit dan op de heenweg.
Het volgende lastige punt is waar de oude Maas en Dordtsche Kil samen komen en hier ook nog een uitvaart ligt van een grote industriehaven. En daar willen twee grote vrachtschepen voor ons nog net insteken en twee achter ons langs. Gelukkig worden de manoeuvres van deze boten ook gecommuniceerd over de marifoon.
En dan komt de hefbrug bij Dordrecht in zicht. We zijn er ruim op tijd. Juist dan steekt er eindelijk een windje op. Joost had over de marifoon al gehoord dat een groot containerschip vanaf de andere kant ook door dit gat wil. Heel bijzonder want het meeste vrachtverkeer kan gewoon onder de brug door in het midden van de vaart. En daarvoor ligt nog een grote klipper.
Als de brug open is mag je van beide kanten tegelijk erdoor gaan varen. Maar de containerboot heeft een blauw bord uitgehangen. Joost wist dat het betekent dat deze onze stuurboord wal gaat varen. Twee andere jachtjes aan onze zijde hebben dat nog niet door. Ze beginnen bij groen op te varen en schrikken zich dan het rambam en maken rechtsomkeert en varen ons haast nog klem. Het loopt allemaal goed af. En ik ben blij met Joost die alles zo goed door heeft.
Daarna gaat al snel de brug naar de Wijnhaven in Dordrecht open en krijgen we een box toegewezen.
We eten gauw een boterham en rusten uit van deze toch wel vermoeiende tocht.
We maken een wandeling door de stad en halen boodschappen bij Albert Heijn. We waren hier al met met Pinksteren en toen was het veel drukker in de stad. Terrassen zijn vrij leeg. Het valt niet mee een gezellig restaurant voor de avond te vinden. Eindelijk is het toch gelukt en bleek restaurant Lef ook een goede keus.